Plan: | Werkgebied - deelplan Nieuwland |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0482.bpwgdpnieuw076-ow01 |
In de Wet milieubeheer (Wm) zijn grenswaarden voor de luchtkwaliteit gesteld voor een aantal stoffen, waaronder stikstofdioxide en fijn stof (PM10). Van deze twee stoffen is bekend dat op sommige locaties in Nederland de grenswaarde (bijna) wordt overschreden. Uiterlijk in 2011 moest worden voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof en uiterlijk in 2015 aan de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2).
Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer moeten deze grenswaarden in acht worden genomen bij het nemen van een ruimtelijk besluit.
Een ruimtelijk besluit dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, kan genomen worden wanneer aannemelijk is gemaakt dat sprake is van één van onderstaande gronden (artikel 5.16 Wm):
Onderzoek
Voor dit bestemmingsplan heeft de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) geadviseerd over de luchtkwaliteit. Dit milieuadvies is opgenomen in Bijlage 2.
Na oplevering van dit advies is een actualisatie en correctie van de Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK) uitgevoerd. Met gebruikmaking van deze nieuwe versie van de RVMK is in aanvulling op het genoemde milieuadvies (Bijlage 2) een luchtonderzoek uitgevoerd. Onderstaande paragraaf geeft een conclusie van dit onderzoek. Voor een volledige rapportage van het luchtonderzoek wordt verwezen naar Bijlage 3.
Conclusie
Voor de jaren 2013, 2015 en 2023 is de situatie met dit bestemmingsplan vergeleken met de situatie zonder dit bestemmingsplan. Uit de berekeningen blijkt dat het bestemmingsplan 'Werkgebied - deelplan Nieuwland', niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De Wet milieubeheer staat het vaststellen van het bestemmingsplan niet in de weg (artikel 5.16, lid 1 onder c).
Daarnaast voldoen in alle berekende jaren (2013, 2015 en 2023), de berekende concentraties voor elk van de berekende stoffen aan alle wettelijke grenswaarden.