Plan: | Westeinde 9 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0431.BW256073-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan Westeinde 9 met identificatienummer NL.IMRO.0431.BW256073-0401 van de gemeente Oostzaan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0431.BP2010001001-0401 met bijbehorende regels en bijlagen zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Oostzaan op 13 september 2010;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een detailhandelslocatie waar de consument, voorafgaand aan het bezoek, via internet bestelde goederen, kan betalen, afhalen of retourneren, en waar uitsluitend logistiek en opslag van deze eerder bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige detailhandelsactiviteiten;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een gebouw, niet zijnde een woning, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
alternatieve brandstoffen, zoals LBG (Liquefied Bio Gas), CNG (Compressed Natural Gas), CBG (Compressed Bio Gas) en LNG (Liquefied Natural Gas), alsmede waterstof of andere op het moment van vaststelling van dit wijzigingsplan nog onbekende motorbrandstoffen, die minder belastend zijn voor het milieu dan traditionele motorbrandstoffen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
grootschalige detailhandelsvestiging, die vanwege zijn omvang niet in een woon- of centrumgebied thuishoort en waaronder in ieder geval wordt begrepen:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse verstrekt en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie;
de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische- en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie.
een onderzoek naar externe veiligheidsrisico's waarbij zowel de kansen als de risico's van incidenten met het gebruik, vervoer en opslag van gevaarlijke stoffende inzichtelijk wordt gemaakt;
een locatie waar overslag van vracht plaatsvindt van grote volumineuze transportvormen naar kleinere transportvormen, inclusief parkeer- en manoeuvreerruimte;
het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de oppervlakte van voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
activiteiten die grotendeels betrekking hebben op het verplaatsen van personen en goederen en die veelal plaatsvinden op doorgaande wegen, vaarwegen en spoorwegen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen;
het oppervlaktewater (zoals sloten en de daarbij behorende oevers);
het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater in kwantitatief en kwalitatief oogpunt zo goed mogelijk te beheren;
gebouwde en ongebouwde voorzieningen voor de waterhuishouding.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 3.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
minimale onderlinge afstand tussen gebouwen | 5 meter |
minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
maximale hoogte nutsgebouwen | 3 meter |
maximale oppervlakte nutsgebouwen | 15 m2 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:
Bouwwerk geen gebouw zijnde | Eis |
maximale hoogte erfafscheidingen | 2,5 meter |
maximale hoogte vlaggenmasten | 6 meter |
maximale hoogte bewegwijzering en naamborden | 2,5 meter |
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 12 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De in 3.3.1 bedoelde nadere eisen kunnen slechts worden gesteld ten behoeve van de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de gebouwen, gebouwdelen en reclame-uitingen, met dien verstande dat de nadere eisen passen binnen het voor het gebied door de gemeenteraad geformuleerde welstandsbeleid, dan wel vanuit het oogpunt van brandveiligheid en bereikbaarheid noodzakelijk zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2, sub a voor het realiseren van nutsgebouwen buiten het bouwvlak.
Het tonen van reclame, anders dan ten behoeve van de op het bedrijfsterrein gevestigde bedrijven, is niet toegestaan.
Detailhandel in de vorm van afhaalpunten als bedoeld in 3.1, onder d alsmede logistieke ontkoppelingspunten als bedoeld in 3.1, onder e. zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - modern”.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder a. voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, voor zover die bedrijfsactiviteiten naar aard en omvang maximaal gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders geven, bij het toestaan van activiteiten die betrekking hebben op de verkoop van duurzame motorbrandstoffen, slechts toepassing aan het bepaalde in 3.6.1. indien uit een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) is gebleken dat de activiteiten verenigbaar zijn met de in de omgeving aanwezige (beperkt) kwetsbare objecten en de Veiligheidsregio in staat is gesteld een advies uit te brengen omtrent:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het plan, voor zover dit, ten gevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 5,00 meter mogen bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale hoogte, oppervlakte en inhoud van respectievelijk 5 meter, 25 m² en 75 m³.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat bestemmingsgrenzen in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden aangepast, met dien verstande dat de bij de wijziging betrokken bestemmingen met niet meer dan 10% worden verkleind of vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt, voor zover die bedrijfsactiviteiten naar aard en omvang maximaal gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijfsactiviteiten.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van deze regels is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (uniforme openbare voorbereidingsprocedure).
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels van het wijzigingsplan Westeinde 9".