Plan: | Medisch centrum met appartementen De Graeffweg 2019 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPMCGRAEFFWEG2019-va01 |
het bestemmingsplan 'Medisch centrum met appartementen De Graeffweg 2019' met identificatienummer NL.IMRO.0439.BPMCGRAEFFWEG2019-va01 van de gemeente Purmerend;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroep of bedrijf, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en dat naar aard, omvang en ruimtelijke uitstraling past in de woonomgeving;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorgevel en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied gelegen aan de voorkant van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelgrens;
een bouwkundige constructie van enige omvang, welke direct en duurzaam met de grond is verbonden, niet zijnde een hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
een onderneming gericht op het produceren, vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een bijbehorend bouwwerk zoals bedoeld in (Bijlage II van) het Besluit omgevingsrecht;
een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
erf zoals bedoeld in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw zoals bedoeld in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht;
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt, mede gezien de situering van het huisnummer, brievenbus, voordeur en uitrit;
(een gedeelte van) een gebouw geschikt en bestemd voor de huisvesting van personen, anders dan voor recreatieve doeleinden.
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken kan uitsluitend worden verleend indien ten aanzien van het aspect parkeren is voldaan aan het bepaalde in paragraaf 2.2.3 van de toelichting van dit plan en deze parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden dan wel dat uitvoering van het aspect parkeren zoals opgenomen in paragraaf 2.2.3 van de toelichting van dit plan krachtens voorschrift aan de omgevingsvergunning voldoende is verzekerd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder c en kan een maximum bouwhoogte van 12 m worden toegestaan met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voor het bouwen geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van het openbaar gebied en/of het realiseren van verkeersinfrastructuur.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken kan uitsluitend worden verleend indien ten aanzien van het aspect parkeren is voldaan aan het bepaalde in paragraaf 2.2.3 van de toelichting van dit plan en deze parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en in stand worden gehouden dan wel dat uitvoering van het aspect parkeren zoals opgenomen in paragraaf 2.2.3 van de toelichting van dit plan krachtens voorschrift aan de omgevingsvergunning voldoende is verzekerd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Tenzij reeds in hoofdstuk 2 bepaald is, bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid ten behoeve van het bouwen van objecten van beeldende kunst met een bouwhoogte van 15 meter.
Met betrekkking tot antenne-installaties gelden de volgende regels:
De in dit plan vervatte regels voor bebouwing zijn van overeenkomstige toepassing op bouwen beneden het peil, met dien verstande dat tot ten hoogste één bouwlaag diepte mag worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden - afwijken van de planregels voor:
Er wordt niet afgeweken, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan Medisch centrum met appartementen De Graeffweg 2019.