Plan: | Hemmes Kramer |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3923BP-0201 |
Het bestemmingsplan Hemmes Kramer met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3923BP-0201 van de gemeente Zaanstad.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
De van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een in de (bestemmings)planregels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een bedrijfsterrein, kennelijk slechts bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep personen, die behoort bij en waarvan de bewoning noodzakelijk is voor en verband houdt met de bedrijfsuitoefening of het beheer van het bedrijf of de instelling op het perceel waarop de woning zich bevindt.
Het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de aard omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit ter plaatse (in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen) kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
Het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan of kan worden gebruikt krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik.
Hieronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bouwwerken die op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan:
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een aaneengesloten stuk grond, samenvallend met een kadastraal perceel of met aan dezelfde eigena(a)r(en) toebehorende kadastrale percelen, waarop krachtens het bestemmingsplan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1A.1.1 van het Vuurwerkbesluit, te weten:
vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F1, F2 of F3 van het Vuurwerkbesluit en dat bij of krachtens het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Bovenbeëindiging van een gebouw.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de goot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in goederen van grote omvang, die vanwege de aard en omvang van de goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals bouwmarkten, grootschalige meubelbedrijven, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven.
Een gevel die voldoet aan de vereisten uit artikel 1b lid 4 van de Wet geluidhinder en daardoor geen gevel is in de zin van de Wet geluidhinder.
Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover dit de regels van dit plan deze inrichting niet verbieden.
Gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wet kinderopvang, te weten:
een vorm van kinderopvang:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bedrijfsmatige activiteiten die in de zin van de Wet geluidhinder worden gezien als activiteiten van een 'grote lawaaimaker'.
Een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder (Bgh), te weten een:
Een gevel waarop het geluidsniveau niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van de te onderscheiden geluidsbronnen (wegverkeerslawaai, industrielawaai, railverkeer en vliegverkeer). De geluidsbronnen mogen hierbij afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar beoordeeld worden. Als het niet mogelijk is te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, mag voldaan worden aan de hogere waarde minus 10 dB.
Een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken.
Een al dan niet drijvend hijswerktuig (bouwwerk geen gebouw zijnde) waarmee men zaken omhoog kan brengen.
Degene die officieel als bewoner van een woning of ander gebouw geregistreerd is en daarmee onder andere verantwoordelijk is voor het betalen van bepaalde lasten.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een persoon of groep personen, die een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voer(t)(en) en wil(len) voeren. Hierbij moet sprake zijn van onderlinge, met een gezinsverband vergelijkbare, verbondenheid en continuïteit in de samenstelling. kamergewijze verhuur wordt hieronder niet begrepen.
Huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
Het duurzaam verblijven in een deel van een pand, zonder de bedoeling met de andere bewoners duurzaam in gezinsverband samen te wonen of duurzaam een gezamenlijk huishouden te voeren.
Een uitwendige scheidingsconstructie onder een bepaalde minimale en/of maximale hoek (uitgedrukt in graden) met het horizontale vlak. Een kap kan uitlopen in een nok of voorzien zijn van een platte afdelling.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde als uitingen van één der beeldende kunsten.
De bovenkant van het terrein.
Mantelzorg als bedoeld in artikel 1 lid 1 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) te weten:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Het oorspronkelijk hoofdgebouw als bedoeld in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een zich op het water bevindend, drijvend object vanaf waar scheepsreparaties en/of scheepsonderhoud plaatsvindt/en.
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
Een bedrijf waar vaartuigen worden gemaakt, onderhouden, gerepareerd of schoongemaakt worden, waarbij ook onderhoud en reparatie plaatsvindt aan vebrandings- of elektromotoren van vaartuigen. Ondergeschikt aan deze activiteiten mogen ook handelsdiensten plaatsvinden.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een speeltoestel als bedoeld in het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen.
Voorzieningen bedoeld voor kinderen om mee te spelen, zoals een schommel, glijbaan, wipwap, zandbak of speelweide.
Een (houten) platform om de romp van een molen die noodzakelijk is om de molen te kunnen bedienen.
Gebieden waar het doen van verplaatsingen bij het gebruik van de weg of het plein ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie, zoals bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte die uitnodigt om in het gebied te verblijven.
Gronden en bouwwerken die als verkeersruimte gebruikt worden zoals rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Bedrijfsactiviteiten die onderdeel zijn van het functioneren van een scheepsreparatie- en onderhoudsbedrijf en die uitsluitend op het water worden uitgevoerd.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
Gehuisvest zijn en duurzaam verblijven in een woning.
Een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, niet zijnde kamerverhuur.
Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer zelfstandige woningen en/of het toevoegen van een extra woning in een bijbehorend bouwwerk.
Drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een betonnen casco met vierkante of rechthoekige opbouw(en), waaronder begrepen een dekschuit of ponton, met daarop een gehele of gedeeltelijke opbouw, inclusief vlonders dat wordt gebruikt als woning en is bestemd voor (permanent) woonverblijf.
Drijvend of varend object, dat herkenbaar is aan casco romp en opbouw als een (van origine) varend schip dat wordt gebruikt als woning en is bestemd voor (permanent) woonverblijf.
Een woonark of woonboot, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen.
De kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede van bouwwerken tot de perceelgrens gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk.
Het bebouwingsgebied wordt berekend als bedoeld in artikel 1 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, te weten:
bebouwingsgebied = achtererfgebied + grond onder het hoofdgebouw - grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw.
Binnen Nederland zijn geen formele (wettelijke) eisen gesteld aan de bezonning van woningen en/of andere bouwwerken. Wel bestaan er de zogenaamde 'lichte' en 'strenge' TNO-norm voor bezonning van woonkamers. Deze vinden hun oorsprong in het woonwaarderingsstelsel uit 1962. Zaanstad baseert de bezonningseisen op de lichte TNO-norm (2 i.p.v. 3 bezonningsuren/dag). De gemeente hanteert de eis van ten minste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 19 februari tot 21 oktober ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam, uitgaande van een zonshoogte van meer dan 10º. Daarbij wordt ook gekeken naar de bezonning van buitenruimten met een recreatief karakter.
Om bij de beoordeling van een bouwplan inzicht te krijgen in de toekomstige bezonningssituatie, wordt de schaduwwerking op maatgevende dagen gehanteerd. Te weten:
De laagste stand van de zon, op 22 december, valt buiten de reikwijdte van de TNO-norm en wordt derhalve bij bezonningsdiagrammen buiten beschouwing gelaten.
Als opname tijdstippen wordt achtereenvolgens gehanteerd: 8.00, 10.00, 12.00, 14.00, 16.00, 18.00 en 20.00 uur.
molen
De bouwhoogte van een molen wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de kap van de molen.
Overige bouwwerken
De bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De breedte van een bijbehorend bouwwerk wordt gemeten over de zijde die het dichtst bij de voorgevel van het hoofdgebouw ligt.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren. De steigerbreedte wordt gemeten ter plaatse van de oever.
De breedte van het straatprofiel is de kortste afstand tussen (denkbeeldig doorgetrokken) zij- en of voorgevel van hoofdgebouwen onderling. Ingeval slechts aan één zijde een hoofdgebouw aanwezig is geldt de kortste afstand tussen (denkbeeldig doorgetrokken) zij- en of voorgevel van hoofdgebouwen tot aan de buitenkant van de rijloper(weg)/voetpad aan de overzijde, loodrecht gemeten.
Helling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
De oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De oppervlakte van een activiteit is de totale vloeroppervlakte van ruimten die ten dienste staan van die activiteit, met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
Voor het vaststellen van het peil gelden de volgende regels en uitzonderingen:
De verticale doorsnede van een straat, gemeten van gevel tot gevel.
Indien de voorgevelrooilijn niet op de verbeelding is aangegeven met een bouwaanduiding, dan wordt het volgende als de voorgevelrooilijn gezien:
een lijn die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatig ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.
De lijn die wordt getrokken vanuit het midden van het straatprofiel op 1,50m hoogte langs het snijpunt van het verticale gevelvlak en het horizontale dakvlak.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar aan ondergeschikt:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 3.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13.
Het is toegestaan gebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erf- of terreinafscheidingen alleen de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van vlaggenmasten alleen de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van een jachthaven/botenstalling ook de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van een scheepsreparatie- en onderhoudsbedrijf ook de volgende regels:
Het praktijkonderwijs is toegestaan in praktijklokalen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' en omhelst uitsluitend (milieubelastende) activiteiten die qua aard en omvang minder, gelijk of vergelijkbaar zijn aan (milieubelastende) activiteiten van bedrijven zoals genoemd in Bijlage 2.
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van kantoorruimten ook de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van gronden ten behoeve van opslag in de buitenruimte ook de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, manoeuvreren, laden en lossen ook de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruiken van panden en gronden ten behoeve van detailhandel ondergeschikt aan ander gebruik ook de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van horeca in de vorm van een bedrijfskantine ook de volgende regels:
Het gebruik van een geluidgevoelig object, conform deze bestemming is uitsluitend toegestaan indien het gebouw is voorzien van (een) dove gevel(s) en deze als zodanig in stand worden gehouden, tenzij middels akoestisch (nader) onderzoek wordt aangetoond dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 4.3 en de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13.
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van kunstobjecten alleen de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 13.2, is het niet toegestaan gronden en panden te gebruiken ten behoeve van:
ten behoeve van bedrijfsactiviteiten.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bovenstaande gebruik gelden tevens de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13.
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van kunstobjecten alleen de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van speelvoorziening alleen de volgende regels:
a. de bouwhoogte van een speelvoorziening mag niet hoger zijn dan 5 meter.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bovenstaande gebruik gelden tevens de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 7.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13.
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van drijvende dokken alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van kunstobjecten alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van steigers de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van scheepvaartverkeerstekens en andere nautische voorzieningen alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van hijsinstallaties alleen de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
Het is niet toegestaan gronden te gebruiken voor het aan- en afmeren en/of afgemeerd houden van woonschepen.
Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 8.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 13 .
Het is toegestaan een hoofdgebouw te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan tot en met 4 meter van het hoofdgebouw een bijbehorend bouwwerk of de uitbreiding daarvan hoger dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw in het achtererfgebied te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan meer dan 4 meter van het hoofdgebouw en minder dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied een bijbehorend bouwwerk of de uitbreiding daarvan in het achtererfgebied te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
De oppervlakte van bouwwerken in het bebouwingsgebied mag niet meer bedragen 150 m2.
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erfafscheidingen alleen de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 t/m lid 8.2.6 en lid 8.2.15, gelden voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 t/m lid 8.2.6, gelden voor het bouwen van een whirlpool of jacuzzi de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van een luifel de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 t/m lid 8.2.6, gelden voor het bouwen van een sport- of speeltoestel hoger dan 2,5 meter de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 t/m lid 8.2.6 gelden voor het bouwen van een vijver de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 t/m lid 8.2.6 gelden voor het bouwen van een openlucht zwembad de volgende regels:
In aanvulling op of afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden als woning indien uit een gevelweringsonderzoek is gebleken dat de maximale binnenwaarde van 35 dB(A) in de woning vanwege de geluidbelasting ten gevolge van bedrijvigheid op de industrieterreinen 'Kramer', 'Poeldijk' en 'Zetmeelbedrijven de Bijenkorf' wordt overschreden, tenzij er voorzieningen aan de woning worden getroffen en in stand worden gehouden zolang de woning in gebruik is als geluidgevoelig object.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van een deel van een woning ten behoeve van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis ook de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 sub a en toestaan dat bouwwerken ten behoeve de op deze gronden liggende primaire bestemmingen worden gebouwd. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende primaire bestemming van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 9.4.1 is niet van toepassing op werken die:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor zover op de verbeelding nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangeduid, is de volgende voorrangsregeling van toepassing:
Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mogen ten dienste van de waterkering en andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd en gronden worden ontgraven of opgehoogd, mits de waterkerende functie van de gronden niet wordt geschaad.
Om te beoordelen of de waterkerende functie van de gronden niet wordt geschaad, dient advies te worden ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw geldt dat:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de normen in 12.1.1, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan duikers en bruggen boven water te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan te bouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of waterhuishoudkundige voorzieningen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Tenzij in de bestemmingsregels nadrukkelijk anders is bepaald, is het toegestaan gronden en panden te gebruiken ten behoeve van de volgende functies, mits deze functies ondergeschikt zijn aan het ter plaatse geldende hoofdgebruik zoals opgenomen in de bestemmingsregels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 14.1.1 sub b om een geluidgevoelig object toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd bedrijventerrein' vormen de percelen het geluidgezoneerd industrieterrein (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder) van het scheepsreparatie- en onderhoudsbedrijf 'Kramer' zoals genoemd in 14.1.1 sub a. onder 2. toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het beschermen van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.
Binnen de in lid 14.3.1 bedoelde zone gelden in afwijking van de onderliggende regels voor nieuwe gebouwen en bouwwerken de volgende maximale hoogtematen, welke worden berekend met behulp van de volgende formule: H = X/n + c.z , waarin:
H = maximale hoogte in m
X = afstand obstakel tot molen in m
n = 50 in m
c = constante = 0,2
z = askophoogte molen in m
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.3.1 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan als een gebouw bepaalde bijbehorende bouwwerken vereist mits:
en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee gehoord wordt de molenbeheerder.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning worden toegestaan dat:
mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 13.1 om het veranderen in, om te zetten tot en/of te vergroten ten behoeve van kamergewijze verhuur, mits:
Voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden is een omgevingsvergunning nodig:
Het in lid 16.1.1 vervatte verbod is niet van toepassing op de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor de in lid 16.1.1 genoemde werken en werkzaamheden kan alleen worden verleend, mits voldaan is aan de volgende regels:
bestemmingsplan | IMRO | Vastgesteld |
Zaandam Noord | NL.IMRO.0479.STED3773BP-0401 | 23 januari 2014 |
Oude Koog-Rooswijk | NL.IMRO.0479.STED3753BP-0309 | 19 juli 2012 |
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan Hemmes Kramer van de gemeente Zaanstad.