4.1 Wijzigingsbevoegdheid
Het plangebied is
gelegen binnen het bestemmingsplan 'Sierteeltgebied'. Dit
bestemmingsplan is op 11 november 2010 door de gemeenteraad van
Rijnwoude vastgesteld. De volgende afbeelding toont een uitsnede van de
verbeelding van dit vigerende bestemmingsplan.
Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan (plangebied in rood kader)
Uit raadpleging
van de verbeelding blijkt dat onderhavig plangebied de bestemming
'Agrarisch - Sierteelt' heeft. Daarnaast is er een dubbelbestemming
'Waarde - Archeologie' over een deel van het plangebied gelegen.
In artikel 3.7.4
van de geldende bestemmingsplanregels is een wijzigingsbevoegdheid
opgenomen. In dit artikel is aangegeven dat burgemeester en wethouder
de aanwezige agrarische bedrijfswoning om kunnen zetten naar een
burgerwoning met inachtneming van het volgende:
- er vindt
schaalvergroting, reconstructie of in enigerlei vorm een positieve
uitwerking op de sierteelt plaats, die mede door de wijziging mogelijk
wordt gemaakt, aan deze voorwaarde wordt ook voldaan als in het
verleden schaalvergroting of reconstructie heeft plaatsgevonden;
- de agrarische
functie van de bedrijfswoning is niet langer noodzakelijk, hierbij moet
per (te reconstrueren) bedrijf één agrarische
bedrijfswoning blijven bestaan;
- de ligging van
de nieuwe woning staat toekomstige reconstructie, bestaande
bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven (onder andere waterberging
en wegen) niet in de weg;
- de bij het
voormalige agrarische bedrijf behorende bedrijfsgronden zijn verkocht,
waarbij de oppervlakte van het overgebleven perceel beperkt wordt tot
een maximum van 1.000 m²;
- de bijgebouwen
hebben na bestemmingswijziging geen groter vloeroppervlak dan 50
m²; bij uitzondering is een ontheffing van 75 m² toegestaan;
- de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- er mogen geen
onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische
bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als
de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
- er dient in
ieder geval te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18 lid 18.4
'Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen' en artikel 18 lid
18.6 'Minimale afstanden landbouwbedrijven';
- op de nieuwe woning is het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
4.2 Toetsing aan de wijzigingsbevoegdheid
Om het gebruik te
wijzigen van bedrijfswoning naar burgerwoning dient te worden
voldaan aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in artikel 3.7.4
van de planregels van het geldende bestemmingsplan 'Sierteeltgebied'.
Deze voorwaarden zijn verwoord in paragraaf 4.1 van voorliggende
toelichting van het wijzigingsplan. In onderstaande opsomming is
de voorwaarde nogmaals cursief opgenomen met daaronder toegelicht op
welke wijze wordt voldaan aan de betreffende voorwaarde:
- er vindt
schaalvergroting, reconstructie of in enigerlei vorm een positieve
uitwerking op de sierteelt plaats, die mede door de wijziging mogelijk
wordt gemaakt, aan deze voorwaarde wordt ook voldaan als in het
verleden schaalvergroting of reconstructie heeft plaatsgevonden;
De koper
van de sierteelt gronden die voorheen behoorde bij Burgemeester
Smitweg 109 betreft een boomkwekerijbedrijf gelegen aan de Kooiweg in
Boskoop. Door aankoop van de gronden kan hierdoor een groter
en rendabel bedrijf gerealiseerd worden. Aan de Kooiweg
te Boskoop heeft het bedrijf een bedrijfswoning in gebruik. In
onderhavig plan wordt derhalve voldaan aan het uitgangspunt dat de
schaalvergroting bijdraagt aan een positieve uitwerking voor de
sierteelt.
- de
agrarische functie van de bedrijfswoning is niet langer noodzakelijk,
hierbij moet per (te reconstrueren) bedrijf één
agrarische bedrijfswoning blijven bestaan;
Het bedrijf van
de koper heeft en houdt haar bedrijfswoning aan de Kooiweg. De
agrarische functie voor de bedrijfswoning aan de Burgemeester
Smitweg is daarom niet langer noodzakelijk.
- de ligging
van de nieuwe woning staat toekomstige reconstructie, bestaande
bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven (onder andere waterberging
en wegen) niet in de weg;
De woning
staat aan de noordzijde van de kwekerij en is zelfstandig ontsloten op
de openbare weg en bevindt zich in de lintbebouwing. De handelskwekerij
is ook zelfstandig ontsloten. De woning staat derhalve bedrijvigheid of
toekomstige reconstructie niet in de weg.
- de bij het
voormalige agrarische bedrijf behorende bedrijfsgronden zijn verkocht,
waarbij de oppervlakte van het overgebleven perceel beperkt wordt tot
een maximum van 1.000 m²;
De huidige oppervlakte van de huiskavel bedraagt ca. 3.664 m2, inclusief hertenweide, groot ca. 1.500 m2, aan de oostzijde van de huiskavel. In overleg met de gemeente Alphen aan den Rijn wordt de gehele kavel bestemd tot wonen.
- de
bijgebouwen hebben na bestemmingswijziging geen groter vloeroppervlak
dan 50 m²; bij uitzondering is een ontheffing van 75 m²
toegestaan;
Aan deze eis wordt voldaan.
- de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
Om te bepalen of
de nieuwe functie wonen inpasbaar is in de omgeving moet
beoordeeld worden of de milieuaspecten zoals: bodem, luchtkwaliteit,
geluid, externe veiligheid en spuitzones geen belemmering vormen.
De eisen ten
aanzien van de aspecten bodem, luchtkwaliteit, geluid
en externe veiligheid zijn voor een bedrijfswoning gelijk aan
die van een burgerwoning. Op deze onderdelen heeft de toetsing aan de
milieuaspecten reeds plaatsgevonden ten tijde van het vastleggen van de
bedrijfswoning. Een burgerwoning is op deze aspecten dus
reeds inpasbaar. Voor een nadere toelichting van deze
onderdelen wordt verwezen naar paragraaf 5.1.
Een belangrijk
omgevingsaspect is verder de aan te houden driftafstand van 35 meter
bij gebruik van bestrijdingsmiddelen. In onderhavig plan komt
door de bestemmingswijziging een burgerwoning naast een
agrarisch perceel te liggen. Door het bouwvlak voor de woning te
verkleinen is het niet mogelijk om bij sloop/nieuwbouw een woning
binnen de '35 meter zone' te situeren.
- er mogen
geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische
bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als
de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
Onderhavig plan
betreft het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. De
afstanden voor belendende percelen in het kader van miliezonering zijn
voor bedrijfswoningen van derden gelijk aan die van burgerwoningen. In
de bestaande situatie moest reeds rekening gehouden worden met een
bedrijfswoning van derden. Er treed dan ook geen extra beperking op als
gevolg van de omzetting, dit omdat het nieuwe bouwvlak geen
verplaatsing van de woning mogelijk maakt. Het achterliggende
perceel, nu verhard en in gebruik als parkeerterrein en opslag van
fust, heeft een agrarische bestemming. Daarmee is er de theoretische
mogelijkheid dat deze gronden aangewend worden voor sierteelt, incl.
het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Dit gebruik kan conflicteren met
het gebruik als (burger)woning. Door het bouwvlak te verkleinen kan een
nieuwe woning niet binnen de 35 meter zone gebouwd worden.
- er dient in
ieder geval te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18 lid 18.4
'Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen' en artikel 18 lid
18.6 'Minimale afstanden landbouwbedrijven';
In de planregels
van het (moeder)bestemmingsplan zijn minimale afstanden gegeven tussen
kassen en gevoelige bestemmingen. Het gaat hier om een nadere
uitwerking van de bovenstaande bedrijven en milieuzonering methodiek.
Bij
afstanden die aangehouden moeten worden ten opzichte van kassen worden
de onderstaande definities voor gevoelige bestemmingen gehanteerd:
objecten categorie I:
- aaneengesloten woonbebouwing, zijnde drie of meer woningen, die telkens op minder dan 5 m afstand van elkaar zijn gelegen;
- gevoelige
objecten, zijnde gebouwen of delen van gebouwen, bestemd voor het
verblijf van personen of objecten, gebouwen of terreinen bestemd voor
verblijfs- of dagrecreatie, niet zijnde een kleinschalig kampeerterrein
met ten hoogste 15 kampeermiddelen;
objecten categorie II:
- overige woningen van derden;
- restaurants.
Onderhavige
burgerwoning valt zodoende onder categorie II. De meest nabij gelegen
kas ligt op 30 meter. Er wordt derhalve voldaan aan de afstanden zoals
die zijn opgenomen in artikel 18.4 van het vigerende bestemmingsplan.

Bij
afstanden die aangehouden moeten worden ten opzichte van
landbouwbedrijven worden de onderstaande definities voor gevoelige
bestemmingen gehanteerd:
objecten categorie I:
- bebouwde kom met stedelijk karakter;
- ziekenhuis, sanatorium, en internaat;
- objecten voor verblijfsrecreatie;
objecten categorie II:
- bebouwde kom of aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omgeving in een overigens agrarische omgeving;
- objecten voor dagrecreatie;
objecten categorie III:
- verspreid
liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied
een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent;
objecten categorie IV:
- woning behorend
bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer
mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn;
objecten categorie V:
- woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn
Onderhavige
burgerwoning valt zodoende onder categorie II. Er liggen geen
landbouwbedrijven waar landbouwhuisdieren worden gehouden binnen 100
meter, tevens liggen er geen landbouwbedrijven binnen 50 meter van het
plangebied. in de directe omgeving zijn enkel sierteelt bedrijven
toegestaan. Er wordt derhalve voldaan aan de afstanden zoals die
zijn opgenomen in artikel 18.6 van het vigerende bestemmingsplan.
- op de nieuwe woning is het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 13 van
het vigerende bestemmingsplan beschrijft de voorwaarden van de
bestemming 'Wonen'. Het object voldoet aan de in dit artikel beschreven
bestemmingsregels en bouwregels.