direct naar inhoud van Artikel 8 Bedrijventerrein
Plan: Steekterpoort I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B092steekterpoort1-0003

Artikel 8 Bedrijventerrein

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven met inachtneming van lid 8.1 sub e, met dien verstande dat het kantoorvloeroppervlak per bedrijf niet meer mag bedragen dan 40% van het bedrijfsvloeroppervlak, één en ander met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen, met uitzondering van bedrijfswoningen;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. ontsluitingswegen, voet- en fietspaden, al dan niet ondergrondse parkeervoorzieningen, water en groen, en
  • d. de bescherming van archeologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'Archeologisch gebied'.
  • e. Op de voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn uitsluitend de volgende categorieën bedrijven als bedoeld in lid 8.1sub a toegestaan:
    • 1. bedrijven in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de in de bijlage bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten,
    • 2. mits deze bedrijven niet vallen onder de Lijst van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 lid 3 Wet geluidhinder en niet voorkomen in onderdeel D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, zoals die luiden ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
8.2 Bouwregels

Op de tot Bedrijventerrein bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

  • a. een bij een bedrijf behorend bouwperceel tot ten hoogste 100% bebouwd mag worden worden;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de verbeelde maximale bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 9 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van perceels- en erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 3 m.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in lid 8.2 sub b voor maximaal 20% van de verbeelde maximale bouwhoogte.

8.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bebouwing, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met het realiseren van de met het plan beoogde ruimtelijke kwaliteit.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Op de tot Bedrijventerrein bestemde gronden gelden voor parkeren en opslag de volgende gebruiksregels:

  • a. om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien dient voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te worden gerealiseerd;
  • b. opslag niet is toegestaan voor de voorgevel en/of de voorgevelrooilijn van gebouwen.
  • c. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1sub e. onderdeel 1. voor bedrijven in de categorieën 4.1 en 4.2 van de in de bijlage bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, die naar hun aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijven in de categorie 3.2;
  • b. Omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.6 sub a. mag uitsluitend worden verleend, indien het bedrijf vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen nadelige invloed heeft op de nabij gelegen woonbebouwing.