Plan: | Zaans Medisch Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3779BP-0301 |
Het ontwerpbestemmingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.8. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), gedurende zes weken ter inzage gelegen, te weten van 20 juni tot en met 31 juli 2013. Tijdens deze periode zijn er twee zienswijzen ingediend. Deze worden hieronder samengevat en voorzien van een gemeentelijk commentaar.
1. B.R. Pots De Gortpeller 116 1502 BV Zaandam
a. De realisatie van een supermarkt is onvoldoende onderbouwd. De gemeente heeft verzuimd om tijdig advies te vragen aan de Regionale Adviesommissie Detailhandel (RAC).
ad a. Commentaar gemeente Anders dan de indiener stelt, zijn wij van oordeel dat de realisatie van de supermarkt wel voldoende is onderbouwd en dat het risico op ontwrichting van de dagelijkse verzorgingsstructuur wel voldoende is onderzocht. Wij verwijzen in dit verband naar par. 5.2.3 van de Toelichting van het bestemmingsplan waarin gemotiveerd wordt aangegeven dat de komst van het retailprogramma als onderdeel van de zorgboulevard een welkome bijdrage kan leveren aan het verbeteren van het winkellandschap en het tot stand brengen van een moderne winkelstructuur. Deze paragraaf is een samenvatting van het rapport 'Retail bij het Zaans Medisch Centrum' dat wij door het bureau City Works hebben laten uitvoeren. Het volledige rapport is als Bijlage 11 opgenomen bij deze Toelichting. De verplichting om advies in te winnen bij de Regionale Adviescommissie Detailhandel vloeit voort uit de Provinciale Verordening Ruimtelijke Structuurvisie. Dat advies dient beschikbaar te zijn op het moment dat de gemeenteraad een besluit neemt over de vaststelling van het bestemmingsplan. Dat is het moment dat het definitieve gemeentelijk standpunt over het bestemmingsplan en dus ook over het al dan niet toestaan van de supermarkt bepaald wordt. Het advies is uitgebracht op 20 augustus 2013 waardoor dit advies ten volle onderdeel kan uitmaken van het besluitvormingsproces in de gemeenteraad (zie ook par. 10.2).
b. Het risico op ontwrichting van de dagelijkse verzorgingsstructuur in de Rosmolenwijk is niet voldoende onderzocht. Vanwege het sociale functioneren van de wijk is het van het grootste belang dat de bestaande structuur niet verstoord wordt (Omgeving Dekamarkt is een centrumfunctie toegekend).
ad b. Commentaar gemeente. Bij een ruimtelijke onderbouwing van een retailprogramma betreft het relevante afwegingskader “duurzame ontwrichting”. Bij dit begrip draait het er om in hoeverre bestaande aanbodkwaliteiten worden aangetast en/of nieuwe kwaliteiten kunnen worden toegevoegd. Het voorzieningenniveau voor de consument is daarbij de toetssteen. In dit geval is in bovengenoemd onderzoeksrapport van City Works vastgesteld dat het in Zaandam ontbreekt aan een volwaardige grootschalige supermarkt en dat het supermarktaanbod overwegend als kleinschalig en te fijnmazig is aan te merken. Van duurzame ontwrichting is dan ook geen sprake en wordt een nieuw element aan het winkelaanbod toegevoegd. Daarmee wordt beter aangesloten op hedendaags consumentengedrag.
Al jarenlang is het beleid in Zaanstad gericht op een supermarktstructuur die minder fijnmazig is. Ook in de ruimtelijke onderbouwing voor het retailprogramma bij het ZMC is dat het uitgangspunt geweest, maar onder de duidelijke randvoorwaarde dat er nog voldoende ruimte overblijft voor bestaande supermarkten, ook in Zaandam Zuidoost. In de toekomst zullen er, met of zonder de verplaatsing van de grootschalige supermarkt, wellicht enkele kleinere en minder goed draaiende supermarkten gaan verdwijnen, maar dit is een autonoom marktproces dat aansluit op hedendaags consumentengedrag. Grootschalige supermarkten kunnen naast kleinere supermarkten bestaan. Daarbij ligt de Rosmolenwijk, en zeker het noordelijk gedeelte, weliswaar hemelsbreed op korte afstand van de projectlocatie bij het ZMC, maar is door de introverte ligging en de barrierewerking van de Heijermansstraat de kans zeer gering dat de supermarkt bij het ZMC de rol van wijksupermarkt overneemt. Bovendien functioneert de supermarkt in de Rosmolenwijk volgens onze informatie uitstekend. Uitval van supermarkten is door een combinatie van autonome processen niet uit te sluiten, maar de winkel in de Rosmolenwijk is als ‘robuust’ aan te merken. Overigens is aan de omgeving van de Dekamarkt niet formeel een centrumfunctie toegekend.
c. Er is sprake van een ongewenste solitaire winkelvestiging. In het beleid van provincie en gemeente wordt solitaire winkelvestiging als ongewenst gezien. Daarmee handelt de gemeente in strijd met het eigen beleid. Onderbouwing van deze beleidswijziging ontbreekt.
ad c. Commentaar gemeente. Vanuit het perspectief van het ziekenhuis geldt dat vernieuwing en innovatie nodig voor het bieden van cliëntgerichte, veilige en betrouwbare zorg. Daarbij hoort een positieve ‘healing envrironment’ als opvolger van de traditionele ziekenhuisomgeving met vaak een negatievere associatie. Dit vraagt om nieuwbouw en een nieuw zorgconcept. Het ZMC zal daarom een ziekenhuis realiseren in combinatie met een zorgboulevard, inclusief een retailprogramma van maximaal 6100 m2, waaronder een supermarkt van maximaal 4500 m2. Het integreren van zorg en retail en zorgboulevard is juist de insteek geweest bij de planontwikkeling. Van een solitaire winkelvestiging is derhalve geen sprake. Vanuit het perspectief van de detailhandel geldt dat door de lange plangeschiedenis ondertussen ook is gekeken naar andere locaties (aansluitend op een bestaand winkelcentrum). Echter er zijn in de bestaande winkelstructuur geen geschikte locaties gevonden waar een grootschalige supermarkt goed en verantwoord is in te passen. Ook tegen deze achtergrond is de combinatie tussen ziekenhuis, zorgboulevard en supermarkt naar voren gekomen als meest wenselijke alternatief. Heel bewust wordt niet ingezet op een solitaire supermarkt maar op een knooppunt van consumentenvoorzieningen op een goed bereikbare plek.
d. De gemeente heeft geen actueel detailhandelsbeleid. Het ontbreekt daardoor aan bruikbare richtingaanwijzers. De keuze voor toevoeging van een AH-XL kan alleen op een goede manier worden gemaakt als de gemeenteraad eerst haar visie op de toekomstige detailhandel actualiseert.
ad d. Commentaar gemeente. Het detailhandelsbeleid is inderdaad al enige tijd oud. De gemeente is daarom voornemens om de visie op detailhandelsbeleid te actualiseren. Echter, in de bestaande detailhandelsvisie staat reeds vermeld dat de buurt- en wijkwinkelcentra te kampen hebben met een verouderde structuur. Deze bestaat uit veel (te) kleine centra (pagina 40) met te kleine supermarkten. Deze waarneming is anno 2013 nog steeds van kracht, sterker nog, dankzij ontwikkelingen in koopgedrag en de schaalvergrotingstendens is de wens om tot een minder fijnmazige structuur te komen alleen nog maar toegenomen. Dit zal zeker ook een element zijn in de nieuwe detailhandelsstructuurvisie. Overigens blijkt in de praktijk dat differentiatie in het aanbod in ieder geval gewenst is. En blijkt in de praktijk dat wijkwinkelcentra naast een grootschalige supermarkt kunnen bestaan (zie het rapport: 'Retail bij het Zaans Medisch Centrum', Bijlage 11) De grootschalige supermarkt is vertrekpunt bij de actualisatie. Overigens, de komst van een grootschalige supermarkt was ook in de huidige visie al een serieuze overweging.
Conclusie: deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2. S. Hilbers Hoogaarslaan 127 1503 DW Zaandam
a. De toevoeging van een XL supermarkt in de wijk ter versterking van de foodsector gaat voorbij aan de benodigde diversiteit (kleinschalige delicatessen-) winkels in de wijk. In de zienswijze wordt een ‘harde’ ruil geëist om de vrijkomende supermarktmeters bij de Vermiljoenweg in te vullen met speciaalzaken met als doel een volwaardig aanbod voor de dagelijkse boodschappen in de buurt te komen. Indiener veronderstelt dat de kortere afstand tot een supermarkt en het aanbod van een supermarkt geen antwoord is op de vraag van de senioren uit de wijk. Er is een vraag naar speciaalzaken. De trend van verdwijnende kleine (speciaal)winkels aan de onderkant zou gestopt moeten worden.
ad a. Commentaar gemeente. Bij een ruimtelijke onderbouwing van een retailprogramma betreft het relevante afwegingskader “duurzame ontwrichting”. Bij dit begrip draait het er om in hoeverre bestaande aanbodkwaliteiten worden aangetast en/of nieuwe kwaliteiten kunnen worden toegevoegd. Het voorzieningenniveau voor de consument is daarbij de toetssteen.
Het gaat niet om de toevoeging van een grootschalige supermarkt maar om de verplaatsing van een bestaande supermarkt.
Wat betreft de vraag vanuit de wijk: differentiatie in het aanbod voor dagelijkse boodschappen is gewenst (past binnen de trend van schaalvergroting). Wijkwinkelcentra en een supermarkt kunnen goed naast elkaar bestaan, want deze bedienen elk een andere vraag. Dit zien we dan ook op tal van andere plaatsen in ons land, waar de na de komst van een grootschalige supermarkt nog talloze kleinschalige winkelvoorzieningen en supermarkten kunnen blijven bestaan. Als er vraag is naar bepaalde winkels dan vult de markt deze zeker ook in, maar de praktijk is wel dat een steeds groter deel van de levensmiddelen in supermarkten wordt verricht, intussen is dat circa 80%.
b. In het ontwerpbestemmingsplan wordt gesteld dat de realisatie van de supermarkt effecten heeft tot ver over de grenzen van Zaanstad. Indiener vindt dat overdreven.
ad b. Commentaar gemeente. De regionale effecten zijn beperkt en hangen voornamelijk samen met bezoek aan het ziekenhuis (zie ook par. 5.1.2).
c. Vraagtekens worden gesteld bij de winst die voor de supermarkt op logistiek terrein behaald kan worden door de winkel te verplaatsen van de Vermiljoenweg naar het plangebied. Wanneer de huidige ligging aan de Vermiljoenweg betiteld wordt als introvert, dan is de beoogde locatie nog introverter.
ad c. Commentaar gemeente. De locatiekeuze voor de grootschalige supermarkt strekt verder dan uitsluitend de logistieke afwikkeling op de huidige locatie aan de Vermiljoenweg. De winkel is daar te klein en de locatie aan de Vermiljoenweg is niet geschikt om uit te breiden. Dat geldt voor zowel de winkel als ook de parkeerplaatsen. Daarnaast is de bereikbaarheid per auto van de supermarkt bij het ziekenhuis veel beter dan op de locatie Vermiljoenweg. De huidige omvang van de winkel voldoet niet aan de eisen voor een grootschalige formule. Het uit de markt nemen van winkelmeters is echter een fragiel proces waarbij het planologisch wegnemen van een bestemming alleen onvoldoende borging biedt en zelfs het eindresultaat negatief kan beïnvloeden. Daarom werken wij eraan om in de combinatie van private afspraken en publiekrechtelijke instrumenten tot afspraken te komen. Dit doen wij momenteel concreet met de marktpartij wat betreft de Vermiljoenweg. Hierover verwachten we binnenkort een schriftelijk bevestiging.
d. Het opzetten van de nieuwbouw zonder een buffer groen aan de noord- en westkant die op kan tegen de hoogte van de nieuwbouw is een trendbreuk ten opzichte van de overige gebouwen aan de Koningin Julianaweg.
ad d. Commentaar gemeente. In de bestaande situatie is het ZMC complex onderdeel van de reeks grotere gebouwen in het groen. Het gaat daarbij dan niet echt om een groenbuffer maar een “steniger” groen. Er zijn wel bomenrijen aan de noordzijde maar de open ruimte tussen de gebouwen wordt voornamelijk door parkeerplaatsen bezet. Als beëindiging van de reeks zijn er voor het nieuwe ZMC complex andere ruimtelijke uitgangspunten geformuleerd. Zo is er bij het ontwerp van de nieuwbouw van het ZMC complex juist ingezet op het realiseren van bouwmassa aan de noordzijde van de locatie en aan de rotonde. Hiervoor is enerzijds gekozen om bij het bouwen van het nieuwe complex het bestaande ziekenhuis te kunnen laten doorfunctioneren. Anderzijds is als stedenbouwkundige opvatting gehanteerd dat het gebouw als beëindiging van de reeks en als gebouw aan de rotonde ook een groter volume mag krijgen dan er op dit moment aan die zijde aanwezig is om op die wijze meer als een entree van de stad te functioneren en een duidelijk onderdeel van die stad te worden.
e. In tegenstelling tot wat op de voorlichtingsavond werd verteld, zal het nieuwe ziekenhuis niet kleiner worden dan het huidige.
ad e. Commentaar gemeente. Als gevolg van uitbreiding en renovatie in de loop van de tijd is het huidige ziekenhuis een inefficiënt gebouw met lange looplijnen geworden. De nieuwbouw wordt compacter gebouwd, waardoor een gebruiksvriendelijker, efficiënter en goedkoper gebouw kan worden gerealiseerd.
Het verschil in m2’s is te verklaren, doordat
1. 59.700 m2 de som is van het totale programma, o.a. inclusief de zorgboulevard. Dit metrage betreft dus meer dan alleen het ziekenhuis.
f. Wat zijn de contouren van het voornemen om de overgang van de Prins Bernhardweg en de Rijksweg A7 te verplaatsen? Heeft dit invloed op hoe de voorkant van de nieuwbouw over komt op de omgeving?
ad f. Commentaar gemeente. Op grond van de huidige geldende verkeersbesluiten met daaraan gekoppeld de plaatsing van de desbetreffende verkeersborden wordt het plangebied beschouwd als een buitenstedelijke situatie terwijl er de facto sprake is van een binnenstedelijke situatie. De geluidsnormen die gelden voor een buitenstedelijke situatie zijn strenger dan voor een binnenstedelijke. Omzetting naar een binnenstedelijke situatie betekent dat er minder (ontsierende en dure) geluidswerende voorzieningen aan de gevels van het ziekenhuis hoeven te worden aangebracht, zodat de gevels fraaier en goedkoper kunnen worden uitgevoerd.
Conclusie: deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.