direct naar inhoud van 3.8 Externe veiligheid
Plan: MFA Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20120017-VI01

3.8 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet aan deze normen worden voldaan.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en Basisnet Water opgenomen in de circulaire.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. In dat besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering.

Onderzoek

Inrichtingen

In de omgeving van het uitwerkingsgebied bevindt zich de Bevi-inrichting Shell tankstation Ziedewij (Middelweg 3). Het gaat om een lpg-tankstation met een vergunde doorzet van 1.000 m³ lpg per jaar. Voor deze inrichting geldt een afstand tot de PR 10-6-contour van 45 m en een invloedsgebied voor het groepsrisico van 150 m. Het uitwerkingsgebied ligt op ruim 300 m afstand van deze inrichting. Dit is ruim buiten het invloedsgebied. De aanwezigheid van de risicovolle inrichting vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Over de Kilweg, die ten zuiden van het uitwerkingsgebied ligt, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De aard en de frequentie van dit vervoer zijn zodanig dat er geen sprake is van risico's in de omgeving van de weg. Daarnaast ligt het uitwerkingsgebied op ruim 100 m van deze weg.

Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen

Ten zuiden van het uitwerkingsgebied, parallel aan de Kilweg, liggen twee buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze leidingen zijn weergegeven in onderstaand figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGO20120017-VI01_0007.png"

Figuur 3.1 Buisleidingen en lpg-station in de omgeving van het uitwerkingsgebied (bron: www.risicokaart.nl)

In tabel 3.7 zijn de kenmerken van beide leidingen weergegeven.

Tabel 3.7 Kenmerken leidingen

type leiding   diameter (inch)   druk
(bar)  
PR 10-6
(m)  
invloedsgebied GR(m)   zakelijk rechtstrook  
waterstofleiding Air products   6 inch   40 bar   0 m   100 m   5 m  
natgasleiding NAM   12 inch   110 bar   0 m*   150 m   5 m  

* Na toepassing van maatregelen.

Waterstofleiding

Ten zuiden van de Kilweg is een buisleiding voor het vervoer van waterstof gelegen die wordt beheerd door Air products. DCMR Milieudienst Rijnmond heeft ten behoeve van het bestemmingsplan Lagewei-Vrouwenpolder een advies gegeven over het aspect externe veiligheid waarin is aangegeven dat de waterstofleiding geen relevante risicobron is.

De ontwikkeling van de multifunctionele accommodatie vindt plaats buiten de PR-contour en buiten het invloedsgebied van deze leiding. Er is geen sprake van een GR als gevolg van deze leiding.

Natgasleiding

Ten noorden van de Kilweg ligt een zogenaamde natgasleiding die wordt beheerd door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).

De ontwikkeling van de multifunctionele accommodatie vindt plaats buiten de PR-contour en buiten het invloedsgebied van deze leiding. Aan deze natgasleiding worden maatregelen getroffen om aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico voor andere delen van Lagewei- Vrouwenpolder te kunnen voldoen. De ontwikkeling van de multifunctionele accommodatie is ook getoetst aan het “Kwetsbaarheidzonemodel” van de VRR. Daaruit is gebleken dat er geen aanvullende maatregelen nodig zijn met betrekking tot het worstcase scenario (hitte) van de natgasleiding. Het ontwerp-uitwerkingsplan is om die reden dan ook niet aan de VRR voorgelegd.

Toekomstige ontwikkelingen

De Kilweg die ten zuiden van het uitwerkingsgebied loopt zal naar verwachting in 2013 worden verbreed. Ten behoeve van de verbreding zal de natgasleiding moeten worden verlegd naar de zuidzijde van de Kilweg. Dit betekent dat de natgasleiding verder van het uitwerkingsgebied af komt te liggen. Dit heeft een gunstige invloed op de hoogte van groepsrisico van de natgasleiding.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat.