Plan: | Parapluplan 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0450.BPparaplu2017-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Parapluplan 2017 met identificatienummer NL.IMRO.0450.BPparaplu2017-VS01 van de gemeente Uitgeest.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de eventueel daarbij behorende bijlagen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels in dit plan zijn van toepassing op de hieronder opgenomen bestemmingsplannen:
Bestemmingsplan | Vastgesteld d.d. | Identificatienummer |
Wonen Zuid | 29-03-2012 | NL.IMRO.0450.10BPWonenZuid-VS01 |
Assum 22a | 24-10-2013 | NL.IMRO.0450.Assum22a-VG01 |
Appartementen Smallekamplaan | 26-04-2012 | NL.IMRO.0450.BPAppartSmallekamp-VS01 |
Wonen Noord en Centrum | 28-06-2012 | NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01 |
Meerpad 2014 | 19-06-2014 | NL.IMRO.0450.BP14Meerpad-VS01 |
Langebuurt 41 en 43 | 30-06-2016 | NL.IMRO.0450.BPLangebuurt41en43-VS01 |
Haven- en Bedrijventerrein 2001, 1e herziening | 08-12-2014 | NL.IMRO.0450.BPHavenbedrijv2011-VG02 |
Buitengebied | 08-12-2014 | NL.IMRO.0450.BpBGUitgeest-VS02 |
Lagendijk 4 | 24-09-2015 | NL.IMRO.0450.BPLagendijk4-VS01 |
Fort bij Krommeniedijk | 24-09-2015 | NL.IMRO.0450.BPFortKrommendijk-VS01 |
Wijzigingsplan Buitengebied Uitgeest, Busch en Dam 21a te Uitgeest | 23-02-2016 | NL.IMRO.0450.WPbuschendam21a-VS01 |
3.2.5 Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders
Aan de in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plannen, met uitzondering van het bestemmingsplan Lagendijk 4 en het bestemmingsplan Fort bij Krommeniedijk, wordt aan het artikel dat 'Overige regels' luidt (hoofdstuk 3 'Algemene regels') het volgende onderdeel toegevoegd:
Parkeren
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wonen Zuid' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: |
1.38a standplaats | |
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, niet zijnde een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; | |
2. | aan artikel 25 Overige regels wordt het volgende onderdeel toegevoegd: |
25.2 Standplaatsen | |
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - standplaats’ zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een standplaats; |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wonen Noord en Centrum' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: |
1.48a standplaats | |
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, niet zijnde een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; | |
2. | aan artikel 30 ('Algemene aanduidingsregels') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: |
Standplaatsen | |
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - standplaats’ zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een standplaats; |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wonen Zuid' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
1.25a dakkapel | ||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | ||
2. | artikel 4.2.2 ('Bedrijfswoning' van bestemming 'Bedrijf'), onder g, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
3. | artikel 15.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onder i, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Assum 22a' wordt als volgt aangepast:
1. | artikel 4.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onder f, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wonen Noord en Centrum' wordt als volgt aangepast:
1. | artikel 4.2.2 ('Bedrijfswoning' van bestemming 'Bedrijf'), onder f, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
2. | artikel 5.2.1 ('Gebouwen en overkappingen' van bestemming 'Detailhandel'), onder e, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
3. | artikel 6.2.1 ('Gebouwen en overkappingen' van bestemming 'Dienstverlening'), onder e, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
4. | artikel 8.2.1 ('Gebouwen en overkappingen' van bestemming 'Horeca'), onder e, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
5. | artikel 9.2.2 ('Bedrijfswoning' van bestemming 'Maatschappelijk'), onder f, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | |
6. | artikel 17.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onder u, onderdeel 8, luidt als volgt: | |
8. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Meerpad 2014' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
1.23a dakkapel | ||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | ||
2. | artikel 5.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onder h, onderdeel 8, luidt als volgt: | |
8. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Langebuurt 41-43' wordt als volgt aangepast:
1. | artikel 4.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onder g, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Haven en Bedrijventerreinen 2001, 1e herziening' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
1.26a dakkapel | |||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | |||
2. | artikel 3.2.1 ('Gebouwen' van bestemming 'Bedrijf'), onderdeel h, luidt als volgt: | ||
h. | afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt: | ||
1. | de afstand tot de dakvoet, ten minste 0,5 m en maximaal 1 m bedraagt; | ||
2. | de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt; | ||
3. | de dakkapel is voorzien van een plat dak; | ||
4. | indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45° is een aangekapte dakkapel toegestaan; | ||
5. | de dakkapel aan de zijgevel niet grenst aan het openbaar toegankelijke gebied; | ||
6. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat; | ||
3. | artikel 4.2.1 ('Gebouwen en overkappingen' van bestemming 'Detailhandel'), onder e, onderdeel 7, luidt als volgt: | ||
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. | ||
4. | artikel 12.2.1 ('Hoofdgebouwen' van bestemming 'Wonen'), onderdeel d, luidt als volgt: | ||
d. | afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt; | ||
1. | de afstand tot de dakvoet, ten minste 0,5 m en maximaal 1 m bedraagt; | ||
2. | de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt; | ||
3. | de dakkapel is voorzien van een plat dak; | ||
4. | indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45° is een aangekapte dakkapel toegestaan; | ||
5. | de dakkapel aan de zijgevel niet grenst aan het openbaar toegankelijke gebied; | ||
6. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat; |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Buitengebied' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
1.38a dakkapel | |||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | |||
2. | aan artikel 20.2 ('Bouwregels' van bestemming 'Wonen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
n. | ten behoeve van dakkapellen in het dakvlak van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: | ||
1. | de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak bedraagt ten minste 0,5 m; | ||
2. | de afstand tot de dakvoet bedraagt ten minste 0,5 m en maximaal 1 m; | ||
3. | de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel,bedraagt ten hoogste 1,75 m; | ||
4. | de dakkapel is voorzien van een plat dak; | ||
5. | indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45°, is een aangekapte dakkapel toegestaan; | ||
6. | de dakkapel aan de zijgevel grenst niet aan het openbaar toegankelijke gebied; | ||
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde beslaat maximaal 50% van de breedte van het dakvlak. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Lagendijk 4' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
1.21a dakkapel | |||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | |||
2. | aan artikel 4.2 ('Bouwregels' van bestemming 'Wonen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
k. | ten behoeve van dakkapellen in het dakvlak van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: | ||
1. | de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak bedraagt ten minste 0,5 m; | ||
2. | de afstand tot de dakvoet bedraagt ten minste 0,5 m en maximaal 1 m; | ||
3. | de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, bedraagt ten hoogste 1,75 m; | ||
4. | de dakkapel is voorzien van een plat dak; | ||
5. | indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45°, is een aangekapte dakkapel toegestaan; | ||
6. | de dakkapel aan de zijgevel grenst niet aan het openbaar toegankelijke gebied; | ||
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde beslaat maximaal 50% van de breedte van het dakvlak. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Fort bij Krommeniedijk' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
1.20a dakkapel | ||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | ||
2. | artikel 4.2.2 ('Bedrijfswoning' van bestemming 'Maatschappelijk'), onder e, onderdeel 7, luidt als volgt: | |
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van het dakvlak beslaat. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wijzigingsplan Buitengebied Uitgeest, Busch en Dam 21a te Uitgeest' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
1.4 dakkapel | |||
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. | |||
2. | aan artikel 4.2 ('Bouwregels' van bestemming 'Wonen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
j. | ten behoeve van dakkapellen in het dakvlak van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: | ||
1. | de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak bedraagt ten minste 0,5 m; | ||
2. | de afstand tot de dakvoet bedraagt ten minste 0,5 m en maximaal 1 m; | ||
3. | de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, bedraagt ten hoogste 1,75 m; | ||
4. | de dakkapel is voorzien van een plat dak; | ||
5. | indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45°, is een aangekapte dakkapel toegestaan; | ||
6. | de dakkapel aan de zijgevel grenst niet aan het openbaar toegankelijke gebied; | ||
7. | de breedte van de dakkapel aan de voorzijde beslaat maximaal 50% van de breedte van het dakvlak. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Haven- en Bedrijventerrein 2001, 1e herziening' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | ||
1.34a internetdetailhandel | |||
opslag en distributie voor internetverkoop, waarbij de handel via internet en andere media verloopt, waarbij geen sprake is van rechtstreeks contact tussen verkopende en kopende partij, zonder showroom, waarbij de levering van producten hoofdzakelijk plaatsvindt via de post- of koeriersdiensten. | |||
2. | artikel 3.3 ('Specifieke gebruiksregels' van bestemming 'Bedrijf'), onderdeel f, luidt als volgt: | ||
f. | detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van: | ||
1. | ondergeschikte detailhandel van ter plaatse geproduceerde of vervaardigde goederen; | ||
2. | internetdetailhandel; | ||
3. | artikel 5.3 ('Specifieke gebruiksregels' van bestemming 'Gemengd'), onderdeel e, luidt als volgt: | ||
e. | detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van: | ||
1. | ondergeschikte detailhandel van ter plaatse geproduceerde of vervaardigde goederen; | ||
2. | internetdetailhandel. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Wonen Zuid' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
1.38a Tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders: | ||
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende maximaal 9 maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam waar ook de huisvesting plaatsvindt. | ||
2. | aan artikel 3 (bestemming 'Agrarisch') wordt het onderdeel 'Afwijken van de gebruiksregels' toegevoegd met regels die luiden als volgt: | |
Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders | ||
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | ||
1. | dit noodzakelijk is in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte op het betreffende agrarische bedrijf; | |
2. | uitsluitend werknemers worden gehuisvest die binnen het eigen agrarisch bedrijf werkzaam zijn; | |
3. | per bedrijf maximaal 6 personen worden gehuisvest; | |
4. | de maximale gezamenlijke oppervlakte 187,5 m2 van de bestaande bebouwing bedraagt, waarbij minimaal 12,5 m2 per persoon geldt; | |
5. | de huisvesting plaatsvindt gedurende maximaal 9 maanden per jaar; | |
6. | er geen zelfstandige woonruimte ontstaat; | |
7. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden; | |
8. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. |
Het in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plan 'Buitengebied Uitgeest' wordt als volgt aangepast:
1. | aan artikel 1 ('Begrippen') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
1.102a Tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders: | ||
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende maximaal 9 maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam waar ook de huisvesting plaatsvindt. | ||
2. | aan artikel 3.5 ('Afwijken van de gebruiksregels' van bestemming 'Agrarisch') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders | ||
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | ||
1. | dit noodzakelijk is in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte op het betreffende agrarische bedrijf; | |
2. | uitsluitend werknemers worden gehuisvest die binnen het eigen agrarisch bedrijf werkzaam zijn; | |
3. | per bedrijf maximaal 6 personen worden gehuisvest; | |
4. | de maximale gezamenlijke oppervlakte 187,5 m2 van de bestaande bebouwing bedraagt, waarbij minimaal 12,5 m2 per persoon geldt; | |
5. | de huisvesting plaatsvindt gedurende maximaal 9 maanden per jaar; | |
6. | er geen zelfstandige woonruimte ontstaat; | |
7. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden; | |
8. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. | |
3. | aan artikel 4.5 ('Afwijken van de gebruiksregels' van bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders | ||
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | ||
1. | dit noodzakelijk is in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte op het betreffende agrarische bedrijf; | |
2. | uitsluitend werknemers worden gehuisvest die binnen het eigen agrarisch bedrijf werkzaam zijn; | |
3. | per bedrijf maximaal 6 personen worden gehuisvest; | |
4. | de maximale gezamenlijke oppervlakte 187,5 m2 van de bestaande bebouwing bedraagt, waarbij minimaal 12,5 m2 per persoon geldt; | |
5. | de huisvesting plaatsvindt gedurende maximaal 9 maanden per jaar; | |
6. | er geen zelfstandige woonruimte ontstaat; | |
7. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden; | |
8. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. | |
4. | aan artikel 5.5 ('Afwijken van de gebruiksregels' van bestemming 'Agrarisch met waarden - Open weidegebied') wordt het volgende onderdeel toegevoegd: | |
Tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders | ||
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | ||
1. | dit noodzakelijk is in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte op het betreffende agrarische bedrijf; | |
2. | uitsluitend werknemers worden gehuisvest die binnen het eigen agrarisch bedrijf werkzaam zijn; | |
3. | per bedrijf maximaal 6 personen worden gehuisvest; | |
4. | de maximale gezamenlijke oppervlakte 187,5 m2 van de bestaande bebouwing bedraagt, waarbij minimaal 12,5 m2 per persoon geldt; | |
5. | de huisvesting plaatsvindt gedurende maximaal 9 maanden per jaar; | |
6. | er geen zelfstandige woonruimte ontstaat; | |
7. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden; | |
8. | geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. |
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 4.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 4.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 4.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan 2017'.