Plan: | Noordeinde 20/20a |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B097noordeinde20-0004 |
In de stadsvisie is beschreven hoe Alphen aan den Rijn richting 2018 zich als stad ontwikkelt. In deze visie wordt genoemd dat Alphen aan den Rijn in 2018 nog steeds een stad is, maar dat de wijken en dorpskernen een "dorps" karakter hebben weten te behouden. In de stadsvisie is een aantal opdrachten geformuleerd voor de stad. Deze zijn onder andere:
De ontwikkeling van Alphen aan den Rijn moet bezien worden op een groter schaalniveau. Dus niet alleen de stad Alphen, maar hoe Alphen functioneert binnen de regio.
Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) bestaat uit een "Structuurvisie" en een "Actieplan". De Structuurvisie, die in 2000 is vastgesteld, geeft een integrale beschrijving van de wijze waarop de externe en interne bereikbaarheid van Alphen aan den Rijn de komende tien jaar zo goed mogelijk gewaarborgd blijft en geeft richting aan de implementatie van het concept duurzaam veilig. In het kader van het laatstgenoemde zijn de wegen gecategoriseerd conform het landelijke concept Duurzaam Veilig in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Verder is voorgesteld het gebruik van fiets en openbaar vervoer te stimuleren door deze netwerken te verbeteren. Het Actieplan geeft de maatregelen weer. Het Actieplan heeft als hoofddoel een Startprogramma op te stellen van projecten en activiteiten voor een aanpak in de beleidsperiode 2002-2006 en instemming te bereiken over het Alphens Meerjareninvesteringsprogramma Infrastructuur (AMI) als basis voor een eigen projectorganisatie en eigen financieel kader.
In de woonvisie is uitgegaan van een bevolkingsgroei volgens het (theoretische) model "migratiesaldo 0". Dit betekent dat er tot 2015 nog eens bijna 3800 woningen moeten worden gebouwd. Binnen de stadsgrenzen is nog ruimte voor 4000 à 4500 woningen. Uit onderzoek is gebleken dat vooral goedkope rijtjeshuizen gewild zijn. Ook is er behoefte aan appartementen voor senioren en jongeren. Tegelijkertijd is geconstateerd dat er veel mensen "scheef" wonen. Een andere trend waar rekening mee gehouden moet worden, is de extramuralisering (langer zelfstandig wonen). In dat kader worden woon-zorgzones ontwikkeld. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met instroom vanuit de regio. Conclusie van de woonvisie is dat de doorstroming centraal staat. Daarbij behoort het volgende basispakket aan (ruimtelijke) maatregelen:
De welstandsnota geeft informatie over de architectonische uitgangspunten voor de ontwikkeling van gebouwen en vormt het beoordelingskader voor de welstandscommissie over de architectuur van de bouwaanvragen.
In de Welstandsnota is in Deel B Welstandscriteria, Hoofdstuk 3: Gebiedsgerichte criteria onder I Historische linten en kernen bij sub 6 een beschrijving gegeven van het Lint Aarlanderveen. Deze beschrijving vormt de basis van het welstandsbeleid, samen met de beschrijving van het ruimtelijke beleid en de criteria. In de criteria staan algemene criteria voor historische kernen en linten en deze zijn dus ook van toepassing op het lint in Aarlanderveen (incl. Noord- en Zuideinde).
Verder geldt voor historische boerderijen een nader welstandsbeleid: de objectgerichte welstandscriteria. Te vinden onder deel B van de Welstandsnota onder punt 4 (blz 184). Hiervoor geldt ook weer dat er een beschrijving wordt gegeven met criteria en aanvullende criteria.
In februari 2008 heeft de raad de 'Structuurvisie buitengebied Alphen aan den Rijn, deel 1; beleidsnota' vastgesteld en in december 2008 is deel 2: 'Uitvoeringsprogramma' door de raad vastgesteld. De Structuurvisie gaat in op de toekomstige gewenste ontwikkelingen voor het buitengebied van Alphen aan den Rijn. Deze visie is, daar waar relevant, verwerkt in het bestemmingsplan.
Het Groenstructuurplan dateert uit 2009. In dit plan zijn beschrijvingen en waarderingen gegeven aan de bestaande boombeplantingen, heestervallen en gazons. Tevens zijn de groenambities benoemt. De hoofdgroenstructuur en de daarmee samenhangende uitgangspunten worden gehanteerd voor het verder uitwerken van het groenbeleid.
In de afgelopen jaren is daar waar mogelijk aandacht besteed aan actiepunten uit het Actieplan Cultureel Erfgoed Aarlanderveen. Een groot deel van de actiepunten is al tot uitvoering gebracht. In het bestemmingsplan Aarlanderveen zijn enkele algemene uitgangspunten uit het Actieplan overgenomen als uitgangspunt.
Belangrijk voor het behoud van het karakter en de identiteit van het dorp is de openheid buiten de bebouwingslinten, het waterrijke karakter, doorzichten, de steilrand, monumentale bomen en kleine landschapselementen. Ook kenmerkende bruggen, molens, historische boerderijen en andere historisch belangrijke gebouwen zijn belangrijk voor het karakter van het dorp. Het bestemmingsplan besteedt aandacht aan deze punten. In het kader van het ontwikkelen van een visie op het buitengebied wordt aandacht besteed aan recreatieve routes en ruimte voor particuliere initiatieven.
In het 'Saneringsplan verspreide afvalwaterlozingen in het buitengebied' wordt aangegeven hoe de gemeente omgaat met het doelmatigheidscriterium en de wettelijke zorgplicht voor het inzamelen van vrijkomend afvalwater. Mede op basis van het provinciale beleid wordt in het plan aangegeven waar in het buitengebied wel of geen gemeentelijk rioolstelsel wordt aangelegd. Het plan is door de gemeenteraad in de vergadering van 27 september 2001 vastgesteld. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben bij beschikking van 28 januari 2005 ontheffing op de zorgplicht afvalwater verleend voor de gebieden waar de aanleg van een gemeentelijk rioolstelsel niet doelmatig is.
Alphen aan de Rijn wil een leefbare en, op de lange termijn, duurzame gemeente worden. Het Gemeentelijk Milieubeleidsplan 3 (GMP3) geeft aan hoe de gemeente deze doelstelling de komende jaren wil waarmaken.
Het milieubeleid is opgebouwd rondom twee sporen: een thematisch en een integraal spoor. Het thematische spoor betreft onderwerpen als duurzame ruimtelijke ontwikkeling, energie en klimaat, afval, water, bodem, aantasting van de leefomgeving, biodiversiteit en natuur, lucht, geluid, externe veiligheid en gezondheid. Het integrale spoor betreft een gebiedsgerichte benadering. Dit spoor zou moeten leiden tot Gebiedsstreefbeelden Milieu. Hierin worden de stadseigen ambities van de gemeente uitgewerkt. Voor Aarlanderveen is nog geen gebiedsstreefbeeld opgesteld.