Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Nieuwe Wetering
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0491.BP1031NW001-VG01

Artikel 5 Bedrijventerrein-2 (BT-2)

5.2 Bouwregels
5.2.2 Bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
  1. de bouwhoogte voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer mag bedragen dan maximaal 9 meter;
  2. de bouwhoogte van vlaggemasten mag niet meer mag bedragen dan 8 meter;
  3. de bouwhoogte voor overige bouwwerken niet meer mag bedragen dan 2 meter.
5.2.4 Bouwverbod
  1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 2.1  en artikel 5 lid 2.3  zijn binnen de aanduiding specifieke vorm van verkeer - ontsluitingswegen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde en of gebouwen toegestaan.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 2.4 sub a  indien binnen de aanduiding specifieke vorm van verkeer -  ontsluitingswegen een ontsluitingsweg is aangelegd met dien verstande dat:
    1. het wegprofiel voldoet aan het wegprofiel zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan welke als volgt is opgebouwd:
      • Voetpad (incl. kabel- en leidingstrook): 1,5 meter
      • Berm met groenvoorziening: 2,0 meter
      • Rijbaan: 7,0 meter 
      • Voetpad (incl. riolering): 2,5 meter 
    2. De bebouwing is minimaal vijf meter van de openbare weg gelegen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouder kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 5 lid 2.1 sub b en toestaan dat de maximale bouwhoogte met 2 meter overschreden wordt ter plaatse van een verdiepte parkeerkelder en bijbehorende in- en uitgangen waarbij de bovenkant van de keldervloer minimaal 1,5 meter onder maaiveld gelegen is.
  2. artikel 5 lid 2.1 sub e en toestaan dat het maximum bebouwingspercentage verruimd wordt tot 80% indien:
    1. minimaal het extra benodigd aantal parkeerplaatsen als gevolg van de uitbreiding gerealiseerd worden in een gebouwde parkeervoorziening; 
    2. middels een verkeerskundig onderzoek aangetoond is dat er voldoende parkeerruimte op eigen terrein beschikbaar blijft. Hierbij wordt uitgegaan van de parkeernormen zoals opgenomen in artikel 5 lid 5 
5.4 Specifieke gebruiksregels
  1. Buitenopslag is toegestaan buiten het zicht vanaf de openbare weg waarbij minimaal 5 meter wordt vrijgehouden tot de erfgrens dan wel de waterlijn aan die zijden;
  2. Gestapelde opslag hoger dan de feitelijke bouwhoogte van het hoofdgebouw is niet toegestaan en wordt aangemerkt als strijdig gebruik als bedoeld in artikel 11 van deze regels;
  3. Parkeren, laden en lossen is uitsluitend op eigen terrein toegestaan. Parkeren, laden en lossen binnen de bestemming Verkeer wordt aangemerkt als strijdig gebruik als bedoeld in artikel 11 van deze regels.
  4. Een gebruik van gronden en bebouwing voor bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is slechts toegestaan na een positief besluit van het bevoegd gezag waarbij:
    • er geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied aanwezig zijn;
    • het invloedsgebied niet over de bestemming Gemengd komt te liggen.
  5. Gebruik van de gronden met de aanduiding specifieke vorm van verkeer - ontsluitingswegen ten behoeve van het bepaalde onder artikel 5 lid 1 sub 1 en artikel 5 lid 1 sub 3 is toegestaan nadat de interne ontsluitingsweg zoals bedoeld in artikel 5 lid 2.4 is aangelegd.
5.5 Parkeren
Parkeren geschiedt op eigen terrein. Hierbij worden minimaal de volgende normen, conform de ASVV 2004, 2e herziene druk, okt. 2004 uitgegeven door het CROW, aangehouden:
 
Arbeidsextensieve / bezoekersextensieve bedrijven zoals bijvoorbeeld een opslagbedrijf, groothandel of transportbedrijf 0,6 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo
Arbeidsintensieve / bezoekersextensieve zoals bijvoorbeeld industriebedrijven, garagebedrijven, laboratorium of werkplaats2,0 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijventerrein-2 (BT-2), indien aangewezen met de nadere aanduiding (sv-ow) te wijzigen in de bestemming Verkeer  met dien verstande dat:
  1. Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van de bestemming Verkeer overeenkomstige van toepassing zijn;
  2. De aanduiding sv-ow na gebruikmaking van de bevoegdheid komt te vervallen.
5.6.2 Voorwaarden
De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
  1. dat de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. dat er geen nadelige concequenties ontstaan voor de verkeersveiligheid;
  3. dat er geen nadelige concequenties ontstaan voor de bereikbaarheid en en veiligheid van de aan de weg gelegen bedrijven;
  4. dat de beeldkwaliteit zoals die is voorzien in het beeldkwaliteitsplan gewaarborgd moet blijven; 
  5. dat het wijzigingsplan milieutechnisch aanvaardbaar is, waarbij minimaal aangetoond moet worden dat de bodemgesteldheid geschikt is voor de te wijzigen functie;
  6. dat het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar is;
  7. dat het verhaal van gemeentelijke (plan-)kosten is zekergesteld.