direct naar inhoud van Artikel 7 Tuin - 2
Plan: Bedrijventerreinen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPBT2013-va02

Artikel 7 Tuin - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erven bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': een kantoor/opslagruimte.
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals naast of achter de woning gelegen stegen, voet- en fietspaden, water en nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. het gezamenlijke grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van de gronden, met een maximum van 75 m2;
  • b. de diepte van een aanbouw aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw of in de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan ten hoogste 3 m bedragen.Indien ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan over een gedeelte van de achtergevel al een vergunde aanbouw aanwezig is met een diepte van meer dan 3 meter, mag de nieuwe aanbouw over het resterende deel van de achtergevel net zo diep zijn als de bestaande vergunde aanbouw;
  • c. de breedte van een aanbouw naast het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw of in de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan, ten hoogste 3 m bedragen. Indien ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan over een gedeelte van de zijgevel al een vergunde aanbouw aanwezig is met een breedte van meer dan 3 meter, mag de nieuwe aanbouw over het resterende deel van de zijgevel net zo breed zijn als de bestaande vergunde aanbouw;
  • d. de bouwhoogte van aanbouwen mag ten hoogste de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4,5 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 m en de bouwhoogte van bijgebouwen ten hoogste 4,5 m bedragen;
  • f. de goothoogte van het ter plaatse van de aanduiding "kantoor" toegestane kantoor mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • g. dakterrassen zijn toegestaan. Een hek op een dakterras mag ten hoogste 1 m hoog zijn, gemeten van de bovenkant van de aanbouw tot het hoogste punt van het hek;
7.3 Specifieke gebruiksregel
7.3.1 Algemeen

Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van een bijgebouw als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

7.3.2 Mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het onder artikel 7.3.1 bepaalde ten behoeve van het plaatsen van een portocabin of een daaraan gelijk te stellen unit in het achtererfgebied ten behoeve van mantelzorg. Dit kan onder de volgende voorwaarden:

  • a. degene die mantelzorg ontvangt beschikt over een van toepassing zijnde Wmo-indicatie of daaraan gelijk te stellen medische indicatie, op grond waarvan een zelfstandige huishouding niet mogelijk blijkt;
  • b. de afwijking kan slechts eenmaal worden verleend, met dien verstande dat:
    • 1. de afwijking plaatsvindt in de vorm van een verwijderbare - voor mantelzorg geschikte - portocabin welke als afhankelijke woonruimte valt aan te merken;
    • 2. het in artikel 7.2 onder a gestelde maximum oppervlak voor bijbehorende bouwwerken mag voor onderhavig doel met maximaal 30 m² worden vermeerderd, het gestelde bebouwingspercentage, alsmede het in lid 1 onder b en c gestelde, daarbij buiten beschouwing latend.
  • c. burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:
    • 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
    • 3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
    • 4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
    • 5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • d. een afwijking als in dit lid bedoeld kan per woning slechts eenmaal worden verleend;
  • e. bij beëindiging van de onder sub a gestelde situatie trekken burgemeester en wethouders de vergunning in, overeenkomstig het in artikel 5.19 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht bepaalde. De alsdan ontstane strijdigheid dient binnen drie maanden te zijn beëindigd.
7.3.3 Vuurwerk

Ter plaatse van de aanduiding "kantoor" is de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet toegestaan.