direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Supermarkten Barendracht
Status: vastgesteld
Plantype: voorbereidingsbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.VBBSUPERM2023-VB01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Het voorbereidingsbesluit heeft tot doel om de benodigde tijd te creëren om samen met de stakeholders en belanghebbenden in de gemeente Barendrecht een passende regeling te maken voor supermarkten in het bestemmingsplan, danwel omgevingsplan. Doel is niet om de ontwikkeling van supermarkten tegen te gaan, maar om een goed afwegingskader te kunnen opstellen, zodat geen versnippering, en daardoor ontwrichting, van het voorzieningenniveau kan ontstaan. Daarbij bestaat de mogelijkheid om nadere eisen te stellen ten behoeve van een duurzame leefomgeving waarbinnen functies in balans zijn.

Het voorbereidingsbesluit geldt voor één jaar, met een verlenging van anderhalf jaar bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet4 . Binnen deze tijd wordt de wijziging van het tijdelijk Omgevingsplan Barendrecht voorbereid, zoals dat na de invoering van de Omgevingswet van kracht is. Hierin zal door middel van een gebiedsoverschrijdende regeling voor de specifieke activiteit van supermarkten op maat worden bepaald waar supermarkten zijn toegestaan. Vooruitlopend daarop bieden de regels van dit voorbereidingsbesluit de mogelijkheid om met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels die in het voorbereidingsbesluit zijn opgenomen.

Hoofdstuk 2 Aanleiding

In Barendrecht zijn diverse supermarkten aanwezig. De Jumbo en Albert Heijn in Carnisse Veste, Dirk van den Broek aan het Muziekplein, de Jumbo aan het Onderlangs, de Albert Heijn aan de Middenbaan, de Boons aan de Marijkesingel en de Lidl aan de Pesetastraat. Uitgezonderd de Lidl liggen deze supermarkten in de dorps- en wijkcentra. De gemeente Barendrecht wil de supermarkten ook op deze plekken concentreren. Hier is er ruimte en zorgen ze ook voor aantrekkende werking voor andere detailhandel en horeca. Daarmee geven ze invulling aan de behoefte van consumenten en versterken ze de centra.


Er komen aanvragen om buiten de centra ook een supermarkt te realiseren evenals aanvragen om binnen de centra extra supermarkten te realiseren. Hoewel deze zouden kunnen voldoen in een behoefte van de consument, zien we ook de keerzijde, zoals veel logistieke bewegingen, geluidsoverlast en verkeers- en parkeerproblemen en veel fietsparkeren voor de deur. Het levert dus naast gemak ook problemen op in de openbare ruimte en voor bewoners. Dat vraagt dus om een zorgvuldige balans.


Op dit moment is het op verschillende locaties, ook buiten de centra, mogelijk om grote supermarkten te realiseren. Dit willen we beperken tot enkel de genoemde centra, mits dit met grote zorg en aandacht voor de aanwezige omgeving gebeurt. Hiervoor is nader beleid nodig. Dit zou in de vorm van een nota detailhandel kunnen zijn, of specifieke regelingen in het komende omgevingsplan. Mogelijk kunnen we dan ook uitspraken doen over branchering ten behoeve van het vitaal houden van de centra en deze in aantrekkingskracht vergroten. In dit beleid kunnen naast de locatie, van onder andere supermarkten, ook uitgangspunten worden bepaald met betrekking tot het aantal vierkante meters aan grootschalige supermarkten, het beperken van het aantal bevoorradingsmomenten en het verplichten van verkeerskundige maatregelen en parkeeroplossingen.

2.1 Kader

Het kader wordt gevormd door artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (raad is bevoegd een voorbereidingsbesluit vast te stellen), artikel 3:3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (aanhoudingsplicht voor zover de aanvraag een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten omvat) en de betreffende bestemmingsplannen. Deze aanhouding kan worden doorbroken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, in samenhang met artikel 2.12 eerste lid, onderdeel d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Na 1 januari 2024 door middel van een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in de artikelen 5.1, eerste lid onder a en 4.14, derde lid van de Omgevingswet.

2.2 Argumenten en afweging

Waarom een voorbereidingsbesluit voor supermarkten?


Supermarkten vallen onder het begrip detailhandel. Op basis van het huidige beleid zoals dat is verwoord in de bestemmingsplannen van Barendrecht mogen supermarkten zich in alle panden vestigen met een bestemming die detailhandel mogelijk maakt. Dit zijn met name de bestemmingen Centrum - Primair en Centrum – Secundair en in enkele gevallen ook de bestemming Bedrijf en andere bestemmingen. Dit maakt het mogelijk dat supermarkten zich op verschillende plekken in Barendrecht vestigen terwijl dat niet altijd wenselijk is.


De huidige planologische regels bieden weinig mogelijkheden om een goede afweging te maken tussen commerciële belangen, mobiliteit en algemeen maatschappelijk belang. Een goede balans, met als doel een duurzame leefomgeving, kan daardoor mogelijk verstoord worden met de nieuwbouw of uitbreiding van een supermarkt.

2.3 Doel van dit besluit

Ons doel is het beperken van de vestigingsmogelijkheden voor supermarkten tot enkel de centra en het stellen van nadere eisen voor nieuwbouw en uitbreiding hierbinnen. Hiermee wordt overlast beperkt en streven we naar een toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte in de centra van de gemeente Barendrecht. Daarbij kan er een duidelijk beeld komen van de samenhang tussen de centra.


Begrip supermarkt

een zelfbedieningswinkel met een vloeroppervlak van tenminste 500 m² ten behoeve van de verkoop van hoofdzakelijk voedingsmiddelen zoals verse groente, brood, zuivel en vlees (zijnde dagelijkse goederen) en daarnaast niet dagelijkse goederen (zoals huishoudelijke en verzorgingsartikelen).


Begrenzing aanhoudingsplicht en centrumgebieden

Het voorbereidingsbesluit geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Barendrecht. Dit betekent dat nergens in Barendrecht nieuwbouw en uitbreiding van supermarkten mogelijk is. Afwijking hiervan is enkel mogelijk binnen de grenzen van de dorps- en wijkcentra. Deze zijn vastgelegd in Bijlage 1. De grenzen van deze gebieden zijn gebaseerd op de grenzen van de grenzen van de bestemming Centrum - Primair en Centrum - Secundair in het bestemmingsplan Woongebied Oost en Woongebied West. Daaraan wordt specifiek de Lidl toegevoegd. Het centrumgebied rondom Dorpsstraat wordt uitgesloten als vestigingsmogelijkheid.


In aanvulling op de aanwezige dorps- en wijkcentra wordt het kerngebied van De Stationstuinen toegevoegd. Dit wordt een nieuw gemengd gebied met naast 3.000 tot 4.000 woningen ook tal van voorzieningen. En supermarkt hoort daarbij, maar wel op de juiste plek. Deze supermarkt is er enkel ten behoeve van deze wijk en wordt dus maar in een beperkt deel van De Stationstuinen toegestaan.


Hoofdstuk 3 Voorbereidingsbesluit

Om vooruitlopend op nieuw beleid inzake de vestiging en uitbreiding van supermarkten ongewenste ontwikkelingen tegen te kunnen gaan, stellen wij voor een voorbereidingsbesluit vast te stellen voor het hele grondgebied van de gemeente Barendrecht. Met dit besluit kunnen niet alleen aanvragen omgevingsvergunning ten behoeve van nieuwe vestigingen van supermarkten worden aangehouden in afwachting van het nieuwe beleid, ook het in gebruik nemen van een bestaand pand ten behoeve van deze functie wordt zonder omgevingsvergunning verboden in afwachting van de inwerkingtreding van nieuwe regels voor de vestiging van supermarkten.5

In afwachting van het vaststellen van nieuw beleid voor de vestiging van supermarkten in de binnenstad en de planologische implementatie hiervan is het noodzakelijk om de vestigingsmogelijkheden van nieuwe supermarkten alsmede het uitbreiden van bestaande supermarkten tijdelijk te bevriezen door middel van het vaststellen van een voorbereidingsbesluit.

Met het vastgestelde voorbereidingsbesluit kan een zorgvuldige afweging van belangen worden gemaakt of een supermarkt met het oog op de leefbaarheid in de binnenstad zich op een bepaalde locatie kan/mag gaan vestigen c.q. zich kan gaan uitbreiden. Tijdens de duur van het voorbereidingsbesluit kan medewerking aan vestiging van een supermarkt

of uitbreiding daarvan alleen binnen de bestaande centra en De Stationstuinen. Hieraan zitten wel voorwaarden verbonden die zorgen voor een goed woon-, werk- en leefklimaat.

Zodra het nieuwe beleid is opgesteld en vastgesteld kan dit worden verwerkt in het bestemmingsplan/omgevingsplan.

3.1 Maatschappelijk draagvlak en participatie

Een voorbereidingsbesluit leidt niet alleen tot een aanhoudingsplicht. De wet voorziet in de mogelijkheid deze aanhouding te kunnen doorbreken als een plan voldoet aan het nieuwe toekomstige beleid of als er geen redenen zijn het plan langer aan te houden. Dit besluit heeft als doel de leefbaarheid in Barendrecht te vergroten en de centra te versterken.


We zullen een participatief proces doorlopen om te komen tot de nieuwe regels voor de vestiging van supermarkten. Stakeholders en bewoners worden hierbij betrokken om zo te komen tot maatschappelijk gedragen uitgangspunten

3.2 Risico's

Tegen het voorbereidingsbesluit kan volgens artikel 8:5, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen beroep worden ingesteld. Voorts is het vaststellen van een voorbereidingsbesluit op zich geen planschadeveroorzakend besluit. Het aanhouden van een aanvraag omgevingsvergunning kan wel een basis zijn voor het claimen van planschade.

3.3 Overige consequenties

Uit dit voorbereidingsbesluit vloeit een aanhoudingsplicht voort voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten ten behoeve van alleen supermarkten zowel de verbouw van bestaande panden als de nieuwvestiging van supermarkten. Dit betreft dus zowel nieuwe vestigingen als mogelijke uitbreidingen van bestaande vestigingen. Voor andere projecten heeft dit besluit geen gevolgen.

 

De gevolgen voor de gemeentelijke organisatie zullen qua toename van het aantal aanvragen omgevingsvergunning dat voortvloeit uit dit besluit beperkt zijn.

Hoofdstuk 4 Vervolg

Het voorbereidingsbesluit zal op de dag na besluitvorming in werking treden en worden afgekondigd op de in de wet voorgeschreven wijze. Een voorbereidingsbesluit wordt door de gemeenteraad vastgesteld voor maximaal 1 jaar. In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zal deze termijn op basis van het overgangsrecht automatisch worden verlengd, zoals eerder aangegeven, met maximaal 1,5 jaar vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het reguleren zal gebeuren aan de hand van het beleid dat zal worden opgesteld en uitgewerkt tijdens de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit. In principe nemen we daar een jaar de tijd voor.

Via het vaststellen van een voorbereidingsbesluit kan worden voorkomen dat een nieuwe onwenselijke ontwikkeling, die past binnen het geldende bestemmingsplan, bij recht moet worden toegestaan. Supermarkten vallen onder het begrip detailhandel en mogen dus zich bij recht in alle panden vestigen die een bestemming hebben die detailhandel mogelijk maakt (b.v. Centrum -Primair en Centrum - Secundair in de bestemmingsplan Woongebied Oost en Woongebied West en het in procedure zijnde bestemmingsplan De Stationstuinen 1ste fase).

Het voorbereidingsbesluit en de regels die daarvan deel uitmaken, heeft het gevolg dat supermarkten zich alleen ergens legaal kunnen vestigen nadat er een omgevingsvergunning is verleend die in overeenstemming met de regels van het voorbereidingsbesluit. Op grond van de, tot 1 januari 2024 geldende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt er een aanhoudingsplicht voor omgevingsvergunningen voor een bouwactiviteit die uitmaken van het beoogde gebruik als supermarkt. Deze aanhoudingsplicht wordt dan doorbroken als voldaan wordt aan de regels die in dit voorbereidingsbesluit zijn opgenomen. Het eventueel doorbreken van de aanhoudingsplicht voor de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit zal geschieden op basis van een afweging van alle in het geding zijnde belangen (waarbij toetsing aan het nieuwe beleid een doorslaggevende rol speelt) en op basis van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels van het voorbereidingsbesluit. Na de invoering van de Omgevingswet maken de regels deel uit van het tijdelijke Omgevingsplan en geldt er op grond van dit voorbereidingsbesluit een vergunningsplicht voor de vestiging van een supermarkt gedurende anderhalf jaar.

Het voorbereidingsbesluit biedt dus de ruimte om de afweging van belangen (algemeen belang versus individueel belang) te kunnen maken. Een goede handhaving van dit besluit is van essentieel belang.

In dit Voorbereidingsbesluit is ook een gebruiksverbod opgenomen (onderdeel IV). Dit verbod houdt in dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning nieuwe supermarkten te vestigen, in gebruik te nemen of bestaande supermarkten uit te breiden ondanks dat een geldend bestemmingsplan deze mogelijkheid van vestiging op dit moment wel rechtstreeks zou toelaten.

Onderdeel V bevat een regeling ten einde met omgevingsvergunning te kunnen afwijken van het gebruiksverbod. Voor de mogelijke afwijking van dat verbod kan de omgevingsvergunning worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.