direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Aarlanderveen 2018
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt dat een bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar. Door een aanstaande wijziging van de Wet ruimtelijke ordening komt deze actualisatieplicht te vervallen. De datum waarop deze wijziging in werking treedt, is nog niet bekend. De wetswijziging geldt echter alleen voor die plannen die digitaal raadpleegbaar zijn. Het bestemmingsplan Aarlanderveen is op dit moment nog niet digitaal te raadplegen.

Aangezien het bestemmingsplan Aarlanderveen per 27 november 2018 10 jaar oud is, is ervoor gekozen om een beheersverordening op te stellen voor het gebied van Aarlanderveen. In de beroepsfase van dit bestemmingsplan is bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 april 2010 (kenmerk 200905584/1/R1) besloten om goedkeuring te onthouden aan een aantal planonderdelen rondom het perceel Noordeinde 62. Door deze uitspraak is voor dit perceel op onderdelen het oudere bestemmingsplan Aarlanderveen uit 1991 nog van kracht. Een nadere uitwerking hiervan vindt u in paragraaf 1.3 en 2.2. Gelet hierop is besloten om tevens het oudere bestemmingsplan Aarlanderveen (1991) op te nemen in het plangebied van deze verordening.

Hiermee wordt het planologisch regime voor dit gebied weer actueel en kan het bovendien digitaal geraadpleegd worden.

1.2 Plangebied

Het verordeningsgebied van de Beheersverordening Aarlanderveen 2018 bestaat uit het gebied zoals aangegeven in afbeelding 1.1.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01_0001.jpg"

Afbeelding 1.1 Plangebied

1.3 Geldende bestemmingsplannen

In het verordeningsgebied zijn twee bestemmingsplannen van kracht. Hierbij gaat het om het:

  • Bestemmingsplan Aarlanderveen, vastgesteld door de raad op 27 november 2008, inclusief de wijzigingsplannen '1e wijziging Aarlanderveen (Aarlanderveenseweg 3), vastgesteld op 24 augustus 2010, 'Dorpsstraat 94-96', vastgesteld op 9 augustus 2011 en 'Aarlanderveen - vierde wijziging (Dorpsstraat 1-5), vastgesteld op 6 maart 2018.
  • Bestemmingsplan Aarlanderveen, vastgesteld door de raad op 24 november 1991, voor planonderdelen omtrent het perceel Noordeinde 62.

Verder is het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren', vastgesteld door de raad op 21 september 2017, in deze beheersverordening verwerkt. Een nadere toelichting hierop vindt u in paragraaf 3.3 Algemene regels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01_0002.png"

Afbeelding 1.2 plankaart 1 geldend bestemmingsplan Aarlanderveen (2008)

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01_0003.png"

Afbeelding 1.3 plankaart 2 geldend bestemmingsplan Aarlanderveen (2008)

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01_0004.png"

Afbeelding 1.4 plankaart 1 geldend bestemmingsplan Aarlanderveen (2008), uitsnede omgeving Noordeinde 62. Op deze kaart is inzichtelijk gemaakt aan welke onderdelen goedkeuring is onthouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.AVaarlanderveen-VA01_0005.png"

Afbeelding 1.5 plankaart 2 bestemmingsplan Aarlanderveen (1991), voor zover nog van kracht, uitsnede omgeving perceel Noordeinde 62

Na vaststelling van het bestemmingsplan Aarlanderveen zijn nog diverse omgevingsvergunningen verleend die eveneens van toepassing zijn. Voor wat betreft de uitgebreide Wabo-procedures gaat het hierbij om:

  • Dorpsstraat 2, Aarlanderveen.

Na vaststelling van het bestemmingsplan Aarlanderveen uit 2008 zijn nog de volgende plannen vastgesteld die eveneens van toepassing zijn. Het gaat hierbij om:

  • Noordeinde 20/20a, vastgesteld door de raad op 26 augustus 2010;
  • Bedrijfsverplaatsing firma Kamer, vastgesteld door de raad op 17 juli 2014;
  • Dorpsstraat 25-29 Aarlanderveen, vastgesteld door de raad op 27 juli 2014.

Deze bestemmingsplannen maken geen deel uit van deze verordening, aangezien deze nog actueel zijn.

1.4 Opzet van de beheersverordening

De beheersverordening bestaat uit een toelichting, planregels en verbeelding.

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een globale planbeschrijving, hoofdstuk 3 de juridische planbeschrijving en hoofdstuk 4 beschrijft de uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Inleiding

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarin niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het is niet mogelijk om in de beheersverordening uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden op te nemen, deze zijn namelijk gericht op het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Deze zijn uit het plan geschrapt, zie paragraaf 3.2.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is immers dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijke voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat betreffende bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

2.2 Toelichting bestemmingsplannen

Bestemmingsplan Aarlanderveen (2008)

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan Aarlanderveen, zie afbeelding 1.1 en de bijlage bij de planregels. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard.

In de beroepsfase van het bestemmingsplan Aarlanderveen (2008) is bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 april 2010 (kenmerk 200905584/1/R1) besloten om goedkeuring te onthouden aan een aantal planonderdelen omtrent het perceel Noordeinde 62.

Goedkeuring is onthouden aan:

  • het plandeel met de bestemming "Horecadoeleinden" met de aanduidingen '(p)' en '(tr)' dat betrekking heeft op gronden aan het Noordeinde 62, zoals aangegeven op afbeelding 1.4;
  • het plandeel met de bestemming "Horecadoeleinden" met de aanduiding '(p)' dat betrekking heeft op het terras aan de voorzijde van het perceel Noordeinde 62, zoals aangegeven op afbeelding 1.4;
  • de plandelen met de bestemming "Water", zoals aangegeven op afbeelding 1.4;
  • artikel 13.6.2. van de planvoorschriften, voor zover het betreft de onder a. en b. van deze bepaling gestelde voorwaarden.

Bestemmingsplan Aarlanderveen (1991)

Gelet op aangehaalde uitspraak in de beroepsfase van het bestemminsplan Aarlanderveen 2008, is dit bestemmingsplan nog van kracht op onderdelen rondom het perceel Noordeinde 62 te Aarlanderveen:

  • het plandeel vanuit het bestemmingsplan Aarlanderveen 2008 met de bestemming "Horecadoeleinden" met de aanduidingen '(p)' en '(tr)', zoals aangegeven op afbeelding 1.4, kent in bestemmingsplan Aarlanderveen 1991 weer de bestemming Tuin;
  • het plandeel vanuit het bestemmingsplan Aarlanderveen 2008 met de bestemming "Horecadoeleinden" met de aanduiding '(p)' dat betrekking heeft op het terras aan de voorzijde, zoals aangegeven op afbeelding 1.4, kent in bestemmingsplan Aarlanderveen 1991 weer de bestemming Tuin en Horecedoeleinden (met een nadere aanduiding waardoor gebouwen zijn uitgesloten);
  • de plandelen vanuit het bestemmingsplan Aarlanderveen 2008 met de bestemming "Water", zoals aangegeven op afbeelding 1.4, kent in bestemmingsplan Aarlanderveen 1991 weer de bestemming Water.

2.3 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

Bestaand planologisch toegestane gebruik

De Beheersverordening Aarlanderveen verklaart het toegestaan feitelijk gebruik ten tijde van vaststelling van deze beheersverordening, alsmede nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden van de hiervoor in paragraaf 1.3 genoemde bestemmingsplannen als bestaand gebruik. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.

Tijdelijk van aard

Om het planologisch regime voor het gebied actueel te houden, is de beheersverordening ingezet. Tevens wordt hiermee voorkomen dat de legessanctie van artikel 3.1 lid 4 Wro in werking treedt. De beheersverordening heeft een geldigheidsduur van 10 jaar.

2.4 Beleid

Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situatie, is een uitgebreide beleidstoetsing niet noodzakelijk. Uit de beleidstoets die heeft plaatsgevonden, blijkt dat de beheersverordening niet in strijd is met rijksbeleid, provinciaal en/of gemeentelijk beleid.

2.5 Omgevingsaspecten

Zoals hiervoor aangegeven maakt de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Voor zover wel sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen, gaat het om ontwikkelingen die ook al in de vigerende bestemmingsplannen zijn geregeld. Voor andere nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen geldt dat daarvoor een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure, moet worden opgestart, inclusief onderzoeksverplichtingen.

Gelet op het conserverende karakter van deze beheersverordening is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de uitvoering ervan leidt tot nadelige milieugevolgen. Uitgebreid onderzoek kan hierop dan ook achterwege blijven. Uit de uitgevoerde toets blijkt samengevat en voor zover betrekking hebbend op de beheersverordening het volgende:

1 Mer

De beheersverordening maakt geen (nieuwe planologische) ontwikkelingen mogelijk die vallen onder categorie C of D. van het Besluit m.e.r. Het doorlopen van een (plan)m.e.r. of m.e.r.-beoordeling is in dat geval op basis van de Wet milieubeheer niet verplicht.

2 Geluid

Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen voorzien ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Akoestisch onderzoek is daarom niet aan de orde.

3 Luchtkwaliteit

Er worden geen nieuwe milieugevoelige bestemmingen voorzien ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Er is dan ook geen sprake van een mogelijk verslechtering van de luchtkwaliteit ten opzichte van de nu geldende planologische situatie.

4 Externe veiligheid 

Er is geen sprake van nieuwe gevoelige functies of een verandering van de populatie ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor vaststelling van de beheersverordening.

5 Bodem

Er is geen sprake van verandering van planologisch gebruik ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Bodemonderzoek is in het kader van deze beheers verordening dan ook niet aan de orde. Bij nieuwe initiatieven kan in het kader van de omgevingsvergunning wel bodemonderzoek noodzakelijk zijn.

6 Ecologie

Er is geen sprake van verandering van planologisch gebruik ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. In het kader van de Wet natuurbescherming kan een nog niet ingevulde planologische ontwikkeling echter wel van belang zijn. Om negatieve effecten op Natura 2000 te voorkomen, verbiedt deze beheersverordening activiteiten die leiden tot toename van stikstofdepositie. Daarmee voldoet het plan aan de Wet natuurbescherming. De verwachting is dat individuele bedrijven nog wel vergunningen kunnen verkrijgen aangezien zij individueel geen significante gevolgen zullen veroorzaken op het Natura 2000 gebied. Daarom is ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Bij nieuwe initiatieven kan in het kader van de omgevingsvergunning aanvullend ecologisch onderzoek noodzakelijk zijn.

7 Archeologie 

De bescherming hiervan is geregeld middels een aanlegvergunning. De zone waar dit voor geldt is op de plankaart aangegeven als archeologisch waardevol gebied. In 2014 is een geactualiseerde archeologische verwachtingen- en beleidskaart opgesteld. De kaarten en het daarmee samenhangende beleid zijn nog niet vastgesteld. Hiervoor volgt nog een Parapluplan Archeologie, die op de raadsplanning voor dit jaar is opgenomen.

8 Provinciale belangen

Er zijn geen nieuwe voorgenomen ontwikkelingen aan de orde. Derhalve is de beheersverordening in overeenstemming met de provinciale milieubelangen.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Inleidende regels

Artikel 1 van de planregels bevat een algemene bepaling die verklaart dat de voorschriften, regels, en plankaart van de in paragraaf 1.3 genoemde bestemmingsplannen van toepassing zijn, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken.

Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Aarlanderveen' zijn er besluiten genomen die bouwen en gebruik in strijd met de regels van het plan mogelijk maken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten veranderen niet door het vaststellen van de beheersverordening.

In artikel 2 van de regels is een aantal begrippen gedefinieerd die in de beheersverordening worden genoemd. In de van toepassing verklaarde bestemmingsplanregels en voorschriften zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan.

3.2 Bestemmingsregels

Conform de wettelijke beperkingen van de beheersverordening kunnen uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan niet worden opgenomen in de beheersverordening. De van toepassing zijnde bestemmingsplannen kennen geen uitwerkingsplichten maar wel een aantal wijzigigingsbevoegdheden. Deze wijzigingsbepalingen komen in de regels van voorliggende beheersverordening te vervallen. Hiermee bestaan geen belemmeringen om een beheersverordening voor dit plangebied vast te stellen.

3.3 Algemene regels

Parkeerbepaling

Stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeerbepaling) in de bouwverordening vormen geen toetsingskader meer voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen. Bestaande vigerende plannen vallen onder het overgangsrecht, zodat de parkeerbepaling hier wel op van toepassing blijft. De beheersverordening valt echter niet onder dit overgangsrecht. Om die reden is het noodzakelijk in de beheersverordening een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen te toetsen aan het geldende parkeerbeleid. De regeling die is opgenomen, sluit aan bij de regeling van het Parapluplan Parkeren die op 21 september 2017 door de raad is vastgesteld.

3.4 Overgangs- en slotregels

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld. Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit de bestemmingsplannen 'Aarlanderveen' (2008) en 'Aarlanderveen' (1991).

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Economisch

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.

Maatschappelijk

Op grond van de Wro geldt geen verplichte openbare voorbereidingsprocedure voor een beheersverordening waarmee ingezetenen en belanghebbenden betrokken worden bij de besluitvorming. Daarnaast bepaalt de gemeentelijk Inspraakverordening 2016 dat onder andere geen inspraak wordt verleend ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen. Aangezien hiervan sprake is, is geen inspraak verleend.