direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Herstructurering golfbaan De Texelse Golfbaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De exploitant van De Texelse Golfbaan heeft plannen om de bestaande golfbaan (18 holes en een par 3 baan met driving range) te herstructureren en deels uit te breiden. De oppervlakte bedraagt circa 58 hectare. Met de gewenste situatie wordt een kwaliteitsimpuls beoogt, die mogelijkheden biedt om verbeteringen aan te brengen en de golfbaan aan de huidige omstandigheden aan te passen. De ontwikkeling houdt in hoofdzaak het volgende in:

  • 1. het verplaatsen van het clubhuis en opslagmogelijkheden naar een nieuwe locatie gelegen op het bestaande terrein;
  • 2. het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en golfbaan op de locatie Postweg 211. Hierbij wordt één van de bestaande schuren gesloopt. Het bestaande woonhuis wordt in gebruik genomen ten behoeve van regulier wonen en de agrarische gronden ten noordwesten hiervan worden ingericht ten behoeve van de golfbaan. Een resterende schuur wordt ingezet ten behoeve van de golfbaan;
  • 3. het wijzigen van de agrarische bestemming naar golfbaan op de locatie Postweg 185, waarbij het woonhuis als bedrijfswonen ten behoeve van de golfbaan wordt ingezet en gronden tevens voor opslagdoeleinden ten behoeve van de golfbaan worden ingericht;
  • 4. het aanleggen van een natuurlijke afscherming in verband met het vergroten van de driving range en de verplaatsing van 2 holes;
  • 5. de aanleg van een nieuwe waterpartij voor uitbreiding van het aantal zonnepanelen. Initiatiefnemer levert hierbij een bijdrage aan de nationale doelstelling om in 2050 een klimaatneutrale samenleving te zijn en hiermee ook een bijdrage levert aan het realiseren van de duurzaamheidsambitie van de gemeente Texel

De noodzaak van het vernieuwen van clubhuis is dat het ooit als tijdelijke voorziening neergezet is en nooit vervangen is. Het is inmiddels oud, te klein en ook voor wat betreft isolatie niet meer van deze tijd. Het is duurzamer om een goed geïsoleerde, milieubewuste, gasloze nieuwbouw neer te zetten. De driving range moet verlengd worden voor wat betreft veiligheid. Als dit niet gebeurd dan is de kans groot dat er gewonden gaan vallen. Door vernieuwde technieken en materialen wordt er verder geslagen en komen de ballen regelmatig op Par 3 baan terecht. Deze moet verplaatst worden. De mest logische plek hiervoor is op de plaats van het huidige clubhuis. De locatie van het nieuwe clubhuis is bij de nieuwe afslag van de vergrootte golfbaan. Het is een logische plek waar vanuit je een deel van de baan kan overzien. De opslag die nu in containers zit kan worden geïntegreerd in de bebouwing plaats vinden.

De ontwikkeling is niet mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 en Reparatieplan buitengebied Texel. Om het voornemen juridisch-planologisch toch mogelijk te maken wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied bevindt zich direct ten zuidwesten van het dorp De Cocksdorp. De Cocksdorp bevindt zich aan de noordzijde van het eiland Texel. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1. en betreft de percelen:

  • Roggeslootweg 3 en de daarbij behorende gronden van het golfterrein;
  • Postweg 185
  • Postweg 211 en het daarachter gelegen agrarisch perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0001.jpeg" Figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Planologische regeling

De percelen zijn opgenomen in het geldende bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013. Hierin hebben onderhavige percelen de volgende bestemmingen.

Postweg 185 en 211

Postweg 185 en 211 hebben de bestemming 'Agrarisch strandpolders' (artikel 6). Binnen de bestemming is een agrarisch grondgebonden bedrijf toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Bouwvlak'. Voor de bouw van een woning gelden de regels van de bestemming 'Wonen'. Specifiek houdt dit in dat voor een woning een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4,5 en 10 meter geldt. De dakhelling bedraagt minimaal 30 graden en maximaal 60 graden. De oppervlakte van de woning bedraagt maximaal 150 m2. In figuur 1.2 en 1.3 is een uitsnede van het bestemmingsplan weergegeven ter plaatse van deze locaties. De bedrijfsbestemming (paarse vlek) aan de oostkant maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.

Door het agrarisch perceel ten noorden van de Postweg 211 loopt een rioolleiding. Deze leiding loopt door in noordwestelijke -en zuidwestelijke richting van het plangebied. In het bestemmingsplan is de leiding beschermd met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen, overkappingen en overige bouwwerken worden gebouwd. Paragraaf 4.12 Kabels en leidingen gaat hier nader op in.

Het gebruik van de locatie ten behoeve van de golfbaan, het regulier gebruiken van de voormalige bedrijfswoning (nummer 211) en het gebruiken van de bedrijfswoning (nummer 185) als bedrijfswoning ten behoeve van de golfbaan is in strijd met het geldende bestemmingsplan.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0002.png"

Figuur 1.2 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 ter plaatse van Postweg 185

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0003.png"

Figuur 1.3 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 ter plaatse van Postweg 211

De gronden van de golfbaan (Roggeslootweg 3)

De gronden van de golfbaan hebben de bestemming 'Sport - Golfbaan'. De bestaande golfbaan is derhalve al toegestaan binnen deze bestemming. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak. In onderhavig geval zijn de gebouwen van de driving range en het bestaande clubhuis voorzien van een bouwvlak. In figuur 1.4 is een uitsnede van het bestemmingsplan weergegeven ter plaatse van deze locatie

De beoogde nieuwbouw van het bestaande clubhuis, is buiten het bouwvlak gepositioneerd en is daarmee in strijd met het geldende bestemmingsplan. Met dit bestemmingsplan wordt het bouwvlak van het bestaande clubhuis verplaatst naar de beoogde locatie van het nieuwe clubhuis. Er is geen sprake van extra bebouwingsmogelijkheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0004.png"

Figuur 1.4 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013 ter plaatse van het clubhuis

Reparatieplan buitengebied Texel

Tot slot is op 21 december 2016 het bestemmingsplan Reparatieplan buitengebied Texel vastgesteld. In dit reparatieplan is een nieuw uitgangspunt met betrekking tot de landschappelijke inpassing opgenomen. Voor onderhavig bestemmingsplan geldend hiervoor geen relevante regels.

1.4 Leeswijzer

Na deze inleiding, wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de huidige situatie en het voorgenomen plan. Dit wordt in de hoofdstukken 3 en 4 getoetst aan het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. Hoofdstuk 5 geeft een uitleg aan de juridische regeling van het bestemmingsplan, hoofdstuk 6 gaat tenslotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

De beoogde ontwikkeling (het initiatief) is het belangrijkste uitgangspunt voor dit bestemmingsplan en wordt in dit hoofdstuk beschreven. Een beschrijving van de huidige situatie is om die reden ook in dit hoofdstuk opgenomen.

2.1 Huidige situatie

2.1.1 Stedenbouwkundige structuur en bijzondere waarden

Het plangebied is gelegen aan de Postweg. Deze weg is de verbindingsweg tussen De Koog/Den Burg en De Cocksdorp en wordt aangemerkt als een echte polderweg. Hij loopt recht door Polder Eijerland, het nieuwe land van Texel, een strandpolder. Het landschap van deze strandpolder is groot en open met aan één zijde duinen op de achtergrond.

Het kent een eenvoudige inrichting van rechte wegen in grote vierkanten en een sequentie van losse erven erlangs. Dwars door deze menselijke ordening kronkelen oude natuurlijke kreken. Het nieuwe poldergrid laat de oude ondergrond erdoorheen schijnen. De Polder is ongenaakbaar open, met zijn enorme afmeting en zandkleurige bodem is dit indrukwekkend.

De maat van Polder Eijerland geeft ruimte tot grootschalige productie die elders op het eiland niet past. De erven zijn naar eigen oorsprong en smaak bebouwd, je vindt hier rivieren type, de Noordhollandse stolp en varianten op de kop-romp-staart boerderij. De erfbeplanting ontbreekt meestal, de meeste erven staan al op de kaart van 1880. (Beeld van Texel)

2.1.2 Postweg 185

Het perceel Postweg 185 bevindt zich aan de zuidzijde van het plangebied. Postweg 185 is een voormalig agrarisch bedrijf met bijbehorende (voormalige) boerencamping. Hierop staat een woning met bijbehorende ruilverkavelings schuur en twee agrarische schuren. Het grenst aan de nieuwe uitbreiding van De Golfbaan en ligt direct aan de Postweg, met aan de andere kant van de weg het natuurgebied de Roggesloot. Het perceel wordt in de huidige situatie al gebruikt voor opslag ten behoeve van het beheer en onderhoud van de golfbaan.

Ten noorden van de Postweg 185 is een waterpartij aangelegd met daarbovenop zonnepanelen. In figuur 2.1 is een luchtfoto weergegeven van het perceel. Het perceel is blauw omkaderd. In figuur 2.2 is een vooraanzicht vanaf de Postweg weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0005.png"

Figuur 2.1 Luchtfoto van de huidige schuur aan de Postweg 185

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0006.png"

Figuur 2.2 Vooraanzicht vanaf Postweg

2.1.3 Postweg 211

Het perceel Postweg 211 bevindt zich aan de noordzijde van het plangebied. Postweg 211 is ook een voormalig agrarisch bedrijf met een stukje agrarische rest grond dat grenst aan de entree van de golfbaan, de Postweg, de brandweerkazerne (Postweg 211) en een rij woningen met aan de andere kant van de weg het natuurgebied De Roggesloot. Hier staat een dienstwoning met twee schuren op.

In figuur 2.3 is een luchtfoto weergegeven van het perceel. Het perceel is blauw omkaderd. In figuur 2.4 is een vooraanzicht vanaf de Postweg weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0007.png"

Figuur 2.3 Luchtfoto van de huidige inrichting van het perceel Postweg 211

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0008.png"

Figuur 2.4 Vooraanzicht vanaf Postweg

2.1.4 De golfbaan

Direct ten zuidwesten van de kern De Cocksdorp en ten westen van het verblijfsrecreatieve terrein De Krim bevinden zich de gronden van De Texelse Golfbaan. Dit is een bijzondere golfbaan met duinen, waterpartijen en grote grens. Hij is te vergelijken met de authentieke Engelse en Schotse ‘linkse golfbanen. Deze staan bekend om hun prachtige ligging in duingebieden en aan zee. De Texelse Golfbaan heeft het ruige karakter van een echte duin baan waar er maar weinig van zijn in Nederland. De faciliteiten die hier aanwezig zijn, bestaan uit een verouderd clubhuis en een driving range.

In figuur 2.5 en 2.6 is een luchtfoto weergegeven van de golfbaan. In figuur 2.7 is een vooraanzicht vanaf de Postweg weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0009.png"

Figuur 2.5 Luchtfoto van de huidige inrichting van de golfbaan

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0010.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0011.png"

Figuur 2.6 Luchtfoto en situatietekening van de huidige inrichting

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0012.png"

Figuur 2.7 Vooraanzicht vanaf Postweg

2.2 Voorgenomen initiatief

2.2.1 De golfbaan

Het voornemen is om de bestaande golfbaan te herstructureren en deels uit te breiden. Met de beoogde ontwikkeling wordt een kwaliteitsimpuls beoogt.

Op de golfbaan wordt het clubhuis ongeveer 50 meter verplaatst in de richting van de ingang van de in 2014 geopende nieuwe negen holes. Hierdoor is het uitzicht op de golfbaan beter vanuit het clubhuis. De inrichting van het gehele terrein wordt hierop aangepast. De toegangsweg wordt over het oude agrarische perceel geleid en komt uit op de nieuwe parkeerplaatsen bij het nieuwe clubhuis. De hekken om de driving range worden verwijderd en vervangen door een natuurlijke afscherming, gemaakt van hoge duinen.

De nu aanwezige zeecontainers waarin spullen ten behoeve van de golfbaan worden opgeslagen, zullen verdwijnen. In het clubhuis zal een kelder worden gebouwd, die de ruimte voor opslag zal bieden.

De driving range wordt om veiligheidsredenen verlengd. Door verbetering van golfclubs wordt er verder geslagen waardoor ballen over het hekwerk op de daar gelegen 2 par-3 holes belanden. Deze 2 holes worden verplaatst naar het oude agrarische perceel.

Figuur 2.8 geeft een impressie weer van de voorgenomen inrichting van de golfbaan. Figuur 2.9 geeft een impressie weer van het clubhuis. In het rode vlak is het toekomstige clubhuis beoogd. Op de tekening is daarnaast aan de oostkant een bouwblok rondom de bestaande schuur voorzien. De schuur zal worden gebruikt ten behoeve van opslag.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0013.png"

Figuur 2.8 Impressies voorgenomen inrichting van de golfbaan

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0014.png"

Figuur 2.8 Impressies voorgenomen inrichting van de golfbaan

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0015.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0016.png"

Figuur 2.9 Impressies voorgenomen clubhuis

2.2.2 Postweg 185

Op dit voormalige agrarische perceel wordt de camping gesaneerd, wordt de kleinere schuur gesloopt en blijft de ruilverkavelings schuur met de daar achtergelegen schuur en de woning behouden. De woning gaat gebruikt worden als bedrijfswoning ten behoeve van de golfbaan. Het perceel blijft daarnaast gebruikt worden ten behoeve van opslag ten behoeve van het beheer en onderhoud van de golfbaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0017.png"

2.2.3 Postweg 211

Op dit voormalige agrarische perceel wordt een van de schuren gesloopt en wordt de woning omgezet ten behoeve van regulier gebruik. De omliggende agrarische gronden worden ingericht ten behoeve van de golfbaan. De overgebleven (opslag) schuur krijgt een eigen bouwvlak binnen de golfbaan bestemming.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0018.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0019.png"

2.2.4 Duurzame energieopwekking

In aanvulling op het panelenveld op de bestaande waterbassin, wordt het aantal panelen uitgebreid middels de aanleg van een nieuwe waterpartij met daar bovenop nieuwe panelen. De oppervlakte hiervan bedraagt circa 4.700 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0020.png"

2.3 Beeldkwaliteit en ruimtelijke inpassing

Met de beoogde ontwikkeling dient sprake te zijn van een goede ruimtelijke inpassing, overeenkomstig het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied, de Texelse kernwaarden en de Texel Principes. Op de percelen Postweg 185 en 211 wordt niet gebouwd maar alleen gesloopt. De bestaande bebouwing blijft grotendeels behouden. Hierdoor is het passend in het landschap.

Alleen op de Golfbaan zelf wordt nieuwbouw gepleegd, op alle andere locaties wordt alleen gesloopt en blijft de rest van de bebouwing als zodanig behouden. Het nieuwe clubhuis moet een Texelse en stijlvolle uitstraling krijgen met een mooi uitzicht op de golfbaan. De sfeer van het gebied, de golfbaan in de duinen, moet terug komen in de bebouwing. Dit houdt in dat de bebouwing licht en luchtig moet zijn, passend bij zon, zee, strand en duinen. Er moet sprake zijn van lichte materialen met een natuurlijke uitstraling met zorgvuldige detaillering. De oriëntatie van het pand is op de golfbaan.

Hierna wordt het initiatief getoetst aan de drie documenten die betrekking hebben op ruimtelijke inpassing.

Beeldkwaliteitsplan

In de Structuurvisie 2040 is het maken van een ‘beeldkwaliteitsplan verplicht gesteld voor nieuwe ontwikkelingen. De intentie van de provincie daarbij is samengevat in het credo “behoud door ontwikkeling”, waarbij een sterke nadruk wordt gelegd op ‘regionale identiteit en ‘ruimtelijke kwaliteit’.

Voor de onderhavige ontwikkeling, waarbij sprake is van de verplaatsing van het bouwvlak voor het clubhuis op de golfbaan en het omzetten van twee agrarische bedrijven naar wonen met golfbaan en bedrijven vab in de directe nabijheid van de golfbaan aan de Postweg, wordt een beknopte beeldkwaliteitsparagraaf geacht voldoende inzicht te geven in de gevolgen van de ingreep voor de bestaande beeldkwaliteit.

De volgende vijf elementen worden van belang geacht voor een beeldkwaliteitsplan:

  • 1. aandacht voor de ontwikkelingsgeschiedenis;
  • 2. aansluiting bij de ordeningsprincipes van het landschap (omgeving);
  • 3. aansluiting bij de bebouwingskarakteristiek (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte);
  • 4. aanpassing van het plangebied in de wijdere omgeving (grotere landschapseenheid);
  • 5. aandacht voor de bestaande kwaliteiten van het gebied en voor de maatregelen om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen.

Deze punten worden in deze toelichting allemaal besproken. Op de voormalige agrarische bedrijven blijven de huidige indelingen gehandhaafd, op de te slopen schuren na. Bij Postweg 185 zorgt dit ervoor dat de architectuurcombinatie van de woning en de schuur beter tot zijn recht komt en vrijer op de kavel komen te staan.

Voor de andere kavel, Postweg 211, verandert er ruimtelijk minder. Het aanzicht vanaf de Postweg blijft nagenoeg hetzelfde, er komt iets meer lucht tussen de schuur en de woning. Echter aan de kant van de golfbaan verandert er meer. De ontsluiting van de golfbaan komt dichter bij het voormalige agrarische perceel te liggen en gaat met een vloeiende beweging tussen het duinlandschap door in plaats van de een rechte grens tussen de golfbaan en het vlakke voormalige agrarische weiland.

Het clubhuis maakt plaats voor een natuurlijke afscheiding van de driving range. Hierdoor wordt de golfbaan beter landschappelijk ingepast. Het nieuwe clubhuis komt ook aan de parkeerplaats te liggen met uitzicht op de nieuwe golfbaan. De architectuur van het clubhuis staat op zichzelf maar is passend in deze omgeving en bij het gebruik als golfbaan. Het clubhuis krijgt een luchtige open uitstraling, waar binnen en buiten samenkomt.

De hoogte wordt ook hier niet opgezocht om beter te passen in het omliggende open duinlandschap.

Texelprincipes en de Texelse kernwaarden

De Gemeenteraad van Texel is op 17 december 2014 unaniem akkoord gegaan met het advies van het College van Burgemeester en Wethouders om de resultaten van Planet Texel 2014 integraal over te nemen en te gebruiken als leidraad voor de ontwikkeling van het eiland. Onderdeel daarvan zijn de 7 Texel Principes die zijn vastgesteld en die een richtinggevende inspiratiebron vormen voor nieuwe initiatieven. De Texel Principes zijn daarmee een aanvulling op de eerder vastgestelde Texelse kernwaarden.

In De Texelprincipes en de Texelse kernwaarden worden uitgangspunten benoemd van waaruit plannen kunnen ontwikkeld. Hierna wordt hier een beschrijving van gegeven. De 7 Texelprincipes waaraan getoetst moet worden betreffen:

  • 1. vertrek vanuit natuur en landschap

De omliggende natuur is de golfbaan zelf. Dit is een aangelegd duingebied wat heel veel soorten flora

en fauna herbergt. De nieuwbouw heeft uitzicht op dit mooie gebied en is voor wat betreft het ontwerp passend in de omgeving.

  • 2. koppel schoonheid aan schoonheid

De nieuwbouw heeft een eigen uitstraling die door materiaalkeuze en uitvoering niet alleen mooi is voor het oog, maar ook duurzaam is voor het milieu. De ambitie is een 0 energie clubhuis door de toevoeging van zonnepanelen en goede isolatie. Voor de bestaande agrarische percelen die worden omgezet is er ook de ambitie om deze duurzamer te maken door toevoeging van bijvoorbeeld zonnepanelen.

  • 3. ga voor echt Texels en Texels eigen

Door het verwijderen van de hekken en het toevoegen van duinen als afscherming is sprake van 'echt Texels'. Vroeger werd dit net even anders gedaan, toen gebruikte men tuinwallen als afscherming. Deze zijn alleen niet passend op deze locatie en niet hoog genoeg voor dit specifieke gebruik. Daarom worden er duinen aangelegd, deze bepalen ook voor een groot deel het beeld op deze plek op Texel. De nieuwbouw van het clubhuis is ook in een Texelse stijl. Het is luchtig, licht en laagbouw met een kap. Passend als bebouwing in de duinen.

  • 4. beweeg met de seizoenen mee

De nieuwe inrichting van de golfbaan is natuurlijker, het clubhuis is transparanter, hierdoor zijn de seizoenen beter te beleven. Het een versterkt het ander. Door het terras kan je in de zomer en het voor en najaar goed buiten zitten en door de fijne binnenruimte zit je in de winter en met slecht weer behaaglijk binnen. De detaillering van het clubhuis zal ervoor zorgen dat het bij elk seizoen behaaglijk is. De zonwerking wordt in het ontwerp meegenomen wat voor mooie oplossingen zorgt.

  • 5. ruim op en revitaliseer

Door de sloop van de oude rommelige bebouwing, zowel op de golfbaan als op de voormalige agrarische percelen en de nieuwbouw van een mooi nieuw paviljoenachtig clubhuis, wordt aan dit Texel principe voldaan. Verder worden de huidige containers die voor stalling van de golfbuggy’s worden gebruikt ook verwijderd, deze faciliteiten worden in het souterrain van het nieuwe clubhuis gerealiseerd.

  • 6. koester eenheid in diversiteit

De nieuw toe te voegen duinen als afscherming van de driving range sluiten aan bij het al aanwezige duinlandschap. Ze zijn stijler en hoger dan de gemiddelde duinen, maar worden niet de stijlste en hoogste duinen van de golfbaan. De beplanting zal hetzelfde worden als de omliggende duinen, waardoor het passend is in het geheel.

  • 7. blijf jutten, pionieren en innoveren

Deze ontwikkeling is een innovatie voor deze unieke golfbaan. Hierdoor kan de golfbaan weer verder met pionieren als enige golfbaan op Texel, uniek in zijn ligging en soort voor Nederland, maar ook voor Europa. Het zand voor de landschappelijke inpassing is gejut bij de buren, dit was over van het aanleggen van de Hanenplas.

Texelse kernwaarden

De Texelse kernwaarden waaraan getoetst moet worden zijn:

  • 1. Rust en ruimte
  • 2. Rijkdom aan natuur en cultuurlandschappen
  • 3. Grote afwisseling in landschappen en landgebruikvormen
  • 4. De Texelse identiteit
  • 5. Het specifieke eilandkarakter
  • 6. Nachtelijke duisternis
  • 7. Maritieme monumenten

Toetsing Texelse kernwaarden

Door de sloop van een deel van de voormalige agrarische bebouwing wordt het beeld ruimtelijker langs de Postweg. De bebouwing van de golfbaan wat nu erg dicht op elkaar staat komt meer verspreid op het perceel te liggen waardoor ook dit een stuk ruimtelijker oogt. Doordat de functies meer bij elkaar aansluiten en elkaar versterken zullen er minder verkeersbewegingen plaats vinden waardoor er meer rust komt. De reden hiervan is als volgt: De schuren van de voormalige agrarische bedrijven worden nu voor de golfbaan gebruikt, in plaats van andere schuren die op grotere afstand liggen. Verder werden de agrarische schuren gebruikt voor het bewerken van land op grote afstand aangezien er in de directe omgeving van de schuren geen agrarische grond meer is. Dit zorgde voor meer verkeersbewegingen. Daar is in de toekomstige situatie geen sprake meer van.

Op de Golfbaan, zeker vanuit het nieuwe clubgebouw, is sprake van een groots uitzicht. Je kan ver van je af kijken over het open landschap van de golfbaan. De natuur van de golfbaan is vanuit het nieuwe paviljoen beter te beleven dan vanuit het bestaande paviljoen, ook de plek draagt daaraan bij. De flora en fauna kan zich verder uitbreiden door de uitbreiding van de golfbaan.

Ook al sluiten de functies meer bij elkaar aan dan de agrarische percelen deden, blijven het wel verschillend landgebruik vormen. Dit blijft dus gehandhaafd. De Texelse identiteit blijft ook gewaarborgd. Deze ontwikkeling doet hier geen afbreuk aan. De hekken worden verwijderd bij de golfbaan en vervangen door duinen. Dit past veel beter bij het Texelgevoel. Het nieuwe clubhuis wordt één laag met een kap met een souterain waardoor het binnen de Texelse maat en schaal blijft. Het wordt luchtig en transparant, passend als duinbebouwing. Anders dan wat er verder op Texel te vinden is. Het souterrain geeft de extra ruimte voor de faciliteiten waardoor de oppervlakte van de bebouwing beperkt kan blijven.

2.4 Verkeer en parkeren

Parkeren

De gemeente Texel heeft eigen parkeerbeleid. Dit beleid is vastgelegd in de Nota Parkeernormen Texel 2015. Voor parkeren is belangrijk dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid bij de golfbaan.

Hierbij geldt het gemeentelijk parkeerbeleid als uitgangspunt. Echter zijn in de Nota Parkeernormen Texel 2015 geen specifieke parkeernormen opgenomen voor de golfbaan. Derhalve wordt aangesloten bij de landelijke kengetallen van CROW. Hiervoor geldt een parkeernorm van 119 parkeerplaatsen voor een 18 holes golfbaan.

Het huidige aantal parkeerplaatsen is, gezien de ervaring, voldoende gebleken. De nieuwe ontwikkeling is een kwaliteitsverbetering geen kwantiteit toename. Er worden geen extra bezoekers, gebruikers verwacht. Daardoor is het huidige aantal parkeerplaatsen van 85 moeten voldoende en kan er afgeweken worden van de CROW norm. De reden hiervoor is dat de gebruikers van de golfbaan voornamelijk verblijven op het vakantiepark of in het hotel Molenbos. Beide locaties bevinden zich op korte loopafstand tot de golfbaan. In zowel de huidige -als de toekomstige situatie zijn er daarom voldoende parkeerplaatsen bij de golfbaan aanwezig om aan de parkeerbehoefte te kunnen voorzien.

Voor woningen geldt een parkeernorm van 1,7 parkeerplaatsen per woning. Op de locaties Postweg 185 en Postweg 211 is hiervoor voldoende ruimte.

Verkeer

Het plan heeft geen significante invloed op de verkeerssituatie. De ontsluiting van het perceel blijft gelijk met de bestaande situatie en er zal geen noemenswaardig aantal extra verkeersbewegingen plaatsvinden door deze ontwikkeling aangezien de huidige agrarische bedrijven en boerencamping verdwijnen.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 door de minister vastgesteld. Deze structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In deze structuurvisie schetst het Rijk haar ambities tot 2040 en haar doelen, belangen en opgaven tot 2028. Tegelijkertijd vragen grote opgaven op het gebied van concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid om rijksbetrokkenheid.

Het Rijk gaat er vanuit dat de nationale ruimtelijke belangen die via wet- en regelgeving opgedragen zijn aan andere overheden door hen goed worden behartigd. De vereisten van de Rijksoverheid met betrekking tot ruimtelijke plannen liggen vast in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het is gericht op doorwerking van de nationale belangen in onder meer gemeentelijke bestemmingsplannen.

Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 14 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 14 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 30 december 2011 in werking getreden. Het Barro stelt niet alleen regels omtrent de 14 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de SVIR, maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen.

In dit geval betreft de voorgenomen ontwikkeling geen ontwikkeling die betrekking heeft op de 14 nationale belangen zoals genoemd in de SVIR en waarvoor regels zijn gesteld in het Barro. Daarmee is het plan niet in strijd met het beleid zoals uiteen gezet in deze stukken.

Duurzame verstedelijking

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is 'de ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd. De ladder is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen dat de toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving bevat van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied mogelijk is, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.

Toepassing ladder voor duurzame verstedelijking

Met dit bestemmingsplan wordt de verplaatsing van een clubhuis, de functiewijziging van een tweetal percelen én de herinrichting inclusief uitbreiding van een golfbaan mogelijk gemaakt. Tevens worden bestaande gebouwen gesloopt. Met de ontwikkeling wordt meer gesloopt dan dat er terug gebouwd wordt. Dit betreft geen stedelijke ontwikkeling in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarom is toetsing aan de ladder niet noodzakelijk.

3.2 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening

Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Omgevingsvisie 2050. In de omgevingsvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.


Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de provincie provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen zijn in de visie uitgewerkt.

In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV, geconsolideerde versie 14 januari 2019) zijn regels verbonden aan de provinciale hoofdbelangen.

Artikel 5c Kleinschalige ontwikkeling

Het plangebied ligt niet in Bestaand Stedelijk Gebied. In artikel 5c (Kleinschalige ontwikkeling) is geregeld dat in een bestemmingsplan een kleinschalige ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied mogelijk gemaakt kan worden. Het aantal burgerwoningen mag hierbij niet toenemen. In principe dient de ontwikkeling binnen een bestaand bouwblok mogelijk gemaakt worden. Dit staat als zodanig in lid 1 van artikel 5c genoemd. In lid 2 van artikel 5c staat dat in afwijking van het eerste lid bebouwing buiten het bestaande bouwblok mogelijk is, mits het bebouwd oppervlak niet wordt vergroot.

De nieuwbouw van het clubhuis vindt plaats buiten een bestaand bouwblok. Echter het bouwblok van het bestaan clubhuis wordt verplaatst naar de nieuwe locatie van het clubhuis. Het maximaal te bebouwen oppervlakte blijft in de toekomstige situatie gelijk.

Voor de functiewijziging van de locaties 185 en 211 wordt in artikel 17 van de verordening mogelijkheden gegeven. Onder het kopje 'Artikel 17 lid 1 Voormalige agrarische bouwpercelen' en 'Artikel 17 lid 2 Voormalige agrarische bouwpercelen' wordt hier nader op ingegaan.

Artikel 15 Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling in het landelijk gebied

Ook is artikel 15 'Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling in het landelijk gebied' van toepassing. De ruimtelijke inpassing zoals omschreven in artikel 15 wordt gewaarborgd door de eisen vanuit de beeldkwaliteit (zie paragraaf 2.3) en zoals besproken onder het kopje 'Leidraad landschap en cultuurhistorie'. Dit kopje is hieronder te vinden.

In artikel 15 staat aangegeven wat de ruimtelijke kwaliteit is ingeval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in het landelijk gebied.

  • kernkwaliteiten landschapstypen en aardkundige waarde
  • openheid van het landschap
  • ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap
  • bebouwingskarakteristiek ter plaatse
  • inpassing nieuwe functies in de wijdere omgeving
  • bestaande kwaliteiten van het gebied en maatregelen om de negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen.

Hoofdstuk 2 van deze toelichting bevat een motivering waaruit blijkt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de bovengenoemde voorwaarden.

Artikel 8 Aardkundige waarden

De ontwikkeling ligt gedeeltelijk in een aardkundig waardevol gebied. Op basis van artikel 8 van de verordening dient in de toelichting van een bestemmingsplan aangegeven worden in hoeverre rekening is gehouden met aardkundige waarden. Voor de aardkundige waarden is het belangrijk dat de hoogteverschillen in het landschap behouden blijven. De locaties waar de agrarische bedrijven verdwijnen, zijn in het verleden al vlakgetrokken en hier zijn geen aardkundige waarden meer aanwezig. De verplaatsing van het clubhuis wordt op een locatie gepositioneerd waar ook geen aardkundige waarde meer zichtbaar zijn. Dit ligt allemaal op enige afstand van natuurgebied De Roggesloot, die met deze ontwikkelingen niet wordt aangetast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0021.png"

Artikel 17 lid 1 Voormalige agrarische bouwpercelen

In de PRV is onder andere een regeling opgenomen voor woningbouw in het landelijk gebied. Dit is in principe niet toegestaan. Wel zijn nieuwe woningen toegestaan wanneer sprake is van functiewijziging.

In artikel 17 lid 1 wordt de mogelijkheid geboden om een voormalige agrarische bouwperceel te gebruiken voor kleinschalige vormen van bijzondere huisvesting, werken, recreatie, gebruiksgerichte paardenhouderij of zorgfuncties. In dit geval gaat het perceel Postweg 185 gebruikt worden als bedrijfswoning ten behoeve van het golfterrein. Hiervoor gelden onderstaande voorwaarden.

  • 1. sprake is van volledige beëindiging van het agrarisch bedrijf;

Het agrarisch bedrijf is inmiddels beëindigd.

  • 2. deze functie de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende agrarische bedrijven en de woonfunctie van omringende woningen niet beperkt;

Paragraaf 4.2 gaat hier nader op in. Geconcludeerd wordt dat de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende agrarische bedrijven en de woonfunctie van omringende woningen niet beperkt worden.

  • 3. buitenopslag buiten het bouwvlak niet is toegestaan;

Het perceel gaat deel uitmaken van het golfterrein. De bebouwing komt naast de bedrijfswoning ten dienste van het golfterrein te staan. In de bestaande situatie vond op het perceel ook al opslag van materialen voor het beheer en onderhoud van de golfbaan plaats. Dit gebruik wordt voortgezet.

  • 4. deze functie aantoonbaar geen onevenredige verkeersaantrekkende werking heeft en er sprake is van een acceptabele verkeerssituatie;

Er is slechts sprake van een functiewijziging waarbij de agrarische bedrijfswoning gebruikt gaat worden als bedrijfswoning bij de golfbaan. Er is geen sprake van een toename aan verkeer. Zie hiervoor ook paragraaf 2.4.

  • 5. benodigde parkeerplaatsen op het eigen bouwperceel worden gerealiseerd;

Op het terrein is voldoende ruimte voor parkeren. Zie hiervoor ook paragraaf 2.4.

Artikel 17 lid 2 Voormalige agrarische bouwpercelen

In de PRV is onder andere een regeling opgenomen voor woningbouw in het landelijk gebied. Dit is in principe niet toegestaan. Wel zijn nieuwe woningen toegestaan wanneer sprake is van functiewijziging.

In artikel 17 lid 2 wordt de mogelijkheid geboden om een voormalige agrarische bedrijfswoning te wijzigen naar een burgerwoning. In onderhavige situatie (locatie Postweg 211) is hiervan sprake. Hieronder worden de voorwaarden gegeven waaraan voldoen moet worden. De ontwikkeling is hiermee in overeenstemming met de regels uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening.

  • 1. de omzetting naar een woonfunctie beperkt de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende agrarische bedrijven niet;

Paragraaf 4.2 gaat hier nader op in. Geconcludeerd wordt dat de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende agrarische bedrijven en de woonfunctie van omringende woningen niet beperkt worden.

  • 2. aan maximaal 2.500 m² van het oorspronkelijke bestemmingsvlak dat voorzag in het agrarische bouwperceel wordt de woonbestemming toegekend;

Aan de voorwaarde wordt voldaan. De toekomstige woonbestemming bedraagt circa 1.100 m2.

  • 3. de bestaande agrarische bedrijfsbebouwing op de overige gronden van het agrarisch bouwperceel wordt gesloopt en aan deze gronden een bestemming wordt toegekend zonder bouwmogelijkheden;

Op dit voormalige agrarische perceel wordt een van de schuren gesloopt en wordt de woning omgezet ten behoeve van regulier gebruik. De omliggende agrarische gronden worden ingericht ten behoeve van de golfbaan zonder bouwmogelijkheden. De overgebleven (opslag) schuur krijgt een eigen bouwvlak binnen de golfbaan bestemming.

  • 4. een tweede burgerwoning is alleen mogelijk als meer dan 1.500 m² grondoppervlakte aan bestaande agrarische bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, en;

Dit lid is niet van toepassing. Er wordt geen tweede burgerwoning mogelijk gemaakt.

  • 5. een burgerwoning is uitsluitend mogelijk op het agrarische bouwperceel waar de agrarische bedrijfswoning staat.

De ontwikkeling vindt plaats op het agrarische bouwperceel waar de agrarische bedrijfswoning staat.

Leidraad Landschap en Cultuurhistorie

De Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 (Leidraad) is een provinciale handreiking voor het inpassen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in het landschap, zoals bebouwing, agrarische bedrijven, infrastructuur of vormen van energieopwekking. De Leidraad geeft gebiedsgerichte én ontwikkelingsgerichte beschrijvingen en biedt zo toepasbare informatie over de manier waarop ruimtelijke ontwikkelingen kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. De provincie beoogt met deze Leidraad om samen met bijvoorbeeld gemeenten, ontwikkelaars en initiatiefnemers te werken aan het behouden en versterken van de kwaliteit van het landschap en de cultuurhistorie.

De ontwikkeling ligt in het Aandijkingslandschap, deels binnen het aardkundig waardevol gebied maar er zijn weinig tijdsperioden zichtbaar. Het landschap is een open landschap met een tweezijdige begrensde ruimten. Een uitsnede van de overzichtkaart van de landschapskaart uit de leidraad is weergeven in figuur 3.1.

Aandijkingslandschap

De nieuwere aandijkingen (op Texel strandpolders genoemd) zoals polder Eijerland, polder De Eendracht en polder De Witte Hoek, hebben een grootschalige opzet, een regelmatige en rechtlijnige verkaveling en losse erven. Het zijn van oudsher ingesloten strandvlakten, waar de duinen en dijken nu het decor vormen. Deze strandpolders vormen een modern landschap waar ook de meeste plaats is voor vernieuwing. In het aandijkingenlandschap en delen van het keileemlandschap herinneren de getijdestructuren (wadkreken) aan het vroegere waddenlandschap.

Aandijkingen zijn aangeslibde zand- en slibplaten langs de oorspronkelijke kustlijn, die vanaf de aangrenzende hogere gronden zijn ingedijkt en zo zijn toegevoegd aan het land. Deze gebieden zijn als geheel ingericht, vaak grootschalig, geometrisch en open. Er zijn sterke contrasten tussen de geometrische inrichting (het poldersysteem) en de natuurlijke kreeklopen (De Roggesloot). Het aandijkingslandschap bestaat voor bijna de helft uit zeer open gebied.

Het plangebied ligt in de aandijking Eierlandse polder. Deze heeft een zeer open karakter. In deze polder kun je zowel de duinen (Noordzeekust) als de Waddendijk (Waddenzeekust) zien.

Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de polderstructuur of de kreeklopen en de openheid van het landschap. En is hierdoor geen aantasting van het aandijkingslandschap. Door de sloop van voormalige agrarische bebouwing sluit het juist goed aan bij het aandijkingslandschap.

Het open landschap geeft aan dat er geen visuele barrières zijn zoals dijken, bomen en huizen. Het aandijkingslandschap wordt getypeerd als het meest open landschap. In dit geval wordt het landschap wel aan twee zijden begrensd. In de nabijheid van de ontwikkeling ligt ook het Krimbos, dit kan gezien worden als de begrenzing van het open landschap aan deze zijde. De locaties waar de ontwikkeling plaatsvinden zijn visuele barrières in dit landschap. De omzetting van de agrarische bedrijven en de sloop van een deel van de bebouwing zorgt ervoor dat de bestaande barrières afnemen.

Voor de locatie van het clubhuis wordt de visuele barrière verplaatst, dus de openheid neemt niet af. Door het aanleggen van hoge duinen komt er wel een extra visuele barrière te liggen, maar deze past in de hele structuur van de golfbaan en het aangrenzende duinlandschap. Van een aantasting is in die zin geen sprake.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.BUI2020BP0001-va01_0022.png"

Figuur 3.1 Uitsnede overzichtkaart uit Leidraad

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie 'Texel op Koers'

Sinds september 2002 heeft de gemeente de beschikking over de nota 'De toekomst van Texel - Structuurvisie 2020'. in 2006 startte de gemeenteraad met het project 'Ruimte voor ontwikkeling, samen zorgen voor de toekomst'. De uitkomst daarvan is de geactualiseerde Structuurvisie 2020 'Texel op koers'. Hierin staan de gewenste ontwikkelingen voor de economie, de ruimtelijke ordening en zorg en welzijn. De Structuurvisie vormt voor de komende jaren een toetssteen voor de beleidsbeslissingen op deze terreinen en geeft richting aan de uitwerking daarvan. De gemeente wil inzetten op zowel een agrarisch, toeristisch en kennis eiland, met vitale dorpen met een zo hoog mogelijk voorzieningen niveau. Deze visie gaat over veranderingen van bestemmingen, het toenemen van de woningvoorraad en het ontwikkelen van bedrijvigheid.

Er zijn grote en kleine (familie)bedrijven op Texel. Al deze zelfstandige ondernemers zijn belangrijk voor de economie. De ondernemers zijn ervan doordrongen dat de eilandeconomie een directe relatie heeft met de Texelse kernkwaliteiten. Samen werken ze aan een duurzaam Texel dat economisch levensvatbaar is en ecologisch houdbaar. De golfbaan is zo’n Texels bedrijf die onder De Krim Texel valt, een bedrijf dat in zijn statuten heeft staan dat het de Texelse economie moet bevorderen, met name die van het noorden van Texel. Hierdoor is het een grote aanvulling op Texel. De toeristische ontwikkeling valt binnen het toeristische concentratiegebied en heeft een grote bijdrage aan de toeristische mogelijkheden. Door deze ontwikkelingen wordt de golfbaan aantrekkelijker en daardoor ook een beter visitekaartje voor Texel, wat een bijdrage kan leveren aan de Texelse economie.

Welstandsnota
De Welstandsnota geeft een helder en actueel beeld van de bestaande architectonische en stedenbouwkundig - landschappelijke kwaliteiten van de gemeente Texel. De Welstandsnota gaat uit van een gebieds- en objectgerichte benadering. Verder wordt uitgegaan van een specifieke, thematische benadering als het gaat om (nieuw) bouwen aan dorpsranden en als het gaat om het bouwen aan of nabij monumenten.

In de Welstandsnota worden drie welstandsniveaus onderscheiden, namelijk 'bijzonder', 'welstandsvrij' en 'dorpsranden'. Het plangebied kent het welstandsniveau 'Welstandsvrij'. Binnen deze gebieden hoeft de ontwikkelaar geen rekening te houden met de welstand. Het streven is echter wel om de Texelse identiteit te behouden. Het plan wordt getoetst door het Beeldkwaliteitsplan van het bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013.

Parkeerbeleid
De CROW normering vormt de basis van het gemeentelijk parkeerbeleid. Het parkeerbeleid van de gemeente Texel is op 17 februari 2016 vastgesteld. Uitgangspunt van het gemeentelijk parkeerbeleid is dat er wordt geparkeerd op eigen terrein.

Bij de uitwerking van het plan wordt zoveel mogelijk de gemeentelijke parkeernormering gehanteerd (zie paragraaf 2.4). Hiermee wordt voldaan aan het parkeerbeleid van de gemeente Texel.

Bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013

De percelen zijn opgenomen in het geldende bestemmingsplan Buitengebied Texel 2013. De bestaande golfbaan kent hierin de bestemming 'Sport - Golfbaan'. Functioneel gezien is de golfbaan derhalve al toegestaan. De ontwikkeling op de golfbaan heeft onder andere betrekking op het verplaatsen van het clubhuis. De bouw van het nieuwe clubhuis is niet mogelijk, omdat ter plaatse geen bouwvlak is voorzien. Met onderhavig bestemmingsplan wordt het bestaande bouwvlak verplaatst naar de beoogde locatie van het clubhuis. Er is derhalve geen sprake van extra bouw- en functionele mogelijkheden ten opzichte van wat huidig planologisch is toegestaan.

Daarnaast heeft de gemeente Texel beleid voor agrarische nevenfuncties en vrijkomende agrarische bebouwing. De percelen Postweg 185 en 211 zijn voormalige agrarische percelen. De bedrijfsvoering hiervan is reeds beëindigd.

De percelen kennen beide de bestemming 'Agrarisch strandpolders' (artikel 6). In artikel 6.7 lid e en f is een wijzigingsbevoegdheid dat het mogelijk maakt dat na bedrijfsbeëindiging de bestemming "Agrarisch - Strandpolders" ter plaatse van een bouwvlak wordt gewijzigd in de bestemming Wonen - Vab én 'Bedrijf - Vab'.

De duurzame Waddeneilanden in 2020

De waddeneilanden hebben de ambitie om in 2020 volledig op duurzame wijze in de eigen energie- en waterbehoefte te willen voorzien. Zonder gebruik van bestaande technieken lukt het de eilanden niet om in 2020 zelfvoorzienend te zijn. Vlieland werkt op dit moment aan een zonneweide waarmee het een belangrijke stap richting doel zet. Ameland heeft deze stap al gezet met de ingebruikname van het zonnepark. Texel wil drijvende zonnepanelen op een waterzuiveringsinstallatie plaatsen en gaat het draagvlak voor windenergie onderzoeken. Terschelling onderzoekt nog of het ook een zonneweide wil aanleggen of een windmolen wil plaatsen. Met deze investeringen komt 2020 echt in beeld.

Met de beoogde uitbreiding van het aantal zonnepanelen wordt een bijdrage geleverd aan de ambitie van de gemeenten met betrekking tot het opwekken van duurzame energieproductie.

Energie voor Texel

Texel heeft ambitie op het gebied van duurzaamheid. Al vele jaren wordt er actief geïnvesteerd in stimuleringsmaatregelen en energiezuinige projecten.De gemeenteraad heeft het doel uitgesproken om in 2020 alle energie die nodig is op Texel zelf op te wekken met gebruik van duurzame bronnen.

Om in 2020 de ambitie te kunnen waarmaken, is een slimme mix van projecten nodig, die goed aansluit bij de kwaliteiten van het eiland. Projecten die zeker voldoende draagvlak hebben bij de bevolking en gewaardeerd kunnen worden door de toeristen op Texel. Daarnaast moeten de projecten natuurlijk ook rekening houden met de speerpunten van beleid bij de provincie en het Rijk. Er zijn drie soorten projecten nodig:

  • 1. Om te beginnen moeten we ‘meters maken’, het ‘laaghangende fruit plukken’. Een aantal grote projecten met bestaande techniek, die veel megawatts opleveren.
  • 2. Tegelijk moet de energietransitie ook zichtbaar worden voor iedereen. Dat betekent projecten die misschien minder kW opleveren, maar wel communicatief een grote waarde hebben.
  • 3. Onderzoek naar nieuwe en innovatieve vormen van duurzame energie.

De gemeente Texel wil een energieneutraal eiland zijn in 2020. De huidige energievraag wordt voor 8,1% duurzaam ingevuld. Dit betekent dat nog 91,9% van de 1.614.000 GJ duurzaam moet worden ingevuld, ofwel 1.484.000 GJ. Om een idee te geven: 1,5 miljoen GJ kan worden geproduceerd met bijvoorbeeld 58 stuks 2 MW windturbines of 420 ha zonnepanelen.

In de periode 2013-2020 wordt de hoeveelheid vierkante meters zonnepanelen (PV, elektriciteit) opgeschroefd naar 50.000 m2 en groeit het aantal zonneboilerinstallaties tot 5.000, in combinatie

met thermochemische opslag.

Met de uitbreiding van het aantal zonnepanelen wordt een bijdrage geleverd aan de speicifieke ambitie van de gemeente Texel met betrekking tot het opwekken van duurzame energieproductie.

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten

4.1 Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Bij het doorlopen van een ruimtelijke procedure moet rekening worden gehouden met mogelijke verplichtingen op grond van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). Daarin is vastgelegd wanneer een milieueffectrapport (MER) of een mer-beoordelingsnotitie moet worden opgesteld. In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het ruimtelijke plan planmer-plichtig (bijlage C en D), projectmer-plichtig (bijlage C) of mer-beoordelingsplichtig (bijlage D) zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen.

Functiewijzigingen naar wonen

In bijlage D van het Besluit m.e.r. (D11.2) is de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject opgenomen. Qua oppervlakte ligt de drempelwaarde op 100 hectare. Ten aanzien van woningen ligt de drempelwaarde op een aaneengesloten gebied met 2.000 of meer woningen.

Met dit bestemmingsplan wordt ten opzichte van de huidige planologische regeling geen nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Er is slechts sprake van een functiewijziging. De bestaande woningen worden ontsloten op de bestaande Postweg. Hiervoor hoeven geen andere ontwikkelingen plaats te vinden, zoals de aanleg van nieuwe infrastructuur. Daarnaast is slechts sprake van een perceelsgebonden ontwikkeling die geen relatie heeft met andere percelen of andere functies in de omgeving, waarbij geen sprake is van een complex project, waar meerdere woningen, winkels of bedrijven worden gevestigd dan wel op stedelijke voorzieningen die een betekenis hebben voor de hele stad of een stadswijk. Er is dan ook geen sprake van een stedelijke ontwikkelingsproject.

Golfbaan

Een wijziging of uitbreiding van een golfbaan valt formeel onder categorie D9 van het besluit m.e.r. Ten behoeve van de ruimtelijke procedure is officieel dan een m.e.r.- beoordeling noodzakelijk. Gezien de aard en de geringe omvang van de ontwikkeling, het omzetten van de agrarische percelen naar een deel van de golfbaan, is er geen sprake van een categorie D 9 landinrichtingsproject.

Conclusie

Daarnaast blijkt uit de beoordeling in de hierna beschreven paragrafen dat gelet op de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten geen belangrijke negatieve milieugevolgen zullen optreden. Er is dan ook geen aanleiding voor het doorlopen van een m.e.r.-procedure.

4.2 Bedrijven en milieuzonering

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Voor het bepalen van de richtafstanden wordt onderscheidt gemaakt tussen rustige woonomgevingen en gemengde gebieden.

Toetsing

Een golfbaan is aangewezen als inrichting uit milieucategorie 1. Hierbij geldt een richtafstand van 10 meter tot aan gevoelige bestemmingen, zoals woningen. De bepalende factor voor deze afstand betreft geluidhinder. De afstand van de golfbaan tot de woningen aan het lint van de Postweg bedragen ruim 50 meter. Daarmee wordt voldaan aan de richtafstand en is nader onderzoek naar het aspect bedrijven en milieuzonering niet noodzakelijk. Tevens verdwijnt met dit bestemmingsplan de planologische mogelijkheid tot de vestiging van een agrarisch grondgebonden bedrijf uit milieucategorie 3.2.

4.3 Geluid

Toetsingskader

In het kader van geluid is de Wet geluidhinder van toepassing. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige gebouwen enerzijds en niet-geluidsgevoelige functies anderzijds. Het uitgangspunt is dat op de gevels van geluidsgevoelige functies voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Indien hier niet aan wordt voldaan, kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Wegen waarvoor de zoneplicht niet geldt, zijn woonerven en wegen waarop een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt.

Toetsing

Het clubhuis betreft geen geluidgevoelig object. De woningen aan de Postweg 185 en 211 staan binnen de geluidszone van de Postweg. Op basis van art. 76 lid 3 Wgh hoeft de geluidsbelasting van een aanwezige weg (waar geen wijzigingen optreden) op bestaande woningen niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Hieronder valt het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een (burger)woning. Geluidsgevoelige ruimten komen niet dichter op de weg dan in de huidige situatie.

4.4 Water

Vanwege het grote belang van het water in de ruimtelijke ordening, wordt van waterschappen een vroege en intensieve betrokkenheid bij het opstellen van ruimtelijke plannen verwacht. Bovendien is de watertoets een verplicht onderdeel in de bestemmingsplanprocedure geworden. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

Het plan is via de digitale watertoets voorgelegd aan het hoogheemraadschap. Met de gegevens die u heeft opgegeven is bepaald dat bepaalde aspecten van het plan een zodanige invloed hebben op de belangen van het hoogheemraadschap dat de normale procedure moet worden gevolgd. Het waterschap volgt nog met een definitief wateradvies.

Verharding en compensatie maatregelen
Voor de ontwikkeling is geen sprake van een toename van de verharding. Omdat dit geen gevolg heeft voor de waterhuishoudkundige situatie hoeven er geen compenserende maatregelen uitgevoerd te worden. Wel wordt een nieuwe waterberging van 4.700 m2 aangelegd.

Waterkwaliteit en riolering
Dit komt overeen met de ambitie van het hoogheemraadschap om 100% van het hemelwater van nieuwe oppervlakken te scheiden van het afvalwater. Voorwaarde is wel dat het hemelwater als schoon kan worden beschouwd. Bij voorkeur wordt afstromend hemelwater van verharde oppervlakken eerst voorgezuiverd door een berm, wadi of bodempassage.

Er is geen sprake van activiteiten die als gevolg kunnen hebben dat vervuild hemelwater naar het oppervlaktewater afstroomt. Het hemelwater kan dus als schoon worden beschouwd. Het is daarom niet doelmatig om het af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting (rwzi). Voor de ontwikkeling wordt een gescheiden stelsel aangelegd door de initiatiefnemer.

Het uitgangspunt is het 100% afkoppelen van schoon hemelwater van het rioleringsysteem. Bij toepassing van een gescheiden stelsel zal een inschatting worden gemaakt naar potentieel vervuilde oppervlakken (parkeerterreinen) en schone verhardingen (pleinen en daken). Voor de nieuwe bebouwing worden uitloogbare materialen zoveel mogelijk worden voorkomen. Indien materialen als koper, lood en zink worden gebruikt, is voor de afvoer van hemelwater maatwerk vereist.

Persleiding

Het plangebied bevindt zich binnen de signaleringszone van een rioolpersleiding van het hoogheemraadschap. Dit houdt in dat beperkingen kunnen gelden ten aanzien van eventuele (bouw)werkzaamheden. Het is binnen deze zone niet zonder overleg toegestaan om objecten te plaatsen of werkzaamheden uit te voeren die een risico vormen voor het functioneren van de rioolpersleiding, zoals:

  • het planten van bomen en/of diepwortelende beplanting
  • het uitvoeren van zware transporten;
  • het opstellen van materieel op het tracé van de leiding;
  • de opslag van (zwaar) materiaal;
  • het werken aan- en/of realiseren van werken boven het tracé van de leiding;
  • het graven of heien nabij de leiding.

Van bovenstaande is geen sprake. Binnen de signaleringszone van de rioolpersleiding vinden geen ontwikkelingen plaats. Indien er wel sprake is van dergelijke werkzaamheden, of wanneer er andere activiteiten worden uitgevoerd die op enige wijze schade zouden kunnen toebrengen aan de rioolpersleiding, dient u vroegtijdig contact op te nemen met het hoogheemraadschap.

Proces watertoets
Dit bestemmingsplan wordt in het kader van het vooroverleg aan het hoogheemraadschap voorgelegd voor een wateradvies. Bij de uitvoering van het plan wordt rekening gehouden met de uitgangspunten uit het wateradvies.

4.5 Bodem

Toetsingskader

Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico's zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor wonen of een andere functie.

Toetsing

De ontwikkeling heeft weliswaar betrekking op uitvoering voor milieugevoelige functie (wonen), maar de situatie is reeds bestaand. In milieuhygiënische zin verandert het gebruik niet. De ontwikkeling vormt op dit punt geen belemmeringen. Volgens het bodemloket is er geen vervuiling bekend. In het kader van dit bestemmingsplan kan het uitvoeren van een bodemonderzoek achterwege worden gelaten.

4.6 Aardkundige waarden

Toetsingskader

De provincie Noord-Holland heeft op de kaart behorende bij de structuurvisie en de verordening aardkundig waardevolle gebieden aangegeven. De provincie maakt hierin onderscheid tussen aardkundig waardevolle gebieden en aardkundige monumenten. De aardkundige monumenten worden beschermd op basis van de provinciale Milieuverordening.

Toetsing

De ontwikkeling ligt gedeeltelijk in een aardkundig waardevol gebied. Op basis van artikel 8 van de verordening dient in de toelichting van een bestemmingsplan aangegeven worden in hoeverre rekening is gehouden met aardkundige waarden. Voor de aardkundige waarden is het belangrijk dat de hoogteverschillen in het landschap behouden blijven. De locaties waar de agrarische bedrijven verdwijnen zijn in het verleden al vlakgetrokken en hier zijn geen aardkundige waarden meer aanwezig. De verplaatsing van het clubhuis wordt op een locatie gepositioneerd waar ook geen aardkundige waarde meer zichtbaar zijn. Dit ligt allemaal op enige afstand van De Roggesloot, die met deze ontwikkelingen niet wordt aangetast.

Dit aspect staat de ontwikkeling dan ook niet in de weg.

4.7 Cultuurhistorie

Toetsingskader

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van ruimtelijke plannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

Toetsing

Binnen het plangebied is geen sprake van specifieke cultuurhistorische waarden. De nieuwe inrichting van het plangebied voegt zich in de bestaande structuren en kenmerken van de omgeving. Ten aanzien van het aspect cultuurhistorie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.8 Archeologie

Toetsingskader

Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2021 in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is. De kern van deze wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen en projecten rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.

De gemeente Texel heeft een archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Op deze kaart worden gebieden aangewezen waar zich mogelijk archeologische resten bevinden. Deze archeologische waarden zijn in het geldende bestemmingsplan beschermd door de dubbelbestemming 'waarde-archeologie'. Onderscheid is gemaakt tussen archeologische waarde, gematigde archeologische verwachting en hoge archeologische verwachting. Deze gronden zijn primair bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of te verwachten archeologische waarden.

Toetsing

De gemeenteraad heeft op 12 juni 2013 de geactualiseerde archeologische beleidskaart vastgesteld. Deze locatie is een “terrein van lage archeologische verwachting” (Categorie 5). De trefkans op archeologische resten is in dit gebied relatief laag. Er is daarom geen archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Wanneer er archeologische vondsten worden gedaan is een uitgebreid archeologisch onderzoek altijd noodzakelijk en zullen passende maatregelen worden genomen.

4.9 Ecologie

Toetsingskader

Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de gebiedsbescherming en soortenbescherming. Beide aspecten zijn geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt.

Daarnaast is in elke provinciale verordening een uitwerking van de Wnb opgenomen. In de provincie Noord - Holland wordt vrijstelling verleend voor het weiden van vee en voor het op of in de bodem brengen van meststoffen. In het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden worden vrijstellingen verleend ten aanzien van de soorten genoemd in bijlage I bij deze verordening. Per soort worden de handelingen, middelen en methoden genoemd die mogen worden toegepast, slechts voor zover er geen andere bevredigende oplossing bestaat.

Gebiedsbescherming

De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden. De Natura 2000-gebieden zijn door de Minister van Economische Zaken aangewezen gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden. Daarnaast bestaat het Natuur Netwerk Nederland (NNN) uit gebieden die worden aangewezen in de provinciale verordening. Binnen de NNN-gebieden mogen in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden

Natura-2000

De golfbaan grenst aan het Natura 2000-gebied 'Duinen en Lage Land Texel' (1.150 meter) en tevens op korte afstand van het Natura 2000-gebied 'Waddenzee' (1.800 meter).

Gezien de aard van de ontwikkeling is areaalverlies, versnippering of verandering van de waterhuishouding van de Natura 2000 niet aan de orde.

Daarnaast leidt het verplaatsen van het clubhuis en de uitbreiding van de golfbaan niet tot een toename van stikstofdepositie op de Natura 2000. Er is namelijk slechts sprake van een verplaatsing en uitbreiding van de golfbaan. Per saldo is op eiland - niveau geen sprake van een toename van de verkeersgeneratie. Met de ontwikkeling wordt enkel een kwaliteitsimpuls van de golfbaan beoogt. Zekerheidshalve is voor de ontwikkeling een stikstofberekening uitgevoerd. Deze is als bijlage 2 toegevoegd. Uit de (verschil)berekening blijkt dat het netto-effect voor de stikstofdepositie 0,00 mol/ha/jaar is, waarbij het opheffen van de agrarische functie van het gebied een gunstige invloed heeft. Negatieve effecten in de vorm van vermesting en verzuring zijn derhalve niet aan de orde. Voor dit project bestaan er dus geen belemmeringen in het kader van de Wnb.

Weidevogelleefgebied

Wel is het plangebied gelegen in een weidevogelleefgebied. Ter plaatse is in de huidige situatie al een golfbaan en de daarbijbehorende bebouwing aanwezig waardoor reeds verstoring van de weidevogels plaatsvindt. Het betreft dan ook een ingreep die netto geen verstoring van het weidevogelleefgebied oplevert. Er zijn in het seizoen weidevogels en broedparen op de golfbaan. Deze nesten worden gemarkeerd ter bescherming.

NNN-gebied

Ook grenst de locatie aan de noordkant aan het NNN. Dit gebied heeft geen externe werking. De aanduiding NNN wordt beschermd via het ruimtelijke spoor en is opgenomen in de Provinciale Structuurvisie. Gezien de kleinschallige ontwikkeling in relatie tot de bestaande planologische mogelijkheden worden negatieve effecten op deze gebieden niet verwacht.

Soortenbescherming

In de Wnb wordt onderscheid gemaakt tussen soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en daarnaast de overige soorten. De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.

Vanwege de ontwikkelingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt zijn een drietal ecologische onderzoeken uitgevoerd. De onderzoeken zijn als bijlage 3 en 4 opgenomen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat geen sprake is van beschermde soorten in het plangebied, waar rekening mee gehouden dient te worden tijdens de uitvoering van de plannen. Wel dient rekening te worden gehouden met broedende vogels. Uitgangspunt is daarom om de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaats te laten vinden. Daarmee is voldoende rekening gehouden met broedende vogels en vormt het aspect ecologie geen belemmering voor dit plan.

4.10 Externe veiligheid

Toetsingskader

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). In voornoemde Besluiten is een verantwoordingsplicht bij een toename van het groepsrisico opgenomen.

Het aspect externe veiligheid wordt beoordeeld met het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Het GR is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting. Voor het GR is een oriënterende waarde bepaald. Dit betreft geen harde norm, maar vormt een onderdeel bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid van het risico. In algemene zin geldt dat wanneer het GR onder de oriënterende waarde blijft, er sprake is van een acceptabel risiconiveau.

Toetsing

Om te onderzoeken of in de omgeving van het plangebied sprake is van risicovolle inrichtingen, buisleidingen en transportroutes, is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit is naar voren gekomen dat alle drie niet voorkomen in en in nabijheid van het plangebied. Er zijn daarom geen belemmeringen vanuit externe veiligheid voor dit plan.

4.11 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, aan te pakken.

Overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn veelal het gevolg van het aantal verkeersbewegingen in een gebied. Op grond van de algemene maatregel van bestuur 'niet in betekenende mate' (NIBM) vormen luchtkwaliteitseisen geen belemmeringen voor projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen vrijgesteld van toetsing.

Toetsing

Volgens de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (2015) geldt in de directe omgeving van het plangebied een gemiddelde fijn stof concentratie (PM10) van 14 µg/m3 en een gemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) van 10 µg/m3. De norm voor beide stoffen ligt op 40 µg/m3 (jaargemiddelde concentratie vanaf 2015). De huidige luchtkwaliteit ter plaatse is dus goed.

Omdat in het plangebied slechts sprake is van de verplaatsing van het clubhuis, een summiere uitbreiding van de golfbaan, waarbij het aantal holes het zelfde blijft, de herinrichting van de driving range, de functiewijzigingen van de woningen aan de Postweg 185 en 211 én daarnaast de huidige agrarische bedrijven en boerencamping verdwijnen, is geen sprake van een significante toename van verkeersbewegingen.

Het plan draagt niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Aanvullend onderzoek naar het aspect luchtkwaliteit is niet noodzakelijk.

4.12 Kabels en leidingen

Toetsingskader

Bij de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van elektriciteit- en communicatiekabels en nutsleidingen in de grond. Hier gelden beperkingen voor ingrepen in de bodem. Daarnaast zijn zones, bijvoorbeeld rondom hoogspanningsverbindingen, straalpaden en radarsystemen van belang. Deze vragen vaak om het beperken van gevoelige functies of van de hoogte van bouwwerken. Voor ruimtelijke plannen zijn alleen de hoofdleidingen van belang. De kleinere, lokale leidingen worden bij de uitvoering door middel van een Klic-melding in kaart gebracht.

Toetsing

Door het agrarisch perceel ten noorden van de Postweg 211 loopt een rioolleiding. In het bestemmingsplan is de leiding beschermd met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen, overkappingen en overige bouwwerken worden gebouwd. Met de ontwikkeling die dit bestemmingsplan voorstelt, worden geen ingrepen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' mogelijk gemaakt. Ook in dit bestemmingsplan blijft de dubbelbestemming van toepassing.

Verder lopen er in en rondom het plangebied geen kabels, leidingen of zoneringen die planologische beperkingen vormen voor de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied.

Hoofdstuk 5 Juridische opzet

5.1 Algemeen

Het uitwerkingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om plannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden.

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

5.2 Toelichting op de bestemming

In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. Voor de bestemmingen is aangesloten bij het gemeentelijke handboek voor standaard bestemmingen. De in dit bestemmingsplan voorkomende bestemming wordt hieronder toegelicht.

Wonen

De toekomstige reguliere woning aan de Postweg 211 krijgt de bestemming Wonen.

Sport - Golfbaan

De bestaande golfbaan blijft de bestemming Sport - Golfbaan behouden. Enkel het bouwvlak van het bestaande clubhuis wordt verwijderd. Deze wordt ter hoogte van het nieuwe clubhuis terug gepositioneerd. Daarnaast krijgen de gronden ter hoogte van de uitbreiding van de golfbaan de bestemming Sport - Golfbaan.

Tevens is binnen de bestemming duurzame energiewinning toegestaan. Tot slot gaat het perceel Postweg 185 deel uit maken van de golfbaan. De bestaande woning wordt hierbij in gebruik genomen als bedrijfswoning bij de golfbaan en eveneens als tijdelijke buitenopslag ten behoeve van de golfbaan.

Leiding - Riool

De bestaande rioolleiding die door het plangebied loopt, wordt ook in onderhavig bestemmingsplan beschermd met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Op de gronden mogen geen gebouwen, overkappingen en overige bouwwerken worden gebouwd.

Waterstaat - Waterkering

Het eiland Texel ligt rondom in de zee. Daarom is de waterkerende functie erg belangrijk voor de veiligheid van de inwoners. De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), met voorrang bestemd voor waterstaatkundige doeleinden in de vorm van dijken en kaden en oevers en taluds.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een project. Wat dat betreft wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

Inspraak en overleg

Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg toegezonden aan Provincie Noord-Holland, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Vanwege de kleinschaligheid van het plan wordt het voorontwerp niet voor inspraak ter inzage gelegd.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. In deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze kenbaar te maken (artikel 3.8 Wro). Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Vaststelling

Het bestemmingsplan is vervolgens op 14 april vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

De initiatiefnemer heeft aangetoond over voldoende financiële middelen te beschikken voor de uitvoering van de plannen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt.

Grondexploitatie

Doel van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van overeenkomsten. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden, woningbouwcategorieën en fasering. Bij de privaatrechtelijke weg worden dergelijke afspraken in een (anterieure) overeenkomst vastgelegd.

Bij dit bestemmingsplan is de vaststelling van een exploitatieplan niet nodig. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer wordt een overeenkomst gesloten, waarin de gemaakte kosten zijn geregeld. In de overeenkomst is ook vastgelegd dat eventuele planschade voor rekening is van de initiatiefnemer. Aangezien de gemeentelijke kosten hiermee gedekt zijn, is het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk.