Plan: | Bedrijventerreinen 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPBT2013-va02 |
In de Structuurvisie Purmerend 2005-2020, vastgesteld op 2 maart 2006, heeft de gemeenteraad van Purmerend een toetsingskader neergelegd voor gewenste en bestaande ontwikkelingen binnen de gemeente. In de structuurvisie worden vier ambities verwoord die leidend dienen te zijn bij de ontwikkeling van de stad Purmerend tot 2020.
Het opstellen van een actuele planologische regeling voor de bedrijventerreinen is in lijn met deze ambities. Ten tijde van het tot stand komen van het onderhavige bestemmingsplan is gestart met een evaluatie/actualisatie van de Structuurvisie.
De gemeentelijke Nota Detailhandel 2007-2011 geeft voor de bedrijventerreinen (in de nota wordt de term 'industriegebieden' gehanteerd) aan dat er terughoudendheid betracht wordt voor wat betreft verdere uitbreiding met perifere detailhandel (PDV)-branches, ter beperking van versnippering van het detailhandelsaanbod in Purmerend.
Vóór vaststelling van deze nota fungeerden de bedrijventerreinen als opvang voor moeilijk inpasbare detailhandel in bestaande winkelconcentraties, waarbij steeds werd uitgegaan van PDV en de toelaatbaarheid via vrijstellingenbeleid. In de nota, vastgesteld door de gemeenteraad van Purmerend op 31 mei 2007, werd er nog vanuit gegaan dat in de nabije toekomst op de Kop van West PDV gevestigd zou worden. Daarom zou er gestreefd worden naar een zo groot mogelijke beperking van detailhandel buiten de aangegeven winkelgebieden, maar zou het vrijstellingenbeleid voortgezet worden. Inmiddels is gebleken dat vanwege de recente economische ontwikkelingen, PDV en grootschalige detailhandel (GDV) op de Kop van West geen haalbare kaart is. Het beleid met betrekking tot de vestiging van deze branches wordt daarom herzien.
Op het moment van het in ontwerp brengen van dit bestemmingsplan is een nieuwe beleid voor de perifere detailhandel in voorbereiding.
Het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen is op 29 maart 2012 vastgesteld en vastgelegd in verschillende documenten: de Woonvisie Purmerend 2012-2016, de Structuurvisie 2005-2020 (Woonprogramma), het woonwagenbeleid en de beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijven. Gezien de zeer geringe hoeveelheid woningen in het plangebied wordt hier geen uitgebreide uiteenzetting van dit beleid gegeven.
De voorwaarden die aan de aan-huis-verbonden beroepen zijn verbonden, zijn integraal overgenomen in de regels bij de bestemming Wonen.
De Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015 is op 17 januari 2012 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. De gemeente Purmerend wil een veilige, schone en gezonde woon- en leefomgeving voor haar burgers en bedrijven. Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaarheid te vergroten en te waarborgen middels de inzet van handhaving.
Deze nota beschrijft de visie, de uitgangspunten, de prioriteiten en de strategie van de gemeente Purmerend ten aanzien van de handhaving van de fysieke leefomgeving. Op basis van een omgevingsanalyse zijn handhavingsprioriteiten gesteld. Handhaving wordt zowel risicogericht als probleemgericht benaderd. Dit betekent dat naast het stellen van prioriteiten op basis van een inschatting van risico's, er ook gekeken wordt naar wat burgers en bedrijven belangrijk vinden.
In eerste aanleg zijn burgers, bedrijven en instellingen zelf verantwoordelijk voor het naleven van wet- en regelgeving en worden dan ook gestimuleerd om gezamenlijk problemen op te lossen. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, dan kan de gemeente Purmerend de nalevingstrategie inzetten om het naleefgedrag onder burgers en bedrijven te bevorderen en zo nodig af te dwingen. Verder wordt de handhaving zoveel mogelijk integraal en wijkgericht uitgevoerd, waarbij toezichtlasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk afnemen. Voortvloeiend uit de nota stelt de gemeente jaarlijks een Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving vast. Hiermee wordt uitwerking gegeven aan deze nota.
Voor het plangebied gelden tot op het moment van inwerkingtreding van het onderhavige bestemmingsplan de volgende vier bestemmingsplannen en één uitwerkingsplan:
Naam plan | Vastgesteld op | Goedgekeurd door provincie Noord-Holland op | Goedgekeurd door de Kroon op | Betreft gebied: |
Purmer II 1980 | 26 november 1981 | 7 december 1982 | 12 februari 1986 | Baanstee-West |
Purmer VI 1995 | 28 november 1996 | 23 januari 1997 | - | Baanstee-Oost |
De Koog 1997 | 27 mei 1999 | 26 augustus 1999 | - | De Koog |
S-10 1981 (gem. Zeevang) | 15 december 1981 | 18 januari 1983 (gedeeltelijk) | - | Groengebied ten noorden van De Koog |
Stadsverwarming Purmer-Noord 1990 (Uitwerkingsplan, moederplan is Purmer II 1980) | 20 februari 1990 | 27 maart 1990 | - | Baanstee-West, terrein Stadsverwarming, Hertzstraat |
Voor de strook panden aan de Cantekoogweg 9 t/m 25 op De Koog is een zelfstandige projectprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevoerd. Deze ruimtelijke onderbouwing voor deze vrijstelling is neergelegd in het ontwerp-bestemmingsplan 'De Koog plus 2001'. Op 6 februari 2003 is de vrijstelling hiervoor verleend.