direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijventerrein
Plan: Bedrijventerrein Velserbroek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1301BEDRIJVENTE1-I001

Artikel 6 Bedrijventerrein

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Een cluster van bedrijfsactiviteiten welke zijn opgenomen in de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, tot en met de op de verbeelding aangegeven maximale categorie, dit met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle-inrichtingen;
  • b. garagebedrijven, caravan/kampershowrooms en autoshowrooms;
  • c. een afhaalpunt e-commerce;
  • d. onzelfstandige detailhandel die behoort bij een toegestane bedrijfsuitoefening, daaraan nauw aansluit en zowel bedrijfseconomisch als ruimtelijk een ondergeschikt onderdeel uitmaakt van de bedrijfsuitoefening;
  • e. niet zelfstandige kantoren, met dien verstande dat - per bedrijf - de oppervlakte van de kantooractiviteiten die functioneel verbonden zijn met de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten niet meer dan 50% mag bedragen van het totale bedrijfsvloeroppervlak, met een maximum van 2000 m² per vestiging;
  • f. bedrijven welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan reeds gevestigd zijn, en vergunning hebben of niet in strijd waren met het daarvoor geldende plan, mogen worden voortgezet.

ter plaatse van de aanduiding:

  • g. bedrijfswoning (bw) is tevens maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • h. detailhandel volumineus (dhv) zijn tevens bouwmarkten toegestaan;
  • i. dienstverlening (dv), is tevens toegestaan een bankgebouw voor de zakelijke markt, een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van de financiële en administratieve dienstverlening alsmede zelfstandige kantoren;
  • j. 'parkeergarage' (pg) is tevens een parkeergarage/parkeerdek en/of daktuin toegestaan;
  • k. 'sporthal' (sph) is tevens een sporthal toegestaan met de daarbij behorende voorzieningen zoals kleedruimtes en een kantine;
  • l. 'nutsvoorziening' (nv) is tevens een nutsvoorziening toegestaan;
  • m. 'opslag' (op) is tevens een Goederenwegvervoerbedrijf: b.o. > 1.000 m² (sbi-code 494) toegestaan, voorzover voorkomend in ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

met de daarbij behorende:

  • n. verkeersvoorzieningen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. parkeervoorzieningen;
  • r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • s. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • t. waterlopen en waterpartijen.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:

6.2.1 Bouwen van gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte dragen;
  • c. het bebouwingspercentage van een bouwperceel mag niet meer dan het op de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage bedragen;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 500 m3 bedragen.
6.2.2 Bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte (m) van erf- en terreinafscheidingen is 2,6 m;
  • b. de maximale bouwhoogte (m) van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde is 6,0 m.
6.2.3 Nutsvoorziening

Ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening mag een gebouw ten behoeve van de openbare nutsvoorziening worden opgericht, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 3.0 mag bedragen.

6.3 Afwijking van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 6.1, onder a:

  • a. om bedrijven toe te laten in één milieucategorie hoger dan in artikel 6.1 opgenomen, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze) geacht kan worden te behoren tot de in artikel 6.1 genoemde milieucategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren in de in artikel 6.1 genoemde milieucategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met inachtneming van het volgende:

  • c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.

Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 6.1, onder d:

  • d. om de vestiging van volumineuze detailhandel, brand of explosiegevaarlijke detailhandel toe te staan mits die in binnensteden en wijkwinkelcentra uit een oogpunt van hinder of veiligheid niet inpasbaar zijn. Met dien verstande dat risicovolle en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.
6.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden als volgt te wijzigen:

6.4.1 Wijzigen Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de tot het plan behorende "Staat van Bedrijfsactiviteiten" te wijzigen, voor wat betreft:

  • a. het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere milieucategorie, indien op grond van technologische ontwikkelingen de in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten" vermelde milieucategorie niet meer de juiste is;
  • b. het toevoegen van bedrijfsactiviteiten, geen seksinrichtingen zijnde, aan een bepaalde categorie van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten" mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de in de betreffende categorie opgenomen bedrijfsactiviteiten.
6.4.2 Wijzigen aanduiding bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding "bedrijfswoning" (bw) van de verbeelding te verwijderen, indien geen sprake meer is van een bedrijfswoning.