Het NMP 3 bevat het milieubeleid voor de korte termijn, met een doorkijk tot 2010. Voor het milieubeheer wordt gestreefd naar een duurzame ontwikkeling. Brongerichte maatregelen (onderscheiden in emissiegerichte, volumegerichte en structuurgerichte maatregelen) hebben de voorkeur boven effectgerichte maatregelen. In het NMP 3 wordt aangegeven wat van de doelgroepen landbouw, verkeer en vervoer, industrie, milieubedrijven en maatschappelijke en milieuorganisaties wordt verwacht om aan het milieubeheer bij te dragen.
Op 13 juni 2001 is het NMP 4 `Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid’ verschenen. Het NMP 4 vervangt het NMP 3 niet, maar kijkt verder vooruit naar het jaar 2030. Er worden zeven grote milieuproblemen benoemd: verlies aan biodiversiteit, klimaatverandering, overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, bedreigingen van de gezondheid, externe veiligheid, aantasting van de leefomgeving en mogelijke onbeheersbare risico’s. Over het algemeen bevat het NMP 4 geen concrete maatregelen en doelen voor de korte termijn.
Het bestemmingsplan betreft een uitbreiding binnen de rode contour van het streekplan maar is feitelijk in gebruik als agrarisch landschap met brede sloten. Wanneer specifieker gekeken wordt naar de benoemde zeven grote milieuproblemen in het MNP 4 dan zijn biodiversiteit, externe veiligheid en aantasting van de leefomgeving relevante thema’s voor het gebied. Deze thema’s biodiversiteit en externe veiligheid zijn derhalve in hoofdstuk 4 expliciet uitgewerkt in de paragraaf Flora en Fauna en Externe Veiligheid. Op het thema aantasting van de leefbaarheid wordt in zijn algemeenheid in de onderstaande paragrafen over provinciaal en gemeentelijk beleid nader ingegaan.