direct naar inhoud van Artikel 22 Verkeer - 1
Plan: De Gors e.o. 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPGORS2010-va01

Artikel 22 Verkeer - 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, exclusief opstelstroken en busstroken;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang": een onderdoorgang voor verkeersdoeleinden en op het daaronder gelegen niveau tevens voor verblijfsgebied, groenvoorzieningen en water in aansluiting op de bestemmingen op de aangrenzende gronden, waarbij het bepaalde in respectievelijk artikel 15, 23 en 24 van overeenkomstige toepassing is;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "railverkeer": spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen, alsmede een station met de daarbij behorende en daaraan ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horeca, voor zover voorkomend in categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "ovs": openbaar vervoerstation;
  • f. overige openbaar vervoervoorzieningen;
  • g. objecten van beeldende kunst;
  • h. ondergrondse containers;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, abri's, groen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, bruggen en water.
  • j. bij deze bestemming behorende erven, terreinen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • c. ten aanzien van de goot- en bouwhoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" opgenomen maximale hoogten.
  • d. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 meter.
22.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van spoorwegvoorzieningen en daarmee samenhangende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste 10 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding "railverkeer" ten hoogste 3 m bedragen;
  • b. voor de maximaal toegestane bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt verwezen naar artikel 32.3.