direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening PCT-terrein, project Hortiparc Boskoop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.HDpcthortiparc-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op deze herziening zijn de regels van het bestemmingsplan 'PCT terrein' met identificatiecode NL.IMRO.1672.BPHD20100001-VG01, vastgesteld op 23 september 2010 door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Rijnwoude, van toepassing, voor zover in de regels van dit plan niet anders is bepaald.

Artikel 2 Begrippen

2.1 plan

het bestemmingsplan 'Partiële herziening PCT-terrein, project Hortiparc Boskoop' van de gemeente Alphen aan den Rijn.

2.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0484.HDpcthortiparc-VA01 met de bijbehorende regels.

2.3 bestemmingsplan Cultuurhistorie

het bestemmingsplan 'Cultuurhistorie' met identificatiecode NL.IMRO.0484.BPcultuurhistorie-VA01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Alphen aan den Rijn op 27 januari 2022.

2.4 bestemmingsplan PCT-terrein

het bestemmingsplan 'PCT terrein' met identificatiecode NL.IMRO.1672.BPHD20100001-VG01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Rijnwoude op 23 september 2010.

2.5 bestemmingsplan Parapluplan Archeologie

het bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie' met identificatiecode NL.IMRO.0484.archeologie-VA01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Alphen aan den Rijn op 28 maart 2019.

2.6 bestemmingsplan Parapluplan Parkeren

het bestemmingsplan 'Parapluplan parkeren' met identificatiecode NL.IMRO.0484.B167parkeren-VA01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Alphen aan den Rijn op 21 september 2017.

2.7 Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Algemeen

  • a. De regels uit de bestemmingsplannen 'Parapluplan Parkeren', 'Cultuurhistorie' en 'Parapluplan Archeologie' zijn van toepassing op dit plan.
  • b. De regels (inclusief bijlagen) uit het bestemmingsplan 'PCT terrein', zijn van toepassing op dit plan met dien verstande dat Artikel 4 Agrarisch - Boomsierteelt - 1 en Artikel 5 Gemengd - 1 in aanvulling daarop van toepassing zijn.

Artikel 4 Agrarisch - Boomsierteelt - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Boomsierteelt - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volwaardige boomsierteeltbedrijven;
  • b. oppervlaktewaterberging;
  • c. waterberging in waterbassins;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, wegen en paden met bijbehorende bermen en bermsloten.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen, overkappingen, silo's en waterbassins worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag een waterbassin met een hoogte van maximaal 1 m tot boven het maaiveld, buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. voor de bouwpercelen met een 'gevellijn' gelden de volgende regels:
    • 1. ten minste 50% van de voorgevel van een gebouw - geen kas zijnde - dient ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd;
    • 2. de afstand van de kassen tot de aanduiding 'gevellijn' bedraagt ten minste 10 m;
  • d. het bouwperceel van een bedrijf dient een aaneengesloten oppervlak van ten minste 4 ha te bedragen;
  • e. per bedrijf mag ten hoogste 70% van het bouwperceel worden bebouwd met gebouwen, waarbij geldt dat ten hoogste 70% van het bouwperceel mag worden bebouwd met kassen;
  • f. de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen 12 m respectievelijk 6 m:
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f mag de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 15 m bedragen, mits onder het betreffende gebouw een waterbassin wordt gerealiseerd.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op onbebouwde gronden is uitsluitend op het zij- en achtererf toegestaan;
  • b. het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 1 m;
  • c. het is verboden de onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 m;
  • d. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. per hectare boomsierteelt dient ten minste 2.250 m³ aan waterberging in waterbassins te worden gerealiseerd.
4.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 4.3 onder e, om - in plaats van ten minste 2.250 m³ - ten minste 500 m³ per hectare boomsierteelt aan waterberging te vereisen, onder voorwaarde dat het totale plangebied over voldoende gietwater zal beschikken.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid voor Bevi-inrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Boomsierteelt' zodanig wijzigen dat Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:
    • 1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting;
    • 2. op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water';
  • b. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volwaardige boomsierteeltbedrijven;
  • b. boomsierteeltgerelateerde bedrijven, waarbij het totaal oppervlak van de bouwpercelen ten hoogste 32 ha bedraagt;
  • c. boomsierteeltgerelateerd onderwijs, onderzoeksinstituut en congrescentrum, mits ondergeschikt aan een bedrijf;
  • d. oppervlaktewaterberging;
  • e. waterberging in waterbassins;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, warmte- en energieopslag, parkeervoorzieningen, wegen en paden met bijbehorende bermen en bermsloten.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen, overkappingen, silo's en waterbassins worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag een waterbassin met een hoogte van maximaal 1 m tot boven het maaiveld, buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. voor de bouwpercelen met een 'gevellijn' gelden de volgende regels:
    • 1. ten minste 50% van de voorgevel van een gebouw - geen kas zijnde - dient ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd;
    • 2. de afstand van de kassen tot de aanduiding 'gevellijn' bedraagt ten minste 10 m;
  • d. het bouwperceel van een bedrijf dient een aaneengesloten oppervlak van ten minste 1 ha te bedragen;
  • e. per bedrijf mag ten hoogste 70% van het bouwperceel worden bebouwd met gebouwen, waarbij geldt dat ten hoogste 70% van het bouwperceel mag worden bebouwd met kassen;
  • f. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste bedragen 15 meter;
  • g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste bedragen 6 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 25% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; een zelfstandige kantoor is in geen geval toegestaan;
  • b. opslag van goederen op onbebouwde gronden is uitsluitend op het zij- en achtererf toegestaan;
  • c. het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 1 m;
  • d. het is verboden de onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 m;
  • e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. per hectare boomsierteelt dient ten minste 2.250 m3 aan waterberging in waterbassins te worden gerealiseerd.
5.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 5.3 onder f, om - in plaats van ten minste 2.250 m3 - ten minste 500 m3 per hectare boomsierteelt aan waterberging te vereisen, onder voorwaarde dat het totale plangebied over voldoende gietwater zal beschikken.

5.5 Afwijkingsbevoegdheid voor Bevi-inrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Gemengd - 1' zodanig dat Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:
    • 1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting;
    • 2. op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water';
  • b. in de toelichting bij het afwijkingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels uit het bestemmingsplan 'PCT terrein' zijn van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening PCT-terrein, project Hortiparc Boskoop'.