Plan: | Bestemmingsplan Zandvoort - Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0473.0610302-VG01 |
8. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. horecabedrijven categorie A tot en met B in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding “horeca tot en met categorie B”;
b. horecabedrijven categorie A tot en met D in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding “horeca tot en met categorie D”;
c. horecabedrijven categorie F, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie F”;
d. woningen boven de eerste bouwlaag;
e. erven en bijbehorende voorzieningen;
f. parkeren op eigen erf;
g. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang“;
waarbij wordt gestreefd naar het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein i.c. het racecircuit van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aangegeven aanduiding “geluidszone - circuit”.
8. 2. Bouwregels
8. 2. 1. Binnen de bestemming ‘Horeca’ gelden de volgende algemene regels:
a. de verticale diepte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,00 m beneden peil;
b. de eerste bouwlaag van gebouwen mag niet worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang”. Ter plaatse van deze doorgang mogen geen bouwwerken ter belemmering van de doorgang worden gebouwd;
c. per bestemmingsvlak mag ten hoogste één dienstwoning worden gebouwd.
8. 2. 2. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste de in de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen, met dien verstande dat, indien een hoofdgebouw plat is afgedekt, de in de aanduiding aangegeven goothoogte als maximum bouwhoogte geldt;
c. indien een hoofdgebouw wordt voorzien van een kap, zal de dakhelling niet meer bedragen dan 55° en niet minder dan 35° ten opzichte van het horizontale vlak.
8. 2. 3. Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:
a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen per bouwperceel mag buiten het bouwvlak maximaal 35% van het erf beslaan met een maximum van 50 m2;
b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen mogen uit ten hoogste één bouwlaag bestaan, waarbij ten behoeve van de vormgeving een kap is toegestaan, die echter niet mag worden voorzien van dakkapellen;
c. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen mogen niet meer dan 3,00 m respectievelijk 5,00 m bedragen, met dien verstande dat:
1. de dakhelling niet meer mag bedragen dan 55° en niet minder dan 35° ten opzichte van het horizontale vlak;
2. voor van een plat dak voorziene bijgebouwen en aan- en uitbouwen een maximale bouwhoogte geldt van 3,00 m óf de hoogte van de eerste bouwlaag;
d. indien een balkon c.q. op het dak van een bijgebouw, aan- en uitbouw een dakterras wordt gebouwd, dan mag de overschrijding van de achtergevelrooilijn maximaal 1,50 m bedragen met een maximum oppervlakte van 10 m².
8. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan mag niet meer dan 1,00 m bedragen;
b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 8,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,00 m bedragen.
8. 2. 5. Indien een hoogte, maat of afstand een hiervoor toegelaten maximum of minimum over-respectievelijk onderschrijdt op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, dan geldt voor dit afwijkende bestaande bouwwerk of gedeelte hiervan alsmede voor de verandering of vernieuwing ervan de hoogte, maat en/of afstand zoals die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan in de werkelijke situatie was.