Plan: | Maximabrug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B107maximabrug-0003 |
Het aspect natuur wordt beoordeeld aan de hand van invloed op beschermde soorten, beschermde gebieden en ecologische verbindingszones en verstoring van ecologische waarden van Oude Rijn en Polder Gnephoek.
Natura 2000
Op 5 kilometer afstand ten westen van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied De Wilck, op 7,5 kilometer afstand ten oosten van het plangebied ligt het gebied Nieuwkoopse Plassen en de Haeck. De Wilck is een veenweidegebied dat is aangewezen als foerageer- en rustgebied voor de smient en kleine zwaan. De Nieuwkoopse Plassen en de Haeck zijn een laagveenverlandingsgebied waarin, naast veenplassen met bijzondere watervegetaties, een grote oppervlakte overgangsveen en moerasheide is gevormd. Het is een belangrijk broedgebied voor broedvogels van rietmoerassen (roerdomp, purperreiger, snor, rietzanger, zwartkopmeeuw, zwarte stern). Het gebied is aangewezen voor 8 habitattypen, 7 habitatrichtlijnsoorten (onder andere meervleermuis en groenknolorchis), 8 broedvogelsoorten en 4 niet-broedvogelsoorten.
Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
In de omgeving van het plangebied ligt een EHS-gebied dat tevens onderdeel uitmaakt van een ecologische verbindingszone (EVZ), dit betreft het gebied Elfenbaan-Rijndijk-Rijndijk (tussen spoor en N11). Deze EVZ loopt op een afstand van 1 kilometer of verder van de alternatieven.
Deze beheertypen worden nagestreefd voor deze zone en zijn grotendeels reeds als zodanig ingericht en beheerd. Daarom worden deze beheertypen als maat voor de wezenlijke kenmerken en waarden genomen. Uit het veldbezoek is gebleken dat de Elfenzone kan worden gekarakteriseerd als een ruig en voedselrijke zone met hiervoor kenmerkende soorten als zuring, akkerdistel en riet. De zone is geschikt voor doelsoorten als amfibieën, kleine zoogdieren en zangvogels. De zone is door de ligging tussen een enkelspoor en de N11 (2 x 2 baans, 100km/h) onderhevig aan een hoge mate van verstoring door wegverkeer.
Oude Rijn
Ter hoogte van het plangebied heeft de Oude Rijn het karakter van een gekanaliseerd waterlichaam, met steile oevers. Het water is geschikt leefgebied voor algemeen voorkomende vissen en amfibieën (zie soortverspreiding bij het onderdeel flora- en faunawet). Daarnaast komt mogelijk de strenger beschermde bittervoorn voor en is het foerageergebied voor verschillende soorten vleermuizen en vogels.
Polder Gnephoek
De Polder Gnephoek is een veenweidegebied dat agrarisch in gebruik is. De polder is van belang voor weidevogels en steenuilen. In de poldersloten bevinden zich zoals bij het onderdeel flora- en faunawet is beschreven mogelijk de beschermde soorten kleine modderkruiper, bittervoorn, rugstreeppad, ringslang, maar ook is het gebied geschikt voor andere soorten van het veenweide gebied zoals zwanebloem dotterbloem en algemeen voorkomende amfibieën (pad, bastaard kikker, kleine watersalamander) en zoogdieren (mol, egel, haas).
Het bureau Waardenburg heeft in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn op 5 april 2012 een veldbezoek gebracht aan de locatie. Op basis van dit bezoek is een rapportage opgesteld (quickscan 21 mei 2012). Uit deze rapportage blijkt dat in het plangebied de beschermde kleine modderkruiper en bittervoorn voorkomt. De werkzaamheden kunnen leiden tot negatieve effecten (aantasting leefgebied en doden individuen) voor beide soorten. Door de beperkte schaal zal volgens het bureau Waardenburg echter geen sprake zijn van negatieve effecten op de locale en landelijke populatie.
Mogelijk komen in het plangebied de groene glazenmaker (krabbenscheer), rugstreeppad, steenuil en diverse soorten vleermuizen voor. De werkzaamheden kunnen leiden tot negatieve effecten voor deze soorten. Geadviseerd is om nader onderzoek te doen naar het voorkomen van deze soorten. Op basis hiervan kan worden bepaald of een ontheffing op basis van de Flora- en Faunawet nodig zal zijn. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd in de periode mei (2013) en september (2013).
Met betrekking tot de Natuurbeschermingswet zijn negatieve effecten uit te sluiten omdat er geen werkzaamheden zullen gaan plaatsvinden binnen of aangrenzend aan een EHS gebied en (vanwege een afstand van meer dan 9 km) tot het natura 2000 gebied “Nieuwkoopse plassen en de Haeck”
Ten behoeve van de volgende planten- en diersoorten zal nog een nader (veld) onderzoek gaan plaatsvinden:
Naar verwachting zal dit onderzoek, uitgevoerd door het bureau Waardenburg in augustus 2013 worden afgerond. Op dat moment zal ook duidelijkheid bestaan over de mogelijke noodzaak tot het nemen van mitigerende maatregelen.
Conclusie
Op dit moment is alleen met zekerheid te stellen dat er met betrekking tot de Natuurbeschermingswet negatieve effecten zijn uit te sluiten. In het kader van de Flora en Faunawet dient nog nader onderzoek te worden uitgevoerd. De opdracht hiervoor is verleend. Het onderzoek en eventuele maatregelen zal voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden zijn afgerond.