direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene afwijkingregels
Plan: FloraHolland locatie Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0451.florahollandzuid-VG01

Artikel 15 Algemene afwijkingregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd om in afwijking van de desbetreffende bepalingen van het plan een omgevingsvergunning te verlenen zo dat:

  • a. in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
    • 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met een maximum bouwhoogte van 5,5 meter en een maximum vloeroppervlak van 55 m2, met dien verstande dat daar waar een dergelijk gebouw samenvalt met de bestemming 'Leiding - Gas' het college van Burgemeester en Wethouders voorafgaand aan de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid advies inwint bij de betrokken netbeheerder(s) omtrent de voorgenomen afwijking en zij tevens aan de betrokken netbeheerder(s) vraagt om binnen een nader door het college van Burgemeester en Wethouders te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, straatmeubilair, reclame-uitingen, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van het plangebied wordt aangewend;
    • 3. bruggen en loopplanken met een maximale breedte van 1 meter.
  • b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  • c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met maximaal 10 % worden overschreden, doch de betrokken bouwhoogte met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
  • d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld onder c, met ten hoogste 5 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen, (centrale) verwarmingsinstallaties, ventilatie-inrichtingen, schoorstenen, (schotel)antennes en antenne-installaties ten behoeve van mobiele telefonie;
  • e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 5 meter ten behoeve van bordessen, dakoverstekken, overstekende verdiepingen, luifels, gevelversieringen, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.