direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Overwhere-Zuid 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPOWZ2012-va01

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken;
  • b. wijkcentra;
  • c. religieuze en levensbeschouwelijke en daarmee vergelijkbare doeleinden;
  • d. gezondheidszorg al dan niet met daarbij behorende woonfunctie;
  • e. jeugd- en kinderopvang;
  • f. onderwijs;
  • g. uitvaartcentra;
  • h. openbare dienstverlening;
  • i. verenigingsleven;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' voor een begraafplaats;
  • k. overige maatschappelijke voorzieningen;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen en water.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. ten aanzien van de goothoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte" opgenomen maximale hoogten;
  • d. ten aanzien van de bouwhoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" opgenomen maximale hoogten;
  • e. indien geen bouwhoogte is aangegeven, mag de bouwhoogte van het hoofdgebouw ten hoogste de oorspronkelijke bouw- of nokhoogte bedragen;
  • f. ten aanzien van het bebouwingspercentage gelden de ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" opgenomen maximale percentages;
  • g. ten aanzien van het bebouwingspercentage geldt het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' opgenomen maximum percentage;
  • h. indien geen bebouwingspercentage is opgenomen op de verbeelding bedraagt het maximale bebouwingspercentage binnen het bouwvlak 100%;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' gelden aanvullend de volgende bepalingen:
    • 1. de begane grondlaag heeft de bestemming 'Groen' en 'Verkeer-1' en blijft vrij van bebouwing, waarbij de vrije hoogte van de onderdoorgang minimaal 4,8 meter ten opzichte van het peil dient te bedragen;
    • 2. de onderdoorgang mag worden ondersteund met kolommen en pilaren, onder de voorwaarde dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt;
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de regels zoals opgenomen in artikel 24.1.

8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Schoolgebouwen/jeugd- en kinderopvang

Met een omgevingsvergunning kan, in het geval van schoolgebouwen en gebouwen voor jeugd- en kinderopvang, worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.1, lid d en lid f ten behoeve van verhoging van de maximaal toegestane bouwhoogte tot een bouwhoogte van ten hoogste 8 meter over maximaal 50% van het oppervlak van de bestaande bebouwing.

8.3.2 Bouwen buiten het bouwvlak

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.1, lid b ten behoeve van het bouwen van nieuwe bouwwerken buiten het bouwvlak, mits de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 100 m2 en de bouwhoogte niet hoger is dan 5 meter.

8.3.3 Toepassingsregels voor afwijken van de bouwregels

De in 8.3.1 en 8.3.2 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid.