direct naar inhoud van Artikel 8: Bedrijventerrein - Zaadveredelingsbedrijf
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0441.BPBED2010-VA02

Artikel 8: Bedrijventerrein - Zaadveredelingsbedrijf

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - Zaadveredelingsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. het bedrijfsmatig veredelen en kweken van zaden, alsmede het onderzoek daarnaar, de opslag en verwerking daarvan en de handel daarin;
  • b. kassen, ter plaatse van de aanduiding 'kas';
  • c. een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
      • a. een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
      • b. mantelzorg;

ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met daaraan ondergeschikt:

  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. wegen, straten en paden;
  • g. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 8.1 sub a. genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de afstand van een gebouw of overkapping tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 6,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
  • e. de dakhelling van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 55° bedragen.
8.2.2. Kassen

Voor het bouwen van kassen gelden de volgende regels:

  • a. kassen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'kas';
  • b. de goothoogte van een kas zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

8.2.3. Bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie gelden de volgende regels:

  • a. een bijgebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van een vrijstaand bijgebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie en de bedrijfswoning zal ten hoogste 30,00 m bedragen;
  • c. de goothoogte van een bijgebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bijgebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal ten hoogste 5,50 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • g. de oppervlakte van een vrijstaand bijgebouw ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie zal ten hoogste 60 m² bedragen.
8.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
8.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel.
8.4. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding "bedrijfswoning" wordt aangebracht ten behoeve van de vestiging van ten hoogste 1 bedrijfswoning per bedrijf, mits;
    • 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
    • 2. een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en kwaliteiten van de omgeving;
    • 3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
    • 4. de kavelbreedte aan de zijde van de weg ten minste 20,00 m bedraagt;
    • 5. er sprake is van goede ontsluiting;
    • 6. de omliggende bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsuitoefening;
    • 7. de inhoud van het bedrijfsgebouw ten minste 1,5 keer de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt;
    • 8. de bedrijfswoning gelijktijdig met of na de bouw het bedrijfsgebouw wordt gebouwd;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.