direct naar inhoud van 4.4 Wonen
Plan: Zaans Medisch Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3779BP-0301

4.4 Wonen

4.4.1 Provinciale Woonvisie 2010 - 2020 "Goed wonen in Noord-Holland"

Op 27 september 2010 hebben Provinciale Staten de Provinciale Woonvisie 'Goed Wonen in Noord-Holland 2010-2020' vastgesteld. In deze visie staat als doelstelling: "in 2020 beschikken de inwoners van Noord-Holland over voldoende woningen met een passende kwaliteit en in een aantrekkelijk woonmilieu". De Regionale Actieprogramma's (RAP's) zijn het instrument om dit doel te bereiken. Het doel van de RAP's is om te komen tot regionale woningbouwprogrammering, waarbij op regionaal niveau de afstemming tussen vraag en aanbod centraal staat. Een regionaal programma biedt een robuust kader voor lokale differentiatie in woonproducten, doelgroepen en locatietypen. Als gemeenten en regio's van elkaar weten wat de plannen zijn en daar afspraken over maken, kunnen unieke lokale kansen beter benut worden, zonder dat er ongewenste concurrentie ontstaat.

De speerpunten van de provinciale woonvisie zijn:

  • 1. Verbeteren van de afstemming tussen vraag en aanbod voor alle consumenten, en specifiek voor doelgroepen die minder kansen hebben op het vinden van een geschikte woning;
  • 2. Verbeteren van de mate waarin voorzieningen in de woonomgeving aansluiten bij de vraag van bewoners.
  • 3. Verbeteren van de duurzaamheid van het woningaanbod en de woonomgeving.

Voor de Metropoolregio (de regio’s in Noord-Holland Zuid, aangevuld met het zuidelijk deel van Flevoland), waar Zaanstad deel van uitmaakt, is vastgelegd dat in de periode 2010-2020 netto 100.000 woningen worden toegevoegd, waarvan ongeveer 75.000 voor Noord-Holland Zuid. Daarnaast is de opgave om circa 44.000 woningen te vervangen. De ambitie van de Metropoolregio Amsterdam is een hoogwaardig en duurzaam leef- en woonmilieu te bieden, waar bedrijven, bewoners en bezoekers zich graag willen vestigen.

De Stadsregio neemt in het RAP-proces een bijzondere rol in. Dit komt, omdat de Stadsregio zelfstandige bevoegdheden heeft op het beleidsveld ‘Wonen’ en zij ook al het traject Regionale Woningmarkt ingezet hadden. Vanuit een gezamenlijk belang om de woningmarkt te verbeteren, hebben de Stadsregio en Provincie besloten om samen op te trekken en waar mogelijk elkaar te versterken.

Het Actieprogramma Regionale Woningmarkt 2011-2014 "De roltrap in beweging" voor de Stadsregio Amsterdam betreft geen allesomvattende woonvisie, maar in het kort een streefbeeld (perspectief) waar de regio zich op richt. Daarnaast staan in het actieprogramma voor de belangrijkste thema’s concrete en uitvoerbare afspraken om de woningmarkt beter te laten functioneren. De betreffende acties zijn in onderstaand schema weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3779BP-0301_0007.jpg" Plangebied

In het plangebied wordt bij de nadere invulling van het woonprogramma rekening gehouden met de provinciale speerpunten. Uit de actiepunten van het Actieprogramma Regionale Woningmarkt vloeit onder meer voort dat zorgvoorzieningen bereikbaar moeten zijn voor zorgvragers en dat er moet worden ingezet op een gevarieerd en kwalitatief goed aanbod voor senioren en zorgvragers. De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied spelen in op deze actiepunten.

4.4.2 Woonvisie

De Raad van de gemeente Zaanstad heeft op 22 januari 2009 de woonvisie vastgesteld. Het woonbeleid was in het verleden sterk gericht op kwantiteit: hoge productie om het woningtekort te verminderen. Het primair sturen op kwantiteit geeft echter geen afdoende antwoord meer op de Zaanse uitdaging om een vitale stad in de metropool met Amsterdam als kern te worden. De strategische doelstelling van de woonvisie is daarom het gericht benutten en versterken van verscheidenheid in mensen en woonmilieus vanuit de kracht van de specifieke identiteit van Zaanstad: het Zaans Mozaïek.

Plangebied

Bij nieuwe woningbouwontwikkelingen in het plangebied zullen de beleidsopgaven vanuit deze visie nagestreefd worden. De nadruk zal daarbij liggen op grondgebonden woningen en zorgwoningen, aangezien het aanbod van beide type woningen schaars is in de gemeente.