Plan: | Geluidverdeelplan HoogTij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3836BP-0301 |
Het bestemmingsplan Geluidverdeelplan HoogTij met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3836BP-0301 van de gemeente Zaanstad.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een deel van het totale gebruik.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een in het bestemmingsplan vastgelegde zone rond het industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) mag bedragen.
Maximale immissieniveau vanwege een kavel op een toetspunt als vastgelegd in Bijlage 1 - Geluidverkaveling, dan wel berekend als vastgelegd in Bijlage 3 - Handleiding voor het bepalen van een immissiebudget voor een inrichting op HoogTij.
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer.
Een stuk grond, begrensd zoals aangegeven in de verkavelingskaart van Bijlage 1 - Geluidverkaveling.
Het geluid van een schip veroorzaakt door installaties die nodig zijn voor het in werking hebben van een schip bijvoorbeeld het ventileren van ruimen, de stroomvoorziening, koeling etc., maar niet veroorzaakt wordt door het laden en lossen van het schip of door het inwerking zijn van (ballast)pompen bij b.v. tankers.
De representatieve bedrijfssituatie zoals omschreven in de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999 en de heruitgave uit 2010. Hieronder worden in elk geval niet verstaan incidenten die niet vaker dan 12 keer per jaar plaatsvinden, calamiteiten, activiteiten met betrekking tot de bouw en aanleg en het herstel en de sloop van (bouw)werken.
Het planologisch geldend regime ten tijde van het vaststellen van het plan, bestaande uit de volgende regelingen:
Het bestuursorgaan bevoegd tot het beheren van de geluidsruimte binnen een geluidzone behorend bij een industrieterrein (Wgh), dan wel de omgevingsdienst belast met de uitvoering van die bevoegdheid.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.
De geluidimmissie van een inrichting als bedoeld in artikel 4.1.2 en Bijlage 1 wordt berekend als beschreven in methode II van de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999 (HMRI1999), waarbij de volgende rekenparameters bij de berekening moeten worden gebruikt:
Bij het berekenen van de totale gecumuleerde toegestane geluidbelasting van het industrieterrein als bedoeld in artikel 4.1.3 sub c, wordt in ieder geval in acht gehouden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - milieugebruiksruimte' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de verdeling van de geluidruimte binnen de geluidzone behorend bij het industrieterrein HoogTij.
waarbij geldt dat:
Het bevoegd gezag heeft de bevoegdheid een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1.2 teneinde een activiteit die plaatsvindt binnen een inrichting toe te staan die niet voldoet aan de immissiebudgetten indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening Bijlage 1 en Bijlage 3 behorend bij de regels van het plan te wijzigen in die zin dat:
waarbij geldt dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening Artikel 2, Bijlage 2 en Bijlage 3 behorend bij de regels van het plan te wijzigen in die zin dat:
waarbij geldt dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Geluidverdeelplan HoogTij van de gemeente Zaanstad.