direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Kerkbuurt Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3759BP-0301

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen cq. dienstverlening;
  • b. verenigingsleven;

met de daarbij behorende;

  • c. horeca, maximaal categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten: ondergeschikt aan, gerelateerd aan en ten dienste van de bestemming;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. (openbare) nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • f. verkeersvoorzieningen;
  • g. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
6.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • d. Voor zover een gebouw gelegen is binnen het op de verbeelding aangegeven Waarde - Cultuurhistorie dient de kapvorm en de nokrichting in overeenstemming met het als bijlage bij de regels opgenomen Kappenplan te zijn.
6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet hoger zijn dan 2 meter ;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen.
6.2.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder a met dien verstande dat:

  • a. dit noodzakelijk is voor de bestemming;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaats vindt van de bezonningssituatie op de aangrenzende percelen;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaats vindt van de gebruiksmogelijkheden van het perceel en de aangrenzende percelen;
  • d. er geen nadelige omstandigheden ontstaan voor de verkeerssituatie ter plaatse, en
  • e. indien de gronden vallen binnen het beschermde dorpsgezicht, voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 17 Waarde - Cultuurhistorie.