1. plan
het bestemmingsplan Boslaan 10, Benthuizen met identificatienummer NL.IMRO.B142BHboslaan10-VA01, met de bijbehorende regels van de gemeente Alphen aan de Rijn.
2. Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
3. aanduiding
een als zodanig op de bij het bestemmingsplan behorende kaart(en) aangegeven vlak of figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
4. aan-huis-gebonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, vastgesteldtechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, daaronder niet begrepen prostitutie, dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
5. achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen
6. afwijking
een afwijking van het bestemmingsplan als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, van de Wabo.
7. agrarisch aanverwant bedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven en groene en recreatieve functies in het buitengebied zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk.
8. archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen het bestemmingsplangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
9. archeologisch rapport
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
10. archeologische verwachting
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
11. archeologische waarde
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
12. bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13. bebouwingsgrens
een grens van een bouwperceel, welke niet door bebouwing mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.
14. bebouwingspercentage
een percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak, bouwvlak respectievelijk (gedeelte van een) bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
15. bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren of verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
16. bedrijfsmatig
een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met het oogmerk om daarmee winst te behalen.
17. bedrijfs- of dienstwoning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is.
18. bestaand
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het tijdstip dat het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen legaal bestaat of legaal wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, tenzij in de regels anders is bepaald; bij gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
19. bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip dat het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
20. bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
21. bestemmingsvlak
een als zodanig op de bij het bestemmingsplan behorende kaart(en) aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.
22. Bevi-inrichting
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
23. bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
24. bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
25. bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
26. bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
27. bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
28. bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
29. bouwvlak
een als zodanig op de bij het bestemmingsplan behorende kaart(en) aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
30. bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
31. deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
32. detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
33. gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
34. hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
35. huishouden
een persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatig kamerverhuur of kamerverhuur op een zodanige schaal dat zij als bedrijfsmatig moet worden beschouwd, wordt daaronder niet begrepen.
36. kantoor
gebouw of deel daarvan dat gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig verrichten van administratieve werkzaamheden op financieel, vastgesteldtechnisch, juridisch, of ander daarmee gelijk te stellen gebied.
37. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
38. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
39. nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
40. overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
41. overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, (of een overig bouwwerk, zoals hierboven omschreven) voorzien van een gesloten dak met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
42. pand:
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
43. peil
- voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in overige gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld.
44. Programma van Eisen
een programma van eisen is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een programma van eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders.
45. Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
46. verblijfsmiddelen
voor verblijf geschikte al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke voorzieningen, alsmede tenten, een en ander voor zover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde.
47. Voldoende parkeergelegenheid
Parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels over parkeren en laden en lossen, die zijn vastgesteld door het bevoegd gezag.
48. Voorerfgebied:
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
49. voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
50. wonen
het houden van een verblijf of het gehuisvest zijn in een (bedrijfs)woning.