direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluherziening Wonen en parkeernormen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Parapluherziening Wonen en parkeernormen met identificatienummer NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01 van de gemeente Alblasserdam.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bed en breakfast

Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed & breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.6 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.7 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.8 huishouden

Een alleenstaande dan wel twee of meer personen, die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.

1.9 peil
  • a. voor bouwwerken: -1,50 m NAP;
  • b. indien in of op het water wordt gebouwd: het NAP;
  • c. in andere gevallen: -1,50 m NAP.
1.10 sociale huurwoning
  • 1. Een huurwoning:
    • a. met een aanvangshuurprijs onder de grens, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;
    • b. welke bij aanvang is verhuurd aan huurders met een inkomen onder de DAEB-inkomensgrens; en
    • c. in het geval van een nieuwbouwwoning waarvoor op grond van een omgevingsplan, voorschriften bij een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een doelgroepenverordening een instandhoudingstermijn van 25 jaar geldt, of waarvoor die instandhoudingstermijn anderszins is verzekerd.
  • 2. Huurwoningen in beheer bij een woningcorporatie en vallend onder de diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 47 van de Woningwet.
1.11 wonen

Het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat elk(e) huis/woning door maximaal één huishouden bewoond mag worden tenzij sprake is van vergunde kamerbewoning in welk geval er een maximum van 4 kamerbewoners geldt.

1.12 woning

Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden tenzij sprake is van vergunde kamerbewoning in welk geval er een maximum van 4 kamerbewoners geldt.

Hoofdstuk 2 ALGEMENE REGELS

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Wijziging begrippen

  • a. Het begrip wonen als bedoeld in hoofdstuk 1 wordt gewijzigd, en voor zover deze nog niet aanwezig is opgenomen in de volgende bestemmingsplannen:
    Herstelplan Alblasserdam (vastgesteld: 31 maart 2015)   NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01  
    Herontwikkeling Bochanenterrein (vastgesteld: 28 juni 2016)   NL.IMRO.0482.bpherbochanen094-vg01  
    Landelijk Gebied Alblasserdam (vastgesteld: 18 april 2017)   NL.IMRO.0482.BPlandgebied092-vg01  
  • b. De begrippen 'woning' en 'huishouden' worden geschrapt in de onder a genoemde bestemmingsplannen;
  • c. Het begrip peil als bedoeld in hoofdstuk 1 wordt gewijzigd in het volgende bestemmingsplan:
    Oost Kinderdijk 187a (vastgesteld: 22 maart 2022)   NL.IMRO.0482.WHovenO-vg01  
  • d. artikel 1.9 van het bestemmingsplan 'Waterhoven Oost - Vinkenpolderweg' (vastgesteld: 10 juli 2018, NL.IMRO.0482.WHovenO-vg01) blijft onverminderd van kracht, met inachtneming van het bepaalde onder a;
  • e. Voor het overige blijven de regels van de bestemmingsplannen onder a t/m d van toepassing.

Artikel 4 Algemene aanduidingsregels

4.1 overige zone - beschermd dorpsgezicht
4.1.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" dient het beschermde dorpsgezicht behouden en beschermd te blijven.

4.1.2 Omgevingsvergunning voor het slopen
  • a. Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de bestaande bouwwerken te slopen.
  • b. Een vergunning als bedoeld onder a kan slechts worden verleend indien handhaving van de bestaande bebouwing in redelijkheid niet van de eigenaar kan worden gevergd.
  • c. Het verbod om te slopen zonder vergunning als bedoeld onder a geldt niet:
    • 1. voor zover het betreft voorzieningen of het aanbrengen van verbeteringen in het kader van het regulier onderhoud van het pand;
    • 2. voor het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen aan bouwwerken waartoe burgemeester en wethouders hebben aangeschreven;
  • d. Alvorens een vergunning als bedoeld onder a te verlenen wordt voorafgaand een advies ingewonnen bij de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Alblasserdam.
4.1.3 Beeldbepalende zaken

Voor ter plaatse van de aanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" gelegen beeldbepalende zaken, zoals aangegeven in de hieronder opgenomen Lijst met beeldbepalende zaken, gelden tevens de volgende bepalingen:

  • a. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- en/of bouwhoogte;
  • b. het uiterlijk van de beeldbepalende zaken mag niet worden gewijzigd zonder positief advies van de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Alblasserdam;
  • c. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder a na een positief advies van de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Alblasserdam.

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01_0001.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01_0002.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01_0003.jpg"

Artikel 5 Overige regels

5.1 Parkeernormen

Aan de bestemmingsplannen die genoemd zijn in Artikel 3 onder a worden de volgende regels toegevoegd:

  • a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, overeenkomstig de normen in de beleidsregels in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Alblasserdam van 29 oktober 2019;
  • b. als de onder a bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
5.2 Afwijken
5.2.1 Bijzondere omstandigheden

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1:

  • a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, en;
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
5.2.2 Sociale huurwoningen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1:

  • a. indien er sprake is van sociale huurwoningen, en;
  • b. de aanvraag is onderbouwd met goede ruimtelijk onderbouwing en motivering waaruit blijkt dat de afwijking niet leidt tot onevenredige overlast in de omgeving.

Artikel 6 Wonen op de eerste verdieping

Ten aanzien van het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam', vastgesteld op 31 maart 2015 (NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01) geldt dat artikel 16.3 onder b als volgt wordt gewijzigd: de functies als genoemd onder lid 16.1, met uitzondering van sub d en e, mogen uitsluitend worden uitgeoefend op de begane grond en de onderliggende bouwlagen, tenzij hiervan reeds in de bestaande situatie wordt afgeweken.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.2 Afwijking door middel van een omgevingsvergunning

Eenmalig kan in afwijking van lid 7.1 een omgevingsvergunning worden verleend van voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.

7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 7.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Parapluherziening Wonen en parkeernormen.