Plan: | Partiële Herziening Kreekrijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3893BP-0301 |
De partiële herziening van het bestemmingsplan Bestemmingsplan Kreekrijk met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3893BP - 0301 van de gemeente Zaanstad.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het bestemmingsplan Kreekrijk met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3777BP-0301 vastgesteld bij raadsbesluit van 15 mei 2014, nummer 2014/26.
De begripsbepalingen als bedoeld in artikel 1 van de regels van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) zijn van overeenkomstige toepassing.
De vigerende regels als bedoeld in artikel 4 'Groen' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing.
De vigerende regels als bedoeld in artikel 5 'Maatschappelijk' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing.
De vigerende regels als bedoeld in artikel 8 'Verkeer - Verblijfsgebied' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing.
De vigerende regels als bedoeld in artikel 9 'Maatschappelijk' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 10.1.1 'Woningcategorieën' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) wordt vervangen door onderstaande regeling:
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1 t/m 10' met de waarden A
= maximum percentage sociale woningbouw B = minimum percentage sociale woningbouw, C
= minimum percentage particulier opdrachtgeverschap, dient het aantal woningen met de
waarden A, B en C te worden gebouwd met inachtneming van onderstaande verdeling:
waarbij de hiervoor genoemde percentages niet per bouwvlak gelden, maar als gezamenlijke totaalpercentages voor alle bouwvlakken binnen een bepaalde functieaanduiding specieke vorm van wonen.
Van artikel 10.2.1 van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) komt sub e te vervallen. De vigerende regels onder 10.2.1 a, b, c, d, f, g en h blijven ongewijzigd van toepassing.
Van artikel 10.2.3 van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) komen sub d en sub e te vervallen. De vigerende regels onder 10.2.3 sub a, b en c blijven ongewijzigd van toepassing.
Sub e van artikel 10.2.4 wordt vervangen door onderstaande regeling:
e. de dakhelling bedraagt minimaal 15 graden.
Sub h van artikel 10.2.5 wordt vervangen door onderstaande regeling:
h. naast de woning gelegen bijbehorende bouwwerken zijn alleen toegestaan aan één zijde van de woning;
Sub a van artikel 10.2.8 wordt vervangen door onderstaande regeling:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gebouwd achter de voorgevelrooilijn, mag niet hoger zijn dan 2 meter. Erf- en terreinafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn mogen niet hoger zijn dan 1 meter;
De vigerende regelingen als bedoeld in artikel 12 'Waarde - Archeologie 1' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
De vigerende regelingen als bedoeld in artikel 13 'Waarde - Archeologie 2' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
De vigerende regelingen als bedoeld in artikel 14 'Waarde - Archeologie 5' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) blijven ongewijzigd van toepassing. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 16.1 'Luchtvaartverkeerzone - 1' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) wordt vervangen door onderstaande regeling:
Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 1' , (het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.1c van het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol van toepassing is) geldt dat geen geluidgevoelige gebouwen worden toegestaan, behoudens:
tenzij hiervoor een verklaring van geen bezwaar zoals bedoeld in artikel 2.2.1e lid 5 van het Luchthavenindelingsbesluit is afgegeven.
Artikel 16.2 'Luchtvaartverkeerzone - 2' van het bestemmingsplan Kreekrijk (moederplan) wordt vervangen door onderstaande regeling:
Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 2' (het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.2 van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol van toepassing is) geldt een hoogtebeperking voor bouwwerken tot een maximum hoogte van 146 meter NAP.
Aan artikel 12 'Algemene aanduidingsregels' wordt het voglende, derde, sublid 'Luchtvaartverkeerzone - 3' toegevoegd:
Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 3' (het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.1d van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol van toepassing is) geldt een beperking voor nieuwe woningbouwlocaties buiten bestaand stedelijk gebied. tenzij hiervoor een motivering wordt opgenomen in de toelichting zoals bedoeld in artikel 2.2.1e lid 5 van het Luchthavenindelingsbesluit is afgegeven.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Partiële Herziening Kreekrijk'.