Plan: | Bestemmingsplan Dorpsstraat, Beethovenstraat en Zuideinde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3902BP-0301 |
Op de locaties Beethovenstraat 6 in Zaandam en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan waren voorheen Aldi-supermarkten gevestigd. Deze winkels zijn inmiddels gesloten omdat ze niet meer voldoen aan de wensen van de moderne consument en de vestigingseisen van Aldi. Aldi is voornemens om, ter vervanging van de genoemde supermarktvestigingen, één grotere, moderne winkel te realiseren.
Voor deze nieuwe winkel is een locatie aan de Dorpsstraat in Assendelft beoogd. Deze locatie was voorheen in gebruik bij bouwbedrijf Van der Gragt. Dit bedrijf heeft haar bedrijfsactiviteiten verplaatst, waardoor de locatie vrijgekomen is voor nieuwe ontwikkelingen. In het lint aan de Dorpsstraat wordt momenteel een zorgvilla gerealiseerd. Op het achterliggende terrein komt de nieuwe supermarkt.
De voormalige Aldi-locaties in Zaandam en Koog aan de Zaan komen vervolgens beschikbaar voor woningbouw. Ter plaatse van Beethovenstraat 6 komen daarvoor 4 grondgebonden geschakelde woningen in de plaats. Ter plaatse van Zuideinde 146 zijn 40 nieuwe woningen beoogd. Hier komen 2 appartementengebouwen met 35 appartementen en vijf grondgebonden geschakelde woningen.
De ontwikkelingen op de drie locaties zijn niet mogelijk op basis van de ter plaatse geldende bestemmingsplannen. Omdat de ontwikkelingen nauw met elkaar samenhangen en deze toch juridisch-planologisch te kunnen regelen, is voorliggend integraal bestemmingsplan opgesteld.
De zorgwoningen aan de Dorpsstraat in Assendelft zijn planologisch mogelijk gemaakt met een afwijkingsprocedure. Voor dit onderdeel biedt dit bestemmingsplan dus een beheersregeling.
Het plangebied ligt verspreid over de gemeente Zaanstad en bestaat uit drie locaties:
De situering van het plangebied is globaal weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1: Ligging plangebied (bron: luchtfoto Kadaster Nederland)
Het plangebied is momenteel juridisch-planologisch geregeld in verschillende bestemmingsplannen. Voorliggend plan vervangt per locatie het volgende bestemmingsplan.
locatie | bestemmingsplan | vastgesteld |
Dorpsstraat 707 Assendelft | Saendelft | 4 juli 2013 |
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan | Oud Koog - Rooswijk | 19 juli 2012 |
Beethovenstraat 6 Zaandam* | Zaandam Zuid | 22 januari 2009 |
gehele plangebied | Parapluplan Parkeren Zaanstad | 7 juni 2018 |
* Ter plaatse van de locatie Beethovenstraat 6 is tevens het provinciaal inpassingsplan 'Aanpassen geluidszone Westpoort en Hoogtij' van kracht. Dit inpassingsplan is op 2 maart 2015 vastgesteld door Provinciale Staten. Het voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met het inpassingsplan.
In hoofdstuk 2 wordt het initiatief nader beschreven. Daarbij komt per locatie de huidige situatie aan bod en wordt vervolgens ingegaan op de gewenste situatie. Hoofdstuk 3 schetst het relevante ruimtelijke beleidskader voor het plan. Hoofdstuk 4 gaat in op de thematische beleidskaders. Daarbij wordt ingegaan op Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 5 worden de omgevingsaspecten behandeld, waaraan de nieuwe ontwikkeling wordt getoetst.
Hoofdstuk 6 beschrijft de juridische aspecten van het plan. In hoofdstuk 7 worden de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan toegelicht.
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige en de gewenste situatie in het plangebied. Dit is per deelgebied uitgesplitst. De gewenste situatie is het uitgangspunt voor het goed te keuren bestemmingsplan en moet op een goede manier in de huidige situatie gepast worden.
Assendelft is een langgerekt lintdorp dat zich door het veenweidegebied uitstrekt van het Noordzeekanaal tot aan Krommenie. De drager van Assendelft is het historische bebouwingslint van de Dorpsstraat dat in verschillende delen van Assendelft een eigen karakter heeft. Kenmerkend voor de bebouwing langs het dorpslint is de grote diversiteit in bebouwing die bepaald wordt door differentiatie in onder andere kapvorm, kaprichting, goot- en nokhoogte en plek op de kavel.
De locatie Dorpsstraat 707 ligt in het noordelijke gedeelte van de Dorpsstraat in het buurtschap Noordeinde. De locatie wordt begrensd door:
De locatie wordt voor het verkeer in de huidige situatie ontsloten op de Dorpsstraat, zie figuur 2.1 voor de ligging en begrenzing van de locatie.
Figuur 2.1: Luchtfoto plangebied (bron: Luchtfoto Kadaster Nederland)
De locatie Dorpsstraat 707 ligt nabij het kruispunt met de Noorderveenweg. Doordat zowel de Dorpsstraat als de Noorderveenweg belangrijke ontsluitingswegen zijn, ligt deze locatie op een prominente plaats in Assendelft; hier komen dagelijks veel passanten langs. De huidige inrichting van het gebied maakt hier onvoldoende gebruik van.
De locatie valt uiteen in twee deelgebieden. In de eerste lijn langs de Dorpsstraat stonden voorheen twee woningen die recent gesloopt zijn. Daarachter ligt een voormalig bedrijfsperceel. Dit werd tot enkele jaren geleden gebruikt door Bouwbedrijf Van der Gragt. De locatie in Assendelft was ingericht in een periode waarin het bouwbedrijf op een traditionelere manier werkte. Daarbij werd de locatie gebruikt voor productie (van bijvoorbeeld kozijnen) en voor opslag. In het gebied was een grote bedrijfshal aanwezig, waar productie op opslag plaatsvond. Ook was er een kantoor aanwezig. Verder was het terrein grotendeels verhard vanwege opslag van materiaal en materieel.
Figuur 2.2: Aanzicht plangebied vanaf de Dorpsstraat (bron: Google Streetview, mrt 2021)
In de bouwsector vinden de afgelopen jaren veel innovaties plaats, waarbij een optimalisering van het bouwproces centraal staan. Er wordt bijvoorbeeld meer gebruikgemaakt van prefab-elementen, die door de fabrikant direct naar de bouwplaats gebracht worden om zo snel mogelijk in het gebouw gemonteerd te worden. De rol van bouwbedrijven is dus veranderd; de bedrijfslocatie van het bouwbedrijf wordt daarom hoofdzakelijk gebruikt voor administratieve werkzaamheden en opslag van materieel. Op de huidige bedrijfslocatie zat Van der Gragt daarom in een te ruime jas. Het bedrijf heeft haar activiteiten op deze locatie inmiddels beëindigd. De bebouwing is gesloopt. Op dit moment ligt het gebied grotendeels braak.
Aan de zuid- en westzijde van de locatie staan momenteel woningen. Aan de oostzijde zal de komende jaren mogelijk de woonwijk Overhoeken gerealiseerd worden. Een nieuwe invulling als bedrijfslocatie ligt daarom niet meer voor de hand. Van der Gragt is ook eigenaar van de woning Dorpsstraat 713. Deze ligt direct ten noorden van het huidige bedrijfsterrein. Dit biedt de kans om deze goed gelegen locatie integraal te ontwikkelen.
Zorgvilla
Begin 2021 is vergunning verleend voor de realisatie van een nieuwe zorgvilla aan de Dorpsstraat. Dit gebouw zal qua architectuur refereren aan de oorspronkelijke agrarische bebouwing. Op de hoek van de Dorpsstraat en de Noorderveenweg, een markant punt in het lint van Assendelft, zal een volume komen, dat refereert aan de oorspronkelijke stolpen. Deze stop krijgt een bouwhoogte van ca. 14 m. Hieraan komt een volume dat refereert aan arbeiderswoningen. Dit volume krijgt een bouwhoogte van ca. 9 m. In het gebouw komen 30 woningen. Dit zullen zorgwoningen zijn, waarbij in de stolp van de 'boerderij' de gezamenlijke faciliteiten komen. Deze woningen sluiten aan op de lintstructuur van de Dorpsstraat, die ook voornamelijk uit woningen bestaat, en de beleving van het lint versterken.
Figuur 2.3: 3D Impressie Dorpsstraat 707 Assendelft (bron: Sprekend FKG Architecten aan de Zaan)
De locatie Zuideinde 146 ligt in het zuidelijke deel van Oud Koog en is ingeklemd tussen de Zaan en de dijk. Kenmerk van dit gebied is de karakteristieke kamstructuur. Deze structuur bestaat uit het historische bebouwingslint langs de dijk (Zuideinde/Raadhuisstraat) met rijk gedetailleerde panden. Deze bebouwing is opgericht in 2 tot 3 bouwlagen met een kap. Dwars daarop langs de naar beneden aflopende dwarspaden staat eenvoudiger woningbouw. De oorspronkelijke polderverkaveling is hierin nog herkenbaar. De omgeving heeft vooral het kenmerk van een woongebied, met her en der (kleine) commerciële functies.
De locatie wordt begrensd door:
Zie figuur 2.4 voor de ligging en begrenzing van de locatie.
Figuur 2.4: Luchtfoto plangebied (bron: Luchtfoto Kadaster Nederland)
De locatie ligt direct ten zuiden van de bebouwing aan het bruggenhoofd van de voormalige Noorderbrug, een voetgangersbrug tussen Koog aan de Zaan en 't Kalf. Deze brug is in 1976 gesloopt, maar het bruggenhoofd is blijven staan. Destijds stond in het plangebied, net als elders aan de Zaan, industriële bebouwing. Dit was de voormalige fabriek van Chios. Het plangebied was daarbij intensief bebouwd met onder andere bebouwing van 4 lagen. Zie ook onderstaande afbeelding.
Figuur 2.5: Voormalige Noorderbrug (bron: google.nl)
Deze industriële bebouwing is afgebroken en vervangen door de huidige bebouwing van de voormalige supermarkt en een winkelstrip. Deze hebben een oppervlakte van 734 m² bvo respectievelijk 339 m² bvo. Deze bebouwing bestaat uit eenvoudige industriële architectuur met shed daken (zie figuur 2.5). De blokken hebben een gesloten karakter dat niet bijdraagt aan de belevingswaarde en de kwaliteiten van de omgeving. Ook qua gebruik wijkt de huidige invulling af. De huidige invulling met relatief grote commerciële functies wijkt af van het gebruik in de omgeving.
Parkeren vindt plaats tussen deze bebouwing; er zijn ca. 37 parkeerplaatsen beschikbaar. Hoewel dit terrein aan de Zaan ligt, heeft het terrein geen verblijfskwaliteit en is er weinig relatie met de Zaan.
Figuur 2.6: Aanzicht plangebied vanaf de Zuideinde (bron: Google Streetview, juli 2018)
De locatie Beethovenstraat 6 Zaandam ligt ten zuidoosten van het centrum in de wijk Zaandam-Zuid. Het is een wat oudere wijk, gelegen tussen de Voorzaan en de Gouw. Het grootste gedeelte van de wijk is begin 20e eeuw gerealiseerd.
De locatie wordt begrensd door:
Zie figuur 2.7 voor de ligging en begrenzing van de locatie.
Figuur 2.7: Luchtfoto plangebied (bron: Luchtfoto Kadaster Nederland)
De bebouwing in de Beethovenstraat bestaat hoofdzakelijk uit woningen met twee bouwlagen en een kap. De bouwmassa van de voormalige Aldi-supermarkt wijkt af van de overige bebouwing (zie figuur 2.8); deze bestaat uit 1 bouwlaag met kap. Qua gevelmaterialisering en kaprichting is wel aangesloten op de naastgelegen bebouwing. Bovendien kenmerkt de omgeving van de Beethovenstraat zich als woongebied, de supermarkt was feitelijk een gebiedsvreemde functie.
Figuur 2.8: Aanzicht plangebied vanaf de Beethovenstraat (bron: Google Streetview, juli 2018)
Functionele inpassing
De ontwikkeling betreft een ontwikkeling achter de nieuwe zorgvilla aan de Dorpsstraat.
In het gebouw komt een Aldi-supermarkt. De verkoopvloeroppervlakte van de supermarkt bedraagt 1.275 m². Binnen deze maat, die ook wordt vastgelegd in het bestemmingsplan, kan Aldi een moderne discountsupermarkt realiseren. Daarnaast zijn in het pand ondersteunende ruimten aanwezig, zoals een magazijn, personeelsruimte, een kantoor etc. De laad- en losvoorziening komt aan de oostzijde van het pand. De totale bruto vloeroppervlakte van de winkel bedraagt 1.780 m².
De Aldi wordt voor het gemotoriseerde verkeer ontsloten op de Noorderveenweg. Ten behoeve van de nieuwe Aldi-supermarkt is een nieuwe ontsluitingsweg beoogd die aansluit op een nieuw aan te leggen rotonde op de kruising Noorderveenweg-Waterrijklaan. Deze gronden maken tevens deel uit van het plangebied.
De entree komt aan de westzijde, aan de zijde van de stolp. Aan de zuidwestzijde van de supermarkt komt een parkeerterrein ten behoeve van deze winkel. Het parkeren voor de zorgvilla vindt aan de zuidzijde van de woningen plaats. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de inrit op de Dorpsstraat. Deze wordt exclusief ten behoeve van autoverkeer voor de woningen. Tussen de twee parkeerterreinen is geen verbinding aanwezig voor het gemotoriseerd verkeer. Fietsers en voetgangers van en naar de Aldi kunnen gebruikmaken van een speciale langzaam verkeersroute, die aansluit op de Dorpsstraat.
Figuur 2.9: Plattegrond van de beoogde ontwikkeling aan de Dorpsstraat 707 (bron: Sprekend FKG Architecten aan de Zaan)
Stedenbouwkundige inpassing
Voor de nieuwe inrichting is een plan gemaakt dat in de hoofdopzet refereert aan streekeigen (agrarische) bebouwing, zoals die in de omgeving van oudsher aanwezig is. Vanzelfsprekend wordt de bebouwing in een moderne vorm uitgevoerd. De bebouwing van de zorghoeve maakt een overgang tussen de grote schaal van de Noorderveenweg naar de kleinere korrel van de Dorpsstraat.
Aan de noordoostzijde van het terrein komt een gebouw van ca. 35 bij 70 m (dus ca. 2.500 m²). Dit wordt als één volume vormgegeven. Mede door de gekozen materialisering refereert dit gebouw aan een schuur. Het sluit daarmee aan bij het concept van de zorgvilla, met de stolp als markant element en het naastgelegen volume dat refereert aan arbeiderswoningen. Dit nieuwe volume is qua omvang vergelijkbaar met de voormalige bedrijfsbebouwing. Wel wordt het volume langgerekter en smaller dan de huidige bebouwing. Door gebruik te maken van een kap met een maximale nokhoogte van 10 m, door de plaatsing in de 2e lijn en door het realiseren van voldoende ruimte tussen de 2 gebouwen, wordt dit pand stedenbouwkundig ingepast. Daarbij wordt opgemerkt dat het huidige bestemmingsplan de mogelijkheid biedt om meer extra bedrijfsbebouwing (ruim 1.000 m²) op te richten dan er nu staat, deze mogelijkheid vervalt met het vaststellen van dit bestemmingsplan.
De zone tussen de bebouwing en de Noorderveenweg zal landschappelijk ingericht worden. Hiermee wordt het aanzicht vanaf deze doorgaande weg verder versterkt.
Zie figuur 2.10 voor een 3D impressie van de beoogde ontwikkeling.
Figuur 2.10: 3D Impressie Dorpsstraat 707 Assendelft (bron: Sprekend FKG Architecten aan de Zaan)
Lintenvisie Zaanstad
De historische linten, dijken en paden zijn kernkwaliteit van de gemeente Zaanstad en van het landschap van Laag Holland. De gemeente werkt aan een visie op de belangrijkste linten die in Zaanstad aanwezig zijn.
Eén van deze linten is het lint 'Assendelft', het lint langs de Dorpsstraat. Hier is de structuur van de oude dorpskern nog goed herkenbaar in het landschap. Het zeer lange doorlopende lint uit de middeleeuwen is nog goed herkenbaar en de loop is nog oorspronkelijk, daarom heeft dit hoge waarde. Langs het lint is nog veel agrarische bebouwing aanwezig als herinnering aan het agrarische verleden van het dorp. De stolpen in het landschap hebben zeer hoge waarde vanwege de afleesbaarheid van het agrarische verleden van Assendelft.
Voor ontwikkelingen langs het lint zijn in de cultuurhistorische verkenning (team Erfgoed Zaanstad, 2019) aanbevelingen gedaan. Een aantal van deze aanbevelingen zijn relevant voor de ontwikkeling in het projectgebied:
Algemene aanbevelingen:
Aanbevelingen voor het lint Assendelft:
Toetsing
Het projectgebied ligt direct aan het lint Assendelft. Dit bestemmingsplan maakt een ontwikkeling in de 2e lijn mogelijk. De nieuwbouw komt dus achter de zorghoeve. De stolp is daarbij ontworpen als belangrijk en markant volume in het lint Assendelft. De supermarkt die in de 2e lijn komt te liggen, is vormgegeven als schuur. Deze is daardoor architectonisch ondergeschikt gemaakt aan de stolp. Dat sluit aan bij de oorspronkelijke opzet van de agrarische bebouwing langs de linten. De oorspronkelijke bedrijfsbebouwing stond evenwijdig aan het lint. Het nieuwe volume staat daar dwars op. Daardoor zijn nieuwe zichtlijnen vanaf het lint naar het achtergebied ontstaan.
De ontwikkeling doet daarmee geen afbreuk aan de structuur, de waarde en de beleving van het lint Assendelft.
Functionele inrichting
Op de locatie komen 2 appartementenblokken (B1 en B2) en grondgebonden woningen.
Blok B1, het pakhuisblok, wordt aan de zuidzijde van de kavel geprojecteerd. Dit blok bestaat gedeeltelijk uit 3 bouwlagen en zal ruimte bieden aan 15 appartementen. De omvang van de woningen varieert tussen de 63 en 89 m².
Blok B2 wordt aan de Zaan geprojecteerd. Dit getrapte gebouw zal bestaan uit 4 c.q. 7 verdiepingen. Hierin zullen 20 appartementen gerealiseerd worden. De appartementen zullen tussen de 65 en 101 m² zijn.
Verder worden langs Zuideinde vijf grondgebonden woningen gerealiseerd. De woningen sluiten aan op de karakteristiek van de omgeving; hier komen vooral grondgebonden woningen voor, naast enkele kleinschalige commerciële functies (zoals winkels). De woningen krijgen aan de achterzijde een ruim balkon. De ontwikkeling draagt bovendien bij aan de diversiteit van het woningbouwaanbod in dit gebied; het kan zorgen voor nieuwe instroom, maar ook bijdragen aan doorstroming, bijvoorbeeld voor bewoners die hun woning willen inruilen voor een appartement.
Stedenbouwkundige inpassing
De huidige supermarktbebouwing en de winkelstrip op de locatie Zuideinde 146 worden afgebroken. Deze worden vervangen door een nieuwe invulling, die deels refereert aan de oorspronkelijke industriële invulling van het gebied en aansluiting zoekt bij de schaal van de panden in de directe omgeving. Het bruggenhoofd krijgt daarbinnen een meer prominente positie. Dit gaat een belangrijke toegang tot het plangebied worden. Bovendien komt aan het bruggenhoofd een verblijfsplek. De bestaande aanlegsteiger blijft bestaan.
Aan de kop van het bruggenhoofd, aan de Zaan, komt een woongebouw dat bestaat uit 2 volumes van 4 respectievelijk 7 bouwlagen. Dit gebouw refereert qua volume aan het voormalige fabrieksgebouw dat hier ooit stond en de positie van het bruggenhoofd verbijzonderde. De entree tot dit gebouw komt aan de zijde van het bruggenhoofd. Hiermee wordt een directe relatie met De Zaan gelegd.
In het plangebied Zuideinde 146 wordt een sprong gemaakt tussen de schaal van de Zaan en de kleinschaliger bebouwingsstructuur van Zaanstad. De Zaan is ter plaatse van het plangebied ruim 100 m breed. De bebouwing langs de Zaan is divers: er staat oorspronkelijke woonbebouwing van 2 tot 3 bouwlagen, industrieel erfgoed en infrastructurele bouwwerken (zoals bruggen). Ten noorden van de A8 staat grootschalige bedrijfsbebouwing. Met name in het zuidelijke deel van Zaanstad is de afgelopen jaren een aantal hogere appartementengebouwen opgericht. Ook in het stuk waar het plangebied aan grenst (tussen de Willem Alexanderbrug en de brug met de A8) is de bebouwing divers: grondgebonden woningen en bedrijfscomplexen (zoals de Honigfabriek) wisselen elkaar af. De opgave in het gebied is dus ook een schaalsprong te maken van de grotere Zaanstructuur naar de kleinschaliger ontginningsstructuur die voortbouwt op de ontstaansgeschiedenis.
Om de overgang van de grotere schaal van de Zaan naar de kleinere korrel in de omgeving te maken, komt in de eerste lijn van het Zuideinde een rij van vijf grondgebonden woningen. Deze woningen krijgen een hoogte van 2 bouwlagen met een kap. Deze worden in de omgeving ingepast door deze te ontwerpen in Zaanse stijl, waarbij iedere woning een eigen uitstraling krijgt, en door de voorgevelrooilijn te laten verspringen. Aan de zuidzijde van het gebied, in de rooilijn van het Zuideinde, komt een tweede appartementengebouw. Het volume van dit gebouw, dat zal bestaan uit 3 bouwlagen, refereert aan een pakhuis. Het refereert hiermee qua architectuur aan de oorspronkelijke industriële bebouwing in het gebied. Om aan de zijde van de Zuideinde niet te massaal over te komen en een soepele overgang naar de grondgebonden woningen te krijgen, zal een deel van het gebouw lager worden (2 bouwlagen).
Naast en tussen de gebouwen komt een semi-openbaar gebied. Een deel van het parkeren wordt in dit gebied en onder het zuidelijke bouwvolume opgelost, de rest op bestaande parkeerplaatsen en een deel op het bruggenhoofd.
Door de opwaardering van het bruggenhoofd wordt het aantrekkelijker voor omwonenden om naar de Zaan te lopen en hier te verblijven; dit draagt dus bij aan de verblijfskwaliteit van de omgeving. Ook tussen de appartementengebouwen komt een verblijfsplek aan het water. Hier ontstaat ook een nieuwe zichtlijn vanaf het Zuideinde naar het water. De relatie tussen het Zuideinde en de Zaan wordt met deze ontwikkeling dus versterkt.
Zie onderstaande figuren voor een beeldimpressie van de beoogde ontwikkeling.
Figuur 2.11: Toekomstige indeling Zuideinde 146 Koog aan de Zaan (bron: Just architects)
Figuur 2.12: Aanzicht Zuideinde (bron: Just architects)
Figuur 2.13: Aanzicht Zaanzijde (bron: Just architects)
Figuur 2.14: Zichtlijn Zuideinde naar Zaan (bron: Just architects)
Toetsing aan Zaans afwegingskader Hoogbouw
Het Zaans afwegingskader Hoogbouw (ZAH, 2008) is een afwegingskader om nieuwe hoogbouwinitiatieven te kunnen toetsen. Het doel van het ZAH is een instrument in handen te hebben waarin vastligt hoe de gemeente procesmatig en inhoudelijk omgaat met hoogbouwinitiatieven. Volgens het ZAH is de definitie van hoogbouw: hoogbouw is een verticale bouwvorm, bestaande uit meer dan vier gestapelde bouwlagen (met een minimale hoogte van 12 m), waarvan het programma ook in horizontale vorm uitgevoerd kan worden. Zodoende zijn zendmasten, lichtmasten, windturbines etc. uitgesloten - deze zijn niet in horizontale vorm te realiseren - en maken geen deel uit van het afwegingskader. Dat betekent dat het appartementengebouw van 7 bouwlagen moet worden getoetst aan het ZAH.
Voor dit plan vindt participatie met de buurt plaats nadat de overeenkomst met de ontwikkelaar is bekrachtigd. In hoofdstuk 7 zijn de resultaten van de raadpleging en procedure beschreven.
Bezonningsstudie
Om de ruimtelijke inpasbaarheid van het nieuwe bouwplan te toetsen, is een bezonningsstudie uitgevoerd. Deze studie is opgenomen in Bijlage 2. Deze studie geeft inzicht in de gewijzigde schaduwval als gevolg van de nieuwe bebouwing. Daarbij is gekeken naar de locaties ten westen en ten noorden van het plangebied, aangezien deze mogelijk invloed hebben als gevolg van schaduwwerking. Daarbij is op een aantal maatgevende tijdstippen getoetst. Uit deze studie blijkt dat er alleen voor de woning aan de Raadhuisstraat 2 (ten noorden van het plangebied) sprake is van een afname van bezonning. Voor deze woning wordt echter nog steeds (ruimschoots) voldaan aan de lichte TNO norm, die voor de periode van 19 februari tot 21 oktober ten minste twee mogelijke bezonningsuren per dag voor de gevels van woningen voorschrijft.
Functionele inpassing
Het programma bestaat uit de realisatie van 4 grondgebonden woningen. Deze sluiten qua typologie aan bij de woningen elders in de straat. Doordat de kap deels plat afgedekt is, kan de 2e verdieping efficiënt gebruikt worden. Op deze manier wordt binnenstedelijk een viertal ruime eengezinswoningen aangeboden. Deze typologie past beter in de omgeving (die zich vooral kenmerkt als woonomgeving) dan een supermarkt.
Stedenbouwkundige inpassing
Op de voormalige supermarktlocatie aan de Beethovenstraat 6 in Zaandam zijn grondgebonden woningen voorzien op de vloer van de bestaande bebouwing. Het betreffen rijwoningen die in dezelfde rooilijn en bebouwingstypologie worden gebouwd als de bestaande woningen aan de Beethovenstraat. De woningen in de Beethovenstraat zijn met name in de jaren 30 van de vorige eeuw gebouwd. In de beoogde situatie is dat terug te zien in de kapvorm, het materiaalgebruik, in de vorm van bakstenen, en de detaillering. Hiermee wordt de bebouwing goed ingepast in de omgeving.
Zie figuur 2.15 en 2.16 voor impressies van de beoogde ontwikkeling.
Figuur 2.15: Impressie beoogde ontwikkeling (bron: Bets architecten)
Figuur 2.16: Impressie beoogde ontwikkeling (bron: Bets architecten)
Dit bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van 3 locaties, verspreid over de gemeente, mogelijk. Deze drie ontwikkelingen hangen nauw met elkaar samen; ruimtelijk is de invulling van de locatie Dorpsstraat 707 voorwaardelijk voor de ontwikkeling van de locaties Zuideinde en Beethovenstraat; planologisch gezien is het saneren van de detailhandelsbestemmingen Zuideinde en Beethovenstraat voorwaardelijk voor de ontwikkeling van Dorpsstraat 707. De ontwikkelingen hebben dus een mate van afhankelijkheid. Belangrijker is dat op stadsniveau de ontwikkelingen bijdragen aan de versterking van de retailstructuur, de versterking van het woningbouwaanbod en de verbetering van het woon- en leefklimaat. Dat wordt hieronder toegelicht.
Twee voormalige supermarktlocaties worden ingevuld met woningbouw. Daarmee wordt de planologische mogelijkheid voor retail op deze locaties gesaneerd. Dat is ook gewenst, aangezien een invulling met een supermarkt of andere retail op deze locaties ruimtelijk moeilijk inpasbaar is. Door de ligging in compact stedelijk gebied leiden de verkeersaantrekkende werking, de parkeerbehoefte en het laden en lossen met grote vrachtauto's al snel tot overlast voor de omgeving. De locaties zijn op dit moment te klein voor een efficiënte bedrijfsvoering. Op deze locaties is woningbouw voorzien. Niet alleen versterkt dit de kwaliteit van de omliggende woonomgeving; ook wordt een bijdrage geleverd aan de grote behoefte aan woningen. Het beleid is om deze zoveel mogelijk binnenstedelijk op te lossen. Dit bestemmingsplan draagt daaraan bij. Bovendien bieden de ontwikkelingen een divers aanbod aan nieuwe woningen in diverse woonmilieus. Op de locaties Beethovenstraat en Zuideinde worden grondgebonden eengezinswoningen gerealiseerd. Dat sluit aan bij de woonmilieus die in deze omgeving reeds aanwezig zijn. Verder worden op de locatie Zuideinde ook appartementen toegevoegd, waarbij sprake is van een diversiteit in grootte en daarmee de doelgroep. Dat leidt tot een grotere differentiatie van het aanbod in dit gebied en kansen voor doorstroming. In Assendelft worden zorgwoningen in een landelijkere setting toegevoegd. Ook deze diversiteit leidt tot versterking van de woningvoorraad van Zaanstad en aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente. Er wordt een bijdrage geleverd aan de woningbouwopgave van de gemeente.
Bouwbedrijf Van der Gragt heeft de bedrijfslocatie Dorpsstraat 707 in Assendelft verlaten. Bouwbedrijf Van der Gragt is samen met de gemeente op zoek gegaan naar een nieuwe bedrijfslocatie binnen de gemeente en heeft deze ook gevonden. Op deze manier is de werkgelegenheid voor Zaanstad behouden.
Dat leidt op de vertreklocatie tot een beter woongenot ter plaatse van de bestaande en toekomstige woningen in het gebied. De locatie komt in aanmerking nu voor een nieuwe invulling. Deze is deels gevonden in een zorgvilla, die momenteel ontwikkeld wordt.
In de plaats van de twee kleinere supermarkten en een winkelstrip maakt dit bestemmingsplan één nieuwe, moderne supermarkt mogelijk. De nieuwe winkel heeft een oppervlakte van 1.779 m² bvo. Op de andere locaties wordt in totaal 1.673 m² bvo aan detailhandel wegbestemd. Per saldo voegt dit bestemmingsplan dus 106 m² bvo aan detailhandel toe. Deze toevoeging van detailhandel sluit niet direct aan bij de gemeentelijke detailhandelsvisie. In paragraaf 4.4.2 wordt onderbouwd dat voor deze ontwikkeling kan worden afgeweken van het afwegingskader voor nieuwe supermarktinitiatieven in de gemeente. De nieuwe winkel wordt gerealiseerd op een locatie waar, in tegenstelling tot de vorige locaties, ruime mogelijkheden aanwezig zijn voor parkeren op eigen terrein en de ontsluiting veilig plaats kan vinden. Dit is onderbouwd in paragraaf 5.13. Hiermee houdt Zaanstad een voldoende aanbod van discountsupermarkten, wat bijdraagt aan een sterke detailhandelsstructuur. De bewoners van Zaanstad worden in de eigen gemeente voorzien van een goed aanbod van dagelijks goederen. Bovendien wordt de voorzieningenstructuur van Assendelft versterkt. Op het voormalige Zuideinde en Beethovenstraat (De Burcht) vervalt juist de parkeerdruk wat hier juist zorgt voor versterking van de woonkwaliteit.
In dit hoofdstuk staat een samenvatting van de ruimtelijke beleidskaders die van toepassing zijn voor het plangebied. Iedere paragraaf besluit met een conclusie waarin de betekenis van het beleid voor het plangebied is opgenomen.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijk beleid. Om de verantwoordelijkheden te leggen waar deze het beste passen draagt het Rijk de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van Rijksbeleid op slechts 14 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 14 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) stelt regels omtrent de 14 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
In het Barro zijn de volgende onderwerpen opgenomen:
Beoordeling voor het plangebied
De ontwikkelingen binnen het plangebied raken geen van de bovenstaande Rijksbelangen. Het Rijksbeleid geeft hierdoor geen uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.
In artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is opgenomen dat bij een ruimtelijk plan, dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, de ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen moet worden.
De ladder schrijft voor dat de toelichting bij een bestemmingsplan, dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving bevat van de behoefte aan die ontwikkeling. Mocht de ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied zijn voorzien, dan moet ook gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden.
Beoordeling voor het plangebied
Retailprogramma
Ten behoeve van de ontwikkeling van de supermarkt is een ruimtelijk-economisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 3. Daarin zijn de volgende conclusies opgenomen.
Behoefte aan ontwikkeling Aldi
De consument is gebaat bij een zo compleet mogelijk dagelijks winkelaanbod. Vanuit kwalitatief oogpunt is de harddiscounter Aldi een aanvulling op het dagelijkse winkelaanbod in het verzorgingsgebied van Assendelft. De variatie in supermarktsegmenten is momenteel beperkt. 4 van de 5 supermarkten wordt aangemerkt als full-servicesupermarkt. Lidl vertegenwoordigt daarbij het goedkope service-segment. Aldi wordt gezien als enige harddiscounter binnen de Nederlandse supermarktstructuur. De ontwikkeling draagt dus bij aan een meer evenwichtige spreiding van het harddiscountaanbod over de gemeente Zaanstad.
Assendelft heeft met meer dan 23.000 inwoners voldoende draagvlak voor een 'eigen' harddiscounter in haar verzorgingsgebied. Op basis van de benchmarkanalyse (vergelijking met het landelijke gemiddelde in kernen binnen de inwonersklasse 20.000-30.000) en de distributieplanologische marktanalyse wordt bovendien geconcludeerd dat het aanbod aan dagelijkse goederen beneden gemiddeld is. Anders gezegd, ook vanuit kwantitatief oogpunt is er voldoende ontwikkelruimte/marktruimte voor het planinitiatief van Aldi. Geconstateerd wordt dat er dus zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve behoefte is aan de ontwikkeling van Aldi in Assendelft.
Te verwachten effecten
Op basis van distributieplanologisch onderzoek wordt geconcludeerd dat er zowel in de huidige als de toekomstige marktsituatie voldoende ontwikkelruimte is voor het planinitiatief van Aldi. De marktruimte neemt de komende planperiode toe als gevolg van de positieve bevolkingsontwikkeling in Assendelft, c.q. het draagvlak voor supermarkten wordt groter. Uit de analyse blijkt dat ook na de ontwikkeling van Aldi ontwikkelruimte overblijft voor andere ondernemers in de dagelijkse goederensector van Assendelft, om bijvoorbeeld de winkel te moderniseren. Daarbij is de gemiddelde vloerproductiviteit van Aldi relatief laag in vergelijking met het gemiddelde van Nederlandse supermarkten. Op basis van dit gegeven is een inschatting gemaakt van de omzetclaim van Aldi binnen het primair verzorgingsgebied.
Na de ontwikkeling van Aldi neemt het gemiddelde marktaandeel van de overige supermarkten en speciaalzaken slechts beperkt af en blijft nagenoeg stabiel. Als gevolg van de ontwikkeling van Aldi worden bij dergelijke marktomstandigheden geen onaanvaardbare (leegstands)effecten verwacht op het ondernemersklimaat in Assendelft. De leegstand in Assendelft is momenteel al beneden gemiddeld ten opzichte van het provinciale en gemeentelijke gemiddelde. Ook in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde in kernen met een vergelijkbaar inwonertal is de leegstand in Assendelft relatief laag. Met deze marktomstandigheden worden geen onaanvaardbare effecten verwacht op het woon-, leef- en ondernemersklimaat als gevolg van de ontwikkeling van Aldi.
Met de ontwikkeling wordt ingespeeld op de beleidsmatige behoefte aan het saneren van winkelmeters alvorens een nieuwe ontwikkeling mogelijk te maken. De planologische detailhandelsmogelijkheden van de voormalige Aldi-locaties worden geschrapt. De locaties worden herbestemd voor woningbouw.
Locatieafweging
Omdat de locatie Dorpsstraat 707 in Assendelft is aan te merken als solitaire winkellocatie moet deze voldoen aan de beleidsprincipes 'nieuw voor oud' en 'nee-tenzij principe' uit het detailhandelsbeleid van de gemeente Zaanstad.
Op basis van de locatie-analyse wordt geconcludeerd dat Aldi niet binnen de bestaande winkelleegstand of winkelstructuur van Assendelft ingepast kan worden. Ook is er geen relevante plancapaciteit beschikbaar voor de beoogde ontwikkeling. In het voorgaande is beschreven dat sprake is van zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve behoefte aan het initiatief van Aldi. Ook worden geen nadelige gevolgen verwacht op de bestaande winkelstructuur. De beoogde ontwikkeling voorziet in zorgvuldig ruimtegebruik conform het 'nee-tenzij principe'.
Vanuit ruimtelijk oogpunt is de locatie aan de Dorpsstraat 707 geschikt. De ontwikkeling voorziet in het principe van duurzaam ruimtegebruik door een verouderde bedrijfslocatie te transformeren naar een duurzame vestigingslocatie voor een supermarkt. De locatie ligt binnen bestaand stedelijk gebied en stedenbouwkundig sluit de ontwikkeling aan op de bestaande situatie. De supermarkt kan op deze locatie een integraal onderdeel worden van de mogelijk nieuw te bouwen woonwijk De Overhoeken. De inwoners van Assendelft kunnen daarom op aanvaardbare afstand blijven voorzien in hun eerste levensbehoeften met een versterking van het huidige dagelijks winkelaanbod met een complementaire winkelvoorziening op een ruimtelijk geschikte locatie.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de consumenten in Assendelft behoefte hebben aan een zo compleet mogelijk dagelijks winkelaanbod. Harddiscounter Aldi is complementair aan het bestaande aanbod. Bij gebrek aan vestigingslocaties binnen de bestaande winkelstructuur is de locatie Dorpsstraat 707 een geschikt alternatief en wordt invulling gegeven aan de beleidsprincipes 'nieuw voor oud' en 'nee-tenzij'. Daarbij kan de ontwikkeling op termijn worden geïntegreerd binnen de mogelijke woningbouwontwikkeling De Overhoeken. Met de beoogde ontwikkeling van Aldi aan de Dorpsstraat 707 is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking.
Woningbouwprogramma
Met dit bestemmingsplan worden nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Overigens zijn voor de locaties Zuideinde 146 Koog aan de Zaan en Beethovenstraat 6 Zaandam al woningen mogelijk. Hier is geen maximum aan gebonden. Omdat sprake is van een functiewijziging, waarin de gemengde bestemmingen worden vervangen door een woonbestemming, is inzicht gegeven in de actuele kwantitatieve en kwalitatieve behoefte.
Kwantitatief
Uit de Bevolkingsprognose Noord-Holland 2021-2050 blijkt dat Noord-Holland in 2050 naar verwachting bijna 3,4 miljoen inwoners zal hebben. Voor het huisvesten van deze groei zijn tot 2050 rond de 275 duizend extra woningen nodig.
Van 2019 tot 2021 was de groei in Noord-Holland lager dan werd verwacht in de provinciale prognose uit 2019. Dit heeft vooral te maken met de coronapandemie, waardoor minder mensen uit het buitenland naar Noord-Holland toekwamen. Voor de komende decennia wordt in Noord-Holland meer groei verwacht dan bij de prognose uit 2019. De afgelopen jaren, afgezien van een korte dip tijdens de coronapandemie, komen steeds meer mensen uit het buitenland naar Nederland.
Een hogere bevolkingsgroei zorgt voor een jongere bevolking, een grotere beroepsbevolking en meer gezinnen met kinderen. Op vergrijzing heeft extra groei weinig invloed, de meeste toekomstige ouderen wonen al in Noord-Holland. De groei van ouderen blijft hoog. Tot 2050 neemt het aantal 75+ers toe met 245 duizend inwoners, stijgt de bevolking tussen de 30 en 75 jaar met 150 duizend en groeit het aantal inwoners onder de 30 jaar met 110 duizend. Het aantal huishoudens in Noord-Holland neemt tot 2050 toe met 275 duizend. De grootste huishoudensgroei zit bij alleenstaanden boven de 65 jaar (+125 duizend) en gezinnen met kinderen (+65 duizend).
De resultaten van het ingezette woonbeleid in de RAP's worden gemonitord in de Monitor Woningbouw 2021 (provincie Noord-Holland). Het gaat zowel om een kwantitatieve als een kwalitatieve monitoring. De Monitor heeft als doel om een actueel beeld te krijgen van de capaciteit in woningbouwplannen. De woningbehoefte in de regio Zaanstreek-Waterland tot 2030 (de looptijd van dit bestemmingsplan) bedraagt 14.750 woningen; de plancapaciteit is 43.700 (tabel 3.1). Deze extra capaciteit komt doordat nieuwe, grootschalige woningbouwprojecten geprognotiseerd zijn die zich vooral richten op de overloop van Amsterdam.
Er is echter een harde plancapaciteit van 9.000 woningen, de rest bedraagt zachte plancapaciteit. Er is dus een tekort van 5.750 woningen in de harde plancapaciteit. Tot aan 2025 is er voldoende plancapaciteit voor de woningbouwopgave, maar voor de opgave tot 2030 zullen er nog meer plannen hard gemaakt moeten worden. Met name in de gemeente Zaanstad blijft de harde plancapaciteit1
achter bij de woningbehoefte (figuur 3.1). Er is dus een groot tekort aan harde plannen.
Tabel 3.1. Woningbehoefte 2020-2040 en plancapaciteit (bron: Monitor Woningbouw 2021)
Figuur 3.1 Plancapaciteit in relatie tot indicatieve opgave tot 2030 (bron: Monitor Woningbouw 2021)
De gemeente Zaanstad heeft in de in 2019 geactualiseerde Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' onder meer opgenomen dat gestreefd wordt naar een verhoging van de bouwproductie waarvoor het nodig is om samen met marktpartijen te zoeken naar mogelijkheden voor versnelling van de productie. Dit is vastgelegd in de 'Uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024'. De ambitie van de gemeente is om de bouwproductie te verhogen van 600 woningen naar 1.000 woningen per jaar.
Op 30 juni 2016 is MAAK Zaanstad door de gemeenteraad vastgesteld (zie ook 3.4.1). Hierin is het streven opgenomen om in Zaanstad tot 2040 tussen de 15.000 en 20.000 woningen te realiseren. Dit aantal extra woningen kan bereikt worden door nieuwbouw, of door alternatieven zoals transformatie van panden en door splitsing/aan- of bijbouwen bij bestaande woningen. Voor de komende 10 jaar wordt gestreefd de bouwproductie te verhogen naar 1.000 woningen per jaar. Dit sluit aan bij de ambitie van de MRA.
Kwalitatief
In de gemeentelijke woonvisie en Uitvoeringsagenda Wonen wordt ook aandacht besteed aan de kwalitatieve behoefte (het soort woningen waar behoefte aan is). Naast sociale woningbouw moeten ook huur- en koopwoningen in het midden en hoge segment worden gebouwd. Op die manier ontstaat er een betaalbaar aanbod voor mensen met verschillende inkomens. Dat gebeurt door intensieve samenwerking tussen de markt en de gemeente.
Conclusie
Uit deze analyse volgt de noodzaak om de woningbouwproductie te verhogen. Er zijn te weinig plannen om in de grote, eigen woningbehoefte te voorzien. In die behoefte kan deels worden voorzien op binnenstedelijke locaties. De locaties in het plangebied zijn binnenstedelijke locaties die beschikbaar komen voor woningbouw en een bijdrage leveren aan de behoefte. Het initiatief past derhalve binnen de ladder voor duurzame verstedelijking.
Op 19 november 2018 is de Omgevingsvisie voor de provincie Noord-Holland vastgesteld. De hoofdambitie in de Omgevingsvisie is als volgt: 'Noord-Holland heeft een relatief hoog welvaarts- en welzijnsniveau. Om deze ook voor de toekomst vast te kunnen houden, richten we ons op een goede balans tussen economische groei en leefbaarheid. Zodanig dat bij veranderingen in het gebruik van de fysieke leefomgeving de doelen voor een gezonde en veilige leefomgeving overeind blijven.'
De provincie heeft vijf samenhangende bewegingen geschetst. Deze bewegingen laten zien hoe de provincie omgaat met opgaven die op de samenleving afkomen en die ze wil faciliteren. Dat wordt gedaan door een aantal ontwikkelprincipes en randvoorwaarden mee te geven om de beweging naar de toekomst te kunnen maken. Het gaat om de volgende vijf bewegingen.
Binnen de beweging sterke kernen, sterke regio's zet de provincie in op het zoveel mogelijk binnenstedelijk realiseren en concentreren van wonen en werken (transformeren, bundelen, verdichten). Nieuwe ontwikkelingen van voorzieningen worden geconcentreerd in kernen, passend bij de rol van die kernen in het regionale netwerk. Een van de uitgangspunten is het op peil houden van het voorzieningenniveau en de bereikbaarheid. Ontwikkelingen bij groenstedelijke kernen vinden zoveel mogelijk binnenstedelijk plaats, nabij OV-knooppunten.
Beoordeling voor het plangebied
De beoogde locaties liggen binnen het bestaand stedelijk gebied. Met de ontwikkelingen is sprake van stedelijke verdichting en optimalisatie van het gebruik. Daarnaast kan het plan bijdragen aan het vitaal houden van de kernen en tegelijkertijd de eigen identiteit behouden. Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met de Omgevingsvisie NH2050.
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie zijn verankerd in de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening.
De provincie heeft met de Omgevingsverordening een eenvoudiger, duidelijker en meer integraal systeem van regels opgesteld. Met meer ruimte voor lokaal en regionaal maatwerk en bestuurlijke afwegingsruimte.
De nieuwe regels richten zich op het 'hoe': hoe kom je tot een goede fysieke leefomgeving? De fysieke leefomgeving staat voor alles wat mensen zien, voelen en ruiken, zoals gebouwen, wegen, parken, bossen, rivieren en een schone lucht. Voorheen richtten de regels zich vooral op het 'wat': wat mag niet en welke uitzonderingen gelden? Het gaat dus meer om het doel en minder om het middel.
Voor dit project zijn de volgende onderwerpen uit de Omgevingsverordening van belang:
Hierna wordt op deze aspecten ingegaan.
Ad. a Stedelijke functies
Artikel 6.3 Nieuwe stedelijke ontwikkelingen
Beoordeling voor het plangebied
De ontwikkeling betreft een nieuwe stedelijke ontwikkeling die regionaal is afgestemd. De ladder voor duurzame verstedelijking is positief doorlopen (zie paragraaf 3.2.3). Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan artikel 6.3 van de verordening.
Ad. b Detailhandel
Artikel 6.13 Detailhandel
Beoordeling voor het plangebied
De ontwikkeling voorziet in het wegbestemmen van twee voormalige supermarktlocaties en de nieuwvestiging op één nieuwe locatie. De locatie van de nieuwe supermarkt betreft een solitair bedrijfsperceel en is niet gelegen op een bedrijventerrein of een kantorenlocatie. De nieuwe locatie van de supermarkt ligt binnen het werkingsgebied landelijk gebied. In de onderbouwing aan de hand van de ladder voor duurzame verstedelijking is gemotiveerd dat deze ontwikkeling niet leidt tot ruimtelijk relevante leegstand van het bestaande winkelgebied (zie paragraaf 3.2.3). Daarom wordt voldaan aan artikel 6.13 lid 3 van de verordening.
Ad. c Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL)
Artikel 6.46 Bijzonder provinciaal landschap
Beoordeling voor het plangebied
De locatie Dorpsstraat 707 Assendelft ligt binnen het werkingsgebied Bijzonder provinciaal landschap. Het betreffende bijzonder landschap is Assendelft en omgeving. Op grond van lid 3 is een nieuwe stedelijke ontwikkeling niet mogelijk. Op grond van lid 8 kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken. In paragraaf 2.4 is aangetoond dat de drie ontwikkelingen die met dit plan mogelijk worden gemaakt sterk afhankelijk van elkaar zijn. Door het saneren van twee retailbestemmingen wordt de kwaliteit van de omliggende woonomgeving versterkt; ook wordt een bijdrage geleverd aan de grote behoefte aan woningen. Het beleid is om deze zoveel mogelijk binnenstedelijk op te lossen. Dit bestemmingsplan draagt daaraan bij. In Assendelft worden zorgwoningen in een landelijkere setting toegevoegd. Daarbij refereert de architectuur aan landelijke bebouwing.
In combinatie met andere woningtypen op de overige locaties leidt de diversiteit tot versterking van de woningvoorraad van Zaanstad en draagt dit bij aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente. Er wordt een bijdrage geleverd aan de woningbouwopgave van de gemeente.
Met de verplaatsing van het bouwbedrijf is het woongenot ter plaatse van de bestaande en toekomstige woningen verbetert. Deze locatie komt in aanmerking voor een nieuwe invulling. De transformatie van de locatie Dorpsstraat 707 in Assendelft leidt niet tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Bijzonder provinciaal landschap. In de huidige situatie is immers sprake van een versteend gebied. Met het voorliggende plan wordt juist kwaliteit toegevoegd door een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Hiermee wordt voldaan aan artikel 6.46 van de Omgevingsverordening.
Op 13 april 2021 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de zorgwoningen. Deze vielen nog onder de oude Omgevingsverordening, omdat de aanvraag voor oktober 2020 was ingediend. Dat betekent dat het aantal burgerwoningen niet toeneemt. Deze zijn immers met de omgevingsvergunning al mogelijk gemaakt. Artikel 6.4 staat dus niet in de weg voor de zorgwoningen. Om deze reden is de bestemmingsplanregeling voor de zorgwoningen in overeenstemming met de provinciale omgevingsverordening.
Ad. d Landelijk gebied
Artikel 6.4 Kleinschalige ontwikkelingen
Ter plaatse van het werkingsgebied landelijk gebied kan een ruimtelijk plan uitsluitend voorzien in een kleinschalige ontwikkeling, niet zijnde een kleinschalige woningbouwontwikkeling indien:
Beoordeling voor het plangebied
De locatie Dorpsstraat 707 Assendelft ligt binnen het werkingsgebied landelijk gebied. Op de locatie is reeds een stedelijke functie toegestaan in de vorm van een bedrijf.
Ad. e Regionale waterkeringen
Artikel 6.77 Regionale waterkeringen
Beoordeling voor het plangebied
De locatie Zuideinde 146 ligt binnen het werkingsgebied regionale waterkering langs de Voorzaan. De locatie Beethovenstraat 6 ligt niet binnen de regionale waterkering maar wel binnen de beschermingszone van de regionale waterkering. De kernzone van de regionale waterkering is op de verbeelding opgenomen met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'. Het plan is tevens voorgelegd aan de waterbeheerder in het kader van de watertoets (zie paragraaf 5.4) en akkoord bevonden. Hiermee zijn de waterbelangen geborgd en voldoet aan het plan aan artikel 6.77 van de verordening.
Op 30 juni 2016 is MAAK Zaanstad door de gemeenteraad vastgesteld. Binnen MAAK.Zaanstad is de gemeente Zaanstad met inwoners, ondernemers en organisaties in gesprek gegaan over de toekomst van Zaanstad. MAAK.Zaanstad is een toekomstbeeld en agenda en is eigendom van de stad. Het heeft tot doel met een investerings- en uitvoeringsagenda te komen die er voor zorgt dat Zaanstad ook op de lange termijn een sociaal duurzame stad is, waar mensen zich thuis voelen en met plezier wonen en werken.
MAAK.Zaanstad is een uitwerking van bestaande visies, zoals Zaans Evenwicht en de Economische en Ruimtelijke Structuurvisie. Deze visies zijn verrijkt met het gesprek met de stad en majeure ontwikkelingen, waaruit opgaven, richting en ambitie zijn gedestilleerd.
De agenda van MAAK.Zaanstad loopt tot 2040, maar kijkt ook op korte termijn: wat moet er nu al gebeuren? Met MAAK.Zaanstad heeft de gemeenteraad een aantal maatregelen vastgesteld.
Voor het plangebied relevante maatregelen zijn:
Beoordeling voor het plangebied
Het voorliggende bestemmingsplan maakt detailhandel en woningbouw mogelijk binnen de bestaande stedelijke contouren. Het plan beoogt een kwalitatieve herontwikkeling van drie locaties, waarbij op de locatie Dorpsstraat 707 in Assendelft ook aandacht is voor specifieke doelgroepen met een zorgvraag. Het bestemmingsplan draagt daarmee bij aan de doelstellingen van MAAK Zaanstad.
Het ontwikkelingsplan Zaan/IJ is door de gemeenteraad vastgesteld op 7 juni 2012. Zaanstad ziet als opgave voor de toekomst een duurzame en evenwichtige verstedelijking, waaronder de waterfrontontwikkeling van de Zaan- en IJ-oevers van Zaanstad en Amsterdam. De kernbegrippen daarbij zijn intensivering en transformatie. Met 30 km waterfront biedt Zaanstad bijzondere mogelijkheden voor nieuwe karaktervolle woon- en werkgebieden aan het water. De Amsterdamse IJ- en Zaanse Zaanoevers vormen het regionale verstedelijkingsproject Zaan/IJ. Totaal gaat het om de bouw van ca. 40.000 woningen en het creëren van meer dan 20.000 arbeidsplaatsen. Binnen Zaanstad gaat het om ruimte voor ongeveer 7.000 woningen en 450.000 m² vloeroppervlak voor bedrijven en voorzieningen.
Het Ontwikkelingsplan is een staalkaart van mogelijke ontwikkelingen langs het totale waterfront van Zaanstad. Het plan maakt de kansen en de belemmeringen zichtbaar en stippelt een ontwikkelingsstrategie uit voor duurzame verstedelijking van de Zaan- en IJ-oevers.
Het ontwikkelingsplan Zaan/IJ bestaat uit:
Het ruimteplan onderscheidt zeven Zanen met verschillende karakteristieken. Die karakteristieken moeten bewaard blijven bij stedelijke ontwikkeling. De bestaande mix van wonen en werken is onderdeel van de identiteit en kwaliteit van Zaanstad. Toch denkt Zaanstad na over de mogelijkheden als zich kansen voordoen voor transformatie naar woon-werklocaties en intensivering, om houvast te geven aan mogelijke herontwikkeling als bedrijven uit zichzelf besluiten te vertrekken. Het ruimteplan moet in die context bezien worden.
Beoordeling voor het plangebied
Voor het plangebied is het relevant dat de locatie Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan valt binnen het deelgebied 'Stadse Zaan'. Doelstelling voor dit gebied is de Zaanse karakteristiek te behouden en te versterken. Dit kan door behoud van het contrast tussen de grote fabrieken en het kleinschalig wonen en de asymmetrie in de vorm van het tegenover stedelijke wanden behouden van groene tuinen met losse gebouwen. Overal komen doorzichten en op bijzondere plaatsen openbare ruimten met publieksfuncties voor. Parkeerplaatsen aan het water zijn niet gewenst. Het beoogde plan aan de Zuideinde voldoet aan deze uitgangspunten.
Op 7 juni 2012 is de Ruimtelijke structuurvisie Zichtbaar Zaans door de gemeenteraad vastgesteld. De structuurvisie geeft een overzicht van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020. Daarvoor zijn vier ruimtelijke opgaven tot 2020 gedefinieerd. Tot 2020 werkt Zaanstad haar ruimtelijke ambities uit aan de hand van deze vier ruimtelijke ontwikkelopgaven:
Voor het plangebied zijn met name opgave 2 en 3 relevant. Zaanstad heeft geen uitbreidingsmogelijkheden meer in het landelijk gebied (vanwege Natura 2000, beschermd natuurgebied en Ecologische Hoofdstructuur). Ook in het regionaal ruimtelijk beleid is uitbreiding in de vorm van uitleg niet aan de orde. De laatste uitleggebieden voor wonen (Kreekrijk en De Overhoeken) en werken (HoogTij) worden voltooid. Voortaan kan alleen nog maar binnen bestaande stedelijke contouren gebouwd worden. In een aantal gebieden streeft de gemeente daarom naar intensiveren door slim en meervoudig ruimtegebruik op basis van de bestaande functies en structuren. In andere gebieden wil de gemeente juist ingrijpende veranderingen tot stand brengen via transformatie. In sommige gebieden - zoals langs de Zaanoevers - is sprake van zowel intensivering als transformatie. Belangrijk onderdeel van de opgave tot 2020 is het scheppen van de juiste randvoorwaarden ten aanzien van milieu, bereikbaarheid en imago.
Beoordeling voor het plangebied
De ontwikkeling is in overeenstemming met de doelstellingen uit de structuurvisie. Het plan voorziet in een transformatie van het bestaande gebruik naar een functies waar behoefte aan is. Op de locatie Dorpsstraat 707 in Assendelft wordt daarbij tevens ingezet op meervoudig ruimtegebruik door een supermarkt te combineren met appartementen en een woonzorgconcept. Daarnaast is sprake van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
In dit hoofdstuk staat een beschrijving van de beleidskaders op het gebied van specifieke beleidsthema's die van belang zijn voor het opstellen van dit bestemmingsplan.
Daar waar nodig wordt dieper ingegaan op de keuzes die in het plan zijn gemaakt op basis van deze kaders. Iedere paragraaf besluit met een conclusie waarin de betekenis voor het beleid voor het plangebied is opgenomen. Waar de invulling van het plan afwijkt van het beleid is dit specifiek aangegeven.
De onderwerpen cultuurhistorie, verkeer en parkeren, milieu en water worden in Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten van het bestemmingsplan beschreven.
In 2013 is de welstandsnota van Zaanstad vastgesteld, als resultaat van een discussie in de gemeenteraad over de te volgen welstandskoers. Het uitgangspunt daarbij was dereguleren en vereenvoudigen, maar met behoud van de ruimtelijke kwaliteit in de stad.
Het resultaat van de discussie in de raad is het uitgangspunt voor de Welstandsnota Zaanstad 2013: een gedifferentieerde aanpak met minder en eenvoudigere regels waar het kan en nauwkeurige welstandssturing waar het moet.
In de welstandsnota is een proef met welstandsvrije gebieden ingevoerd. Dit zorgt voor vermindering van de regeldruk en vormt een bijdrage aan de gemeentelijke hervormingsagenda. De welstandsvrije proef betreft delen van een aantal bedrijventerreinen en naoorlogse woonwijken waar geen grootschalige herstructurering of ontwikkeling loopt vanuit de gemeente. Monumenten zijn hiervan uitgezonderd.
In de overige woonwijken, die vaak een gelijksoortige, seriematige opbouw hebben en waar vooral veel kleine uitbreidingen worden aangevraagd, zijn de regels vereenvoudigd en teruggebracht in aantal. In deze gebieden ligt de nadruk op beheer en is het uitgangspunt 'sturen op basiskwaliteit', vooral door middel van een welstandstoets.
In gebieden die typisch Zaans zijn of door andere kwaliteiten vragen om meer sturing op ruimtelijke kwaliteit geldt een gewogen beleid. Dit betekent niet dat er niets kan, maar dat er aan de bestaande eigenschappen van het gebied grote waarde wordt toegekend en dat de bewijslast om met een nieuw plan hiervan af te wijken groter is. De criteria geven aan dat in die gevallen extra zorgvuldigheid en ontwerpdeskundigheid vereist zijn.
Beoordeling voor het plangebied
Voor het plangebied gelden de volgende welstandsniveaus:
In de bijzondere welstandsgebieden, zoals het centrum, de linten en de dorpskernen, is extra inspanning ten behoeve van het behoud en de eventuele versterking van de ruimtelijke kwaliteit gewenst.
In de gewone welstandsgebieden is het regime wat strenger dan in eenvoudige gebieden. Bouwplannen in gewogen gebieden doen in principe geen afbreuk aan de basiskwaliteit van de openbare ruimte. Aan achterkanten kunnen bouwplannen vanwege hun beperkte invloed op de openbare ruimte veelal soepeler beoordeeld worden.
Toetsing aan de welstandsnota vindt plaats bij de beoordeling van individuele bouwplannen.
Deze nota heeft als doel om vanuit het algemeen belang, op een ruimtelijk juiste manier ruimte te bieden aan woningeigenaren voor ontwikkelingen aan de woning. Afhankelijk van de categorie bouwactiviteit kiest de gemeente Zaanstad ervoor om maatwerk te leveren, mee te werken als de bouwactiviteit aan bepaalde regels voldoet, of niet mee te werken. Bij initiatieven die in aanmerking komen voor maatwerk geldt het beleid in deze nota als toetsingskader.
Als voor een bestaand woongebied een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld, dan geldt deze nota als uitgangspunt voor de bouwmogelijkheden. Voor regels in bestemmingsplannen gelden echter (juridisch) strengere eisen dan voor beleidsregels. Het is hierdoor niet mogelijk om de in de beleidsnota opgenomen regels één op één over te nemen in een bestemmingsplan. Daarom wordt per bestemmingsplan afgewogen op welke wijze de bouwmogelijkheden in de nota het beste vertaald kunnen worden naar het bestemmingsplan. Daarbij zal ook meewegen of een wijziging van de regels planschade tot gevolg kan hebben, doordat bouwregels in het geldende bestemmingsplan ruimer zijn dan in de nota woonbebouwing. Het is wel de bedoeling om de mogelijkheden uit de nota zoveel mogelijk te vertalen naar bestemmingsplannen voor bestaande woongebieden. Bij ontwikkellocaties wordt gekeken naar wat voor bebouwing gewenst is en wordt eventueel gemotiveerd afgeweken van de nota woonbebouwing.
Deze nota is niet van toepassing op (erven van) woonschepen/woonarken, woonwagens, recreatiewoningen, appartementencomplexen en monumenten. Het beleid en de regels in deze nota zijn ook niet van toepassing op woningen in beschermde dorpsgezichten, en op bebouwing met een andere functie dan wonen.
De nota dient als basis voor de actualisatie van bestemmingsplannen en de welstandsnota. Voor zover mogelijk zijn de objectief meetbare zaken van de nota in het bestemmingsplan verwerkt. Het gaat daarbij om het vergroten van het hoofdgebouw (achterwaarts), dakkapellen, erkers, bijbehorende bouwwerken, dakterrassen en erfafscheidingen. Deze zijn grotendeels bij recht als bouwmogelijkheid opgenomen. Hiermee is voor een kleiner aantal gevallen van een (kleinschalige) uitbreiding bij wonen een aparte planologische procedure noodzakelijk. Een aantal onderdelen uit de nota is vergunningvrij. Dit betreft o.a. de bouwwerken ten behoeve van een zwembad, whirlpool, jacuzzi, vijver, keermuur, sport- en speeltoestellen en dergelijke.
Beoordeling voor het plangebied
Bij het opstellen van de planregels is de Nota als uitgangspunt genomen. De (bouw)regels in het bestemmingsplan sluiten aan op de Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012.
De raad van de gemeente Zaanstad heeft op 11 juli 2019 de geactualiseerde versie van de Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' vastgesteld. Met 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' sloeg Zaanstad een nieuwe koers in waarbij de focus veranderde van uitbreiding naar transformatie en van kwantiteit naar kwaliteit. Dat betekent gedifferentieerde woonmilieus, keuzevrijheid in woningaanbod, kwalitatief goede woningen en een goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken. De afgelopen jaren heeft de gemeente samen met woonpartners hard gewerkt om het wonen in Zaanstad te verbeteren. De woonvisie en het bijbehorende Uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024 geven richting aan deze activiteiten. De gemeente zet in op gedifferentieerde woonmilieus, kwalitatief goede woningen en goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken.
De gemeenteraad heeft zes belangrijke opgaven benoemd die doorslaggevend zijn voor de verdere groei en ontwikkeling van Zaanstad: verstedelijking, economische ontwikkeling, kansengelijkheid, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Dit wordt in de woonvisie vertaald naar de volgende opgaven:
In het verlengde van de geactualiseerde woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' heeft de gemeente Zaanstad de Uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024 vastgesteld. Door middel van deze agenda wordt een extra impuls gegeven aan het Zaans woonbeleid. De uitvoeringsagenda is samengesteld op basis van een programmatische aanpak rond vijf deelthema's (actieprogramma's):
Deze actieprogramma's gaan over concrete en zichtbare stappen die de gemeente zet om de ambities uit de woonvisie dichterbij te brengen. De uitvoeringsagenda richt het vizier vooral op de korte en middellange termijn. Met dit uitvoeringsprogramma zet de gemeente in op onder andere duurzaamheid en een (betere) doorstroming door middel van een gedifferentieerd woningaanbod.
Zaanstad zet in de geactualiseerde woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' in op verhoging van de bouwproductie. Daarvoor is het nodig dat de gemeente en marktpartijen samen zoeken naar mogelijkheden voor versnelling van de productie. Voor de komende jaren zijn er voldoende plekken in de stad om deze ambitie te realiseren. Wil Zaanstad ook op langere termijn in de woningvraag voorzien, dan zijn er ruimtelijke keuzes nodig.
Versnelling van de productie gaat hand in hand met kwaliteit. Vraaggericht bouwen vergroot de afzetkansen. We waken ervoor dat er niet alleen voor de korte termijnvraag wordt gebouwd en dat er voldoende diversiteit in het bouwprogramma tot stand komt om Zaanstad ook in de toekomst aantrekkelijk te houden. Bij het ontwikkelen van plannen wegen we telkens af: wat voor kansen biedt een locatie, wat is de woningbehoefte en wat weten we over de buurt en de directe omgeving? Omdat de woningvraag voortdurend verandert, zoeken we gericht naar woonconcepten die flexibel inzetbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor mensen in meerdere levensfasen.
De verwachte huishoudensgroei op korte en lange termijn vereist de bouw van minstens 1.000 woningen per jaar. We houden rekening met doelgroepen die we binnen onze gemeente willen (blijven) huisvesten en met bevorderen van de doorstroming op de Zaanse woningmarkt. Door te sturen op kwaliteit en diversiteit blijft Zaanstad een veelzijdige en aantrekkelijke stad en kunnen we onze positie in de regio versterken.
Beoordeling voor het plangebied
Het plan voorziet in de behoefte om meer woningen te realiseren en doet dit binnen de stedelijke contouren. Het plan draagt bij aan de doelstellingen van de woonvisie.
Zaanstad wil een aantrekkelijke gemengde woonwerkstad blijven en zet in op een kwalitatieve versterking van het bestaande en een ontwikkeling van bestaand naar nieuw. Daarmee wil Zaanstad van een eenzijdige naar een meer gedifferentieerde economie. Een stad met historie middenin de Metropoolregio Amsterdam waar de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde stijgt. Zaanstad heeft de ambitie tot 2020 te groeien naar het niveau van de Metropoolregio Amsterdam als het gaat om de kwaliteit van de leefomgeving en de werkgelegenheid. Het huidige college heeft de ambitie dat de werkgelegenheidsratio (banen gedeeld door beroepsbevolking) ten minste op 80% blijft en indien mogelijk met enige procentpunten te laten groeien. Er zijn, ten opzichte van de beroepsbevolking, meer banen dan voorheen.
De economische structuur van Zaanstad moet versterkt en uitgebouwd worden. De voedingsmiddelenindustrie en de maakindustrie zijn van oudsher de motor van de Zaanse economie. Deze sectoren bieden ook richting de toekomst kansen, maar Zaanstad moet zich meer en meer ontwikkelen van een traditionele industriestad naar een stad waar 'handjes en kennis en creativiteit' (denkers, durvers en doeners) bij elkaar komen, zodat ook de kansen binnen de zakelijke dienstverlening beter kunnen worden benut. Daarom wil Zaanstad kennisontwikkeling, innovatie en clustervorming binnen de volgende sectoren extra stimuleren:
Uitgangspunt is dat Zaanstad een stad is om te wonen, te werken en te recreëren met versterking van voorzieningen de leefkwaliteit in de metropoolregio Amsterdam. Dit betekent een duidelijke positie van de werkfunctie in de stad, waarbij werkgelegenheid in de stad met weinig 'milieuhinder' zoveel mogelijk ruimte moet worden geboden op de binnenstedelijke terreinen en in de wijken.
Beoordeling voor het plangebied
Met voorliggend plan wordt de realisatie van een discountsupermarkt mogelijk gemaakt op een voormalige bedrijfslocatie. De supermarkt draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau. In het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking is een ruimtelijk-economisch onderzoek uitgevoerd (bijlage 3) Daarin wordt dit verder verduidelijkt. Geconcludeerd wordt dat er zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin behoefte is aan de ontwikkeling van de discountsupermarkt. Met de ontwikkeling is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik.
Het doel van de Detailhandelsvisie Zaanstad is om een bijdrage te leveren aan een vitaal en dynamisch winkelklimaat en daarmee een leefbare stad. Een belangrijke stap daartoe is het vaststellen van een geactualiseerde hoofdwinkelstructuur. Subdoelen zijn verder:
De gemeente Zaanstad heeft door de ruimtelijke structuur een historisch gegroeid fijnmazig netwerk van winkelgebieden. Er zijn zeven kernen met ieder hun eigen (hoofd)winkelgebied. Assendelft valt onder de kleinere centra die overwegend gericht zijn op dagelijkse boodschappen. De Saen is een klein wijkverzorgend centrum met een compleet pakket in Assendelft-Noord. Het winkelaanbod in Assendelft-Zuid is verdeeld over twee locaties. Het gaat om een cluster met twee supermarkten aan de zuidzijde van de Dorpsstraat. Het aantal winkelvoorzieningen langs de straat is in de loop der jaren door schaalvergroting en concentratie verminderd. De tweede locatie is te vinden bij het kruispunt Dorpsstraat-Communicatieweg. Hier is één supermarkt gevestigd.
De ondersteunende centra onttrekken zich in grote lijnen aan het algemene beeld en landelijke trends, mits het verzorgingsgebied voldoende groot is, deze centra op de goede plekken liggen (goed bereikbaar en voldoende parkeren) en ze voldoende keuze bieden voor het doen van de dagelijkse boodschappen. Bij het maken van die scherpe keuzes zijn de volgende uitgangspunten van doorslaggevend belang.
Nieuwe initiatieven voor detailhandel kunnen een plek krijgen in een van de winkelgebieden in de hoofdstructuur. Daarbij geldt voor de hoofdwinkelgebieden dat hier het primaat ligt voor de niet-dagelijkse sector, voor de ondersteunende centra ligt dat bij de dagelijkse boodschappen, en voor het volumineuze aanbod ligt dat bij de PDV-gebieden.
Toetsingskader initiatieven
Voor reguliere supermarkten wordt binnen de hoofdstructuur gekeken of het initiatief past bij de schaal van het winkelgebied en of nut en noodzaak middels een distributieplanologisch onderzoek (dpo) kan worden aangetoond. Voor aanvragen buiten de hoofdstructuur wordt eerst gezocht naar alternatieve mogelijkheden binnen de hoofdstructuur. Nieuwvestigingen en uitbreidingen buiten de hoofdstructuur worden niet toegestaan. Relocatie is toegestaan onder de volgende voorwaarden (figuur 4.1).
Figuur 4.1: Toetsingskader supermarktinitiatieven (Detailhandelsvisie Zaanstad 2015-2025, 2015)
Voor initiatieven die in de geest van dit afwegingskader vallen een toegevoegde waarde voor de kern hebben, maar om onvoorziene redenen niet aan alle voorwaarden voldoen, kan het college na integrale belangenafweging besluiten om af te wijken. Voor deze initiatieven geldt het nee-tenzij principe. Deze worden in beginsel niet gehonoreerd, met dien verstande dat alleen een uitzondering wordt gemaakt voor initiatieven die:
Beoordeling voor het plangebied
De beoogde ontwikkeling van Aldi aan de Dorpsstraat 707 in Assendelft voorziet in een nieuwe solitaire winkellocatie. Dit betekent dat het toetsingskader voor nieuwe supermarkten doorlopen zal moeten worden. Het planinitiatief betreft het toevoegen van een supermarkt met een groter oppervlak dan 500 m² bvo buiten de hoofdstructuur. Het initiatief wordt niet gezien als nieuwvestiging of uitbreiding, maar betreft een relocatie van de twee voormalige Aldi-supermarktlocaties aan de Beethovenstraat 6 in Zaandam en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan naar het perceel Dorpsstraat 707 in Assendelft.
Relocatie van supermarkten is mogelijk, mits de hoofdstructuur niet onder druk staat, het oppervlak niet groter is dan de oude vestigingen en de oude locaties herontwikkeld worden met niet-detailhandel. De beoogde ontwikkeling kan niet aan al deze voorwaarden voldoen. Per saldo zal het bestemmingsplan 106 m² aan detailhandel toevoegen. Het college kan echter na een integrale belangenafweging besluiten om af te wijken. Hiervoor geldt het nee-tenzij principe.
Kan de ontwikkeling fysiek worden ingepast binnen de hoofdstructuur?
Conform het relevante beleid moeten detailhandelsinitiatieven zoveel mogelijk worden gefaciliteerd binnen de bestaande hoofdstructuur aan winkelgebieden. Uit de analyse in het ruimtelijk-economisch onderzoek (bijlage 3) blijkt echter dat er geen geschikte locaties voor handen zijn, niet in de hoofdstructuur van de gemeente Zaanstad, maar ook niet in Assendelft.
Levert de ontwikkeling een wezenlijke bijdrage aan de attractiviteit van Zaanstad in termen van woon-, leef-, bezoekers- en ondernemersklimaat?
In hoofdstuk 3 van het ruimtelijk-economisch onderzoek (bijlage 3) is de behoefte aan de beoogde ontwikkeling van Aldi aangetoond. Harddiscounter Aldi is een complementaire supermarktketen, die momenteel ontbreekt in Assendelft. De consument in Assendelft heeft behoefte aan een zo compleet mogelijk dagelijks winkelaanbod op aanvaardbare afstand. Daarbij is met een distributieplanologisch onderzoek aangetoond dat de marktomstandigheden ruimte bieden voor ontwikkeling. Ook wordt met de beoogde ontwikkeling invulling gegeven aan het 'nieuw voor oud' principe. Naast de principes 'nieuw voor oud' en 'nee-tenzij' staat in het regionale detailhandelsbeleid (Stadsregio Amsterdam, 2016) beschreven dat het toevoegen van een nieuwe detailhandelslocatie mogelijk is als er sprake is van een significante uitbreiding van de kern of een positieve bevolkingsprognose. De bevolkingsomvang van Assendelft zal de komende (plan)periode (2028) toenemen met ca. 4% (Bevolkingsprognose Zaanstad, 2016). De beoogde ontwikkeling van Aldi in Assendelft voorziet in zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve behoefte van consumenten uit Assendelft aan een complete voorzieningenstructuur op aanvaardbare afstand.
Leidt de ontwikkeling tot nadelige gevolgen voor de hoofdwinkelstructuur?
In het ruimtelijk-economisch onderzoek (bijlage 3) is aangetoond dat er als gevolg van de ontwikkeling van Aldi geen significant nadelige effecten verwacht worden op het ondernemersklimaat in Assendelft, en daarmee op de hoofdwinkelstructuur van Assendelft. De huidige marktomstandigheden zullen als gevolg van de beoogde ontwikkeling van Aldi niet substantieel wijzigen. Het marktaandeel van de overige supermarkten en speciaalzaken blijft nagenoeg stabiel, waardoor geen significant nadelige ruimtelijke effecten te verwachten zijn, zoals leegstand.
Met de ontwikkeling wordt de bestaande fijnmazige winkelstructuur van Assendelft niet verstoord. Harddiscounter Aldi wordt relatief doelgericht bezocht, waardoor het combinatiebezoek van de Aldi-consument relatief beperkt is. De consument zal voor het complete boodschappenpakket nog steeds de overige supermarkten en speciaalzaken blijven bezoeken. Bij Aldi wordt vooral een beperkt aantal producten gekocht, vaak in grotere hoeveelheden. Verwacht wordt dan ook dat als gevolg van de beoogde ontwikkeling van de harddiscounter geen winkels hoeven te sluiten. De inwoners van Assendelft kunnen daarom op aanvaardbare afstand blijven voorzien in hun eerste levensbehoeften met een versterking van het huidige dagelijks winkelaanbod met een complementaire winkelvoorziening.
Geconcludeerd wordt dat in het kader van een integrale afweging afgeweken kan worden van het gemeentelijk detailhandelsbeleid. Op basis van een locatie-analyse wordt geconcludeerd dat Aldi niet binnen de bestaande winkelleegstand of winkelstructuur van Assendelft ingepast kan worden. Ook is er geen relevante plancapaciteit beschikbaar voor de beoogde ontwikkeling. Assendelft kent een benedengemiddelde winkelleegstand. Gezien de verspreide ligging van de winkellocaties in Assendelft en de marktruimteberekeningen worden geen nadelige effecten verwacht op het ondernemersklimaat. De beoogde ontwikkeling voorziet in zorgvuldig ruimtegebruik conform het 'nee-tenzij principe'. De ontwikkeling voorziet ook in het principe van duurzaam ruimtegebruik door een verouderde bedrijfslocatie te transformeren naar een duurzame vestigingslocatie voor een supermarkt, en het transformeren van niet-courante supermarktlocaties naar woningbouw.
Zaanstad wil een toekomstbestendige gemeente zijn, die voor de huidige en toekomstige bewoners aantrekkelijk is om in te wonen, te werken en te recreëren. De aanwezigheid van groen en water speelt daarbij een belangrijke rol. Het doel van het Groen- en waterplan is het verkrijgen van een integrale visie en een afwegingskader voor het groen en water in en om het stedelijk gebied van Zaanstad. Dit beleidskader moet zowel sturing geven aan behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit, als ruimte bieden voor diverse invullingen van ontwikkelingen.
In het stedelijk gebied wordt de druk op het groen en water steeds groter. De ambitie is om bij ontwikkelingen het groen en water zo efficiënt mogelijk in te richten met ruimte voor waterberging en natuur. Bij toenemende verstedelijking wordt de kwaliteit van de leefomgeving steeds belangrijker voor een prettige woonomgeving. Het beleid is zo dat waar de kwantiteit van het groen of water afneemt, de kwaliteit passend wordt gemaakt en bij de aanwezige waarden wordt toegevoegd. Daarnaast zijn er verschillende gemeentelijke initiatieven om bijvoorbeeld particulieren te stimuleren een meer groene omgeving te creëren en gaat de gemeente zelf aan de slag om de kernwaarden in de openbare ruimte te verbeteren. Voor ontwikkelingen zijn verschillende kwaliteitsimpulsen benoemd om de bestaande kwaliteiten te verhogen.
In het Groen- en waterplan is het volgende afwegingskader voor ontwikkelingen in het stedelijk gebied opgenomen (figuur 4.2).
Figuur 4.2: Afwegingskader Groen- en waterplan Zaanstad
Beoordeling voor het plangebied
Voor de beoogde ontwikkeling is het afwegingskader uit het Groen- en waterplan van de gemeente Zaanstad doorlopen. De uitkomst is als volgt.
Vanuit deze uitkomsten kan op basis van het afwegingskader gekeken worden naar mogelijkheden om kwaliteit toe te voegen.
Dorpsstraat 707 Assendelft
Met de beoogde ontwikkeling worden verouderde bedrijfswoningen en bedrijfshallen herontwikkeld naar zorgwoningen en een nieuwe Aldi-supermarkt. Op deze manier wordt de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied vergroot. Het terrein dat nu een stenig uiterlijk heeft, wordt daarbij ingericht met kwalitatief hoogwaardiger en ecologischer groen. Aan de oostzijde wordt op de locatie extra water toegevoegd. De bestaande sloot wordt hiervoor verder uitgegraven.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
De huidige supermarktbebouwing en de winkelstrip op de locatie zal worden afgebroken. Deze wordt vervangen door een nieuwe invulling, die deels refereert aan de oorspronkelijke industriële invulling van het gebied en aansluiting zoekt op de schaal van de panden in de directe omgeving. Het voormalige bruggenhoofd over de Zaan krijgt daarbinnen een meer prominente positie. Dit gaat een belangrijke toegang tot het plangebied worden. Bovendien komt aan het bruggenhoofd een verblijfsplek. Door de opwaardering van het bruggenhoofd wordt het aantrekkelijker voor omwonenden om naar de Zaan te lopen en hier te verblijven. Dit draagt dus bij aan de verblijfskwaliteit van de omgeving. De relatie tussen het Zuideinde en de Zaan wordt hiermee versterkt.
Beethovenstraat 6 Zaandam
De nieuwe bebouwing aan de Beethovenstraat wordt in dezelfde rooilijn en bebouwingstypologie gebouwd als de bestaande woningen aan de Beethovenstraat. Hiermee wordt de bebouwing goed ingepast in de omgeving. De bebouwing wordt gerealiseerd op een bestaande betonvloer. Hierdoor, en door de beperkte oppervlakte, is het toevoegen van extra groen of water op deze locatie niet mogelijk.
Geconcludeerd wordt dat de beoogde ontwikkelingen aansluiten bij het afwegingskader groen en water van de gemeente Zaanstad. De kwaliteit van het plangebied wordt als gevolg van de beoogde ontwikkelingen per saldo vergroot, zowel op het gebied van ruimtelijke kwaliteit als door het toevoegen van groen en water. Dit is met name het geval op de locaties in Assendelft (groen en water) en Koog aan de Zaan (groen).
Voor de ontwikkeling is het van belang dat tijdens de uitvoering en in de nieuwe situatie sprake is van een goede omgevingssituatie. Deze omgevingstoets gaat in op de relevante milieuaspecten (bodem, water, milieuzonering en externe veiligheid) en om andere sectorale regelgeving (bijvoorbeeld archeologie en cultuurhistorie, ecologie).
Onderzoek en conclusie
Toetsingskader
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van de omgevingsvergunning planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:
Per 16 mei 2017 is de regelgeving voor de MER en m.e.r.-beoordeling gewijzigd met daarin een nieuwe procedure voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Onderzoek en conclusie
In het Besluit milieueffectrapportage is opgenomen dat de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject m.e.r.-beoordelingsplichtig is in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op 2.000 of meer woningen, een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m² of meer of een oppervlakte van 100 ha of meer. De beoogde ontwikkeling bestaat uit de realisatie van een nieuwe supermarkt van 1.780 m2 bvo en de toevoeging van 44 woningen. De 30 zorgwoningen aan de Dorpsstraat zijn al mogelijk op basis van de verleende omgevingsvergunning en valt buiten dit bestemmingplan. De beoogde ontwikkeling blijft daarmee ruim onder de drempelwaarde.
Alhoewel de beoogde ontwikkeling onder de drempelwaarde blijft is middels een aanmeldingsnotitie onderzocht of sprake is van belangrijke nadelige milieueffecten. Uit de informatie in deze notitie blijkt dat de aard en beperkte omvang van het project niet leidt tot belangrijke nadelige milieugevolgen. Het plangebied is niet gelegen in kwetsbaar gebied en/of gebied met een beschermde status. Met inachtneming van de in hoofdstuk 3 in de notitie beschreven mitigerende maatregelen is het doorlopen van een volledige m.e.r.-procedure niet noodzakelijk.
Toetsingskader
In verband met de uitvoerbaarheid van een plan dient rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of sprake is van een saneringsnoodzaak. Indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, dient de grond zodanig te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie.
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
Naar aanleiding van de memo die door HB advies opgesteld is (zie bijlage 4), heeft in 2017 actualiserend onderzoek (a) plaatsgevonden en is een saneringsplan (b) ingediend:
Uit de onderzoeksresultaten van het actualiserend onderzoek blijkt dat er sprake is van twee gevallen van bodemverontreiniging.
Geval 1: Ophooglaag
Op de locatie is een zandhoudende ophooglaag aanwezig met daarin bijmengingen aan onder andere puin. Deze laag is niet geheel in horizontale richting in kaart gebracht en bevindt zich naar verwachting op het hele perceel. De ophooglaag is licht tot sterk verontreinigd met zware metalen, PAK en asbest.
Geval 2: Olieverontreiniging
De grond ter plaatse van de (voormalige) afleverzuilen voor benzine, ondergrondse benzinetank en mobiele dieselpomp is sterk verontreinigd met minerale olie. Deze sterke verontreinigingen zijn niet verticaal begrensd en betreffen vermoedelijk geen aaneengesloten vlek, maar afzonderlijke spots. De omvang van de sterke verontreiniging in de grond is niet exact bepaald.
Het grondwater is sterk verontreinigd met minerale olie, benzeen en naftaleen. De sterke grondwaterverontreiniging is in horizontale en verticale richting voldoende begrensd en heeft een omvang van maximaal 2.000 m³.
Tevens is een saneringsplan opgesteld waarin de verontreinigingen worden geïsoleerd met een leeflaag van ten minste 0,5 m dikte, verharding en bebouwing.
Het bevoegd gezag (gemeente Zaanstad) heeft in haar beschikking van 26 augustus 2019 (zie bijlage 5) aangegeven in te stemmen met het saneringsplan. Met de kosten van de sanering is rekening gehouden in de exploitatie van deze locatie; de ontwikkeling blijft financieel uitvoerbaar.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is door APS-Milieu in 2016 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de bodem op deze locatie licht tot sterk verontreinigd is. Het grondwater is licht verontreinigd met Barium. Vanwege de verontreiniging in de bodem is door APS-Milieu nader onderzoek uitgevoerd naar de ernst en omvang van de aangetroffen matige tot sterke verontreinigingen (zie bijlage 7). Hieruit blijkt dat op de locatie geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (>25 m³ sterk verontreinigd bodemvolume), maar van een spot van sterke verontreinigingen. APS Milieu adviseert om een saneringsplan op te stellen om de aangetroffen sterke verontreinigingen met zware metalen te verwijderen. Hiermee is in de financiële opzet rekening gehouden.
Hierbij wordt opgemerkt dat bovengenoemd onderzoek niet is uitgevoerd voor de gronden onder de bebouwing en het parkeerterrein aan de Zaanzijde is niet onderzocht. Op basis van de aangetroffen gehalten in het verkennend onderzoek is geconcludeerd dat er nader onderzoek en afperking van de verontreinigingen gedaan moet worden. De verontreinigingen die zijn aangetoond, zijn over het algemeen heterogeen verspreid over de percelen vanwege een (oude) stedelijke ophooglaag. Het kan zo zijn dat er op de plekken waar (nog) geen onderzoek uitgevoerd is ook sterke verontreinigingen voorkomen.
In het vervolgtraject moet er ter plaatse van de percelen en onder de bebouwing nog wel verkennend/actualiserend onderzoek uitgevoerd worden. Als hier ook verspreid matige tot sterke verontreinigingen worden aangetoond, hoeft er geen nader onderzoek plaats te vinden, maar moet het perceel wel gesaneerd worden voor de toekomstige functie wonen (met tuin).
Beethovenstraat 6 Zaandam
Ter plaatse van Beethovenstraat 6 in Zaandam worden vier woningen gerealiseerd. Onder het bestaande pand ligt een zware betonvloer. Na sloop van het bestaande pand zal deze vloer, die het gehele perceel beslaat, blijven liggen. Daarop zal het nieuwe pand gebouwd worden. Er vinden geen grondwerkzaamheden plaats. Ook zullen de nieuwe bewoners niet in contact kunnen komen met de bodem onder deze vloer. Voor de volledigheid is toch in de directe nabijheid een bodemonderzoek uitgevoerd. Dit is opgenomen in bijlage 6.
Hieruit is gebleken dat de schone bovengrond niet is verontreinigd met de geanalyseerde parameters. De licht puinhoudende zandlaag van 0,4 tot 0,9 m-mv is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters. De licht puinhoudende en sterk sintelhoudende zandlaag van 0,9 tot 1,9 m-mv is ten hoogste licht verontreinigd met kobalt, nikkel en PAK. De onderliggende veenlagen zijn ten hoogste licht verontreinigd met kwik. Het grondwater is licht verontreinigd met molybdeen. De aangetoonde lichte verontreinigingen met zware metalen en PAK kunnen vermoedelijk gerelateerd worden aan de aangetroffen bijmengingen en/of verhoogde achtergrondwaarden. De onderzoeksresultaten geven een representatief beeld van de milieuhygiënische bodemkwaliteit en mede gezien de aangetoonde lichte mate van verontreinigingen is er geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek. De aangetroffen lichte verontreinigingen zijn geen belemmering voor de bestemmingsplanwijziging en de voorgenomen nieuwbouwplannen.
Conclusie
Ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft is actualiserend (grond)water- en asbestonderzoek noodzakelijk. Daarnaast is bodemonderzoek nodig voor de niet eerder onderzochte percelen. Voor deze locatie is inmiddels een saneringsplan opgesteld en ingediend bij de gemeente Zaanstad. De gemeente heeft hier positief op besloten (26 augustus 2019).
Ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan dient een nader onderzoek en een saneringsplan te worden opgesteld.
Ter plaatse van Beethovenstraat 6 in Zaandam blijft de betonvloer liggen, vinden geen grondwerkzaamheden plaats en wordt, gelet op het huidige gebruik, geen ernstige bodemverontreiniging verwacht. In overleg met gemeente en omgevingsdienst is de bodem en grondwater in de directe nabijheid onderzocht maar geven geen aanleiding tot nader onderzoek.
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.1 weergegeven.
Tabel 5.1: Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ |
fijn stof (PM10) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | |
fijn stof (PM2,5) | jaargemiddelde concentratie | 25 µg/m³ |
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.
Besluit niet in betekenende mate
In dit Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een plan vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
De verkeersgeneratie van de beoogde ontwikkeling bedraagt 1.643 mvt/etmaal (weekdag). Hierbij wordt uitgegaan van een aandeel vrachtverkeer van 1,5%. Uit de nibm-tool blijkt dat de maximale bijdrage NO2 1,14 µg/m³ bedraagt en de maximale bijdrage voor PM10 0,26 µg/m³ (figuur 5.1). De bijdrage van het extra verkeer is daarmee niet in betekenende mate. Er is geen nader onderzoek nodig.
Figuur 5.1: Uitkomsten nibm-tool
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan en Beethovenstraat 6 Zaandam
Ter plaatse van de Beethovenstraat 6 in Zaandam worden 4 woningen gerealiseerd en ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan worden 40 woningen gerealiseerd. Een dergelijke ontwikkeling valt onder het Besluit nibm onder de categorie woningbouw tot 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg. Dit betekent dat de beoogde woningbouw niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse, en dat nader onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast blijkt uit de paragraaf verkeer en parkeren dat in de toekomstige situatie het aantal verkeersbewegingen afneemt. Dit betekent dat het plan leidt tot een verbetering van de luchtkwaliteit ter plaatse.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2019 (http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende wegen nabij Beethovenstraat betreffen de Hogendijk en de Peperstraat en nabij het Zuideinde betreft het de Coentunnelweg. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2018 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze wegen ruimschoots onder de grenswaarden lagen. Hierdoor is ter plaatste van Beethovenstraat 6 in Zaandam en het Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Conclusie
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkelingen.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over de voorgestane ontwikkeling. Het waterschap is geïnformeerd door middel van de Digitale Watertoets. Deze is voor alle drie de locaties uitgevoerd op 6 juli 2021. Hierop heeft het Hoogheemraadschap een vervolgreactie gegeven. Het wateradvies van het Hoogheemraadschap is vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf. Het Hoogheemraadschap heeft niet gevraagd om een overleg.
Toetsingskader
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal
Waterschapsbeleid
In het waterprogramma 2016-2021 presenteert het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het beleid, de maatregelen, de programma's en de projecten die in deze periode worden uitgevoerd.
Met dit Waterprogramma geeft het Hoogheemraadschap richting aan het waterbeheer tussen 2016 en 2021. Hierin wordt antwoord gegeven op de vragen: Hoe zorgt het Hoogheemraadschap in de toekomst voor veilige dijken, droge voeten en voldoende schoon en gezond water in Hollands Noorderkwartier? Welke benadering wordt daarvoor gekozen? En welke kosten en inzet gaan daarmee gepaard?
De klimaatverandering en de veranderende maatschappij dwingen tot aanscherping en heroverweging van keuzes in het waterbeleid. Door het veranderende klimaat wordt het waterbeheer steeds complexer. Veranderende patronen in communicatie en participatie in de maatschappij vragen van het Hoogheemraadschap grotere betrokkenheid en een intensievere dialoog met de partners en belanghebbenden. Bovendien zijn er steeds meer partijen betrokken bij het waterbeheer. Alleen door slim samen te werken is integraal en doelmatig waterbeheer mogelijk.
Gemeentelijk beleid
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2020-2024
Gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer (Wm) een zorgplicht voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. De zorgplicht voor hemelwater is in de Waterwet (Ww) verankerd.
Op 2 juli 2020 is het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 (vGRP 2020-2024) door de gemeenteraad van Zaanstad vastgesteld.
Met het vGRP 2020-2024 is het kader voor de invulling van de gemeentelijke afvalwater-, hemelwater- en grondwaterzorgtaken voor de periode 2020-2024 vastgesteld.
De volgende regionale gidsprincipes vormen het concrete beleidskader:
Voor deze nieuwe ontwikkelingen gelden de uitgangspunten uit paragraaf 3.5.1 Klimaatadaptatie - wateroverlast door extreme neerslag.
Huidige situatie
Dorpsstraat 707 Assendelft
Op de locatie stonden langs de Dorpsstraat voorheen 2 woningen die recentelijk gesloopt zijn. Daarachter ligt een voormalig bedrijfsperceel van een bouwbedrijf. Op dit perceel was een grote bedrijfshal aanwezig met kantoorruimte. Verder was het terrein grotendeels verhard ten behoeve van opslag. Het gebied was dan ook voor circa twee derde verhard. De bebouwing op deze locatie is recentelijk gesloopt en het gebied is momenteel braakliggend. Verder komen langs de Dorpsstraat 30 zorgwoningen. Dit is in de huidige situatie al reeds vergund.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
De locatie Zuideinde 146 bestaat uit een voormalige supermarkt, een winkelstrip en parkeergelegenheid. Verder is op de locatie een aanlegsteiger aanwezig. De locatie is nagenoeg volledig verhard. Verder wordt een deel van de Zaan opgenomen in dit bestemmingsplan.
Beethovenstraat 6 Zaandam
De locatie aan de Beethovenstraat bestaat uit een supermarkt in de bebouwde kom. De locatie is dan ook volledig verhard.
Bodem en grondwater
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dorpsstraat 707 in Assendelft omvat veengronden. Ter plaatse is sprake van grondwatertrap IIb. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen 0,25 m en 0,4 m beneden het maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen 0,5 m en 0,8 m beneden het maaiveld.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Koog aan de Zaan niet gekarteerd. In de omgeving is sprake van veengronden en grondwatertrappen I en II.
Grondwatertrap I wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand minder dan 0,5 m beneden het maaiveld ligt. Grondwatertrap II wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert van 0,5 m en 0,8 m beneden het maaiveld.
Beethovenstraat 6 Zaandam
De locatie Beethovenstraat 6 is vanwege de ligging binnen de bebouwde kom van Zaandam niet gekarteerd. In de omgeving is sprake van veengronden en grondwatertrappen I en II. De grondwaterstanden zijn voor het overgrote deel direct afhankelijk van het peil van het oppervlaktewater en de hoogteligging van het maaiveld ten opzichte van het waterpeil. De gemiddelde maaiveldhoogte in dit deelgebied is 0,7m NAP.
Waterkwantiteit
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dit deelgebied wordt ten noorden en ten oosten van het plangebied begrensd door een secundaire watergang (zie figuur 5.2).
Figuur 5.2: Uitsnede legger wateren (bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan ligt direct aan de Zaan. Dit deel van de Zaan is volgens de Legger een primaire watergang (zie figuur 5.3). Voor het deel van de Zaan dat langs Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is gelegen bedraagt de beschermingszone aan weerszijden van de watergang 3 m.
Deze locatie is buitendijks gebied en hoort waterhuishoudkundig bij het Schermerboezem, waar de Zaan een onderdeel van vormt. Het waterpeil van de Zaan is -0,4 mNAP, dynamisch peilbeheer. De gemiddelde maaiveldhoogte in dit deelgebied is 0,4 mNAP.
Figuur 5.3: Uitsnede legger wateren (bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Beethovenstraat 6 Zaandam
In dit deelgebied zijn geen watergangen aanwezig ook is het deelgebied niet gelegen in de beschermingszone van de Voorzaan.
Veiligheid en waterkeringen
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dit deelgebied is niet gelegen binnen de kern- en beschermingszone van de regionale/primaire waterkering.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Dit deelgebied ligt gedeeltelijk in de kernzone van een regionale waterkering en volledig in de beschermingszone van deze waterkering. Zie figuur 5.4.
Figuur 5.4: Uitsnede legger waterveiligheid (bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Beethovenstraat 6 Zaandam
Het deelgebied Beethovenstraat 6 ligt volledig in beschermingszone B van de primaire waterkering Dijkring 13 Noordzeekanaal. Zie figuur 5.5.
Figuur 5.5: Uitsnede legger waterveiligheid (bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Afvalwaterketen en riolering
Beethovenstraat 6 in Zaandam is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel. Dorpsstraat 707 in Assendelft en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is de bebouwing aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel.
Toekomstige situatie
Dorpsstraat 707 Assendelft
Ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft worden een zorgvilla (reeds vergund) en een discountsupermarkt gerealiseerd met parkeergelegenheid. Ten behoeve van de nieuwe discountsupermarkt is een nieuwe ontsluitingsweg beoogd die aansluit op een nieuw aan te leggen rotonde op de kruising Noorderveenweg-Waterrijklaan. Aan de westzijde komt een entree voor fietsers en voetgangers en een parkeerterrein voor de 30 zorgwoningen (die al vergund zijn) die ontsloten wordt op de Dorpsstraat. Daarbij wordt extra waterberging gerealiseerd door het verbreden van watergangen.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan zal de bestaande bebouwing worden verwijderd en worden 40 woningen gerealiseerd met bijbehorende parkeerplaatsen. De bestaande aanlegsteiger blijft behouden. De ontwikkeling bestaat uit 2 appartementenblokken en 5 grondgebonden woningen. Aan weerszijden van het appartementencomplex langs de Zaan komen semi-openbare gebieden met groen.
Beethovenstraat 6 Zaandam
Ter plaatse van Beethovenstraat 6 in Zaandam wordt de bestaande supermarkt gesloopt en worden 4 woningen gerealiseerd.
Waterkwantiteit
Vanuit de Metropoolregio Amsterdam (MRA) geldt een basisveiligheidsniveau voor nieuwbouw (gebiedsontwikkeling) dat 70 mm regenwater binnen het plangebied geborgen moet worden. Dit is ook als gemeentelijke eis opgenomen.
Dorpsstraat 707 Assendelft
Bij een toename in verharding van meer dan 800 m² bestaat de compensatie-eis van het Hoogheemraadschap voor het bergen van regenwater. Voor bebouwing of bestrating van 800 m² of meer onverharde grond is een watervergunning nodig. Ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft zal verharding niet met meer dan 800 m² toenemen. Daarnaast wordt extra waterberging gerealiseerd.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
In de huidige situatie is het gebied nagenoeg volledig verhard. In de toekomstige situatie zal meer ruimte komen voor groen en er is dan ook geen negatief effect op de waterhuishouding. Watercompensatie is dan ook niet noodzakelijk. Wel dient een watervergunning op basis van de Keur aangevraagd te worden voor het bouwen in de beschermingszone van de Zaan.
Beethovenstraat 6 Zaandam
In de huidige situatie bestaat deze locatie uit bebouwing. In de toekomstige situatie worden op een bestaande betonnen plaat uit woningen gerealiseerd. De tuin is daardoor geheel verhard. De verharding als gevolg van de beoogde ontwikkeling neemt niet toe. Watercompensatie is dan ook niet noodzakelijk.
Veiligheid en waterkeringen
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dit deelgebied is niet gelegen in een kern- of beschermingszone van een waterkering. De ontwikkeling heeft dan ook geen negatief effect op de waterveiligheid van het gebied.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Dit deelgebied ligt gedeeltelijk in de kernzone van een regionale waterkering en volledig in de beschermingszone van deze waterkering. Voor de ontwikkelingen binnen deze zone dient een watervergunning op basis van de Keur aangevraagd te worden. Hiermee wordt voorkomen dat de ontwikkeling invloed heeft op de stabiliteit, het profiel, de veiligheid en/of het onderhoud van de regionale waterkering.
Beethovenstraat 6 Zaandam
Het deelgebied Beethovenstraat 6 ligt niet in de kernzone van een waterkering. Wel ligt het gebied in de beschermingszone B van de primaire waterkering Dijkring 13 Noordzeekanaal. Voor de ontwikkeling wordt een watervergunning op basis van de Keur aangevraagd. Hiermee wordt voorkomen dat de ontwikkeling invloed heeft op de stabiliteit, het profiel, de veiligheid en/of het onderhoud van de waterkering.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Voor de percelen Dorpstraat 707, Assendelft en Zuideinde 146 Zaandam geldt dat het regenwater direct op het naastgelegen oppervlaktewater geloosd kan worden.
Klimaatadaptatie
Ten aanzien van de huidige situatie neemt de verharding niet of nauwelijks toe en voor sommige locaties neemt de verharding af. Als gevolg van het plan nemen de risico's op rampen door klimaatverandering niet toe door het plan. Verder liggen in het gebied kansen door energie neutraal te bouwen, het toepassen van hernieuwbare energie (zoals zonnepanelen) en het gebruik van duurzame bouwmaterialen.
De locaties Zuideinde 146 en Beethovenstraat zijn buitendijks gelegen. Gezien de hoogte van de locaties gelijk aan de dijkhoogte, is de waterveiligheid voor de locaties voldoende geborgd. Beide waterkeringen zijn in beheer van het Hoogheemraadschap. Indien mogelijkheden zijn om de waterveiligheid te verbeteren worden deze in het overleg met het Hoogheemraadschap besproken. De locatie Dorpsstraat 707 ligt binnendijks. De waterveiligheid voor deze locatie is dus voldoende geborgd.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap watervergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of de berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Voor de realisatie van de beoogde ontwikkelingen is op alle drie de locaties een watervergunning op basis van de Keur noodzakelijk. Voor de locatie Dorpsstraat 707 Assendelft is de watervergunning nodig voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van een secundaire watergang. Voor de locatie Beethovenstraat 6 is een watervergunning noodzakelijk omdat het ligt in de beschermingszone van een primaire waterkering. Vanwege de ligging van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan binnen de zone 'waterstaatwerk', beschermingszone en profiel van vrije ruimte van een regionale waterkering is voor de ontwikkelingen op deze locatie een watervergunning op basis van de Keur noodzakelijk.
Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.
Conclusie
De ontwikkelingen hebben geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Voor de ontwikkelingen op de drie locaties is wel een watervergunning op basis van de Keur noodzakelijk. Voor de locatie Dorpsstraat 707 Assendelft is de watervergunning nodig voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van een secundaire watergang. Voor de locatie Beethovenstraat 6 is een watervergunning noodzakelijk omdat het ligt in de beschermingszone van een primaire waterkering. Vanwege de ligging van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan binnen de zone 'waterstaatwerk', beschermingszone en profiel van vrije ruimte van een regionale waterkering en de beschermingszone van de Zaan is op deze locatie een watervergunning op basis van de Keur noodzakelijk.
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
Ter plaatse van Dorpsstraat 707 was bouwbedrijf Van der Gragt gevestigd. Conform de VNG-publicatie geldt voor een bouwbedrijf van deze grootte (b.o. > 2.000 m²) milieucategorie 3.2. De beoogde ontwikkeling betreft de beëindiging van deze activiteiten en de realisatie van een discount supermarkt. Conform de VNG-publicatie vallen supermarkten onder milieucategorie 1. De supermarkt zal dan ook aanzienlijk minder milieuhinder veroorzaken dan bouwbedrijf Van der Gragt. Het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen in de directe omgeving zal dan ook verbeteren.
Ondanks de verbetering van het woon- en leefklimaat wordt bij de zorgwoningen niet voldaan aan de richtafstand voor een parkeerplaats (10 m voor een gemengd gebied). Daarom is door Tritium in 2020 een akoestisch onderzoek (industrielawaai) uitgevoerd naar de geluidsemissie van de beoogde Aldi en bijbehorende parkeerplaats (bijlage 8). Uit het onderzoek blijkt dat het noodzakelijk is twee geluidsschermen te plaatsen. Eén aan de rand van de parkeerplaats van de supermarkt aan de zijde van de zorgwoningen en één direct ten zuidwesten aan de hellingbaan van het overdekte losperron. Dit tweede geluidsscherm dient voor een goed akoestisch klimaat ter plaatse van de toekomstige wijk De Overhoeken. In onderstaande figuur uit het onderzoek zijn de schermen weergegeven.
Figuur 5.1 geluidschermen (rood, bron: Tritium)
De geluidsschermen moeten worden geplaatst zodat de supermarkt voldoet aan de geluidnormen van het activiteitenbesluit en de normen van indirecte hinder. De geluidschermen hebben hierbij respectievelijk een lengte van circa 60 en 28 meter en een hoogte van respectievelijk 3 en 2 meter. De akoestisch harde geluidschermen dienen uitgevoerd te worden met een minimale massa van 10 kg/m2 en zonder gaten of kieren (kierdicht). In dit bestemmingsplan is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Daarin is vastgelegd dat deze schermen gerealiseerd moeten zijn voordat de supermarkt in gebruik mag worden genomen. Los van deze maatregelen adviseert het bevoegd gezag gebruik te maken van plastic winkelwagens.
Deze maatregelen worden geborgd in de regels van dit bestemmingsplan. Een goed woon- en leefklimaat is daarmee gewaarborgd.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan en Beethovenstraat 6 Zaandam
Ter plaatse van zowel Beethovenstraat 6 in Zaandam als Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan was een Aldi supermarkt gevestigd. Een Aldi kan, onder andere vanwege verkeersbewegingen en bevoorrading, overlast opleveren voor nabijgelegen woningen. Door de realisatie van woningbouw zal het woon- en leefklimaat ter plaatse van de omliggende woningen verbeteren.
In de omgeving van Beethovenstraat 6 in Zaandam zijn diverse kleinschalige commerciële voorzieningen te vinden zoals horeca en detailhandel. Er is dan ook sprake van een gemengd gebied. Daarom kunnen de richtafstanden van de VNG-publicatie met één stap verkleind worden. Gelet op de aard, omvang en afstand tot deze functies (meer dan 30 m) zal ter plaatse van Beethovenstraat 6 sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en zal de beoogde woningbouw de bedrijfsvoering van deze voorzieningen niet beperken.
Ook in de omgeving van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan zijn diverse kleinschalige commerciële voorzieningen te vinden, waardoor sprake is van gemengd gebied. Deze commerciële voorzieningen zijn toegestaan op basis van de gemengde bestemmingen uit het bestemmingsplan. Ter plaatse van de gemengde bestemmingen in de directe omgeving worden enkel bedrijven uit categorie A en B uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten-functiemenging toegestaan, evenals lichte horeca. Lichte horeca wordt in een gemengd gebied toegestaan nabij woningen. Bedrijven uit categorie A zijn toegestaan naast woningen. Bedrijven uit categorie B zijn toegestaan naast woningen mits bouwkundig gescheiden. De beoogde woningen zullen bouwkundig gescheiden worden van dergelijke bedrijven. Ter plaatse zal dan ook sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
De aspecten geur en geluid zijn verder uitgewerkt in de desbetreffende paragrafen.
Conclusie
De beoogde ontwikkelingen zorgen voor een verbetering van het woon- en leefklimaat ter plaatse van de omliggende woningen. Voor de bestaande en de beoogde (zorg)woningen en appartementen ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft dienen maatregelen getroffen te worden om een goed akoestisch woon- en leefklimaat te garanderen. De fysieke maatregelen worden geborgd met een voorwaardelijke verplichting in artikel 3.3.1 van de regels van dit bestemmingsplan.
In de directe omgeving zijn verder geen bedrijven aanwezig die door de woonontwikkeling in hun bedrijfsvoering worden beperkt. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg en nader onderzoek is niet noodzakelijk.
In deze paragraaf wordt het aspect geur ter plaatse van de ontwikkelingen Beethovenstraat 6 in Zaandam en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan getoetst aan het Zaans geurbeleid 2016, dat op 14 juli 2016 door de gemeenteraad is vastgesteld. Gelet op de ruime afstand van de ontwikkeling ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft tot omliggende geuremitterende objecten wordt deze locatie in de paragraaf niet verder toegelicht.
In deze paragraaf gaan we in op de volgende aspecten.
Onderzoek
1. Wat wordt er mogelijk gemaakt en zijn dat geurgevoelige objecten?
Het betreft de realisatie van maximaal 4 nieuwe woningen ter plaatse van Beethovenstraat 6 in Zaandam en 40 nieuwe woningen ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan. Deze objecten worden beschouwd als standaard geurgevoelige objecten.
2. Streefkwaliteit voor geurbelasting voor deze ontwikkeling
Het Zaans geurbeleid is gericht op het op termijn behalen van de streefkwaliteit. De streefkwaliteit wordt uitgedrukt in een hedonische waarde voor de geurbelasting. Met het begrip hedonische waarde wordt de onaangenaamheid van de geur gerelateerd aan de geurconcentratie. De hedonische waarde H=-1 staat voor een licht onaangename geur en de hedonische waarde H=-2 staat voor een onaangename geur.
Omdat de concentratie waarin een geur als onaangenaam wordt ervaren per type geur verschilt, wordt per bedrijf, aan de hand van de overheersende geuruitstoot, bepaald welke geurconcentratie bij welke hedonische waarde behoort. De geurconcentratie wordt in odourunits per m³ uitgedrukt (OUE/m3).
De streefkwaliteit voor woningen is een concentratie horend bij H=-1. De hedonische waarden kunnen worden weergegeven in geurcontouren.
3. Zijn er bedrijven die geurhinder veroorzaken ter plaatse van deze ontwikkeling?
Aan de hand van de richtafstanden voor geur uit de VNG Handreiking Bedrijven en milieuzonering, milieuvoorschriften, geuronderzoek en evt. geurklachten is bepaald welke bedrijven geurhinder zouden kunnen veroorzaken ter plaatse van de ontwikkelingen. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in tabel 5.2 en 5.3 en worden hierna toegelicht.
Tabel 5.2: Relevante bedrijven nabij Beethovenstraat 6
bedrijf |
SBI- code (2008) |
locatie | afstand tot locatie (m) | richtafstand geur (gemengd gebied) | klachten bekend | geurrapport aanwezig | relevantie voor de ontwikkeling |
Verkade | 1072 | Westzijde 103 | 475 | 50 | nee | ja | geen |
Tabel 5.3: Relevante bedrijven nabij Zuideinde 146
bedrijf | SBI-code (2008) | locatie | afstand tot locatie (m) | richtafstand geur (gemengd gebied) | klachten bekend | geurrapport aanwezig | relevantie voor de ontwikkeling |
Olam | 10821.1 | Stationsstraat 76, Koog aan de Zaan | 1.000 | 300 | ja | ja | nee |
Cargill Jonker |
10821.1 | Kalf 11, Zaandam | 350 | 300 | ja | ja | ja |
Olam
Volgens de geurcontourenkaart ligt de voorgenomen ontwikkeling aan Zuideinde 146 buiten de H=-1 van het cacaobonenverwerkend bedrijf Olam in Koog aan de Zaan. Geur van Olam is daarmee geen belemmering voor deze ontwikkeling.
Cargill
De locatie bevindt zich net binnen de H=-1 contour van het cacaobonenverwerkend bedrijf Cargill De Jonker in Zaandam. Hierdoor voldoet de locatie net niet aan de streefwaarde. De woningen worden daarom uitgevoerd met balansventilatie met een geurfilter.
Verkade
Verkade is een type B bedrijf en valt sinds 2013 onder het Activiteitenbesluit. De vergunning geldt daardoor niet meer. Ofschoon bekend is dat Verkade een geuremitterend bedrijf is, is er vooralsnog geen maatwerkvoorschrift van toepassing voor Verkade. De geursituatie is daarmee niet vastgelegd. De gemeente heeft, in samenwerking met Verkade, recentelijk een onderzoek uitgevoerd naar de geursituatie van de huidige situatie. Hiervan is een (concept-)rapport verschenen (Evaluatie geursituatie Koninklijke Verkade (versie 4), SGS, 26 mei 2016). De inhoud van dit (concept-)rapport is akkoord bevonden door zowel Verkade als door het bevoegd gezag. Uitgangspunt is om de geursituatie, op basis van dit geurrapport, alsnog vast te leggen in een maatwerkvoorschrift. De streefkwaliteit voor Verkade komt overeen met een concentratie van 5 OUE/m3. Uit de contour, zoals opgenomen in het onderzoek, blijkt dat ter plaatse van de ontwikkeling wordt voldaan aan de streefkwaliteit. Daarnaast zijn er geen concrete plannen van het bedrijf bekend waarmee relevante geurhinder zal toenemen. Geur van Verkade is daarmee geen belemmering voor deze ontwikkeling.
Conclusie
Beethovenstraat 6 Zaandam
Er is onderzocht of er bedrijven in de buurt zijn die geurhinder kunnen veroorzaken en wat het geurhinderniveau ter plaatse van deze geprojecteerde woningen is. Uit dit onderzoek blijkt dat de onderzochte bedrijven nu en in de toekomst geen geurhinder kunnen veroorzaken ter plaatse van de geprojecteerde woningen. Geur is daarmee geen belemmering voor deze ontwikkeling. Geconcludeerd wordt dat binnen het plangebied qua geur sprake is van een goede en gezonde fysieke leefomgeving.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Er is onderzocht of er bedrijven in de buurt zijn die geurhinder kunnen veroorzaken en wat het geurhinderniveau ter plaatse van deze geprojecteerde woningen is. Uit dit onderzoek blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling buiten de H=-1 contour van Olam is gelegen maar zich echter net binnen de H=-1 contour van Cargill De Jonker ligt. De woningen aan Zuideinde 14 Koog aan de Zaan worden daarom voorzien van balansventilatie met geurfilter. Geur is daarmee geen belemmering voor deze ontwikkeling.
Dorpsstraat 707 Assendelft
Gelet op de ruime afstand van de ontwikkeling ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft tot omliggende geuremitterende objecten is geur geen enkele belemmering voor deze ontwikkeling.
Toetsingskader
Wegverkeerslawaai
Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/u-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder aan bepaalde wettelijke normen dient te voldoen.
De breedte van de geluidszone van een weg is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de binnen- of buitenstedelijke ligging. De zone wordt gemeten vanuit de as van de weg. De breedte van een geluidszone van een weg is in tabel 5.4 weergegeven.
Tabel 5.4: Schema zonebreedte aan weerszijden van de weg volgens artikel 74 Wgh
aantal rijstroken | breedte van de geluidszone (in meters) | |
buitenstedelijk gebied | stedelijk gebied | |
5 of meer | 600 | 350 |
3 of 4 | 400 | 350 |
1 of 2 | 250 | 200 |
In artikel 1 van de Wgh zijn definities opgenomen van binnenstedelijk en buitenstedelijk gebied. Deze definities luiden:
Dosismaat Lden
De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. De berekende geluidswaarde in Lden vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.
Artikel 110g Wgh
De in de Wgh genoemde grenswaarden aan de buitengevels ten aanzien van wegverkeerslawaai betreffen waarden inclusief aftrek op basis van artikel 110g Wgh. Dit artikel houdt in dat voor het wegverkeer een aftrek mag worden gehanteerd welke anticipeert op het stiller worden van het wegverkeer in de toekomst door innovatieve maatregelen aan de voertuigen. De toegestane aftrek bedraagt: 5 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen minder dan 70 km/u bedraagt. Voor wegen met een representatief te achten snelheid van 70 km/u of meer is de hoogte van de aftrek afhankelijk van de geluidsbelasting exclusief aftrek. Bij een geluidsbelasting van 56 dB en 57 dB mag een aftrek toegepast worden van respectievelijk 3 dB en 4 dB. Bij overige geluidsbelastingen wordt een aftrek van 2 dB toegepast. De aftrek mag alleen worden toegepast bij toetsing van de geluidsbelasting aan de normstellingen uit de Wgh. Bij binnenwaardenberekeningen dient te worden uitgegaan van de gecumuleerde geluidsbelasting exclusief de aftrek conform artikel 3.4 uit het Reken- en Meetvoorschrift 2012.
Nieuwe situaties
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de maximale ontheffingswaarde niet te boven gaan.
30 km/u-wegen
Zoals aangegeven bij de normstellingen zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/u of lager op basis van de Wgh niet gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Echter dient op basis van jurisprudentie in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt worden de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde.
Omdat voor 30 km/u-wegen dezelfde benaderingswijze wordt gehanteerd als voor gezoneerde wegen, wordt ook hier een correctie toegepast op basis van artikel 110g Wgh. Deze aftrek is gelijk aan de aftrek bij gezoneerde wegen met een maximumsnelheid tot 70 km/u (5 dB).
Industrielawaai
Geluidszone industrielawaai
Een geluidszone wordt vastgesteld rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken' zoals bedoeld in de Wgh. Dergelijke bedrijven worden in de volksmond ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. Op grond van de wet behoort tot de geluidszone het gebied tussen het industrieterrein zelf en de buitengrens van de zone. Het industrieterrein zelf maakt dus geen deel uit van de zone. Buiten een geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Voor het gezoneerde industrieterrein zelf en de daarop aanwezige of geprojecteerde woningen gelden geen geluidsnormen.
Aanpassing geluidszone industrielawaai
Op grond van de Wgh kan een geluidszone alleen worden aangepast door de vaststelling van een bestemmingsplan waarin de gewijzigde zone is opgenomen. Als gevolg van de zonewijziging mag geen gebied waar de geluidsbelasting meer dan 50 dB(A) bedraagt buiten de zone komen te liggen. Tevens moeten daarbij de geldende grenswaarden bij woningen (en andere geluidsgevoelige bestemmingen) in acht worden genomen.
Grenswaarden voor nieuwe gevoelige functies
Binnen de geluidszone zijn woonbestemmingen en andere geluidsgevoelige bestemmingen slechts aanvaardbaar indien de geluidsbelasting aan de gevel aan de wettelijke grenswaarden voldoet. Voor nieuwe geluidsgevoelige functies, zoals woningen, geldt een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Voor nieuwe woningen die binnen de geluidszone liggen, is in het algemeen de vaststelling van een hogere waarde tot 55 dB(A) mogelijk. Op grond van de momenteel vigerende Wet geluidhinder kan het bevoegd gezag de betreffende hogere grenswaarden vaststellen indien blijkt dat maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ondervinden van stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard.
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
In 2020 is akoestisch onderzoek (industrielawaai) uitgevoerd naar de geluidsemissie van de beoogde discount supermarkt. In paragraaf 5.5 zijn de resultaten beschreven. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogelijk. Het aspect akoestisch is daarom geen knelpunt.
Beethovenstraat 6 Zaandam
De locatie Beethovenstraat ligt binnen de geluidszone van de A.F. de Savornin Lohmanstraat. Daarnaast ligt de locatie binnen de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Westpoort. Vanwege de ligging in deze zones is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit is opgenomen in bijlage 9.
Uit het onderzoek volgt dat:
Het aspect geluid vormt geen belemmering voor deze ontwikkeling.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Voor de locatie Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 10). Het onderzoek is noodzakelijk aangezien het bouwplan ligt binnen de geluidszone van de Rijksweg A8 en in de geluidszone van het spoortraject Zaandam-Purmerend. Het plangebied ligt wel in de zone van het gezoneerde industrieterrein 'Zetmeelbedrijven de Bijenkorf en omstreken'(ZZB), thans Tate &Lyle. De locatie is overigens niet gelegen binnen de geluidszones langs de spoorlijnen Zaandam-Wormerveer en Zaandam-Purmerend. Als gevolg van bovengenoemde wegen en industrieterrein dient er een toetsing plaats te vinden aan de eisen uit de Wgh. De omliggende 30 km/u-wegen, waarvoor conform de Wgh geen zone geldt, zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening eveneens meegenomen in dit akoestisch onderzoek.
Uit het onderzoek wordt het volgende geconcludeerd:
Conclusie
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogelijk. Het aspect wegverkeerslawaai is niet relevant voor deze locatie.
Beethovenstraat 6 Zaandam
De voorkeurs(grens)waarde van de A.F. de Savornin Lohmanstraat en het gezoneerde industrieterrein Westpoort wordt niet overschreden. Voor de realisatie van het bouwplan is geen hogere waarde procedure noodzakelijk. Ook blijkt uit de gecumuleerde geluidsbelasting en de ligging in de stad dat ter plaatse een goed akoestisch woon- en leefklimaat zal zijn.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan wordt de maximale waarde van 53 dB overschreden ten gevolge van het wegverkeer op Rijksweg A8. Deze overschrijding vindt plaats op de bovenste drie woonlagen van de noordgevel van blok 2 en op de westgevel op de 6e verdieping. Betreffende gevels dienen geluid doof uitgevoerd te worden. Voor de overige gevels met een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde dient een procedure hogere grenswaarde (verkeerslawaai) doorlopen te worden. Ten gevolge van het gezoneerde industrieterrein ZZB bedraagt de maximale geluidsbelasting 54 dB(A). Voor het bouwplan dient een hogere waarde procedure (industrielawaai) doorlopen te worden. Overeenkomstig de Beleidsregel hogere waarden worden aan het verlenen van hogere waarden aanvullende voorwaarden gesteld. Uit het onderzoek volgt dat aanvullende geluidwerende maatregelen nodig zijn.
Toetsingskader
Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) is een besluit op basis van de Luchtvaartwet. Het LIB regelt welk gebied bestemd is voor gebruik als luchthaven en voor welk gebied daaromheen beperkingen gelden ten behoeve van de veiligheid en de geluidsbelasting. Het LIB geeft regels voor gebruik en bestemming van de grond in deze gebieden. Op basis van het LIB kan de Rijksoverheid beperkingen opleggen aan bouwinitiatieven in zones rondom de luchthaven Schiphol. Primaire doelen zijn:
Het Minister van Infrastructuur en Milieu kan een verklaring van geen bezwaar geven, zodat nieuwe bebouwing of functiewijziging toch mogelijk is.
Onderzoek en conclusie
Het plangebied is niet gelegen binnen de contouren uit het LIB voor beperkingen bebouwing en beperking vogels. De locaties zijn echter wel gelegen binnen de contour uit het LIB voor beperking windturbines en laser. De ontwikkeling omvat zowel geen windturbine als laser. Deze contour vormt dan ook geen belemmering. De locaties zijn ook gelegen binnen de contour uit het LIB voor toetshoogtes. Dit betekent dat de beoogde woningbouw niet hoger mag zijn dan 146 m NAP. De beoogde ontwikkelingen zullen hieraan voldoen. Beethovenstraat 6 in Zaandam is tot slot gelegen binnen de contour uit het LIB voor toetshoogtes radar. In verband met het correct functioneren van radarapparatuur geldt een toetshoogte van 81 m NAP. De beoogde ontwikkeling zal hieraan voldoen. Het LIB vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. Wel is voor Dorpsstraat 707 in Assendelft vanwege de ligging binnen de contour uit het LIB voor toetshoogtes conform het vigerend bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Luchtvaartverkeerzone - 2' opgenomen.
Toetsingskader
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
Overeenkomstig de professionele risicokaart (https://nederlandprof.risicokaart.nl) zijn in de directe omgeving geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Verder vindt in de directe omgeving van het plangebied geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen. Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Beethovenstraat 6 Zaandam
Overeenkomstig de professionele risicokaart zijn in en nabij Beethovenstraat 6 in Zaandam geen risicovolle inrichtingen gelegen. Tevens vindt in de omgeving geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het water of door buisleidingen. Circa 880 m ten westen van Beethovenstraat 6 in Zaandam worden gevaarlijke stoffen vervoerd over de N203. Deze weg heeft geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. Overeenkomstig de professionele risicokaart worden over dit traject enkel stoffen uit stofcategorie LF2 vervoerd. Het invloedsgebied van het groepsrisico bedraagt 45 m. Het plangebied ligt daar ruimschoots buiten. Circa 3 km ten zuiden van Beethovenstraat 6 in Zaandam worden gevaarlijke stoffen vervoerd over het spoor (route 270, Amsterdam Singelgracht-Amsterdam Westhaven). Het spoor heeft geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. Het invloedsgebied van het groepsrisico bedraagt meer dan 4 km. Het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied. Gelet op de afstand tot het spoor en omvang van de beoogde ontwikkeling zal het groepsrisico niet toenemen. Vanwege de ligging binnen het invloedsgebied is een beknopte verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Overeenkomstig de professionele risicokaart zijn in en nabij Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan geen risicovolle inrichtingen gelegen. Tevens vindt in de omgeving geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het spoor. Circa 270 m ten noorden van het plangebied worden gevaarlijke stoffen vervoerd over de A8. De weg heeft geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. Het invloedsgebied van het groepsrisico bedraagt 355 m. Het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied. Omdat het plangebied op meer dan 200 m afstand is gelegen, hoeven volgens het Bevt/Basisnet in principe geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik ter plaatse van het plangebied en zijn geen groepsrisicoberekeningen noodzakelijk. Wel is vanwege de ligging binnen het invloedsgebied een beknopte verantwoording noodzakelijk. Gezien de afstand tussen het plangebied en de A8 kunnen de toekomstige woningen te maken krijgen met de effecten van een ongeval met een LPG-tankwagen of een tankwagen geladen met giftige stoffen. Dit geldt bij een ongunstige ongevalslocatie. Circa 340 m ten westen van het plangebied is een hogedruk aardgasleiding van de Gasunie gelegen (W-570-07). De leiding heeft geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. Het invloedsgebied van het groepsrisico bedraagt 140 m. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied. De Zaan grenst ten oosten van het plangebied. Deze vaarroute maakt geen onderdeel uit van het Basisnet, maar er vindt wel vervoer van gevaarlijke en brandbare stoffen plaats. Dit vindt plaats wanneer er bediening van de bruggen is (ruwweg vindt er geen beroepsvaart plaats tussen 22.00 en 06.00 uur). Er is kans op een plasbrand op het water. De gevaren, gevolgen en effecten zijn beschreven in de scenariokaart “Binnenvaarttanker Benzine – Plasbrand". Verder is er een kans dat ter hoogte van het plangebied een aanvaring plaatsvindt, waarbij er brand op een schip uitbreekt.
Beknopte verantwoording groepsrisico
Omdat Beethovenstraat 6 in Zaandam gelegen is binnen het invloedsgebied van het spoor en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan binnen het invloedsgebied van de A8, is een verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Gelet op de afstand tot de risicobronnen en omvang van de beoogde ontwikkelingen zal het groepsrisico niet toenemen. Daarom wordt volstaan met een beknopte verantwoording. In het kader van het wettelijk vooroverleg is advies gevraagd aan de veiligheidsregio. Dit advies is verwerkt in deze paragraaf.
Bestrijdbaarheid en bereikbaarheid
Zowel voor de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van 'dagelijkse incidenten', zoals brand of wateroverlast, als voor calamiteiten op het gebied van externe veiligheid, is het van belang dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen voldoende geborgd zijn.
De bestrijdbaarheid is afhankelijk van de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten. De brandweer moet in staat zijn om hun taken goed uit te kunnen voeren om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen. Tevens speelt een snelle alarmering ten alle tijde een belangrijke rol.
De hulpverlening kan een ongeval met gevaarlijke stoffen niet voorkomen. De gezamenlijke hulpdiensten richten zich voornamelijk op het redden en verlenen eerste hulp aan slachtoffers, veiligstellen van het gevarengebied, het bestrijden van branden/incidenten en, indien nodig, het waarschuwen van de aanwezige personen in het effectgebied.
Voor bestrijding van een plasbrand, dan wel het voorkomen van secundaire branden, is toegang naar de Zaan wenselijk. Dit kan bijvoorbeeld via de openbare ruimte in het noordelijk deel van het plangebied (naast het appartementengebouw aan de Zaan). Het is belangrijk dat het plangebied via minimaal twee toegangswegen te bereiken is voor de brandweer. Dat is hier het geval. Voor de opkomsttijd van woningen geldt een tijdnorm van 8 minuten (Besluit veiligheidsregio's). Deze norm wordt in principe gehaald.
De grondgebonden woningen en het appartementengebouw, in het zuidelijk deel, hebben een toegang aan het Zuideinde. Het appartementengebouw aan de Zaan is toegankelijk via een doodlopende zijstraat aan het Zuideinde. Het lijkt dat deze een breedte heeft van 5 meter en de entree op kortere wegafstand dan 80 meter ligt vanaf het Zuideinde.
Bluswater
Nabij het plangebied bevinden zich meerdere brandkranen. Echter voor het appartementengebouw aan de Zaan ontbreekt een toereikende primaire bluswatervoorziening. Dit zal bij de verlening van de omgevingsvergunning en verdere inrichting van het gebied nader moeten worden beschouwd.
Zelfredzaamheid
De beoogde ontwikkelingen voorzien in de realisatie van woningen. De aanwezige personen zullen over het algemeen dan ook zelfredzaam zijn. Aanwezige kinderen, ouderen en gehandicapten worden wel beschouwd als verminderd zelfredzame personen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de ouders/verzorgers de verminderd zelfredzame personen zullen begeleiden. Bij de mogelijke ongevalsscenario's is het beste handelingsperspectief dat de toekomstige bewoners naar binnen gaan, ramen en deuren sluiten en een eventuele mechanische ventilatie uitschakelen. Wanneer een brand vanaf de Zaan overslaat naar een gebouw op de kade, dan is de beste vervolgactie dat bewoners het pand verlaten. Hiervoor moeten dan voldoende vluchtmogelijkheden aan de zijde van het Zuideinde aanwezig zijn.
Advies
VrZW adviseert gemeente Zaanstad om bij de besluitvorming over het plan de volgende punten mee te wegen.
Conclusie
In de directe omgeving van Dorpsstraat 707 in Assendelft zijn geen risicovolle bronnen aanwezig. Beethovenstraat 6 in Zaandam is gelegen binnen het invloedsgebied van het spoor en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan is gelegen binnen het invloedsgebied van de A8. Vanwege de ruime afstand tot deze risicobronnen en geringe omvang van de beoogde ontwikkelingen zal het groepsrisico niet toenemen. Uit de beknopte verantwoording blijkt daarnaast dat de zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van de locaties als voldoende worden beschouwd. Verder zijn in de directe omgeving geen risicovolle bronnen aanwezig. Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Toetsingskader
Wet natuurbescherming
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
Met de Wnb zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.
Gebiedsbescherming
De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden:
De minister van Economische Zaken (EZ) wijst gebieden aan die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Voor ieder Natura 2000-gebied zijn instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten (Vogelrichtlijn) en voor de natuurlijke habitats en habitats van soorten (Habitatrichtlijn) opgesteld. De bescherming van deze gebieden heeft externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.
Gebieden die deel uitmaken van het NNN worden aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.
Soortenbescherming
In de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn, soorten die worden beschermd in de Habitatrichtlijn en de bescherming van overige soorten. De provincie kan ontheffing verlenen van de verboden voor overige soorten ofwel soorten van de lijst Nationaal beschermde soorten behorende bij artikel 3.10 van de Wnb.
Uitwerking Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Noord-Holland
In de provincie Noord-Holland wordt vrijstelling verleend voor het weiden van vee en voor het op of in de bodem brengen van meststoffen. In het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied, bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of natuurbeheer worden vrijstellingen verleend ten aanzien van de soorten genoemd in bijlage 3 bij deze verordening. Het betreft aardmuis, bastaardkikker, bosmuis, dwergmuis, dwergspitsmuis, egel, gewone bosspitsmuis, gewone pad, haas, huisspitsmuis, kleine watersalamander, konijn, meerkikker, ondergrondse woelmuis, ree, rosse woelmuis, tweekleurige bosspitsmuis, veldmuis, vos en woelrat.
Onderzoek
Gebiedsbescherming
Dorpsstraat 707 Assendelft
Dorpsstraat 707 in Assendelft vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Dorpsstraat 707 maakt ook geen deel uit van het NNN/de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde Natura-2000 gebied en NNN-gebied betreft Polder Westzaan, gelegen op ca. 700 m ten (zuid)oosten van het plangebied (figuur 5.6).
Figuur 5.6: Ligging plangebied (rode cirkel) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: geo-loket provincie Noord-Holland)
Dorpsstraat 707 in Assendelft ligt buiten beschermde natuurgebieden. Directe effecten zoals areaalverlies en versnippering kunnen hierdoor worden uitgesloten. Gezien de omvang van de ontwikkeling ten opzichte van de huidige situatie en afstand tot natuurgebieden kunnen ook verstoring en verandering van de waterhuishouding worden uitgesloten. Het enige mogelijk relevante ecologische effect betreft vermesting/verzuring als gevolg van stikstofdepositie. Om de toename van de depositie op de Natura 2000-gebieden te bepalen, is een verschilberekening uitgevoerd (zie bijlage 11). Hierbij is het planeffect bepaald, dat wil zeggen, het verschil tussen de beoogde situatie en de feitelijke, bestaande situatie. Uit de verschilberekening blijkt dat ten opzichte van de huidige situatie geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie. Significant negatieve effecten voor het aspect stikstof zijn daarmee uitgesloten.
Beethovenstraat 6 Zaandam en Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Door Dresmé & Van der Valk is in 2017 voor zowel Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan als Beethovenstraat 6 in Zaandam een quickscan Wet natuurbescherming uitgevoerd (zie bijlage 12 en 13). Beide locaties zijn niet in of nabij het Natuurnetwerk Nederland of Natura 2000-gebieden. Het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied is Polder Westzaan en Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske op een afstand van ca. 1-2 km. Het Natuurnetwerk Nederland komt overeen met de Natura 2000-gebieden. Op de korte termijn ontstaan lokale effecten, zoals een toename van geluid en stof door de sloopwerkzaamheden. Deze effecten zijn echter verwaarloosbaar en niet waarneembaar ter plaatse van beschermde gebieden. Gezien de afstand en het tussengelegen stedelijke gebied worden geen effecten verwacht op het Natuurnetwerk Nederland of Natura 2000-gebieden als gevolg van de sloop en bouwwerkzaamheden. Op lange termijn worden ook geen effecten verwacht die van betekenis kunnen zijn voor de natuurwaarden van beschermde gebieden. Om de toename van de depositie op de Natura 2000-gebieden te bepalen zijn voor beide ontwikkelingen stikstofberekeningen uitgevoerd (zie bijlagen 14 en 15). Uit de rekenresultaten blijkt dat voor de gebruiksfase van beide locatie geen sprake is van stikstofdepositie hoger dan 0,00 mol/ha/jaar op stikstofgevoelige habitats van Natura 2000-gebieden.
Soortenbescherming
Dorpsstraat 707 Assendelft
Ten behoeve van de beoogde ontwikkeling is in 2020 een quickscan flora en fauna uitgevoerd (zie bijlage 16). De locatie was voorheen in gebruik als bedrijfslocatie. Inmiddels is de bebouwing gesloopt. Uit de quickscan blijkt dat het gebied weinig potentie heeft voor beschermde flora, vogels, zoogdieren of ongewervelde.
Wel wordt geconstateerd dat de wateren in het gebied potenties hebben voor de beschermde rugstreeppad. Nader onderzoek naar deze beschermde soort is uitgevoerd (bijlage 17). Er hebben vier bezoeken plaatsgevonden om te luisteren naar roep-/kooractiviteit en te scheppen naar larven. De bezoeken zijn uitgevoerd op 17 mei 2021, 7 juni 2021, 25 juni 2018 en 5 juli 2021. Tijdens deze bezoeken zijn geen geluiden of larven of juvenielen van de rugstreeppad waargenomen.
Met inachtneming van deze observatie vormt het aspect ecologie geen beperking voor de ontwikkeling.
Beethovenstraat 6 Zaandam en Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Omdat beide locaties zich in een sterk verstedelijkte omgeving bevinden, is door Dresmé & Van der Valk specifiek onderzoek gedaan naar broedvogels en vleermuizen. In de te slopen panden zijn geen holtes voor nesten of geschikte invliegopeningen voor vleermuizen waargenomen. Binnen de locaties is nauwelijks opgaand groen en open water aanwezig. Er worden geen beschermde soorten verwacht. Er bestaat geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren.
Natuurinclusief bouwen
Waar mogelijk wordt in de bouwplannen invulling gegeven aan natuurinclusief bouwen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van groene tegels, neststenen voor vogels/vleermuizen, gebruik van inheemse bomensoorten en vlinder- en insectenlokkende beplanting gebruiken bij de invulling van het groen. De exacte uitwerking vindt op bouwplanniveau plaats.
Conclusie
De voorgenomen ontwikkelingen leiden niet tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden. Dit blijkt uit de Quickscans Wet Natuurbescherming en de stikstofberekeningen. Tevens geldt voor Beethovenstraat 6 in Zaandam en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan dat de beoogde ontwikkelingen niet leiden tot negatieve effecten op beschermde soorten.
De gemeente Zaanstad onderscheidt de volgende onderwerpen bij Duurzaamheid: Energie, Klimaatadaptatie en Circulaire Economie.
Energie
Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken van materialen uit vernieuwbare bronnen. Zaanstad heeft als doel om als stad energieneutraal te worden.
Klimaatadaptatie
Het klimaat verandert, dit heeft vooral gevolgen voor de stedelijke omgeving. Wateroverlast komt heviger en frequenter voor en piektemperaturen bij hittegolven worden langduriger. De klimaatverandering maakt dat aanpassingen in de leefomgeving nodig zijn om duurzaam en toekomstbestendig te kunnen blijven wonen, werken en recreëren. Zaanstad wil in 2050 een klimaatbestendige stad zijn. Om hier sturing aan te geven is het 'Uitvoeringsplan klimaatadaptatie 2021-2026: Meer ruimte voor groen & blauw' op 8 juli 2021 door de raad vastgesteld.
Wateroverlast
Het waterbeheer wordt op een duurzame wijze vormgegeven. Bij de uitwerking wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het veranderende klimaat. Hiervoor zijn de doelvoorschriften in de recente nota 'Concept Basisveiligheidsniveau Klimaatbestendige Nieuwbouw (MRA, 2020)' leidend. Op basis van die doelvoorschriften worden in het bouwplan passende maatregelen getroffen. Voor wateroverlast is deze quickscan nog niet gedaan maar los daarvan is het uitgangspunt zoveel mogelijk op te vangen, vertragen dan wel bergen. Extreme neerslag en droogte worden bestreden door hemelwater in het project vast te houden, door het toepassen van waterretentiebakken in de dakvlakken of onder het maaiveld. Deze bakken vormen dan een gunstige voedingsbodem voor begroeiing erbovenop.
Hittestress
Voor de drie locaties is een quickscan voor hittestress gedaan. Uit de hittestress knelpunten kaart van Zaanstad is gebleken dat voor alle drie de locaties geldt dat sprake is van een matige verkoeling. Dit betekent dat er een zeer grote afstand is tot koele plekken en dat het verkoelend effect van groen matig is. Voor de locatie aan de Dorpsstraat 707 geldt dat de afstand tot voorzieningen zoals huisarts, speelplekken en basisscholen ver is. Op hete dagen moet dus een grote afstand door de hitte afgelegd worden om bij een voorziening te komen. Hittestress wordt bestreden door zoveel mogelijk groen in het project te realiseren en door weloverwogen materiaalkeuzen.
Circulaire economie
In de verdere uitwerking van het bouwplan zal rekening worden gehouden met het toepassen van circulaire materialen.
Toetsingskader
Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd:
Onderzoek en conclusie
In en nabij de planlocaties zijn geen planologisch relevante leidingen en/of telecommunicatieverbindingen aanwezig die een belemmering vormen voor de ontwikkeling of waarvoor de ontwikkeling een belemmering is. Dit aspect staat de uitvoering van de beoogde ontwikkelingen dan ook niet in de weg.
Onderzoek
Dorpsstraat 707
De beoogde ontwikkeling voor het bedrijfsperceel van de firma Van der Gragt aan de Dorpsstraat in Assendelft omvat de realisatie van een discount supermarkt. Om de verkeerseffecten hiervan in beeld te brengen is onderzoek gedaan naar de ontsluiting van het plangebied, de verkeersgeneratie en de verkeersafwikkeling (zie bijlage 1).
De verkeersgeneratie voor de Aldi komt uit op 1.643 mvt/etmaal. De parkeerbehoefte bedraagt 78 parkeerplaatsen, de beoogde parkeercapaciteit binnen het plangebied voorziet in deze behoefte.
In het onderzoek is met name ingegaan op de ontsluiting en de verkeersafwikkeling. Het verkeer van de Aldi heeft hiervoor een te grote impact om af te wikkelen op de Dorpsstraat, waardoor in samenspraak met de gemeente een ontsluiting op de Noorderveenweg is beoogd. De Noorderveenweg heeft in de huidige situatie een te hoge intensiteit om een directe ontsluiting te realiseren, daarbij liggen ook de kruispunten met de Dorpsstraat en de Waterrijklaan op een te korte afstand om een extra aansluiting hiertussen te voorzien. Hierdoor heeft een aansluiting ter hoogte van de Waterrijklaan de voorkeur, in combinatie met de nog te realiseren wijk De Overhoeken. Door de relatief hoge intensiteit op de Noorderveenweg dient dit kruispunt vervolgens te worden opgewaardeerd. De voorrangskruising volstaat niet meer bij de toename van het verkeer, waardoor een geregeld kruispunt met verkeerslichten de voorkeur heeft. Een (meerstrooks)rotonde is ook een optie. Omdat de A8-A9 verbinding in de toekomst kan leiden tot een lagere intensiteit op de Noorderveenweg, kan het kruispunt in de toekomst eventueel worden afgewaardeerd. Een kruispunt met verkeerslichten is dan eenvoudiger af te waarderen dan een (meerstrooks)rotonde.
Beethovenstraat 6 Zaandam en Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
De voorgenomen ontwikkelingen aan de Beethovenstraat 6 in Zaandam en Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan hebben invloed op het verkeer. De aantrekkende werking voor het verkeer van de voormalige Aldi supermarkt op deze locaties komt niet overeen met de aantrekkende werking van de voorgenomen woningbouw. Zodoende heeft een berekening plaatsgevonden van de verkeersgeneratie en de parkeerbehoefte in de voormalige en toekomstige situatie.
Uitgangspunten
De CROW kencijfers zoals opgenomen in publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren - Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (CROW, 2018) zijn toegepast bij het berekenen van de verkeersgeneratie. Hierbij wordt uitgegaan van de CROW kencijfers met stedelijkheidsgraad 'sterk stedelijk' en gebiedstype 'centrum'. Op basis van een autobezit van 0,9 per huishouden in de gemeente Zaanstad, worden de minimale kencijfers van de door het CROW gegeven bandbreedte gehanteerd voor het berekenen van de verkeersgeneratie.
Het berekenen van de parkeerbehoefte is gedaan aan de hand van de 'Uitvoeringsnota parkeren Zaanstad 2016'. De locatie aan de Beethovenstraat 6 in Zaandam valt volgens deze nota in de zone 'zeer sterk stedelijk B' en de locatie aan de Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan in 'sterk stedelijk B'. Voor deze zones worden in de parkeernota verschillende normen geadviseerd welke gebruikt zijn voor het berekenen van de parkeerbehoefte. Voor de Aldi supermarkten kan niet worden aangesloten bij de gemeentelijke parkeernormen omdat de Aldi winkels, gezien de beperkte vierkante meters vloeroppervlak, buiten de gemeentelijke categorie 'supermarkt' vallen. Voor de Aldi supermarkten is voor het berekenen van de parkeerbehoefte daarom aangesloten bij de CROW kencijfers zoals opgenomen in publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren - Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (CROW, 2018).
Bovenstaande uitgangspunten zijn toegepast bij het werken met de CROW kencijfers en bij het raadplegen van de gemeentelijke parkeernormen.
Beethovenstraat 6 Zaandam
Op de voormalige Aldi locatie aan de Beethovenstraat 6 in Zaandam worden 4 woningen voorzien. Het betreffen rijwoningen welke in lijn worden gebouwd met de bestaande gevellijn aan de Beethovenstraat. De gesloten Aldi op deze locatie heeft een grootte van 600 m² bruto vloeroppervlak (hierna bvo).
Verkeersgeneratie
Op voorhand is niet vastgesteld of de rijwoningen koop of huur betreffen. Voor het werken met de CROW kencijfers voor verkeersgeneratie maakt dit in dit geval niet uit. CROW aanduiding 'koop, tussen/hoek' en 'huurhuis, vrije sector' hebben beide een verkeersgeneratie van 27,2 motorvoertuigen (hierna mvt) per woning. De Aldi supermarkt valt onder CROW aanduiding 'Fullservice-supermarkt' en heeft een verkeersgeneratie van 96,6 per 100 m² bvo. In onderstaande tabel 5.5 zijn de kencijfers doorgerekend naar de omvang van de oude en de toekomstige situatie.
Tabel 5.5: Verkeersgeneratie oude en nieuwe situatie Beethovenstraat 6 in mvt/etmaal weekdag
verkeersgeneratie oude situatie (Aldi) | verkeersgeneratie toekomstige situatie (woningbouw) | verschil |
580 mvt | 27 mvt | -553 mvt |
Parkeerbehoefte
Volgens de 'Uitvoeringsnota parkeren Zaanstad 2016' vallen de 4 rijwoningen in de categorie 'woningen goedkoop' binnen de zone 'zeer sterk stedelijk B'. Zodoende is de parkeernorm 0,9 parkeerplaatsen per woning. De Aldi supermarkt valt in de categorie 'supermarkt' binnen de zone 'zeer sterk stedelijk B'. Zodoende is de parkeernorm 2,7 parkeerplaatsen per 100 m² bvo. In onderstaande tabel 5.6 zijn de kencijfers doorgerekend naar de omvang van de oude en de toekomstige situatie.
Tabel 5.6: Parkeerbehoefte oude en nieuwe situatie Beethovenstraat 6
parkeerbehoefte oude situatie (Aldi) | parkeerbehoefte toekomstige situatie (woningbouw) | verschil |
17 pp | 4 pp | -13 pp |
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Op de voormalige Aldi locatie aan Zuideinde 146 worden 2 woonblokken voorzien, die bestaan uit 15 respectievelijk 20 appartementen. Daarnaast komen er 5 grondgebonden woningen. De omvang van de Aldi op deze locatie bestond uit 734 m² bvo, de winkelplint uit 339 m² bvo.
Verkeersgeneratie
In het gebied komen 15 appartementen in de middenhuur en 20 koopappartementen. Verder komen er 5 grondgebonden woningen. Er is uitgegaan van CROW aanduiding 'koop, appartement, midden' met een verkeersgeneratie van 5,1 mvt per woning. Voor de 5 grondgebonden woningen wordt vanwege de geschakelde bouw uitgegaan van CROW aanduiding 'koop, tussen/hoek' met een verkeersgeneratie van 6,8 mvt per woning. De Aldi supermarkt valt onder CROW aanduiding 'fullservice-supermarkt' en heeft een verkeersgeneratie van 96,6 per 100 m² bvo. De voormalige strip valt onder de aanduiding 'winkelcentrum (klein)' en heeft een verkeersgeneratie van 49,9 per 100 m² bvo. In onderstaande tabel 5.7 zijn de kencijfers doorgerekend naar de omvang van de oude en toekomstige situatie.
Tabel 5.7: Verkeersgeneratie Zuideinde 146 in mvt/etmaal weekdag
verkeersgeneratie oude situatie (Aldi) | verkeersgeneratie toekomstige situatie (woningbouw) | verschil |
879 mvt | 213 mvt | -666 mvt |
Parkeerbehoefte
Volgens de 'Beleidsregels Parkeren bij ruimtelijke ontwikkelingen' (bijlage bij Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016) vallen 29 woningen in de categorie 'woning goedkoop' en 11 woningen in de categorie 'woning middenkoop' binnen de zone 'sterk stedelijk B'. Zodoende is de parkeernorm 0,9 respectievelijk 1,3 parkeerplaatsen per woning. Voor de toekomstige woningbouw gelden verschillende normen, deze zijn opgenomen in tabel 5.8.
De Aldi supermarkt valt in de categorie 'supermarkt'. Voor de Aldi geldt een parkeernorm van 2,7 per 100 m² bvo, welke tevens voor de plint is aangehouden. Hiermee komt de parkeerbehoefte uit op 29 parkeerplaatsen
Tabel 5.8: Parkeernormen
Type woning | aantal woningen | parkeernorm | totaal | waarvan bezoekers |
woning goedkoop | 29 | 0,9 | 26 | 8,7 |
woning middenkoop | 11 | 1,3 | 14 | 3,3 |
Totaal | 40 | 40 | 12 |
In de toekomstige situatie is er een parkeerbehoefte van 28 parkeerplaatsen voor de bewoners. Op eigen terrein worden er 24 parkeerplaatsen gerealiseerd. Eén van deze plaatsen is bestemd voor een deelauto. De deelauto staat voor 5 reguliere auto's en lost hiermee 5 parkeerplaatsen op. Hiermee komt de capaciteit op 28 parkeerplaatsen. De beschikbaarheid van de deelauto wordt privaatrechtelijk geborgd.
Voor bezoekers is er een parkeerbehoefte van 12 parkeerplaatsen. Er worden 11 parkeerplaatsen op eigen terrein mogelijk gemaakt. De overige parkeerplaats wordt met de oud voor nieuw regeling opgelost.
In de openbare ruimte moeten 5 parkeerplaatsen gecompenseerd worden. Op eigen terrein zijn er 3 parkeerplaatsen die terug komen ter compensatie. Tevens worden er 2 parkeerplaatsen bij de (voormalige) laad-losstrook gebruikt ter compensatie.
Figuur 5.7 indeling parkeerplaatsen Zuideinde
In onderstaande tabel 5.9 zijn de oude en toekomstige situatie vergeleken.
Tabel 5.9: Parkeerbehoefte oude en nieuwe situatie Zuideinde 146
parkeerbehoefte oude situatie (Aldi en winkelstrip) | parkeerbehoefte toekomstige situatie (woningbouw) | verschil |
29 pp | 40 pp | 11 pp |
Conclusie
Dorpsstraat 707 Assendelft
Het plangebied voorziet in de parkeerbehoefte. Vanwege de grote verkeersstromen van en naar de Aldi wordt hiervoor een aansluiting gerealiseerd op de Noorderveenweg ter hoogte van de Waterrijklaan. Het kruispunt wordt hier opgewaardeerd, de exacte vormgeving wordt nog nader uitgewerkt. De verkeersafwikkeling is daarmee geborgd. Het aspect verkeer en parkeren staat de ontwikkeling van de Aldi supermarkt dan ook niet in de weg.
Beethovenstraat 6 Zaandam
Aan de Beethovenstraat 6 Zaandam wordt aanzienlijk minder verkeer verwacht in de toekomstige situatie. De sluiting van de Aldi en het realiseren van 4 grondgebonden rijwoning resulteert in 553 mvt/etmaal minder op een weekdag. In de toekomst is de aantrekkende werking van deze locatie 27 mvt/etmaal weekdag. Omrekening naar een maatgevende werkdag geschiedt op basis van een omrekenfactor van 1,1. Dit leidt tot een verkeersgeneratie op een werkdag van 30 mvt/etmaal werkdag. Gezien de beperkte aantrekkende werking van het verkeer worden er in de toekomst op de Beethovenstraat geen problemen verwacht ten aanzien van de verkeersafwikkeling. Er is een verbeterde verkeerssituatie ten opzichte van de oude situatie, aangezien de 4 woningen een lagere parkeervraag hebben dan een supermarkt. De parkeerbehoefte van de ontwikkeling bedraagt 4 parkeerplaatsen. De parkeercapaciteit in de Beethovenstraat kan hierin voorzien. Voor bezoekers is de parkeerbehoefte 2 parkeerplaatsen. Zij kunnen gebruikmaken van het naastgelegen parkeerterrein 'De Burcht', waarbij de druk op 'De Burcht' minder groot wordt.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
De locatie Zuideinde 146 Koog aan de Zaan genereert in de toekomst 666 mvt/etmaal minder. De 35 appartementen en 5 grondgebonden woningen generen in de toekomst 213 mvt/etmaal weekdag. Omrekening naar een maatgevende werkdag geschiedt op basis van een omrekenfactor van 1,1. Dit leidt tot een verkeersgeneratie op een werkdag van 236 mvt/etmaal werkdag. Aangezien de hoeveelheid verkeer ten opzichte van de huidige situatie afneemt, worden er in de toekomst geen problemen verwacht met de verkeersafwikkeling op de Zuideinde. De parkeerbehoefte voor de ontwikkeling neemt in vergelijking met de huidige situatie toe. In de toekomstige situatie is een parkeerbehoefte berekend van 40 parkeerplaatsen. Hierin kan worden voorzien.
De locatie Zuideinde grenst direct aan de Zaan. De Zaan wordt gebruikt door vrachtverkeer. De nieuwbouw mag geen belemmering vormen voor de scheepvaart, en aan de andere kant mag de scheepvaart niet leiden tot onveilige situaties ter plaatse van de woningbouw. Daarom is het plan op 21 januari 2019 besproken met de afdeling Havens en van de gemeente Zaanstad. Zij zijn het bevoegd gezag op de Zaan.
Nautische uitgangspunten
Voor de ontwikkeling gelden vanuit nautisch oogpunt de uitgangspunten:
Verder dient een minimale afstand van 5 m ter voorkoming van raken door een uit koers geraakt schip in acht genomen te worden tussen de kade en de gevel, mits de kade 1 m hoog is t.o.v. MHWS (= NAP - 30 cm) voor een leeg schip en de kade dient sterk genoeg te zijn voor een geladen schip. Een aanvaarbescherming in de vorm van een steiger die voldoet aan bovenstaande zou een kortere afstand mogelijk kunnen maken.
Dit leidt tot de volgende uitgangspunten voor het plan:
Om te garanderen dat een veilige aanvaarbeveiliging gerealiseerd wordt, is in dit bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Hierin is geborgd dat het gebouw dat direct aan de Zaan staat, pas gerealiseerd mag worden als de realisatie van een aanvaarbeveiliging die akkoord bevonden is door HHNK geborgd is.
Windhinderonderzoek
De ontwikkeling mag niet leiden tot windhinder voor scheepvaart. Daarom is windhinderonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 18). In dit onderzoek zijn de huidige/oude situatie en de nieuwbouw situatie van Zuideinde 146 zijn met elkaar vergeleken.
In vergelijking met de huidige situatie neemt de hoogte van de nieuwbouw toe en steekt deels boven de omgeving uit. Hierdoor ligt de ontwikkeling niet geheel in de luwte van de omgeving. De 21m hoge toren vangt daardoor meer wind. Er ontstaat een luwte achter het gebouw die over de Zaan uitstrekt. Het windklimaat op de Zaan zal veranderen door de nieuwe ontwikkeling binnen een invloedsfeer van circa 1 keer de hoogte van het gebouw, dus tot of circa 21 m. Hier ontstaat een luwte op de Zaan, een lagere windsnelheid. Er zijn meer locaties langs de Zaan waar deze situatie zich voordoet. Tevens wordt het aannemelijk geacht dat de vaarweg zich verder uit de kade bevindt.
Desondanks dat de nieuwe ontwikkeling effect heeft op het windklimaat op de Zaan wordt gesteld dat dit geen windhinder voor de scheepsvaart op zal leveren. Dit gebaseerd op de beperkte invloed en de relatief korte afstand van de invloedsfeer vanaf de kade. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat er geen additionele hinderlijke en of gevaarlijke situaties op zullen treden door het realiseren van het bouwplan. Het aspect wind vormt geen belemmering.
Toetsing en conclusie
Binnen de ontwikkeling is rekening gehouden met bovenstaande uitgangspunten. Daarbij wordt opgemerkt dat de aanvaarbescherming op basis van bijlage II Bor, artikel 2, lid 18 sub b, vergunningvrij is; dit hoeft dus niet in dit bestemmingsplan geregeld te worden.
Toetsingskader
De Nederlandse bodem zit vol met archeologische waarden. Met de ondertekening van het Europese verdrag van Valletta in 1992, een verdrag over behoud en beheer van het archeologische erfgoed, hebben de lidstaten zich tot doel gesteld het bodemarchief te beschermen. Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), waardoor het verdrag een juridisch fundament kreeg. Deze wijzigingswet heeft onder meer wijzigingen aangebracht in de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet is op 1 juli 2016 deels (met een overgangstermijn tot de Omgevingswet) vervangen door de Erfgoedwet. Deze wet handelt over het aanwijzen van te beschermen cultureel erfgoed. Naast de Monumentenwet vervangt de Erfgoedwet ook andere wetten zoals de Wet tot behoud van cultuurbezit. De Erfgoedwet kent een aantal nieuwe bepalingen. Het gaat om het vaststellen van een gemeentelijke erfgoedverordening en het bijhouden van een erfgoedregister. Ook dienen burgemeester en wethouders het voornemen om hun cultuurgoederen en verzamelingen te vervreemden bekend te maken. De Erfgoedwet bevat bovendien diverse veranderingen met lokale gevolgen, zoals de vervanging van de landelijke aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten door een rijksinstructie aan gemeenten. Onderdelen van de Monumentenwet 1988 die in 2019 naar de Omgevingswet overgaan, blijven van kracht tot die wet in werking treedt. De vuistregel voor de verdeling tussen de Erfgoedwet en de nieuwe Omgevingswet is:
Onderzoek
Dorpsstraat 707 Assendelft
Het plangebied in Assendelft was oorspronkelijk een veenmoeras dat tussen de 10e en 14e eeuw is ontgonnen en veranderd in weiland. De Dorpsstraat is een oude middeleeuwse dijk waarlangs vanaf de 14e eeuw, mogelijk al vroeger, is gewoond. Het gaat in eerste instantie om boerderijen, later ook om gewone woningen en kleine bedrijven. Deze bewoning gaat door tot op de dag van vandaag.
Door Archeodienst BV is in 2016 ten behoeve van de beoogde ontwikkeling een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 19). In enkele boringen zijn indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats (oude bebouwingsresten). De kans dat binnen het plangebied een archeologische vindplaats aanwezig is, wordt daarom groot geacht. Afhankelijk van de diepte waarop gegraven wordt is vervolgonderzoek noodzakelijk (zie figuur 5.8). Bij de ontwikkeling die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, moet dan ook rekening worden gehouden met deze dieptes.
In de gebieden 1, 2 en 3 moeten bij bodemverstoringen archeologische proefsleuven worden aangelegd. Bij gebied 1 is dit nodig bij bodemverstoringen groter dan 50 vierkante meter en dieper dan 120 cm onder het maaiveld van 2016. Bij gebied 2 is dit nodig bij bodemverstoringen groter dan 50 vierkante meter en dieper dan 65 cm onder het maaiveld van 2016. Bij gebied 3 is dit nodig bij bodemverstoringen groter dan 50 vierkante meter en dieper dan 100 cm onder het maaiveld van 2016
Voor de aanleg van de proefsleuven is een door de gemeente goedgekeurd of opgesteld Programma van Eisen nodig. Gebaseerd op de uitslag van het proefsleuvenonderzoek besluit de gemeente of een opgraving nodig is.
De archeologische waarden van gebied 1 worden geborgd middels dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' voor archeologie. De archeologische waarden van gebied 2 worden geborgd middels dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' voor archeologie. De archeologische waarde van het derde gebied wordt geborgd door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3'.
Figuur 5.8: Noodzaak tot archeologisch vervolgonderzoek in relatie tot diepte bodemingrepen
In het gebied waar de ontsluitingsweg is geprojecteerd is in het verleden een archeologisch booronderzoek uitgevoerd in het kader van het project Overhoeken-Oost (rapport Thanos, C., 2011: 'Archeologisch onderzoek Overhoeken-Saendelft te Assendelft, gemeente Zaanstad. Aanvullend bureauonderzoek met grondboringen' in: Grontmij Archeologische Rapporten 1052, Houten). Uit dit onderzoek blijkt dat dit deel van het terrein verstoord is en geen archeologische waarde meer heeft. Voor het tracé van de ontsluitingsweg hoeven in het bestemmingsplan dan ook geen voorwaarden voor archeologie te worden opgenomen.
Beethovenstraat 6 Zaandam
In de buurt van het plangebied is vanaf de 13e eeuw bedrijvigheid geweest. Vanaf de 15e of 16e eeuw is er ook gewoond. Het was vooral een maritiem gebied met scheepswerven, mastenmakerijen, blokkenmakerijen en pakhuizen.
Op dit moment zijn er geen plannen om grondwerkzaamheden uit te laten voeren. Dit kan veranderen. Daarom wordt ook hier een dubbelbestemming archeologie opgenomen. Dit wordt: 'Waarde - Archeologie 1', waarbij een archeologisch onderzoek nodig is bij bodemverstorende werkzaamheden groter dan 50 m² en dieper dan 50 cm.
Zuideinde 146 Koog aan de Zaan
Het plangebied in Koog aan de Zaan is tot ongeveer de 14e eeuw een onontgonnen oever van de Zaan geweest. Ergens in de 15e eeuw vestigden zich mensen langs de oever en werd een dijk aangelegd, het Zuideinde. Het plangebied ligt buitendijks. De bewoning was schaars maar nam in de loop der tijd toe. In de 17e eeuw was het hele buitendijkse gebied bebouwd met woningen, schuren, pakhuizen en scheepswerven. Ook hier gaat de bewoning en bedrijvigheid door tot nu.
Op basis van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie is een archeologisch onderzoek nodig bij ontwikkelingen dieper dan 0,5 m en groter dan 50 m². De archeologische waarden worden geborgd middels een dubbelbestemming archeologie.
Conclusie
Afhankelijk van de diepte en de locatie van graafwerkzaamheden is vervolgonderzoek nodig ter plaatse van Dorpsstraat 707 in Assendelft. Ter plaatse van Beethovenstraat 6 in Zaandam vinden geen grondwerkzaamheden plaats waardoor het aspect archeologie geen belemmering vormt. Ter plaatse van Zuideinde 146 in Koog aan de Zaan wordt het archeologisch onderzoek afgestemd met de (mogelijke) bodemsanering.
Rijksbeleid
Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) uit 2010, waarin de Wro nader is uitgewerkt, is opgenomen dat per 1 januari 2012 bij het maken van bestemmingsplannen een beschrijving moet worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden.
In de toelichting van het Bro staat dat dit betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden en daar conclusies aan verbinden die in een bestemmingsplan verankerd worden. Dit vermindert de noodzaak tot het aanwijzen van nieuwe beschermde monumenten omdat aan het belang van de cultuurhistorie dan waarde wordt toegekend via het proces van de ruimtelijke ordening.
Erfgoedwet
Sinds 1 juli 2016 is de Wet op de archeologische monumentenzorg vervangen door de Erfgoedwet. In de Erfgoedwet is een bepaling opgenomen dat in elk bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten archeologische waarden. De Erfgoedwet bevat tevens een verplichting om toevalsvondsten te melden (de zogenaamde meldingsplicht).
Rijksmonumenten en van rijkswege beschermde stads- en dorpsgezichten zijn beschermd via de Erfgoedwet.
Provinciaal beleid
Als toetsingskader voor bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen gebruikt de provincie Noord-Holland de structuurvisie, de leidraad Landschap en Cultuurhistorie en de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie (ILC). Op grond van de Wro dienen gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie in acht te nemen.
Leidraad landschap en cultuurhistorie
De Leidraad Landschap en Cultuurhistorie is een uitwerking van de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Deze leidraad is gericht op ontwikkelingen buiten het bestaand bebouwd gebied, met behoud en ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteiten die het landschap heeft. Nieuwe ruimtelijke plannen dienen rekening te houden met de ontwikkelingsgeschiedenis, de bebouwingskarakteristiek en de inpassing in de wijdere omgeving. Bestaande historische kenmerken en objecten in het landschap moeten herkenbaar blijven. De openheid van het landschap in Laag Holland verdient extra bescherming. De visuele impact van nieuwe ontwikkelingen moet daarom voor de uitvoering duidelijk en beoordeeld zijn. Ontwikkelingen binnen of in de directe nabijheid van dorpen moeten passen bij het bestaande 'DNA' van het dorp. Voor de lintbebouwing in Zaanstad zijn o.a. de doorzichten vanuit het lint naar het omringende polderlandschap als onderdeel van dit 'DNA' aangewezen.
Provinciale monumenten zijn beschermd via de Provinciale Verordening.
Gemeentelijk beleid
Erfgoedstrategie 2019-2023
In de Erfgoedstrategie (2019-2023) staat aangegeven dat het behouden en mogelijk versterken van de kwaliteit en identiteit bij (gebieds)ontwikkeling uitgangspunt is en dat erfgoed als basis genomen wordt bij transformaties en verdichtingsopgaven van ontwikkelgebieden. Ook worden cultuurhistorische waarden in stedenbouwkundige kaders voor ontwikkeling opgenomen.
In het vastgestelde beleid 'Identiteit van Zaanstad' staat dat we karakteristieke bebouwing langs de dijken linten en paden koesteren, behoud en herstel van de historische bebouwing stimuleren. Vanuit Inverdan is het blootleggen en vervolgens versterken van de verborgen kwaliteiten uitgangspunt. Cultuurhistorische waarden worden ingezet om deze verborgen kwaliteiten inzichtelijk te maken en als vertrekpunt te dienen voor nieuwe ontwikkelingen. De Zaanse Kwaliteit, de Zaanse identiteit is belangrijk.
Beleid historische dijken, linten en paden
In het vastgestelde beleid 'Identiteit van Zaanstad' staat dat we karakteristieke bebouwing langs de dijken, linten en paden koesteren en behoud en herstel van de historische bebouwing stimuleren. De door het college vastgestelde cultuurhistorische verkenning historische linten, dijken en paden is van kracht met de daarin genoemde waarden en richtlijnen.
Verordening Fysieke Leefomgeving, artikelen erfgoed
Voor wijzigingen en werkzaamheden aan Rijks-, provinciale en gemeentelijke monumenten is een omgevingsvergunning nodig. Ook is het aanwijzen van monumenten en gemeentelijk beschermde gezichten in de verordening geregeld.
Ontstaansgeschiedenis
In Assendelft werd rond 950 door boeren en vissers uit de duinstreek, de lange noord-zuidgerichte dijk met Dorpspad aangelegd, vanaf het IJ bij de veer naar Spaarndam, tot voorbij Krommenie. Hieraan vestigden zich de eerste bewoners van de Zaanstreek. Assendelft is waarschijnlijk het oudste dorp van de gemeente Zaanstad. Het veenmoeras werd ontgonnen zodat een slagenlandschap ontstond. De inwoners van Assendelft groeven lange sloten om het veen te ontwateren en geschikt te maken voor akkerbouw. Ook werd de Kaaik gegraven, een brede sloot waarlangs enkele woningen werden gebouwd. Toen het toch te nat werd, verhuisden de boeren naar de overkant van de Kaaik en maakten de grond geschikt voor akkerbouw.
Door de eeuwen heen ontwikkelde het Dorpspad zich tot een langgerekt bouwlint van boerenerven met stolpboerderijen gelegen op smalle, diepe kavels. Een stolpboerderij is een vierkante boerderij met een piramideachtig dak. De richting van de kavels zijn bepaald door het vroegmiddeleeuwse afwateringssysteem van schuin op de weg staande sloten. Tussen de 12e en 14e eeuw ontstond een kleine dorpskern rondom de kerk. In 1514 waren er 1.230 inwoners. De meeste bewoners leefden van veeteelt. Sommige hielden zich bezig met het weven van linnen of het vissen van haring. In de 16e eeuw was Assendelft beroemd om de enorme hoeveelheden melk. Assendelft was het belangrijkste centrum van zuivelbereiding geworden. Het vervoer ging voornamelijk over het water. De 'vaarboeren' voeren naar hun koeien in het veld om te melken en te hooien. Over de ondiepe sloten deden boeren dat met een typisch Assendelver melkschuitje.
Ontwikkeling van het gebied in de 17e eeuw
Inklinking van de veengronden maakte de gronden steeds drassiger waardoor de boeren vanaf de 16e/17e eeuw steeds meer over gingen op het houden van vee. Toen het ook daar te nat werd, verhuisden ze nogmaals verder het veen in. Hier groeven ze een brede sloot, de Westzaner Twiske. In 1633 werd dit de Nauernasche Vaart. De driedeling is nog steeds te zien in de structuur van Assendelft.
Veranderingen in het gebied in de 19e en 20e eeuw
Eind 19e eeuw maakte de opkomst van grote melk- en zuivelfabrieken in de regio, de melkverwerking op het boerenerf overbodig. De werkzaamheden op de boerderij veranderden en de indeling van de boerderijen werd gewijzigd. De Dorpsstraat was tot in de 19e eeuw het enige bebouwingslint in dit gebied. Met de aanleg van het Noordzeekanaal in 1865-1876 kwam het zuidelijkste deel van de Dorpsstraat te vervallen. Het lange lint loopt sindsdien vanaf de Zeedijk, bij Buitenhuizen, naar Krommenie.
Langs het lint bleef voldoende ruimte om bij te bouwen waardoor het een landelijk lint is gebleven met veel kleinschalige bebouwing en openheid. Pas in de late 20e en begin 21e eeuw zijn nieuwe wijken ontstaan langs het lint en is de Noorderveenweg aangelegd. Hierdoor is de structuur van Assendelft wel veranderd maar de kwaliteiten van het lint zijn grotendeels behouden gebleven. De schaal van de Dorpsstraat is kleiner dan die van de Noorderveenweg; de kavel ligt precies op deze overgang.
Toekomstige veranderingen
Het plangebied is onderdeel van de Noorderpolder. Door de Noorderpolder ligt het bebouwingslint van Assendelft. Aan weerszijden van dit dorpslint is in de afgelopen jaren Saendelft gerealiseerd, een VINEX-locatie met ongeveer 5.000 woningen en bijbehorende voorzieningen.
Het plangebied van De Overhoeken bestaat eveneens uit twee delen aan weerszijden van de Dorpsstraat van Assendelft. Het gebied bestaat uit een aantal (voormalige) agrarische percelen en wordt aan de noordzijde begrensd door de Noorderveenweg en aan de zuidzijde door het buitengebied De Omzoom, dat een onderdeel vormt van het Strategisch Groen Project 1 'IJmond tot Zaanstad' ('Tussen IJ en Z').
Cultuurhistorische waarden
Cultuurhistorische en historisch geografische waarden
Het plangebied bestaat uit een kavel in de oksel van de kruising tussen de Dorpsstraat en de Noorderveenweg. De middeleeuwse verkavelingsstructuur is (ondanks enige schaalvergroting door ruilverkaveling) nog goed herkenbaar aanwezig en van zeer hoge historisch geografische waarde.
Het landschap ter plaatse wordt gekenmerkt door openheid aan de westzijde van de Dorpsstraat en bosjes en rietkragen aan de oostzijde, met lange rechte lijnen en doorzichten, het slagenlandschap, water en relatief weinig bebouwing. Deze openheid, met lange zichtlijnen van en naar de Nauernasche Vaart is eveneens van een zeer belangrijke historisch geografische waarde in het gebied.
De locatie valt uiteen in twee deelgebieden. In de eerste lijn langs de Dorpsstraat stonden voorheen twee woningen die recent gesloopt zijn. Daarachter ligt een voormalig bedrijfsperceel. Dit werd tot enkele jaren geleden gebruikt door Bouwbedrijf Van der Gragt. In het gebied was een grote bedrijfshal aanwezig, waar productie op opslag plaatsvond. Ook was er een kantoor aanwezig. Verder was het terrein grotendeels verhard vanwege opslag van materiaal en materieel. Van cultuurhistorische waarde is hier de losse strooiing op het erf van hoofd- en grootschalige bijgebouwen, waarbij het hoofdgebouw (de woonhuizen) een kenmerkende draai in de rooilijn heeft en niet geheel evenwijdig aan de straat staan. Die draai is op dit kavel minder aanwezig dan op overige kavels aan de Dorpsstraat. De draai is wel het gevolg van het middeleeuwse verkavelingspatroon. Ook van belang is dat het hoofdgebouw aan het lint staat en niet verder gelegen is op het erf.
Langs het historische lint is nog veel agrarische bebouwing in de vorm van stolpboerderijen aanwezig als herinnering aan het agrarische verleden van het dorp. Op deze locatie stond weliswaar geen stolpboerderij, maar de stolpen in het landschap hebben zeer hoge cultuurhistorische waarde vanwege de afleesbaarheid van dit agrarische verleden.
Erfinrichting/beplanting: van oorsprong was de voorzijde van het erf voor wonen bedoeld inclusief groen gericht op de woonfunctie, de rest van de kavel was verhard en bedoeld voor werken.
De twee woonhuizen op het erf hebben nog die groene erfinrichting die gericht is op de woonfunctie. Het overige deel van het erf heeft, door het industriële karakter van de kavel, veel verharding.
Aanbevelingen
Algemene aanbevelingen voor het lint Assendelft:
Specifieke aanbevelingen voor het plangebied:
Inpassing in het bestemmingsplan
Het bestemmingsplan maakt bebouwing in de lijn van het lint mogelijk. Daarmee wordt de bebouwingskarakteristiek van het lint behouden en versterkt. De architectuur van het complex refereert naar de oorspronkelijke bebouwingsstructuur (markante stolp, arbeiderswoningen, schuur). Het parkeren vindt achter de bebouwing plaats, en is vanuit het lint niet mogelijk.
Ontstaansgeschiedenis
Koog aan de Zaan is vermoedelijk in de 16e eeuw ontstaan bij de Kogerhem, waar ook een sluisje was. Naast dat sluisje kwam in de 17e eeuw een herberg (nu De Waakzaamheid). Ten zuiden van de Kogerhem kwam in de 17e eeuw een kerk waar omheen ook een buurtje ontstond. Koog aan de Zaan was lang verbonden met Zaandijk door het delen van een school, kerk, kerkhof en de armen- en weeszorg. In 1543 waren er ongeveer 30 inwoners. Aan het einde van de 16e eeuw groeide dit aantal. Ze hielden zich waarschijnlijk bezig met binnenvisserij, binnenvaart en de opvang van reizigers. Het dorp kreeg een kleine kern doordat er een kerkbuurtje rond de kerk ontstond.
Ontwikkelingen in de 17e eeuw
In de 17e eeuw kwamen in dit dorp molens te staan, in de Kogerhem maar ook in het veld. Het gaat onder andere om pelmolens, papiermolens en gortpellers. Gortepap was volksvoedsel en proviand voor de schepen en er was grote vraag naar gort. In de 17e eeuw werden ook de paden haaks op de dijk bebouwd. Het is opvallend dat vooral de paden bij de sluisjes ten noorden en ten zuiden van het dorp werden bebouwd. Ook ontstond de dubbele buurt, iets ten zuiden van de Kogerhem vanwege de dreigende doorbraak van de dijk. De wegsloot werd gedempt om de dijk te versterken, en meer landinwaarts gelegd. Hierdoor ontstond de dubbele buurt, een unieke structuur van twee dijken naast elkaar.
Ontwikkelingen in de 18e eeuw
Het ging economisch goed met Koog in de 18e eeuw. Dit kwam door de stijfselmakerijen, de binnenvisserij, de olieslagerijen, de pellerijen en de verfmalerijen. Op de Kogerhem werden de molens vervangen door fabrieken en ook in het zuiden kwamen fabriekjes. De fabrieken van de familie Honig in het noorden en zuiden van het dorp zijn kenmerkend voor Koog aan de Zaan. Ook hier werd in deze tijd wat villabebouwing toegevoegd aan het lint. Toch had dit dorp vooral kleinschalige bebouwing. Aan het begin van de 19e eeuw liep de bevolkingsgroei terug, veel later dan in andere Zaanse dorpen.
Veranderingen in de 19e eeuw en 20e eeuw
Koog aan de Zaan had tot eind 19e eeuw een kamstructuur. Aan de kant van de Zaan stonden rijkere panden en aan de kant van het land van dijk juist kleinschaligere arbeiderswoningen. Aan het eind van de 19e eeuw veranderde dit doordat de wegsloot werd gedempt en panden werden afgebroken om fabrieken te bouwen. De rijke eigenaren van de fabrieken lieten aan beide kanten van de dijk villa's en kantoren bouwen. Aan het begin van de 20e eeuw werd het dorp uitgebreid met nieuwe arbeiderswijkjes, vooral ten zuiden van de Kogerhem. Daarbij werd om de oude structuur van de paden heen gebouwd waardoor de kamstructuur bleef. De aanleg van de snelweg A8 in de 20e eeuw zorgde voor een doorkruising van de structuur van het lange dijklint.
Noorderbrug
Lange tijd waren er geen bruggen over de Zaan. Mensen werden met een bootje naar de overkant geroeid. Toen de industrie begon toe te nemen kwamen er veren. Later kwam 'De Hoopbrug' en wat later kwam er een brug die mensen van het Kalf naar de Koog moest brengen; De Noorderbrug. De Noorderbrug verbond Zaandam met Koog aan de Zaan; van Zaandam in de oostzijde bij de Slachthuisbuurt naar de overkant in de Koog uitkomend in de Raadhuisstraat tegenover de Ruyterstraat. De brug werd op 30 april 1902 geopend door burgemeester Cleveringa van Koog aan de Zaan. Om gebruik te mogen maken van de brug moest er tol worden betaald. Deze tol werd verpacht en de pachter van de Noorderbrug, de heer H. van der Kommer, liet in 1902 bij de oprit aan de Koogse kant een café met woning bouwen. In 1976 werd de brug afgebroken. De plek van het bruggenhoofd is nog zichtbaar.
Stijfselfabriek Chios
De stijfselfabricage was een belangrijke bedrijfstak in de Zaanse economie. Het was al aan het einde van de 16e eeuw aanwezig en vanaf de tweede helft van de 19e eeuw ook in (stoom)fabrieken, waarvan Zetmeelbedrijven De Bijenkorf (ZBB) als belangrijke producent is overgebleven. De stijfselfabricage bestaat uit het produceren van zetmeel en de daarvan afgeleide producten (modificaties) voor het stijven van textiel uit zetmeel houdende producten, als aardappelen, maïs, rijst en tarwe. De Hollandse tarwe-stijfselfabricage heeft haar centrum steeds in de Zaandorpen gevonden. Het is niet bekend of de bereiding van stijfsel uit tarwe ook in de Zaanstreek is uitgevonden, evenmin wanneer dat is gebeurd. Vóór men stijfsel uit volle tarwebloem fabriceerde, gebruikte men daar afval voor; men begon met het gebruik van de volledige tarwebloem toen de vraag naar stijfsel steeg. De tarwe voor de stijfselfabricage werd gemalen op de geprivilegieerde korenmolens. De eerste tarwe-stijfselfabriek in de Zaanstreek werd vermoedelijk aan het eind van de 16e eeuw gevestigd, mogelijk zelfs nog eerder. Stijfsel was in Europa vroeg bekend: de bewoners van het Griekse eiland Chios zouden in de oudheid al stijfsel hebben gebruikt. De stijfselfabriek in Koog kreeg daarom de naam Chios.
Cultuurhistorische en historisch geografische waarden
Het Zuideinde heeft hoge cultuurhistorische waarde als historisch lint dat langs de Zaan tot ontwikkeling is gekomen. De kenmerkende kamstructuur van een hoge dijk met dwars daarop paden (voormalige polderverkaveling) is van hoge historisch geografische waarde. Het dijklichaam, waarop het Zuideinde is aangelegd, heeft tevens een zeer hoge cultuurhistorische en landschappelijke waarde. Het plangebied bestaat uit een min of meer rechthoekig gebied, gelegen tussen de dijk (Zuideinde) en de Zaan. Deze strook was voornamelijk bebouwd met industrie; zo ook op deze plek. Deze structuur van (dijk-industriële bebouwing-rivier) is nog herkenbaar aanwezig en van hoge cultuurhistorische en historisch geografische waarde. Het gebied wordt verder gekenmerkt door gesloten industriële/functionele bebouwing; zichtlijnen van en naar de Zaan zijn van oudsher spaarzaam. Op de plekken waar de Zaan wel zichtbaar was/is, is de zichtlijn dan ook van zeer grote historisch geografische waarde in het gebied.
De bebouwing bestaat uit twee bouwblokken en bevindt zich aan de zijde van het Zuideinde. De rivierzijde is open; dit is van cultuurhistorische waarde. De bebouwing zelf is van vrij recente datum en heeft geen noemenswaardige architectuurhistorische waarde, behalve de onmiskenbaar industriële sheddaken-constructie, die de afleesbaarheid van het industriële verleden van locatie herkenbaar houdt.
Aan de Noordzijde van het gebied is de plek waar het bruggenhoofd van de Noorderbrug zich bevond. Dit is een belangrijke cultuurhistorische waarde, die nu als open plek aan de Zaan is ingericht met een hek en een bankje. Door deze inrichting is een open plek aan de Zaan ontstaan, die van historisch geografische waarde is. In het gebied is nauwelijks tot geen groen aanwezig. Ook dit is een historisch gegeven.
Aanbevelingen
Inpassing in het bestemmingsplan
Voor het behoud van de doorzichten en zichtlijnen is gekozen voor strakke bouwvlakken om de beoogde plannen. Daardoor ontstaan 2 heldere zichtlijnen naar het water.
Het behoud van de rooilijnen is vastgelegd door in het bestemmingsplan de rooilijnen van de voor- en achtergevels van de bebouwing te regelen met een bouwvlak, zodat de bebouwing zoveel mogelijk aan de Zuideinde zijde ligt.
Ontstaansgeschiedenis
De eerste bewoners hadden zich in de 11e en 12e eeuw gevestigd bij de monding van de Zaan en groeven haaks op de rivier ontwateringssloten In het gebied waren aan het eind van de 12e eeuw of in de 13e eeuw dus al de zeedijken aanwezig. Op de westoever was dit de Hogendijk en op de oostoever de Zuiddijk. Als sluitstuk van het dijkenstelsel werd tussen 1288 en 1300 een dam in de Zaan aangelegd, de Hogendam. Deze dam verbond de Hogendijk en de Zuiddijk met elkaar. Met de aanleg van deze dam start ook de geschiedenis van het huidige Zaandam. De eerste bewoners bouwden hun huizen langs de zeedijken.
Ontwikkelingen in 15e-17e eeuw
In de 15e eeuw bleven West- en Oostzaandam kleine nederzettingen In het laatste kwart van de 16e eeuw brak voor Oostzaandam en Westzaandam een periode van economische opbloei aan.
Aan het begin van de 17e eeuw ging het voorspoedig met de economie in Noord-Holland. De VOC werd opgericht en het Twaalfjarig Bestand was in 1609 ingegaan. Hierdoor kon de handel floreren. Zaandam ontwikkelde zich in deze periode tot grootste industriegebied van Europa. In Zaandam concentreerde zich de scheepsbouw en aanverwante bedrijvigheid op deze plek.
Ontwikkelingen 19e eeuw
In 1811 werden door Napoleon gemeenten gevormd in de Republiek. Naar aanleiding van deze bestuurlijke veranderingen werden Oost- en Westzaandam in 1812 bij elkaar gevoegd tot één gemeente: Zaandam. De nieuwe gemeenten kregen doorgaans een nieuw gemeentehuis. Ook in de nieuwe gemeente Zaandam ontstond de behoefte aan een nieuw gemeentehuis. De Hogedam was al eeuwen het ontmoetingscentrum van de beide dorpen en een plek nabij deze dam werd dan ook geschikt geacht voor het nieuwe gemeentehuis. Iets ten zuiden van Klauwershoek was een buitendijks stuk land 'de Burcht'. Deze naam voor dit stuk land werd al in de 18e eeuw gebruikt. Hier werd in 1848 het nieuwe gemeentehuis gebouwd naar ontwerp van de stadsarchitect van Purmerend, W.A. Scholten. Het land ten zuiden van het gemeentehuis werd steeds verder aangeplempt en er ontstond een park.
In het gebied direct ten zuiden van de Burcht lagen eind 19e eeuw en begin 20e eeuw een rij loodsen van William de Pont. Op kaarten is te zien hoe deze op een gegeven moment plaatsmaken voor woningen en voor een groenteveiling, die daarna nog dienst doet als fabriek voor jaloezieën.
Ontwikkelingen 20e eeuw
In de 20e eeuw verandert er in het eerste kwart weinig op deze plek. De loodsen van Wiliam de Pont staan er een hele tijd tot in 1931 de veiling wordt gebouwd, de rest van de bebouwing aan de Beethovenstraat wordt gebouwd tussen 1932 oneven nummers) en 1936 (de even nummers). Onduidelijk is wanneer de veiling in gebruik wordt genomen als jaloeziefabriek. In 1983 wordt het pand verbouwd tot supermarkt.
Groenteveiling
In 1915 werden tuinders door de regering verplicht om zich aan te sluiten bij een veiling en in de Zaanstreek werd de 'Veilingvereniging De Zaanstreek' opgericht. Al eerder waren er veilingen geweest op de Stadswerf, de Hogedam, Burcht en de Loswal. Voor deze veiling werd een pand gebruikt, officieel in de Beethovenstraat, maar het meest zichtbare deel lag aan de Prins Hendrikkade. Daar vond ook de aanvoer plaats en waren de deuren groot genoeg om de waren naar binnen te brengen. In 1981 was er sprake van het opnieuw in gebruik nemen van de hal en er zouden marktstalletjes in geplaatst worden. Uiteindelijk is er een supermarkt van Aldi in terecht gekomen.
Cultuurhistorische en historisch geografische waarden
Het gebied van de Beethovenstraat heeft cultuurhistorische waarde als plek waar lange tijd een directe relatie met de Zaan was door de loodsen van de houthandel van de Pont. De kenmerkende structuur van evenwijdig aan de rivier lopende straten heeft hoge historisch geografische waarde.
Verder maakt de Beethovenstraat onderdeel uit van de vroeg 20e-eeuwse arbeiderswijk 'de Muziekwijk'. Deze wijk is positief gewaardeerd in het onderzoek naar sociale woningbouw in Zaanstad tussen 1900 en 1945.
Het plangebied bestaat uit een min of meer rechthoekig gebied, gelegen tussen de Prins Hendrikkade (Z) de Beethovenstraat (N), de Burcht (W) en de Schubertstraat (w). Dit gebied is bebouwd met industriële bebouwing en vroeg 20e-eeuwse woonhuizen. De bebouwing grenst tevens aan de tuinen van de woningen die aan de drie omringende straten staan. De bebouwing in het gebiedje wordt verder gekenmerkt door gesloten industriële/functionele bebouwing wat een belangrijke cultuurhistorische waarde is. Het pand van de veiling dateert uit 1931 en heeft architectuurhistorische waarde als bebouwing uit de jaren 30 van de vorige eeuw, passend bij de rest van de bebouwing in de buurt.
Aanbevelingen
Inpassing in het bestemmingsplan
De goot- en bouwhoogte zijn vastgelegd in het bestemmingsplan samen met de nokrichting en kapvorm. Hiermee is de inpassing in de historische structuur geborgd.
Een bestemmingsplan geeft aan voor welke functies percelen en bouwwerken mogen worden gebruikt. Dat kan bijvoorbeeld zijn voor wonen, groen, verkeer enzovoort. Daarnaast bevat het plan per functie regels waaraan het gebruik en/of het bouwen moet voldoen. Zo is vastgelegd waar gebouwd mag worden en waar niet, en zijn regels gesteld hoe mag worden gebouwd. Het plan geeft bijvoorbeeld de maximale bouw- en goothoogte van huizen, en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erfafscheidingen aan.
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (voorheen de 'plankaart' genoemd), planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels zijn het juridische deel van het bestemmingsplan. In dit deel van het bestemmingsplan staan de rechten en plichten die voortvloeien uit het plan. In de plantoelichting zijn de achtergronden en uitgangspunten voor het beleid opgenomen. Met de toelichting worden de aanwezige belangen in het gebied afgewogen en wordt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond.
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is geregeld dat alle ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen, digitaal moeten worden vervaardigd, met inachtneming van de daartoe wettelijk verplicht gestelde standaarden Op die wijze zijn bestemmingsplannen onderling vergelijkbaar en ook digitaal uitwisselbaar. Alle bestemmingsplannen in Nederland zijn te vinden op de website: www.ruimtelijkeplannen.nl. Via het tabblad 'bestemmingsplannen' kan worden doorgeklikt naar de provincie, de woonplaats of nog specifieker de straatnaam. De gebieden die zwart omlijnd op de kaart staan aangeduid, zijn de gebieden waarvoor een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is.
Zodra het gewenste bestemmingsplan is gevonden en deze voldoende is ingezoomd, wordt de betreffende bestemmingslegging zichtbaar. Om een beter beeld van de omgeving te krijgen, kan voor verschillende ondergronden worden gekozen (luchtfoto, topografie). Zodra linksboven 'legenda' wordt aangeklikt, wordt inzichtelijk wat de verschillende kleuren betekenen. Door vervolgens op een locatie binnen het plangebied te klikken wordt aan de rechterzijde van de kaart de bijbehorende informatie getoond.
Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regels worden gegeven. Die toegekende gebruiksmogelijkheden kunnen op twee manieren nader worden ingevuld:
De combinatie tussen de bouwregels op de verbeelding en in de regels zorgt ervoor dat de beoogde stedenbouwkundige opzet planologisch wordt vastgelegd. Dat wordt in dit hoofdstuk verder toegelicht.
Dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende bestemmingen:
In verband met archeologische verwachtingen is tevens een passende dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (1 t/m 4)' van toepassing op een gedeelte van het plangebied. De waterkering op de locatie Zuideinde in Koog aan de Zaan is tevens bestemd voor 'Waterstaat - Waterkering'.
De hoofdstukken waarin de regels zijn opgenomen, hebben de volgende vaste volgorde:
Ook bij de opstelling van een bestemmingsbepaling (Hoofdstuk 2 van de regels) moet een vaste volgorde gebruikt worden: Een bestemmingsregel behoeft niet alle voorgeschreven elementen te bevatten. Dit is afhankelijk van de aard van de bestemming. Alle bestemmingen bevatten wel een bestemmingsomschrijving en bouwregels.
Daarnaast is een aantal bepalingen opgenomen waaraan landelijk gezien de regels van het bestemmingsplan moeten voldoen. Het gaat hierbij om een aantal begrippen, regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling.
In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de inleidende regels.
De begrippen die in het bestemmingsplan gebruikt worden zijn in dit artikel gedefinieerd. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Dit artikel maakt duidelijk hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
Het hoofdstuk Bestemmingsregels bevat de regels die specifiek gelden voor de bestemmingen in dit plan.
De voor Detailhandel bestemde gronden zijn bedoeld voor de nieuwe supermarkt. De beoogde nieuwbouw is voorzien van een bouwvlak. In de specifieke gebruiksregels is de maximale oppervlakte van de supermarkt opgenomen. Daarmee is voor iedereen duidelijk wat voor soort winkel mogelijk is.
Op de plankaart is een strak bouwvlak opgenomen, waarbinnen het nieuwe pand gerealiseerd mag worden. Tevens zijn de maximum goot- en bouwhoogte op de verbeelding vastgelegd. Daarmee is het voor belanghebbenden duidelijk dat het beoogde plan ook op deze wijze gerealiseerd gaat worden. Bovendien zijn de afstanden van de nieuwe bebouwing tot de perceelsgrenzen en daarmee tot bestaande woningen vastgelegd.
Het gebruik van de supermarkt is alleen toegestaan indien er twee geluidsschermen gerealiseerd zijn. Dit is geborgd met een voorwaardelijke verplichting, die opgenomen is in 3.3.1 onder c.
Binnen de bestemming Groen zijn naast groenvoorzieningen de daarbij behorende voorzieningen toegestaan zoals water, speelvoorzieningen, voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd.
De gronden met de bestemming Tuin zijn bedoeld voor tuinen behorende bij het wonen. Het betreft de gronden die zijn gelegen voor de voorgevels van de nieuwe woningen. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' is parkeren toegestaan.
Artikel 6 Verkeer en Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied
De gronden zijn bedoeld voor verkeerskundige doeleinden, waarbij het accent bij 'Verkeer' ligt op stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Bij 'Verkeer - Verblijfsgebied' ligt het accent op wegen met een buurtontsluitingsfunctie. Ook het middengebied van de locatie Zuideinde heeft deze bestemming.
De bestemming Water is primair bedoeld voor water met een functie voor de waterhuishouding, en waterberging. Tevens zijn de gronden bestemd voor waterstaatkundige werken. Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de functie water.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en de daarbij behorende bouwwerken, werken, werkzaamheden, tuinen en erven.
Op de verbeelding zijn bouwvlakken opgenomen, waarmee de uiterste bouwgrenzen zijn vastgelegd. Bovendien zijn de maximale bouw- en goothoogten vastgelegd. Daarmee is de omvang van de nieuwe bebouwing in dit bestemmingsplan geregeld. Verder is het maximum aantal wooneenheden vastgelegd. Bij de woningen zijn aan-huis-verbonden beroepen toegestaan.
Ter plaatse van de beoogde zorgwoningen is tevens de aanduiding 'zorgwoning' opgenomen. In de bestemmingsomschrijving is bepaald dat tevens zorgwoningen zijn toegestaan. Met de aanduiding 'gestapeld' is geregeld dat ter plaatse uitsluitend woningen in gestapelde vorm zijn toegestaan.
Op alle locaties is het beoogde bouwplan relatief strak vastgelegd door het opnemen van een bouwvlak en een maximum goot- en bouwhoogte. Daarmee is voor omwonenden duidelijk welke ruimtelijke kaders er gelden en wat de impact voor hun woonomgeving is. Bovendien wordt hiermee de gewenste ruimtelijke kwaliteit behaald.
Ter plaatse van het plandeel Zuideinde 146 is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Eén van de appartementengebouwen staat dicht tegen de Zaan. Het realiseren hiervan is alleen toegestaan indien een aanvaarbeveiliging gerealiseerd is, die is afgestemd met HHNK. Dit is in artikel 9.4 geborgd.
Artikel 10 Waarde - Archeologie 1, Artikel 11 Waarde - Archeologie 2 en Artikel 12 Waarde - Archeologie 3
Binnen het plangebied zijn twee dubbelbestemmingen opgenomen ter behoud en bescherming van de archeologische waarden in de gronden. Deze regels, die binnen de bestemming gelden, hebben voorrang op de regels van de andere op de gronden voorkomende bestemmingen. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen.
Artikel 13 Waterstaat - Waterkering
Voor de in het plangebied aanwezige waterkering is een dubbelbestemming opgenomen ter bescherming van de belangen van de waterkering. Het oprichten van bouwwerken binnen deze bestemmingen is in principe niet toegestaan. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van deze bepaling. Voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning wint het college advies in bij de waterbeheerder. Daarnaast moet er ontheffing op basis van de Keur aangevraagd worden bij de waterbeheerder.
Deze algemene regels bestaan uit een aantal algemene, niet aan specifieke bestemmingen gekoppelde, bepalingen.
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Deze bepaling is vast voorgeschreven in het Bro en dient in alle bestemmingsplannen te worden opgenomen. Doel van deze bepaling is te voorkomen dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld in het geval dat (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
In dit artikel zijn vormen van gebruik opgesomd, die strijdig zijn met het toegestane gebruik overeenkomstig dit plan.
Artikel 16 Algemene aanduidingsregels
Geluidszone - industrie 1 en 2
Het plangebied ligt voor een gedeelte binnen de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein 'Westpoort' en gedeeltelijk binnen de geluidszone van de gezoneerde industrieterreinen 'ZBB-Amylum (thans Tate & Lyle Netherlands B.V.) en Cacao De Zaan (thans ADM Cocoa)'. De Wet geluidhinder bepaalt dat deze zones in bestemmingsplannen vastgelegd moeten worden. Daarom zijn op de verbeelding twee gebiedsaanduidingen opgenomen, één per geluidszone. In de regels zijn bepalingen opgenomen die de bestaande rechten behorend bij het industrieterrein waarborgen.
Luchtvaartverkeerzone - 2
Ter plaatse van deze aanduiding geldt het hoogtebeperkingengebied van Schiphol. In dit gebied is de bouw van objecten hoger dan 150 m niet toegestaan.
Artikel 17 Algemene afwijkingsregels
Door middel van de algemene afwijkingsregels kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor onder andere geringe overschrijdingen van bepaalde bouwvoorschriften, kunstobjecten, bouwwerken van openbaar nut, telecommunicatievoorzieningen enzovoort. Deze bevoegdheid vergroot de flexibiliteit van het plan.
In het eerste lid is bepaald dat het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en/of bestemmingsgrenzen te overschrijden. Het gaat in het algemeen om ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen, liftkokers, luifels, balkons etc.
In het tweede lid is een verwijzing naar het parkeerbeleid opgenomen. Hiermee wordt het parkeerbeleid onderdeel van het toetsingskader van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het wijzigen van het gebruik. De bepaling is dynamisch in die zin, dat toekomstige wijzigingen van het parkeerbeleid ook onderdeel uitmaken van deze regel.
Het derde lid bepaalt dat indien in de planregels bij dit bestemmingsplan wordt gerefereerd aan wet- en regelgeving, de wet- en regelgeving van toepassing is zoals deze luidt op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.
In Artikel 19 Overgangsrecht is het overgangsrecht ten aanzien van het gebruik en het bouwen in strijd met het plan geregeld. De Wro schrijft voor hoe de overgangsbepalingen voor bouwwerken en gebruik in bestemmingsplannen dienen te luiden. Kort samengevat zijn hieronder de belangrijkste punten vermeld.
Voor bouwwerken, die aanwezig zijn op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of die nog gebouwd kunnen worden op basis van een omgevingsvergunning voor het bouwen en die afwijken van het bestemmingsplan, geldt dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd.
De overgangsbepalingen voor bouwwerken bevat een calamiteitsregeling en een regeling op grond waarvan door het dagelijks bestuur eenmalig kan worden afgeweken voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk dat onder de overgangsbepalingen valt met maximaal 10%.
De overgangsregels voor het gebruik bepalen dat het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, mag worden voortgezet. Het met het bestemmingsplan strijdige gebruik mag niet worden veranderd in een ander strijdig gebruik, tenzij daardoor de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het strijdige gebruik langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten.
De overgangsbepalingen zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken die zijn gebouwd zonder vergunning en bestaand gebruik in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
De slotregel (Artikel 20 Slotregel) beschrijft op welke wijze de regels aangehaald moeten worden.
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat de geplande ontwikkeling maatschappelijk draagvlak heeft en dat de procedures op een goede manier is doorlopen.
Participatie
De gemeente Zaanstad hecht een groot belang aan participatie. Dat betekent dat zij initiatiefnemers stimuleert om vroegtijdig met omwonenden en belanghebbenden te communiceren over het plan. Voor dit bestemmingsplan is de participatie op de volgende wijze uitgevoerd.
Dorpsstraat 707
In augustus en september 2018 heeft de initiatiefnemer van deze locatie alle omwonenden bezocht en het integrale plan gepresenteerd. De omwonenden konden zich vinden in het plan. Wel zijn er zorgen over het verkeer. Die zorgen hebben overigens meer betrekking op de totale ontwikkeling inclusief de Aldi, en niet zozeer op de realisatie van de zorgwoningen. Ook is in juni 2019 het plan voor de zorgwoningen gepresenteerd in een openbare vergadering van het wijkoverleg. Hiervoor zijn de bewoners actief uitgenodigd. Naar aanleiding van deze presentatie zijn geen reacties binnengekomen die geleid hebben tot aanpassingen van het plan.
Beethovenstraat
De initiatiefnemer heeft in 2020 gesproken met de voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van de panden in het blok Beethovenstraat-Burcht-Prins Hendrikkade en Schubertstraat. In dit gesprek is het plan toegelicht. Tevens is gesproken over het (weer) toegankelijk maken van het achterpad.
Zuideinde
De initiatiefnemer heeft in 2020 gesproken met de eigenaar van het zuidelijke perceel. Dit grenst direct aan het plangebied. Naar aanleiding van deze gesprekken is de grens zodanig aangepast, dat de eigenaar de mogelijkheid heeft om op eigen terrein een garage te realiseren.
Vanwege de beperkingen rondom Covid heeft voor de locaties Beethovenstraat en Zuideinde nog geen plenaire bijeenkomst plaatsgevonden. Deze zal na het opheffen van de beperkingen georganiseerd worden.
Vooroverleg
In het kader van het wettelijk vooroverleg is het ontwerpbestemmingsplan in het kader van het artikel 3.3.1-overleg toegezonden aan de overlegpartners van de gemeente Zaanstad, zoals de provincie Noord-Holland en het waterschap. De veiligheidsregio heeft in dit kader advies gegeven. Dit advies is verwerkt in de toelichting bij dit bestemmingsplan.
Zienswijze
Tegelijk met het artikel 3.3.1-overleg wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro). Er zijn geen zienswijzen op het bestemmingsplan binnengekomen.
Vaststelling
Het bestemmingsplan wordt vervolgens, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt 6 weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.
Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).
Financiële haalbaarheid
Het bestemmingsplan vormt het toetsingskader voor particuliere ontwikkelingen. De projecten richten zich op een marktsegment waar momenteel vraag naar is. De kosten worden gedekt uit de opbrengst van de verkoop/verhuur van woningen en de realisatie van een discountsupermarkt. In de exploitatie is tevens rekening gehouden met de kosten voor bodemsanering. Hiermee kan het bestemmingsplan financieel haalbaar worden geacht.
Grondexploitatie
Doel van de in de Wro opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van overeenkomsten. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden, (woning)bouwcategorieën en fasering. Bij de privaatrechtelijke weg worden dergelijke afspraken in een (anterieure) overeenkomst vastgelegd.
De ontwikkeling die in dit bestemmingsplan centraal staat is als 'bouwplan' aangemerkt.
Voor dit plan is een anterieure overeenkomst opgesteld, waarmee de kosten anderszins zijn verzekerd. Hierin zijn ook afspraken gemaakt ten aanzien van planschade er tevens is een planschadeverhaalsovereenkomst opgesteld.