Plan: | Burchtweg 9 te Sint Maarten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0441.BPLGHBurchtweg9-VA01 |
Structuurvisie Noord-Holland 2040
Op 21 juni 2010 heeft Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland de "Structuurvisie Noord-Holland 2040" vastgesteld. Hierin is de visie van de provincie beschreven ten aanzien van een verscheidenheid van onderwerpen voor de komende 30 jaar.
Het plangebied bevindt zich in het gebied wat in de Structuurvisie is aangewezen als een gebied voor "Grootschalige Landbouw" zoals in onderstaande uitsnede van de detailkaart 'Landbouw' van de Structuurvisie is weergegeven. Dit houdt in:
"In de zone voor grootschalige landbouw is ruimte voor schaalvergroting, structuurverbetering en(mondiaal) concurrerende productielandbouw, de bijbehorende be- en verwerking, handel en distributie en het uitplaatsen van groeiende bedrijven uit stedelijk of kwetsbaar gebied. Voor bol-lenteelt en glastuinbouw wijst de provincie Noord-Holland clustergebieden aan. Deze gebieden zorgen voor ruimtelijke clustering van bepaalde landbouwsectoren, wat leidt tot economische en landschappelijke voordelen. De toeleverende en uitbestedende bedrijven kunnen zich in de nabijheid vestigen. Dit levert voordelen op voor milieu en logistiek. De reizende bollenkraam en andere grondgebonden teelten behouden de ruimte om een gezonde en duurzame manier van vruchtwisseling in stand te houden en zijn hierdoor een belangrijke drager van de melkveehouderij. De trend naar schaalvergroting en specialisatie zal zich voortzetten vanuit een economisch perspectief. Deze trend brengt ook de behoefte aan grotere bouwpercelen met zich mee. In dit gebied zijn agrarische bouwpercelen van 2 hectare mogelijk. Grotere bouwpercelen zijn in dit gebied alleen mogelijk met een ontheffing van Gedeputeerde Staten. |
Figuur 7. Uitsnede planlocatie visiekaart Structuurvisie (bron: http://gis.noord-holland.nl/structuurvisie2040/)
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
In de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie (PRVS) zijn de beleidsuitgangspunten uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040 juridisch vastgelegd. In de PRVS is onder andere een regeling opgenomen voor woningbouw in het landelijk gebied. Dit is in principe niet toegestaan. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen op het verbod op het bouwen van woningen in het landelijk gebied. Tevens zijn nieuwe woningen toegestaan indien er sprake is van functiewijziging of bij toepassing van de Ruimte voor Ruimte-regeling. In dit bestemmingsplan is dit laatste het geval.
Aan het toepassen van de Ruimte voor Ruimte-regeling zijn een aantal voorwaarden verbonden. Ten eerste moet er een afname van netto bebouwd oppervlak plaatsvinden. Ten tweede moet zeker gesteld worden dat de sloop daadwerkelijk plaatsvindt. Tot slot mogen er niet meer compensatiewoningen mogelijk gemaakt worden, dan strikt noodzakelijk is om de sanering van gebouwen mogelijk te maken (artikel 16 van de PRVS).
Initiatiefnemer heeft een exploitatiebegroting laten opstellen waaruit blijkt dat de bouw van één woning noodzakelijk is om de sanering van de bebouwing te bekostigen. Deze berekening is, vooruitlopend op de bestemmingsplanprocedure, overlegd aan de provincie Noord-Holland. De provincie is akkoord gegaan met deze exploitatieberekening. Aan de gestelde eisen om in aanmerking te komen voor een extra woning is derhalve voldaan .
Ruimte voor Ruimte-regeling
Op 25 september 2007 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de 'Beleidsregel ruimte voor ruimte in Noord-Holland' vastgesteld. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is de Ruimte voor Ruimte-regeling opgenomen. Op 31 mei 2011 heeft Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de 'Uitvoeringsregeling Ruimte voor Ruimte' vastgesteld. Deze beleidsregel is gericht op een aantoonbare en duurzame verbetering van de kwaliteit van het landelijke gebied. Deze verbetering wordt bewerkstelligd door landschappelijk storende en/of niet passende bebouwing en functies te saneren en een bestemmingswijziging van de betreffende gronden. Verval van (agrarische) bebouwing veroorzaakt verrommeling in het landelijk gebied die ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit. Het gaat hierbij vaak om bebouwing van voormalige agrarische bedrijven, kassencomplexen, leegstaande stallen of schuren.
In de beleidsregel is bepaald dat realisering van aanvullende woningen in het landelijk gebied mogelijk is als compensatie voor het saneren van storende en/of niet passende bebouwing of functies, passend in de omgeving. Ook is de - onder voorwaarden - hervestiging van (agrarische) bedrijven als compensatie mogelijk. Verder is bepaald dat de locaties voor compensatie door middel van woningen eerst in het landelijke gebied, aansluitend aan bestaand stedelijk gebied moeten worden gezocht . De saneringslocatie is dus niet de eerst aangewezen locatie voor de bouw van woningen als compensatie. Uit het Beeldkwaliteitsplan moet blijken hoe compensatie leidt tot een verbetering van de (beeld)kwaliteit.
Voor het realiseren van woningen als compensatie van de sanering, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
Artikel 13 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie stelt dat bestemmingsplannen niet voorzien in de ontwikkeling van nieuwe woningbouw in het landelijk gebied. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor echter ontheffing verlenen. In afwijking van dit algemene uitgangspunt is wat betreft de Ruimte voor Ruimte-regeling sprake van de mogelijkheid tot compenserende woningbouw in het landelijk gebied zonder de noodzaak tot verlening van ontheffing door Gedeputeerde Staten.