Plan: | Hoger Einde-Zuid 22 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0437.PB00011-0003 |
De Flora- en faunawet is sinds 2002 van kracht en beschermt verschillende planten- en diersoorten. Sinds 2005 maakt de wet onderscheid in drie verschillende beschermingscategorieën:
Wanneer beschermde soorten voorkomen is het verplicht om hiermee rekening te houden. Komen strenger beschermde soorten voor dan moet een ontheffing worden aangevraagd of kan gewerkt worden volgens een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode.
Voor algemene soorten hoeft men bij de uitvoering van beheer en ruimtelijke ingrepen geen ontheffing aan te vragen mits men zorgvuldig met de aanwezige soorten omgaat. Dit zorgvuldig werken is een verplichting die volgt uit artikel 2 van de Flora- en faunawet: de zorgplicht. De zorgplicht verplicht een initiatiefnemer om alles te doen dat redelijkerwijs van diegene verlangt kan worden om schade aan in het wild levende planten en dieren te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
Ten behoeve van de ontwikkeling van de appartementenvilla is in april 2011 een flora en fauna onderzoek verricht door IDDS Groep (zie bijlage 6). Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek en een biotooptoets die ter plaatse van het projectgebied is uitgevoerd.
Door de omliggende beplanting, zoals bomen en struiken, is de omgeving van het projectgebied een geschikt foerageergebied en migratiezone voor vleermuizen. Door openingen in muren en het dak van het kerkgebouw is het gebouw zelf een geschikte verblijfplaats voor vleermuizen. Vleermuizen zijn streng beschermd en daarom is aanvullend onderzoek nodig. Dit onderzoek kan het best 's nachts plaatsvinden met behulp van een bat-detector. Afhankelijk van de resultaten van dat onderzoek kan een ontheffing nodig zijn van de Flora en faunawet. Een ontheffing kan pas worden aangevraagd als bekend is om welke soort het gaat.
Tevens is het projectgebied een geschikte locatie voor de huismus en andere vogels. Nesten van de huismus zijn jaarrond beschermd, nesten van overige soorten zijn alleen tijdens het gebruik ervan beschermd. In het geval er gewerkt wordt in de periode eind maart tot augustus dient het plangebied en de omliggende beplanting te worden gecontroleerd op in gebruik zijnde nesten. Om te voorkomen dat broedgelegenheid van de huismus verdwijnt, is het nodig alternatieven te bieden in de vorm van mussendakpannen en/ of vogelvides. Dit dient in overleg met een ecoloog te gebeuren.
Daarnaast is het kerkgebouw waarschijnlijk een overwinteringslocatie voor vlindersoort de kleine vos. Hierdoor wordt aangeraden de werkzaamheden buiten de periode oktober tot maart te verrichten.
Alvorens aan de sloop te beginnen zullen deze aanvullende onderzoeken afgerond moeten zijn en zullen de aanbevelingen moeten zijn overgenomen.