direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Krommeniedijk 193
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding, doel en kern van het bestemmingsplan

De raad van de gemeente Zaanstad heeft op 10 maart 2016 het bestemmingsplan "Diverse locaties Krommeniedijk 2014" vastgesteld. Het bestemmingsplan bestaat uit een aantal verspreid liggende locaties en een aantal aanpassingen aan regels uit het bestemmingsplan “Krommeniedijk”, welke op 29 november 2007 is vastgesteld door de raad.

Tegen het vastgestelde bestemmingsplan "Diverse locaties Krommeniedijk 2014" zijn beroepschriften ingediend. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder ABRvS) heeft op 7 december 2016 uitspraak gedaan over de ingediende beroepschriften (201603124/1/R1). De ABRvS heeft op basis van een van de ingediende beroepen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd voor zover het betrekking heeft op de bestemming “Wonen” op het perceel Krommeniedijk 193/193a.

In zijn uitspraak draagt de ABRvS de raad van de gemeente Zaanstad op met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Het door de raad te nemen nieuwe besluit hoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid. Dit betekent dat voorliggend bestemmingsplan niet als ontwerp ter visie wordt gelegd.

De ABRvS heeft de voorlopige voorziening getroffen dat het bestemmingsplan "Uitbreidingsplan in hoofdzaak Krommenie" van 19 oktober 1965 herleeft ter plaatse van het vernietigde plandeel. Dit om te voorkomen dat ter plaatse enkel de Bouwverordening als toetsingskader geldt.

Het perceel Krommeniedijk 193/193a bestaat uit een tweetal woonpercelen. Op de percelen zijn een tweetal vrijstaande woningen vergund. Deze omgevingsvergunningen zijn onherroepelijk. Met het voorliggende bestemmingsplan is beoogd om hetgeen met de eerder verleende omgevingsvergunningen ter plaatse mogelijk is gemaakt, planologisch vast te leggen. De beide woningen zijn in rechte onaantastbaar geworden en moeten als gevolg daarvan voor rechtmatig worden gehouden (Uitspraak ABRvS: 201012081/1/R1).

De bestemming "Tuin" die ook voorkomt op de beide woonpercelen is wel onherroepelijk geworden met het bestemmingsplan Diverse locaties Krommeniedijk 2014. Daarom wordt deze niet opnieuw vastgesteld in dit bestemmingsplan.

1.2 Ligging van het plangebied

Het plangebied bestaat uit een gedeelte van de percelen Krommeniedijk 193 en 193a, kadastraal bekend onder nummer KMN010000C00315. Het plangebied maakt onderdeel uit van het lint Krommeniedijk. Op onderstaande kaart is de ligging van het plangebied aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0001.png"

Afbeelding 1: locatie plangebied

1.3 Aanpassingen

In dit bestemmingsplan is de gehele bestemming "Wonen" overgenomen uit het bestemmingsplan "Diverse locaties Krommeniedijk 2014". Ten aanzien van de zaken die in de uitspraak van de ABRvS aan de orde zijn gekomen is gekozen voor de volgende insteek:

  • 1. Ten behoeve van een vereiste zorgvuldigheid wordt in 2.1 Ruimtelijk beleid ingegaan op het geldende beleidskader ten aanzien van het landschap voor zover dit betrekking heeft op het plangebied. Daarnaast wordt de feitelijke ruimtelijke situatie van het plangebied inzichtelijk gemaakt.
  • 2. De relatie tussen de bestemming Wonen en een nabijgelegen bedrijfsbestemming wordt in 2.2 Milieutechnische uitvoerbaarheid inzichtelijk gemaakt door middel van onderzoek.

1.4 Leeswijzer, opzet van het bestemmingsplan

De toelichting van een bestemmingsplan geeft uitleg over en een onderbouwing van de bestemmingsregeling die in de planregels en op de verbeelding is opgenomen.

De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgebouwd.

Hoofdstuk 1 Inleiding bevat een inleiding op het bestemmingsplan. Achtereenvolgens worden aanleiding, doel en kern van het bestemmigsplan en de ligging van het plangebied behandeld.

Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid bevat de onderbouwing van het ruimtelijk beleid, de milieutechnische uitvoerbaarheid en de economische uitvoerbaarheid van het plan. In dit hoofdstuk wordt de onderbouwing gegeven over de aspecten die de ABRvS in zijn uitspraak heeft aangegeven.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving geeft ene toelichting op de juridische vormgeving van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid

2.1 Ruimtelijk beleid

2.1.1 Algemeen

In zijn uitspraak van 7 december 2016 overweegt de ABRvS dat in het bestemmingsplan "Diverse locaties Krommeniedijk 2014" het behoud van de openheid van het landschap niet in de besluitvorming is betrokken.

Navolgend wordt het geldende landschapsbeleid behandeld. Voorafgaand wordt de ligging van het plangebied in zijn omgeving toegelicht met onderbouwing van actuele lucht- en panoramafoto's (2016). Uit de foto's blijkt dat ter plaatse feitelijk geen sprake is van openheid. Het plangebied bestaat uit bomen en hoge struiken zonder doorzichtmogelijkheden. Ook de aangrenzende percelen in het lint Krommeniedijk en aan de westzijde van het water in de gemeente Uitgeest zijn bebouwd (o.a. een manege, een metaalbewerkingsbedrijf, woningen en een agrarisch bedrijf) en/of begroeid. Het gebied ten oosten van de Krommeniedijk is open, gezien vanaf de Krommeniedijk. Het plangebied is hier niet op van invloed.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0002.png"

Afbeelding 2: luchtfoto 2016. Het plangebied is rood omcirkeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0003.png"

Afbeelding 3: zicht vanaf de Krommeniedijk op het zuidelijke deel van het plangebied (augustus 2016)

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0004.png"

Afbeelding 4: zicht vanaf de Krommeniedijk op het noordelijk deel van het plangebied (augustus 2016)

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0005.png"

Afbeelding 5: zicht vanaf de Krommeniedijk op de ten westen van het plangebied gesitueerde opstallen (augustus 2016)

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0006.png"

Afbeelding 6: zicht vanaf de Krommeniedijk op het perceel ten zuiden van het plangebied (augustus 2016)

Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op een tweetal onherroepelijk vergunde en dus bestaande woningen. Van openheid van het landschap is in de omgeving van het plangebied deels sprake (met name ten oosten van de Krommeniedijk en in noordwestelijke richting). In het plangebied zelf en in de directe omgeving van het plangebied is feitelijk geen sprake van openheid.

2.1.2 Structuurvisie Noord-Holland 2040 en Provinciale Ruimtelijke Verordening

In de Structuurvisie staat op welke manier de provincie de ruimte in Noord-Holland tot 2040 wil gebruiken en ontwikkelen. Bij het maken van ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met de ambities uit de Structuurvisie. Om te bouwen buiten bestaand stedelijk gebied moeten nut en noodzaak van die bebouwing aangetoond worden. Belangrijk zijn verder: ruimtelijke kwaliteit, locatie en duurzaamheid van het project. De Structuurvisie 2040 dateert van 2010. In 2015 is de Structuurvisie voor het laatst bijgewerkt, inclusief de besluiten over Wind op Land van 15 december en 2 maart 2015.

De Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) bevat de feitelijke regels waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. In de PRV wordt onderscheid gemaakt tussen regels voor het Landelijk Gebied en het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG). Binnen het BBG stelt de PRV alleen regels aan nieuwe locaties voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Aan woningbouw worden geen regels gesteld.

Daarnaast bevat de PRV regels voor het hele grondgebied. Deze regels hebben betrekking op detailhandel, weidewinkels, aardkundig waardevolle gebieden (stuwwallen etcetera) en meerlaagse veligheid (zoals maatregelen tegen overstromingsgevaar).

De regels voor nieuwbouw in landelijk gebied staan dus in de PRV. In de PRV, in werking tot 1 maart 2016, is het plangebied aangeduid als liggend binnen Bestaand Bebouwd Gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301_0007.png"

Per 1 maart 2017 is een herziene PRV in werking getreden. Ten aanzien van het BBG werkt de provincie niet langer met kaarten. Het BBG wordt gelijkgesteld met de definitie voor Bestaand Stedelijk Gebied uit het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 1.1.1 onder h.). Deze luidt:

bestaand stedelijk gebied: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur;

In de herziene PRV is een overgangsregeling opgenomen voor bestemmingsplannen waarvan het ontwerp voor 1 maart 2017 ter inzage heeft gelegen en/of voor omgevingsvergunningen waarvan de aanvraag voor 1 maart 2017 is ingediend. In het voorliggende geval dateren zowel de omgevingsvergunningen op basis waarvan het bestemmingsplan is gemaakt als het ontwerpbestemmingsplan (in de vorm van het bestemmingsplan Diverse locaties Krommeniedijk 2014) van voor 1 maart 2017. De PRV zoals hij gold tot 1 maart 2017 is daardoor het toetsingskader.

Overigens wordt op basis van het vorenstaande ook op basis van de herziene PRV geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied sprake is van Bestaand Stedelijk Gebied.

Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op een tweetal onherroepelijk vergunde en dus bestaande woningen. De provincie merkt het plangebied in zijn Provinciale Ruimtelijke Verordening aan als liggend binnen Bestaand Bebouwd Gebied. Het aantonen van nut en noodzaak voor bouwen buiten Bestaand Gebouwd Gebied is op dit plan dus niet van toepassing.

2.1.3 Ruimtelijke Structuurvisie Zichtbaar Zaans

Het plangebied maakt in de Ruimtelijke Structuurvisie onderdeel uit van het historisch lint Krommeniedijk. Voor het lint is in de structuurvisie een profiel geschetst.

Gebiedskenmerken

Het profiel lint beschrijft de dorpslinten buiten de dorpskernen. De linten zijn belangrijke identiteitsdragers voor Zaanstad. Zij dragen bij tot het historische besef van de stad en de wens om het karakter van de dorpen te behouden. Dit profiel wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en een lage dynamiek. Ieder lint heeft zijn eigen karakteristiek, waarmee het bijdraagt aan de eigen identiteit van ieder dorp afzonderlijk. De bebouwingsdichtheid is wisselend en varieert tussen de 10 en 30 woningen per hectare, soms nog lager. Het belangrijkste kenmerk van de linten is dat zij geen deel uitmaken van een netwerk en zich langs één richting hebben ontwikkeld. De linten van de stad vormen samen echter de basisstructuur van de stad. Een structuur met een hoge recreatieve en toeristische potentie.

Openbare ruimte

De linten hebben een groene uitstraling, door het weidse landschap achter de bebouwing. Daarnaast dragen de erven met hun beplanting voor een belangrijk deel bij aan dit groene karakter. De openbare ruimte wordt bepaald door het lint zelf, meestal geflankeerd door diepe voorerven en op sommige plaatsen begeleid door een dijksloot. Elk lint heeft zijn eigen kenmerken, welke karakteristieken moeten worden behouden en versterkt. De inrichting bestaat overwegend uit gebakken materialen en authentiek straatmeubilair. Voor een aantal linten geldt een inrichting in asfalt. Het behouden en stimuleren van streekeigen inrichting van het erf is een belangrijk uitgangspunt bij het versterken van de identiteit van het lint. De sociale samenhang van deze linten is sterk ontwikkeld. Een aandachtspunt is de gerichtheid van de functies op het lint. Voor het autoverkeer dienen de linten meestal als buurtontsluiting. De uiteinden van de linten zijn vaak zwaar belast. Parkeren vindt hoofdzakelijk plaats op eigen terrein of als langsparkeren. Vanwege de uitgestrektheid van de linten is de bereikbaarheid per openbaar vervoer niet optimaal te regelen. De bereikbaarheid per auto is tamelijk goed. De linten vormen de drager van de langzaam verkeerstructuur. De linten vormen voor fietsers te lange routes, die het fietsverkeer belemmeren. Meer oost-west verbindingen zijn gewenst. De linten zijn over het algemeen aantrekkelijke en sociaal veilige routes.

Functies

Van oorsprong kent het profiel een sterke menging van functies. Nu ligt het zwaartepunt meer op wonen, maar nog steeds is de uitwisselbaarheid van functies en flexibiliteit van bebouwing van belang. Een sterke variatie in eigendom en individualiteit van kavels en panden is duidelijk herkenbaar. Er is wat verspreide bedrijvigheid en op diverse plekken zijn kleine concentraties van voorzieningen. Vestiging van ambachtelijke niet-hinderlijke bedrijvigheid blijft mogelijk. Deze vorm van bedrijvigheid (bedrijven < 250 m2) zorgt voor een substantiële bijdrage aan de werkgelegenheid in Zaanstad. Daarnaast worden praktijkruimten aan huis gestimuleerd. In totaal wordt uitgegaan van rond de 10 arbeidsplaatsen per hectare. Het voorzieningenniveau is beperkt, maar voldoet aan de eerste basisbehoeften. Het aantal agrarische bedrijven neemt nog steeds af. Het behoud van deze voor het landschap belangrijke bouwmassa's moet worden gestimuleerd. Dit kan worden bereikt door binnen de karakteristieke bouwvolumes woningbouw, eventueel aangevuld met bedrijvigheid, toe te staan. Nieuwe vormen van bedrijvigheid kunnen worden gestimuleerd door:

  • Het inrichten van pleisterplaatsen op strategische plekken aan een aantal recreatieve routes;
  • Het toevoegen van creatieve functies, horeca en cultuur, bij herstructurering;
  • Niet verder laten afnemen van de huidige werkgelegenheid en zorgdragen voor het basisvoorzieningenpakket;
  • Nieuwe concepten zoals het flexibel wonen/werken aangrijpen.
  • Kleinschalige ontwikkelingen als 'kamperen bij de boer' en andere vormen van recreatief gebruik in het landelijke gebied toestaan.

Stelling van Amsterdam

Het plangebied bevindt zich binnen de groene gordel van de Stelling van Amsterdam. Dit UNESCO-erfgoed verdient respect en waardering en vooral conservering. Een deel van de oorspronkelijke forten wordt toegankelijk gemaakt voor het publiek. Zaanstad zorgt voor behoud en versterking van het aangrenzende cultuurlandschap (waaronder de dijken en lintdorpen) en stimuleert meer toeristisch-recreatieve voorzieningen.

Conclusie

Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op een tweetal onherroepelijk vergunde en dus bestaande woningen in het groen. De woningen maken onderdeel uit van het lint Krommeniedijk en passen in de hiervoor beschreven profielschets voor het lint.

2.2 Milieutechnische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan geeft een woonbestemming aan een perceel voor twee onherroepelijk vergunde woningen. In de nabijheid van het perceel is een metaalbewerkingsbedrijf gevestigd (Romas Metaal VOF op het perceel Krommeniedijk 194).

In Bijlage 1 is het akoestisch onderzoek industrielawaai bijgevoegd. Het onderzoek geeft inzicht in de geluidsproductie van Romas Metaal VOF, waarbij eveneens rekening is gehouden met het geluid van vrachtwagens ten behoeve van het bedrijf.

In het rapport wordt op de grens van de bestemming wonen een langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT van 49 dB(A) aangetoond. De norm voor gevoelige gevels is overdags (07:00-19:00) 50 dB(A) en 's-avonds (19:00-23:00) 45 dB(A). In de avonduren wordt dus niet voldaan aan de eis van 45 dB(A). Overdags is geen sprake van een overschrijding.

In alle gevallen wordt voldaan wordt aan de eis van 50 dB(A) uit het Activiteitenbesluit.

De grens van de bestemming Wonen komt overeen met de zuidelijke gevel van de aldaar onherroepelijk vergunde woning. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is in de regels en op de verbeelding van het voorliggende bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen om deze woning in noordelijke richting te verplaatsen. Bij een verschuiving van circa 15 meter in noordelijke richting wordt ook in de avonduren voldaan aan de eis van 45 dB(A).

Daarmee is de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond.

2.3 Economische uitvoerbaarheid

Het aantonen van de economische uitvoerbaarheid van het plan door middel van een cijfermatige opzet, is voor dit bestemmingsplan niet aan de orde. Het onderhavige plan is immers primair afgestemd op de uitspraken in het kader van de procedure over de vaststelling van het bestemmingsplan Diverse locaties Krommeniedijk 2014. Dit bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar.

2.4 Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten voor bijvoorbeeld bouw- en woonrijp maken en hebben zij sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor een exploitatieplan op te stellen, tenzij voornoemde kosten ‘anderszins verzekerd’ zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten of eigen gronduitgifte, en het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Een combinatie van een exploitatieplan en overeenkomsten is ook mogelijk.

Het onderhavige bestemmingsplan heeft een conserverend karakter, waarbij de bestaande vergunde situatie als uitgangspunt geldt die met inachtneming van de actuele bouw- en gebruiksregels wordt vastgelegd. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen in de zin van bouwplannen mogelijk gemaakt. Gezien de inhoud van dit reparatieplan, zal de gemeenteraad bij vaststelling van het bestemmingsplan besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

In dit hoofdstuk wordt eerst in algemene zin ingegaan op de opzet van de bestemmingsregeling. Vervolgens worden de algemene uitgangspunten voor deze bestemmingsregeling weergegeven. Daarna worden de planregels en verbeelding waar nodig specifiek toegelicht.

3.1 Opzet van de bestemmingsregeling

In het voorliggende bestemmingsplan worden de bepalingen uit het bestemmingsplan "Diverse locaties Krommeniedijk 2014" voor zover deze betrekking hebben op het plangebied zoveel mogelijk van toepassing verklaard. Het gaat dan bijvoorbeeld om enkele dubbelbestemmingen. Het onderdeel waarop het vaststellingsbesluit is vernietigd, wordt in dit bestemmingsplan met een nadere motivering en extra onderzoek hersteld. Het gaat dan om de bestemming "Wonen".

Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Hiervan zijn de regels en de verbeelding juridisch bindend. Het digitale bestemmingsplan 'Krommeniedijk 193' is de verzameling geometrisch bepaalde planobjecten, vervat in een GML-bestand (NL.IMRO.0479.STED3834BP-0301) met bijbehorende regels. Het is via elektronische weg uitwisselbaar en raadpleegbaar via de website www.ruimtelijkeplannen.nl.

De digitale versie van het bestemmingsplan gaat boven de analoge versie. De analoge verbeelding omvat één kaartblad (genummerd NL.IMRO.0497.STED3843BP-0301).

3.1.1 Toelichting

In de toelichting is in de voorgaande hoofdstukken een uitleg, onderbouwing en verantwoording gegeven van de keuzes die in dit bestemmingsplan zijn vastgelegd. In de volgende paragraaf worden enkele algemene uitgangspunten weergegeven die bij dit bestemmingsplan zijn gehanteerd. Daarna wordt in paragraaf 3.3 per bestemming samengevat wat er beoogd is met het toekennen van die bestemming. Niet ieder artikel van de regels is uitgebreid toegelicht, een aantal artikelen spreekt voor zich. De toelichting behoort niet tot het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan en heeft daarom geen directe rechtskracht. Wel kan het eventuele onduidelijkheid bij de interpretatie van de regels wegnemen omdat in de toelichting de achtergronden en intentie van de regeling is opgenomen.

3.1.2 Regels

De regels zijn gegroepeerd in drie hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels
    In dit hoofdstuk zijn de regels opgenomen die van belang zijn voor een juiste interpretatie van begrippen en bepalingen die in de overige regels zijn opgenomen;
  • 2. Bestemmingsregels
    In dit hoofdstuk is in de regels per bestemming opgenomen welk gebruik is toegestaan en welke bouwmogelijkheden er zijn;
  • 3. Overgangsregels en slotregels
    In het laatste hoofdstuk staat, naast enkele algemene slotbepalingen, opgenomen welk overgangsrecht geldt ten aanzien van het bestaand gebruik en bebouwing.
3.1.3 Verbeelding

Alle gronden binnen het plangebied hebben de bestemming Wonen. Dit is vastgelegd op de verbeelding. In de regels is vervolgens vastgelegd welke bepalingen voor deze bestemming gelden: waarvoor mag het worden gebruikt en hoe mag het worden bebouwd. Soms gelden afwijkende bepalingen of voorwaarden. Deze zijn met een aanduiding op de verbeelding weergegeven en in de regels is bepaald welke specifieke regels er gelden.

3.2 Uitgangspunten voor de bestemmingsregeling

Voor wat betreft de terminologie en de opbouw van het plan is op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregels aangesloten. Het voorliggende bestemmingsplan gaat daarom uit van de meest recente versie van het rapport Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP-2012-v1.3.1).

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is gekozen om de planologisch-juridische regeling in dit bestemmingsplan zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de systematiek en geest van de recente bestemmingsplannen van de gemeente Zaanstad.

Ook is het handboek Standaarden bestemmingsplan van de gemeente Zaanstad gevolgd.

3.3 Specifieke toelichting op de regels

3.3.1 Inleidende regels

In de Inleidende regels worden de gebruikte begrippen beschreven (Artikel 1).

3.3.2 Bestemmingsregels

De bestemmingsregels bevatten de volgende bestemming:

Wonen

Deze bestemming is toegekend aan de twee vergunde woningen en het bijbehorende erf (Artikel 2).

Administratieve bepaling

Met deze bepaling wordt het bepaalde in het bestemmingsplan Diverse locaties Krommeniedijk 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3798BP-0301 onverkort van toepassing verklaard met uitzondering van artikel 4 Wonen van dat bestemmingsplan. Dat artikel is door de ABRvS vernietigd (Artikel 3).

3.3.3 Overgangs- en slotregels

De verplichte overgangsregels voor bouwwerken en gebruik zijn conform het bepaalde in artikel 3.2.2 van het Bro opgenomen (Artikel 4). Tenslotte bevat het plan een slotregel (Artikel 5).