Bedrijventerreinen 2013: Artikel 8 Verkeer

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wegen;
b. voet- en fietspaden;
c. openbaar vervoervoorzieningen;
d. reclame-uitingen;
e. objecten van beeldende kunst;
f. antennes;
g. ter plaatse van de aanduiding "railverkeer": spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen;
h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - overkapping": een overkapping, behorende bij het gebouw op gronden met de naastgelegen bestemming inclusief functieaanduiding;
i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, abri's, groen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, bruggen en water.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
b. de hoogte van spoorwegvoorzieningen en daarmee samenhangende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste 10 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding "railverkeer" ten hoogste 3 m bedragen.
c. voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 16.4 van deze regels;

Bedrijventerreinen 2013