direct naar inhoud van 10.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Zaans Medisch Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3779BP-0301

10.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is bij brief van 20 juni 2013 aan alle relevante overlegpartners gevraagd hun advies over het ontwerp bestemmingsplan te geven.

Bedoelde brief is in dat kader toegezonden aan:

1. Rijkswaterstaat 2. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed 3. Provincie Noord-Holland 4. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 5. Kamer van Koophandel Amsterdam 6. Koninklijke KPN N.V. 7. NUON 8. N.V. Nederlandse Gasunie 9. Waterleidingbedrijf Noord-Holland 10. Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water, Land & Dijken 11. Gemeentelijke monumentencommissie 12. Brandweer Zaanstreek-Waterland 13. Veiligheidsregio Zaanstreek -Waterland 14. GGD Zaanstreek-Waterland 15. Gemeente Amsterdam 16. Vereniging Zaans Erfgoed 17. Kontakt Milieubeheer Zaanstreek 18. Gemeente Wormerland 19. Gemeente Oostzaan 20. Stadsregio Amsterdam 21. Wijkcontactgroep Kogerveld 22. wijkbestuur Rosmolenwijk 23. werkgroep verkeer Rosmolenwijk

Naar aanleiding van dit overleg zijn 3 reacties binnengekomen, te weten van:

20. Stadsregio Amsterdam 12/13. Brandweer Zaanstreek-Waterland/Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 3. Provincie Noord-Holland

Van de overige overlegpartners is geen reactie ontvangen.

De reacties worden hieronder samengevat en van commentaar voorzien.

ad 20. Stadsregio Amsterdam

a. De Stadsregio vraagt aandacht voor het regionale beleid inzake verkeer en vervoer in het beleidskader zoals verwoord in hoofdstuk 3 en 4 van de toelichting bij het ontwerp bestemmingsplan. Met betrekking tot de Hoogwaardig Openbaar Vervoerlijn vraagt de Stadsregio in het plan op te nemen dat hiervoor een vrije en ongehinderde doorgang gegarandeerd wordt.

b. In par. 4.8.5 van de Toelichting moet de correcte concessietermijn en de nieuwe naam van het ROA opgenomen worden.

c. De Heijermansstraat maakt deel uit van het regionaal netwerk fiets en vormt daarin een zwakke schakel. De stadsregio is benieuwd naar hoe de gemeente die schakel wenst te versterken.

d. Een overzichtelijke kaart van de bestaande en toekomstige verkeer- en vervoersituatie wordt gemist.

e. De stadsregio is benieuwd naar de exacte lokatie van de XL supermarkt, in verband met de consequenties deze heeft voor de bereikbaarheid in en rond het plangebied.

ad a., b., c. d. en e. Commentaar gemeente. De opmerkingen van de Stadsregio zijn verwerkt in hoofdstuk 4.8 van de toelichting.

f. De stadsregio onderschrijft de uitgangspunten om tot woningbouw te komen. Deze sluiten goed aan bij het Actieprogramma Regionale Woningmarkt. De stadsregio spreekt haar waardering uit voor de actieve deelname van de gemeente aan dit actieprogramma en biedt haar ondersteuning aan.

ad f. Commentaar gemeente. Wij hebben met instemming kennis genomen van deze opmerking en zien uit naar een (voortgezette) positieve samenwerking met de Stadsregio.

g. Detailhandel. De Stadsregio onderschrijft het standpunt van de gemeente dat het bij de nieuwvestiging van de XL supermarkt bij het Zaans Medisch Centrum niet of nauwelijks gaat om bovenlokale effecten op de detailhandelstructuur doch dat het slechts om lokale gevolgen gaat. Om deze reden wijkt de Stadsregio af van het andersluidende advies van de Regionale Commissie Winkelplanning in dezen. Wel schuilt er een probleem in het feit dat er onzekerheid bestaat over de vervanging van een andere supermarkt door deze XL supermarkt. Op dit moment is er nog geen zicht op het uit de markt nemen van die andere supermarkt. Voor de Stadsregio is het belangrijk dat de transformatie naar een andere bestemming van die oude supermarktlokatie daadwerkelijk plaatsvindt. Ander punt van zorg is dat de gemeente niet beschikt over een actueel detailhandelbeleid. De Stadsregio dringt aan op een spoedige actualisatie daarvan. In algemene zin plaatst de Stadsregio een kanttekening bij de combinatie zorgboulevard-detailhandel. In deze tijd is het uiterst precair om ontwikkeling van vastgoed (mede) afhankelijk te maken van de ontwikkeling van detailhandel.

ad g. Commentaar gemeente

In de eerste plaats zijn wij verheugd dat de Stadsregio ons standpunt terzake van de nieuwvestiging van een supermarkt op de ZMC lokatie onderschrijft. Verder verwijzen wij in dit verband kortheidshalve naar de brief van ons college d.d. 25 juni 2013 aan de Stadsregio, opgenomen in Bijlage 13 bij de Toelichting.

Conclusie De toelichting zal op een aantal punten worden aangepast.

ad 12/13 Brandweer Zaanstreek-Waterland/Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Aangegeven wordt dat gebleken is dat er geen relevante risico's zijn ten aanzien van externe veiligheid. Van het geven van advies wordt daarom afgezien.

Commentaar gemeente. Wij zijn verheugd dat er op dit gebied geen sprake is van relevante risico's.

Conclusie Het bestemmingsplan zal niet worden aangepast.

ad 3. Provincie Noord-Holland.

De provincie geeft aan dat met betrekking tot de voorgenomen detailhandel artikel 6 van de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie in acht moet worden genomen:

Artikel 6 Grootschalige (perifere) detailhandel

1 Een bestemmingsplan kan - met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 – voorzien in grootschalige (perifere) detailhandelsvestigingen:

a op een locatie gelegen in of aansluitend op bestaande binnensteden en winkelcentra indien dit aantoonbaar niet leidt tot ernstige verstoring en/of duurzame ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur; b als in de binnensteden en/of wijkwinkelcentra aantoonbaar geen ruimte gevonden kan worden en; c als aantoonbaar sprake is van thematische binding aan een bestaande perifere locatie.

2 De toelichting bij het bestemmingsplan dat nieuw toe te voegen grootschalige(perifere) detailhandel mogelijk maakt geeft aan in hoeverre regionale afstemming heeft plaatsgehad binnen de regionale adviescommissie en maakt melding van het advies van deze commissie.

Commentaar gemeente In het rapport 'Retail bij het Zaans Medisch Centrum' (Bijlage 11) wordt uitgebreid ingegaan op de vestiging van de supermarkt. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan het gestelde in artikel 6, lid 1 van de genoemde verordening. Ingevolge artikel 6 lid 2 van deze verordening is over de vestiging van de supermarkt advies gevraagd bij de Regionale Adviescommissie Winkelplanning.

Het advies luidt samengevat als volgt:

1. Het sluit niet aan bij het provinciale detailhandelsbeleid waarin clustering van winkels een belangrijk uitgangspunt is. Het beleid is eveneens terughoudend ten opzichte van de ontwikkeling van nieuwe winkelgebieden. 2. er is geen marktruimte in de regio die de komst van een grootschalige supermarkt rechtvaardigt; 3. de gemeente Zaanstad zou onvoldoende doen om winkelmeters uit de markt te halen; 4. de gemeente Zaanstad beschikt niet over een actueel detailhandelsbeleid.

Commentaar gemeente op het advies

ad 1. Sterke samenhang tussen ziekenhuis en zorgboulevard Het advies van de RAC is gelet op de rol van de RAC logischerwijs sterk ingestoken vanuit de enkele dimensie van de winkelplanning. Wij zijn ervan overtuigd dat de combinatie van het ziekenhuis met een zorgboulevard en supermarkt goed aansluit op de wijze waarop consumenten in hun behoeften voorzien. Zo vindt boodschappen doen niet meer altijd vanuit de woning bij dezelfde supermarkt plaats, maar veel vaker ook vanuit de plek waar men werkt, sport, verblijft of langskomt. Daarnaast zijn er ook andere overwegingen die bij de besluitvorming een meer integrale afweging vergen. In het advies van de RAC wordt aangegeven dat het plan niet past binnen het provinciale detailhandelsbeleid met betrekking tot de clustering van winkels. Wij bestrijden dat en zien ook meerwaarde van een clustering ziekenhuis, zorgboulevard (incl. detailhandel) en een supermarkt.

Om te voldoen aan de gestelde eisen van vernieuwende, betrouwbare en gastvrije zorg gaat het ZMC een nieuwe ziekenhuisaccommodatie bouwen. Vanuit de filosofie van het ZMC is vernieuwing en innovatie nodig voor het bieden van cliëntgerichte, veilige en betrouwbare zorg. Daarbij hoort een positieve ‘healing envrironment’ als opvolger van de traditionele ziekenhuisomgeving met vaak een negatievere associatie. Dit vraagt om nieuwbouw en een nieuw zorgconcept. Het ZMC zal daarom een ziekenhuis realiseren in combinatie met een zorgboulevard, inclusief een supermarkt. Functies die nu nog onderdeel uitmaken van of geïntegreerd zijn in het ziekenhuis worden aan de aanpalende zorgboulevard gehuisvest. Het ziekenhuis richt zich dan nog uitsluitend op medische patiëntenzorg. De zorgboulevard biedt ruimte aan een zorghotel, maatschappelijke voorzieningen (met medische voorzieningen, apotheek, huisartsenpraktijk en personeels- en bezoekersrestaurant), zelfstandige behandelklinieken, zoals een oogkliniek, een gezondheidscentrum met paramedische voorzieningen en detailhandel op het gebied van zorg en in aanvulling op het ziekenhuis en de supermarkt (zoals een bloemenwinkel). Alle inzet is er dus op gericht om het nieuwe ziekenhuis meer te laten zijn dan een traditioneel ziekenhuis. Waar ziekenhuizen zich vaak als mono-functionele structuren manifesteren, wordt hier gezocht naar een concept dat niet alleen multifunctioneel is, maar ook daadwerkelijk onderdeel uit gaat maken van de stad. Het zal een gebied worden waar een mix aan functies gerealiseerd wordt, die elkaar aanvullen en versterken. Dit zijn enerzijds zorggerelateerde functies en activiteiten die in het verlengde liggen van de kernactiviteit van het ziekenhuis. Daarnaast zijn het ook functies die zich breder richten op de verzorging van mensen die het ziekenhuis bezoeken of daar werken (winkels, horeca, diensten). Hierdoor krijgt de locatie veel meer sociaal-maatschappelijke en economische betekenis voor de stad. De gemeente Zaanstad juicht deze filosofie van harte toe.

In 2006 is al sprake geweest van een samensmelting tussen ZMC en zorgboulevard/supermarkt. Er is intussen ook gekeken naar andere locaties (aansluitend op een bestaand winkelcentrum). Echter er zijn in de bestaande winkelstructuur geen geschikte locaties gevonden waar een grootschalige supermarkt goed en verantwoord is in te passen. Ook tegen deze achtergrond is de combinatie tussen ziekenhuis, zorgboulevard en supermarkt naar voren gekomen als meest wenselijk alternatief. Heel bewust zetten we niet in op een solitaire supermarkt maar op een knooppunt van consumentenvoorzieningen. In onze optiek sluit het daarmee aan op het uitgangspunt van clustering van voorzieningen, zoals opgenomen in het provinciale detailhandelsbeleid. Bovendien sluit het ook aan op het provinciale streven naar verbetering van het kwaliteitsniveau en versterking van het onderscheidend vermogen van winkelgebieden.

Tegen deze achtergronden moet de zorgboulevard voor iedereen, jong en oud, ziek en gezond, een plek worden om te verblijven, om boodschappen te doen, een cadeautje te kopen of advies te krijgen. Dit geldt zowel voor de patiënten en medewerkers als voor bewoners van de stad en regio. Er is door het ZMC gekozen voor de opzet van een zorgboulevard met daarin ook een grootschalige supermarkt. Behalve de inhoudelijke motivatie voor de supermarkt, is deze in de exploitatie ook nodig om de grote diversiteit aan functies mogelijk te maken.

ad 2. Marktruimte en effecten op de winkelstructuur Een belangrijk aspect uit het RAC-advies is het vermeende gebrek aan marktruimte. Hoewel er op regionaal niveau wel degelijk enige marktruimte is volgens het in opdracht van de SRA uitgevoerde onderzoek (Marktruimte detailhandel Metropoolregio Amsterdam, actualisatierapport december 2012), onderkent de gemeente Zaanstad de nieuwe situatie waarin ongebreidelde uitbreiding niet langer het gewenste scenario is voor winkelplanning. Echter, er spelen, juist ook in het voorliggende planinitiatief, ook kwalitatieve aspecten een rol. Er is, zeker naar hedendaagse maatstaven, in Zaandam (en dan met name rondom de projectlocatie in Zaandam-Zuidoost) sprake van een veel te fijnmazige winkelstructuur die niet meer aansluit op de hedendaagse consumentenvraag. Het louter richten op het behoud hiervan is niet de oplossing en past ook niet in het pro-actieve detailhandelsbeleid dat de stadsregio wil voeren en waar Zaanstad ook volmondig mee heeft ingestemd. Wij verwijzen hierbij ten overvloede naar de hoofdstukken 2 en 3 van het Detailhandelsbeleid Stadsregio Amsterdam (zie par. 4.6.2). In aanvulling hierop brengen wij de volgende overwegingen onder uw aandacht.

1. De detailhandel verkeert in moeilijk vaarwater. In zijn algemeenheid geldt echter voor supermarkten dat deze geen of maar nauwelijks last hebben van de neerwaartse spiraal. Ze behoren tot de weinige branches waar nog omzetgroei plaatsvindt. Met name aan grotere supermarkten is nog altijd veel behoefte. De gemeente Zaanstad vindt dat deze behoefte niet alleen vanuit kwantitatief oogpunt, maar ook vanuit kwalitatief oogpunt beschouwd moet worden.

2. Grootschalige supermarkten voorzien in een behoefte. Een woonplaats met een omvang als Zaandam moet logischerwijs een megasupermarkt kunnen accommoderen. Op dit moment heeft de kern Zaandam weliswaar een grootschalige supermarkt, maar deze kan om verschillende redenen op de huidige locatie de rol van een grootschalige supermarkt niet waarmaken. Daarom is het plan om deze supermarkt te verplaatsen. Voorts wijzen wij erop dat dergelijke winkels, zo wijst de praktijk uit, goed kunnen functioneren naast en in aanvulling op wijksupermarkten. Ze worden met een andere frequentie en met een ander motief bezocht. Ervaringen elders wijzen ook helemaal niet uit dat er van de bestaande wijkwinkelstructuur niets overblijft als er een grootschalige supermarkt aan het winkellandschap wordt toegevoegd. Integendeel: er zijn géén voorbeelden waar op grote schaal wijksupermarkten hun deuren moeten sluiten ten gevolge van de komst van een grootschalige supermarkt.

3. Er zijn, zeker in Zaandam-Zuidoost, veel kleine winkelcentra en solitaire supermarkten die het door veranderingen in koopgedrag etc. toch al moeilijk hebben en moeilijker zullen krijgen. Dit is een autonoom proces, de komst van een grootschalige supermarkt is hierop nauwelijks van invloed.

Vervolgens wijzen wij er nog op dat het in de plannen slechts gaat om de verplaatsing van een bestaande grootschalige supermarkt die nu gevestigd is aan de Vermiljoenweg. Op de nieuwe locatie wordt de nieuwe winkel wel groter, maar de uitbreiding blijft beperkt tot 1.000 m2 wvo. Een dergelijke verplaatsing van een bestaande formule heeft een geheel andere (lees: geringere) impact dan de komst van een geheel nieuwe speler. Er komt dus géén nieuwe grootschalige supermarkt in Zaandam. Aangezien juist de locatie-kenmerken voor de huidige partij aanleiding zijn om te zoeken naar een nieuwe locatie is de kans dat locatie Vermiljoenweg überhaupt in beeld komt voor een retailer met regionale aantrekkingskracht uiterst beperkt. Niettemin maken wij met de marktpartij momenteel concrete afspraken over een passende her-invulling van de achter te laten ruimte. Daarin wordt de locatie aan de Vermiljoenweg teruggebracht tot een reguliere wijksupermarkt en worden afspraken gemaakt over een passende her-invulling van de overige meters. Zie verder onder het kopje ‘uit de markt nemen van supermarktruimte’.

Tenslotte merken wij over de marktruimte nog het volgende op. Door de beoogde bevolkingsgroei kan onze gemeente de komst van extra supermarktmeters zelf opvangen, dus zonder dat er uitval van bestaand aanbod hoeft op te treden. Hierbij geldt overigens, dat de binnengemeentelijke effecten van winkelplannen primair een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf zijn. Dat is ook het wezenskenmerk van de regionale afstemming. Ons college vindt de eventuele binnengemeentelijke effecten aanvaardbaar. De bovenlokale effecten, waarop de provincie in beginsel moet toezien, zijn door ons heel helder in beeld gebracht en bedragen in een enkel geval hooguit 3% (zie Bijlage 11). Dit valt onmogelijk als structuurverstorend aan te merken. Wij wijzen erop, dat volgens vaste jurisprudentie het begrip duurzame ontwrichting de toetssteen is waarop nieuwe winkelplannen getoetst moet worden, en dat uitsluitend het al dan niet bestaan van marktruimte geen doorslaggevend criterium kan en mag zijn. Wij zijn er van overtuigd dat we de Zaanse consument beter zullen gaan bedienen met een grootschalige supermarkt dan met alleen het beschermen van de bestaande supermarktposities.

ad 3. Uit de markt nemen van supermarktruimte De RAC stelt in haar advies dat het vooralsnog ontbreekt aan het uit de markt nemen van supermarkt-m2’s. Tevens wordt gesteld dat daarom (nog) geen sprake kan zijn van een beperkte toevoeging van ca. 1.000 m2 bvo. Deze redenering volgen wij ten dele, maar mist onzes inziens enige nuance. Zaanstad beoogt om een proces op gang te brengen waarbij aan de onderkant van de markt supermarktmeters verdwijnen. Dit niet zozeer om kwantitatief vraag en aanbod in evenwicht te brengen, maar kwalitatief. Met name de omgeving van de projectlocatie (Zaandam-Zuidoost) omvat veel kleine en verouderde supermarktlocaties, die niet aansluiten op de eisen van de consument. Het uit de markt nemen van winkelmeters is echter een fragiel proces waarbij het planologisch wegnemen van een bestemming alleen onvoldoende borging biedt en zelfs het eindresultaat negatief kan beïnvloeden. Daarom werken wij eraan om in de combinatie van private afspraken en publiekrechtelijke instrumenten tot afspraken te komen. Dit doen wij zoals hierboven aangegeven momenteel concreet met de marktpartij voor wat betreft de Vermiljoenweg. Hierover verwachten wij binnenkort een schriftelijk bevestiging. In aanvulling hierop is onze gemeente voor andere locaties ook doende met het maken van afspraken over het terugdringen van het aanbodvolume. Wij zijn overigens van mening dat het gehele proces maar voor een heel beperkt deel afhankelijk is van de komst van een grootschalige supermarkt. Andere ontwikkelingen zoals ander consumentengedrag, multi-purpose shopping, de opkomst van bestel- en bezorgservices en de economische situatie zijn even zo goed belangrijk bij het voeren van een beleid voor de onderkant van de winkelmarkt.

ad 4. Beleidsmatige inbedding Verder is de RAC van oordeel dat onze gemeente niet beschikt over een actueel detailhandelsbeleid. Wij onderschrijven de noodzaak tot een actueel detailhandelsbeleid, die behalve door de schaalvergrotingstendens door veel factoren wordt ingegeven. De beperkte marktruimte en de beperkte kwaliteit van de te fijnmazige structuur zal hier zeker een rol in spelen. Wij zij voornemens het detailhandelsbeleid op korte termijn te actualiseren. Tegen de achtergrond van het bovenstaande zal het proces van functieverandering daarin ook een prominente rol spelen, maar niet uitsluitend gekoppeld of afhankelijk van de komst van de supermarkt bij het ZMC.

Tot slot De afgelopen jaren is een samenhangend plan ontwikkeld waar ZMC, marktpartijen en gemeente achter staan. Voor een nadere onderbouwing verwijzen wij naar de rapportage ‘Retail bij het Zaans Medisch Centrum, ruimtelijke onderbouwing retailfunctie zorgboulevard’ die door CityWorks is opgesteld en waar wij helaas geen reflectie in het RAC-advies op teruglezen. In deze rapportage staan alle aspecten die ook in dit commentaar aan de orde komen goed uitgewerkt en onderbouwd. Wij benadrukken dat:

1. uit deze rapportage blijkt dat de regionale effecten zeer beperkt zijn; 2. het slechts gaat om de verplaatsing van een bestaande formule met een andere impact dan een geheel nieuwe speler; 3. het initiatief, dat overigens binnen de stadsregio als ‘harde planvoorraad’ is geregistreerd, geen noemenswaardig effect heeft op de bestaande winkelvoorraad in onze eigen gemeente; 4. de toekomstbestendigheid van sommige winkellocaties in met name in Zaandam-Zuidoost een belangrijk punt van onze beleidsaandacht is. Deze aandacht is echter niet zozeer gebaseerd op het enkele feit van de verplaatsing van de grootschalige supermarkt, maar meer op de autonome attractiviteit in relatie tot veranderend consumentengedrag. Concreet worden nu reeds afspraken gemaakt om winkelgebieden en solitaire locaties af te bouwen en er worden voorbereidingen getroffen om te komen tot een nieuwe detailhandelsvisie.

Nu jarenlang aan deze plannen is gewerkt, is niet alleen de Zaanse supermarktklant de dupe als de plannen niet door kunnen gaan, maar ook de zorgvragers in de regio. Het ZMC heeft, met instemming van de gemeente op basis van het toenmalige positieve RCW-advies, hierover in 2006 al afspraken gemaakt met Ahold om de formule van de Albert Heijn XL van de Vermiljoenweg te verplaatsen. Daarnaast dragen de grondopbrengsten onder de supermarkt bij in de grondexploitatie van het ZMC en maakt deze opbrengst de realisatie van de nieuwbouw van het ziekenhuis mogelijk. Wij wijzen er bovendien op dat het DB van onze stadsregio reeds akkoord is gegaan met het planinitiatief en de koppeling met zorgboulevard en ziekenhuis zelfs een interessante combinatie noemt. Daarmee zien ook onze buurgemeenten, waar de (overigens beperkte) regionale effecten van de te realiseren supermarkt met name terecht zullen komen, geen bezwaar in ons planinitiatief. Het nu tegenhouden van het planinitiatief betekent uitstel en waarschijnlijk afstel van de nu voorliggende plannen om van het huidige slecht functionerende ziekenhuis een modern zorgcentrum te maken. Voor de realisatie van de plannen is elke schakel cruciaal.

Conclusie Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van de reactie van de provincie en het advies van de RAC niet worden aangepast.