Plan: | Zaans Medisch Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3779BP-0301 |
Externe veiligheid heeft betrekking op de risico’s voor de omgeving vanwege het gebruik, de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. In het kader van de externe veiligheid dient, in het geval van een verandering bij de risicobron of in de omgeving daarvan, een afweging te worden gemaakt over de externe veiligheidssituaties. In het kader van een bestemmingsplan dient vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening de externe veiligheidssituatie te worden onderzocht. Hierbij dienen risicobronnen in kaart gebracht te worden en moet getoetst worden aan de risicomaten plaatsgebonden risico en groepsrisico. Daarnaast moet het groepsrisico verantwoord worden.
Plaatsgebonden risico: het risico op een plaats buiten een inrichting, langs een transportas of buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting of bij een transportas, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
Groepsrisico: de cumulatieve kansen per jaar dat een aantal personen overlijdt als gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting of bij een waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
De verantwoordingsplicht is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het water en het spoor van toepassing bij een toename of overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Dit kan optreden door uitbreiding/afname van risicovolle activiteiten en/of door een verandering van de personendichtheid.
Een belangrijk onderdeel van de verantwoordingsplicht is de adviesaanvraag aan de Veiligheidsregio. De rijksoverheid heeft (wettelijk) vastgesteld dat het bevoegd gezag het bestuur van de Veiligheidsregio in de gelegenheid dient te stellen advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van een inrichting of transportas.
Met behulp van de risicokaart is vastgesteld welke risicobronnen zich in de omgeving van het plangebied bevinden. Dit betreffen risicobronnen als gevolg van activiteiten van bedrijven en als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen. Het plangebied bevindt zich niet binnen het invloedsgebied van hogedruk aardgastransportleidingen, zodat deze niet relevant zijn uit het oogpunt van externe veiligheid.
In onderstaande afbeelding is de locatie van de risicobronnen weergegeven.
Er is een plasbrandaandachtsgebied aanwezig. Dit is een zone van 30 m vanaf de A8 en A7. Het ZMC ligt buiten deze afstand.
Relevante risicobronnen
Voor de nieuwbouw van het ZMC zijn de volgende risicobronnen relevant:
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico van de relevante risicobronnen vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.
A7: De A7 heeft ter hoogte van het ZMC geen 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour.
A8: Voor de rijksweg A8 ligt de 10-6 per jaar plaatsgebonden risico contour op 0 meter van het hart van de weg. Het plangebied ligt hierbuiten.
Danisco Zaandam BV: Danisco Zaandam is een zogenaamde PGS-15 inrichting, een categoriale inrichting die onder het Bevi valt. Op het terrein is één opslagloods aanwezig met een capaciteit groter dan 10 ton. De opslagloods heeft een oppervlak van tussen de 600 en 1500 m2. Het beschermingsniveau in deze opslagen is 3-laag en het stikstofpercentage in de opgeslagen stoffen is niet bekend of niet opgenomen op de risicokaart. Op basis van de Revi bedraagt de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour tussen de 85 en 270 meter. Het plangebied ligt hier buiten.
LPG tankstation: Het plaatsgebonden risico is voor deze locatie niet relevant, aangezien het ZMC zich buiten het invloedsgebied van het LPG-tankstation bevindt.
Groepsrisico
Voor alle relevante risicobronnen ligt het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en neemt in de toekomstige situatie niet (significant) toe. Per bron wordt dit hieronder nader toegelicht.
A7: Het ZMC bevindt zich op circa 50 meter van het hart van de weg. De gemiddelde dichtheid in het ZMC is circa 500 personen per hectare. Uit tabel 3 (van de concept Handreiking risicoanalyse transport) blijkt dat de drempel voor de 10% van de oriëntatiewaarde niet overschreden wordt bij een dichtheid van 500 personen per hectare als het aantal wagen GF3 niet hoger is dan 80 wagens per jaar. Aangezien over de A7 35 wagens GF3 per jaar gaan, kan uit bovenstaande worden afgeleid dat een kwantitatieve berekening niet nodig is en dat het groepsrisico lager is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde.
A8: Het groepsrisico ligt (op basis van de Eindrapportage Basisnet Weg, Bijlagenrapport, versie 1.0) onder de 0,1 keer de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Ontwikkelingen op een afstand van meer dan 355 meter dragen niet meer bij aan het groepsrisico, aangezien op basis van Circulaire RNVGS het groeprisico alleen wordt bepaald door het vervoer van de stofcategorie GF3. GF3 heeft een invloedsgebied van 355 meter. De realisatie van het plangebied zal daardoor ook niet leiden tot een toename van het groepsrisico.
Op verzoek van de gemeente Zaandam is ook toepassing gegeven aan de concept Handreiking risicoanalyse transport door de waarde voor het groepsrisico uit het Basisnet weg te onderbouwen aan de hand van vuistregels. Uit bovenstaande kan worden afgeleid dat een RBMII berekening niet nodig is en dat het groepsrisico lager is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde. Dit komt overeen met de gegevens uit Basisnet Weg.
Danisco Zaandam BV: Uit de risicokaart blijkt dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde ligt. De realisatie van het plangebied zal niet leiden tot een toename van het groepsrisico, omdat de toename van het aantal aanwezige personen beperkt is. Daarnaast is de afstand tot de nieuwe locatie van het ZMC relatief groot (700 meter). Op deze afstand is de bijdrage aan het groepsrisico beperkt en voor mensen die zich in een gebouw bevinden, bijvoorbeeld een ziekenhuis, zeer beperkt. Op basis hiervan kan worden gesteld dat de realisatie van het plangebied niet zal leiden tot een overschrijding van de oriëntatiewaarde.
LPG tankstation: het groepsrisico is niet bepaald, omdat het ZMC zich buiten het invloedsgebied van het LPG-tankstation bevindt.
Verantwoording groepsrisico
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A7 valt onder de Circulaire RNVGS. Op basis van deze circulaire is een verantwoording van het groepsrisico vereist bij een toename van het groepsrisico of een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Doordat het ZMC dichter bij de A7 komt te liggen zal het groepsrisico toenemen, maar onder de 0,1 keer de oriëntatiewaarde liggen. Vanwege de toename is een verantwoording vereist.
Voor de A8 ligt het groepsrisico onder de 0,1 keer oriëntatiewaarde en zal het groepsrisico niet toenemen. Voor deze risicobron is een verantwoording van het groepsrisico niet vereist, maar is deze volledigheidshalve alsnog uitgewerkt.
Danisco Zaandam BV valt onder het Bevi. Op basis van het Bevi is de verantwoording van het groepsrisico altijd vereist bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Voor deze risicobron is de verantwoording verder uitgewerkt.
De personendichtheid zal in de toekomstige situatie toenemen. In de huidige situatie betreft de aanwezigheid 2400 personen, in de toekomstige situatie 3014 personen (+130 voor het ziekenhuis en + 484 voor de zorgboulevard). Aangezien het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde blijft, is het niet nodig ruimtelijke maatregelen te treffen ter verlaging van het groepsrisico.
Treffen van bronmaatregelen
Het nemen van bronmaatregelen aan deze inrichting is in het kader van een ruimtelijk besluit niet mogelijk. Daarnaast ligt het groepsrisico van deze inrichting onder de oriëntatiewaarde waardoor er geen aanleiding is om het nemen van bronmaatregelen verder te onderzoeken.
Treffen van ruimtelijke maatregelen
Ruimtelijke maatregelen ter verlaging van het groepsrisico betreffen:
Nieuwbouw op de huidige locatie is de enige haalbare variant, waardoor alternatieve locaties afvallen. Aangezien het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde blijft en het aantal aanwezige personen beperkt toeneemt, maar de afstand tot Danisco Zaandam BV in de toekomstige situatie toeneemt, is het niet nodig ruimtelijke maatregelen te treffen ter verlaging van het groepsrisico.
De mogelijkheden van bestrijdbaarheid
Bronbestrijding bij een PGS 15 inrichting richt zich op het voorkomen van verdere uitbreiding van de brand door de brand gecontroleerd te laten uitbranden of door te blussen. Hiervoor zijn opstelplaatsen en bluswatervoorzieningen nodig. De openbare weg bij Danisco Zaandam BV kan als opstelplaats worden gebruikt. De Zaan kan als secundaire bluswatervoorziening worden gebruikt.
De mogelijkheden van zelfredzaamheid
De mogelijkheden voor zelfredzaamheid ten gevolge van een incident zijn bij het scenario toxische wolk mogelijkheden voor zelfredzaamheid door ramen, deuren en ventilatie te sluiten of het gebied te ontvluchten, haaks op de toxische wolk. Door de relatief grote afstand tussen de risicobronnen en het ZMC zal volstaan kunnen worden met sluiten van ramen, deuren en ventilatie. De aanwezigheid van verminderd zelfredzame personen heeft daardoor geen invloed op het aantal slachtoffers.
Voor het scenario koude BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) is geen mogelijkheid voor zelfredzaamheid, aangezien dit scenario ineens optreedt. De verminderd zelfredzaamheid van patiënten heeft daardoor geen invloed op het aantal slachtoffers.
Door de relatief grote afstand tussen het LPG-tankstation en het ZMC zal het gebouw bescherming bieden tegen de effecten van een warme BLEVE bij het LPG-tankstation. De verminderde zelfredzaamheid van patiënten heeft daardoor geen invloed op het aantal slachtoffers.
Geconcludeerd wordt dat de externe veiligheidssituatie voor de nieuwbouw van het ZMC en de zorgboulevard acceptabel is. Dit aangezien de groepsrisico’s van de relevante risicobronnen onder de oriëntatiewaarde liggen (ondanks de lichte toename in de personendichtheid in de toekomstige situatie) en de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid redelijk tot voldoende (de zelfredzaamheid is in geval van een ziekenhuis reeds verminderd, dus de conclusie dat dit redelijk of voldoende is, is passend bij deze functie) zijn.