direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Sporthal Oostzaan
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De sporthal Oostzaan is gelegen aan de Twiskeweg 107 in Oostzaan. De sporthal wordt verpacht door de Stichting Sporthal Oostzaan aan een uitbater. De uitbater heeft de wens om naast de reguliere sportactiviteiten ook sportevenementen en niet sportgerelateerde evenementen te organiseren in de sporthal. De uitbater heeft daarnaast de wens om de sportkantine inpandig te verbouwen tot een sportcafé met als functie commerciële horeca en een bijbehorend terras. De gemeente Oostzaan wil medewerking verlenen aan dit initiatief, met als doel de sporthal exploitabel te houden.

Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied betreft 'Buitengebied Oostzaan'. Volgens dit bestemmingsplan heeft de sporthal de bestemming 'Sport'. Niet-sportgerelateerde evenementen en commerciële horeca zijn beiden niet mogelijk binnen de huidige bestemming.

Om beide ontwikkelingen mogelijk te maken en de sporthal exploitabel te houden is voorliggend postzegelbestemmingsplan 'Sporthal Oostzaan' opgesteld.

1.2 Ligging en begrenzing

Het plangebied betreft de sporthal Oostzaan en een deel van het voorliggende parkeerterrein. De sporthal ligt aan de Twiskeweg 107 in Oostzaan. Het perceel van de sporthal is kadastraal bekend als gemeente Oostzaan, sectie A, perceelnummer 2929. Het perceel van het voorliggende parkeerterrein is kadastraal bekend als gemeente Oostzaan, sectie A, perceelnummer 2943.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0001.jpg"

Figuur 1.1 Het plangebied

Ten noorden, oosten en zuiden van het plangebied ligt het natuur- en recreatiegebied Het Twiske, met op ca. 400 meter afstand de Stootersplas. Ten westen van het plangebied ligt het dorp Oostzaan. De Twiskeweg is de verbinding tussen het dorp en het recreatiegebied. Aan de weg liggen verschillende sportvelden en sportverenigingen. Op ca. 400 meter van het plangebied bevinden zich de eerste woningen aan de Twiskeweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0002.jpg"

Figuur 1.2 Omgeving van het plangebied

1.3 Geldend bestemmingsplan

Het geldende bestemmingsplan voor het plangebied betreft 'Buitengebied Oostzaan', vastgesteld op 24 juni 2010. De sporthal heeft een enkelbestemming 'Sport'. De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor een gebruiksgerichte paardenhouderij, sportvoorzieningen, zoals tennis, voetbal en een ijsbaan en bijbehorende groen-, parkeer- en andere voorzieningen.

Het parkeerterrein heeft de bestemming 'Verkeer - Parkeren'. Deze gronden zijn bestemd voor parkeerdoeleinden met de daarbij behorende aan- en afvoerwegen en andere bouwwerken, alsmede groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0003.jpg"

Figuur 1.3 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Oostzaan, 2013

Niet sportgerelateerde evenementen en commerciële horeca zijn niet mogelijk binnen de bestemming 'Sport' van het vigerende bestemmingsplan. Het plan kent ook geen wijzigingsbevoegdheden om de gewenste functies te realiseren. Een terras ter plaatse van de bestemming 'Verkeer - Parkeren' is eveneens niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan.

Om de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken is voorliggend postzegelbestemmingsplan 'Sporthal Oostzaan' opgesteld. In dit bestemmingsplan is een evenementenregeling opgenomen, heeft het sportcafé een specifieke aanduiding en is een terras mogelijk binnen de bestemming 'Verkeer - Parkeren'.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het ruimtelijk rijks,-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens de bestaande situatie geschetst, waarna in hoofdstuk 4 de nieuwe situatie wordt beschreven. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de relevante milieuaspecten. In hoofdstuk 6 wordt beschreven op welke manier de gemaakte keuzes juridisch worden vormgegeven in de regels en op de verbeelding. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7 de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan toegelicht.

Hoofdstuk 2 Beleid en regelgeving

2.1 Inleiding

Om de leesbaarheid van het plan te waarborgen zijn enkel de voor dit bestemmingsplan relevante Europese, rijks, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsstukken opgenomen in dit hoofdstuk. Dit generieke beleid vormt het kader waarbinnen het huidige gebruik plaats dient te vinden. Het beschreven beleidskader is daarmee een belangrijke bouwsteen voor de visie op het plangebied en de opzet van de juridische regelingen.

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2040

De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Het Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040. Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijke economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorisch waarden behouden zijn.

Voor het plangebied zijn geen directe uitgangspunten of uitvoeringsprogramma's van toepassing.

2.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Bij het vaststellen van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met het Barro.

Het Barro is gericht op de doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke ruimtelijke plannen. Van de provincies en de gemeenten wordt gevraagd om met de inhoud van deze belangen rekening te houden bij hun ruimtelijke besluitvorming.

Het Barro kent geen concrete kaders, directe uitgangspunten of uitvoeringsprogramma's die op de voorliggende initiatief van toepassing zijn.

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040

De structuurvisie Noord-Holland 2040 is op 21 juni 2010 door provinciale staten van Noord-Holland vastgesteld. In 2015 is de structuurvisie geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. De structuurvisie beschrijft de provinciale visie op de ruimtelijke inrichting van Noord-Holland en de manier waarop de provincie denkt deze visie te realiseren. De Structuurvisie is enkel zelfbindend en heeft geen rechtstreekse doorwerking naar gemeentelijke plannen. Doorwerking van de in de Structuurvisie vastgelegde provinciale belangen vindt plaats in de provinciale ruimtelijke verordening. De structuurvisie is verder verdeeld in 3 thema's:

  • klimaatbestendigheid;
  • ruimtelijke kwaliteit;
  • duurzaam ruimtegebruik.

Het veranderende klimaat zorgt voor nieuwe opgaven op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterberging. De provincie Noord-Holland streeft naar een klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Dat doet zij door aandacht te geven aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) naast terugdringen van emissies (mitigatie). De provincie weegt de effecten van locatiekeuze, ruimtelijke inrichting en indien nodig aanpassing op gebouwniveau bij (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen mee.

De provincie Noord-Holland omschrijft ruimtelijke kwaliteit aan de hand van kernkwaliteiten van het landschap. Natuurlijke omstandigheden en vooral ook menselijk handelen, hebben in ieder landschap hun eigen sporen nagelaten. Nieuwe ontwikkelingen moeten zich tot deze karakteristieken verhouden. Elk landschapstype heeft zijn eigen specifieke kernkwaliteiten die gebieden een eigen karakter en identiteit geven. Naast landschap is ook natuur een belangrijk onderdeel van de ruimtelijke kwaliteit. Noord-Holland heeft natuur met een hoge biodiversiteit. Door de variatie in het landschap komen veel dieren- en plantensoorten voor.

Onder duurzaam ruimtegebruik verstaat de provincie Noord-Holland het plaatsen van de juiste functies op de juiste plek. Deze juiste plek wordt bepaald door verschillende factoren zoals de aanwezige milieukwaliteit, de behoefte aan voorzieningen zoals passende huisvesting voor bewoners en bedrijven op specifieke locaties en de bereikbaarheid van die locaties. Uitgangspunt is een zorgvuldige afweging tussen verschillende belangen, waarbij milieukwaliteiten als (externe) veiligheid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, geur en geluid, maar ook waterkwaliteit belangrijke randvoorwaarden zijn. Hierbij streeft de provincie naar oplossingen die ruimte laten voor veranderende omstandigheden en die zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de beschikbare ruimte.

Het plangebied wordt in de structuurvisie beschreven als cultuurlandschap - droogmakerijenlandschap en als een groen gebied rondom de stad. De provincie wil deze gebieden beschermen, om de steden aantrekkelijk en leefbaar te houden. De voorgenomen ontwikkeling om niet sportgerelateerde evenementen en commerciële horeca toe te staan binnen een bestaande sporthal en een bestaande sportkantine past bij het karakter van de recreatieve functie van de directe omgeving. Er is sprake van een passende functie en er wordt niet bijgebouwd, waardoor het groen rondom het dorp Oostzaan gewaarborgd blijft.

2.3.2 Provinciale ruimtelijke verordening (2017)

De provinciale ruimtelijke verordening (PRV) van Noord-Holland is in 2010 in werking getreden en erna meerdere malen herzien of geactualiseerd. De geactualiseerde PRV trad in werking op 1 maart 2017. De PRV schrijft voor waaraan bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen.

Volgens de PRV is het plangebied aangewezen als 'bufferzone'. Voor de gebieden die vallen binnen de begrenzing van bufferzones maakt een bestemmingsplan nieuwe bebouwing niet mogelijk. Met dit bestemmingsplan wordt geen nieuwe bebouwing mogelijk gemaakt. Het plangebied is ook aangewezen als 'gebied voor gecombineerde landbouw - landbouwgebieden. Binnen deze gebieden wordt meer ruimte geboden voor nieuwe economische activiteiten (verbreding). Vormen van nieuwe economische activiteiten zijn onder andere agrarisch natuurbeheer, landschapsbehoud en recreatie. In de omgeving van het stedelijk gebied stimuleert de provincie Noord-Holland de ontwikkeling van deze op de stedelijke recreatiebehoefte gerichte functies. De voorgenomen ontwikkeling betreft een recreatieve functie en past hiermee bij de door de provincie aangewezen landschapszone.

2.4 Regionaal beleid

2.4.1 Herijking visie Het Twiske

In 2006 is de eerste visie voor het recreatiegebied Het Twiske opgesteld. Sinds 2006 is er veel veranderd in de samenleving en het openbaar bestuur, mede daarom is in december 2015 de Herijkte visie vastgesteld met instemming van de gemeente. De visie is ingestoken vanuit een breder perspectief en schetst een toekomstbeeld waarin een aantal noties centraal staan: financieel gezond, in fysieke zin toekomstbestendig, duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen, social return en Het Twiske als kerngebied voor recreatie binnen de MRA/SRA regio. Het Twiske is ingedeeld in een intensief deel en een deel met natuurwaarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0004.jpg"

Figuur 2.1 Recreatiezonering Het Twiske

Het plangebied valt binnen het intensieve deel van Het Twiske. Het doel van dit deel is het recreatieve aanbod te versterken en uit te breiden, binnen de kaders van de Natura 2000-gebied en de ruimtelijke kaders van de gemeenten. De voorgenomen ontwikkeling om niet sportgerelateerde evenementen en commerciële horeca toe te staan binnen een bestaande sporthal en een bestaande sportkantine versterkt het recreatieve aanbod van het recreatiegebied Het Twiske.

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Structuurvisie Oostzaan 2025 (2015)

De raad van de gemeente Oostzaan heeft op 14 september 2015 de structuurvisie Oostzaan 2025 vastgesteld. De structuurvisie is een lange termijn visie op de ruimtelijke toekomst van Oostzaan tot 2025.

Een groot deel van het buitengebied van Oostzaan is door de aanwezigheid van natuur, cultuurhistorie, rust en ruimte uitermate geschikt voor recreatieve activiteiten. Hierbij wordt met name ingezet op extensief recreatief medegebruik van natuur en landschap, waarbij te denken valt aan fiets- , wandel-, vaar-, en kanoroutes.

Meer intensieve vormen van recreatie komen voor in het zuidwestelijke deel van Het Twiske. In de huidige situatie zijn in dit zuidelijke deel al een aantal bestaande recreatie- en horeca accommodaties aanwezig. In de visie is onder voorwaarden ruimte opgenomen voor een uitbreiding van de intensieve recreatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0005.jpg" Figuur 2.2 Illustratiekaart Structuurvisie Oostzaan 2025

Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als 'zone 2 Het Twiske, recreatie mogelijkheden' en betreft daarmee een gebied waar intensieve vormen van recreatie en horeca mogelijk zijn. Een sporthal met een sportcafé en georganiseerde sport- en niet sportgerelateerde evenementen draagt bij aan de wens om de intensieve vormen van recreatie in het zuidelijk deel van het Twiske uit te breiden.

2.5.2 Visienota buitengebied Oostzaan (2011)

Voorafgaand aan het bestemmingsplan 'Buitengebied Oostzaan' is in 2011 de visienota over het buitengebied van Oostzaan vastgesteld. Voor het buitengebied van Oostzaan ligt het accent op het selectief bieden van ontwikkelingskansen voor landbouw, recreatie en plattelandsvernieuwing en een duurzaam natuurbeheer.

De gemeente Oostzaan heeft een zoneringskaart opgesteld. De zonering van recreatie is van intensief in het zuiden van Het Twiske via minder intensief in het noorden van Het Twiske naar extensief in het Oostzanerveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0006.jpg"

Figuur 2.3 Zoneringskaart Buitengebied Oostzaan

Het plangebied ligt in het zuiden van Het Twiske, binnen de intensieve zone voor recreatie. Binnen deze zone is ruimte voor recreatieve bebouwing en ondersteunede voorzieningen. Hierbij kan worden gedacht aan kleinschalige recreatieve voorzieningen langs de bestaande routesstructuren. Het initiatief past binnen de intensieve zone voor recreatie en past hiermee bij de visie van de gemeente Oostzaan.

Hoofdstuk 3 Huidige situatie

3.1 De sporthal Oostzaan

De sportverenigingen zijn over het algemeen gevestigd in de sporthal en de sportvelden aan de Twiskeweg. De Twiskeweg verbindt het dorp Oostzaan met het naastgelegen natuur- en recreatiegebied Het Twiske. Aan de Twiskeweg zijn onder andere tennisvereniging Het Twiske, voetbalvereniging OFC, de Oostzaanse korfbalvereniging en de IJsbaanvereniging gevestigd. Ook de sporthal Oostzaan is gelegen aan de Twiskeweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0007.jpg"

Figuur 3.1 De Twiskeweg met sportverenigingen en de sporthal (rood omcirkeld)

De sporthal bestaat uit een sportzaal waarin de meeste binnensporten kunnen worden beoefend. De sporthal wordt gebruikt door de reguliere sportverenigingen (gymnastiek, korfbal, volleybal en badminton) en wordt momenteel door twee scholen gehuurd als gymzaal. De sporthal wordt verder incidenteel gebruikt voor sportevenementen, zoals (zaalvoetbal)wedstrijden, (school)toernooien en de Ronde van Noord-Holland. Ook niet sportgerelateerde evenementen vinden er plaats, zoals rommelmarkten, het sinterklaasfeest en een jongerenfeest. Dit was echter in strijd met het gebruik zoals dit is vastgesteld in het vigerende bestemmingsplan. Het seizoen van de sporthal loopt van 1 september tot 1 juli. Met name tussen oktober en april is de sportschool druk bezet met sportactiviteiten. Voor de sporthal bevindt zich een groot parkeerterrein, wat gebruikt wordt gedurende (sport)evenementen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0008.jpg"

Figuur 3.2 Sporthal Oostzaan

In de sporthal is ook een sportkantine gehuisvest. De sportkantine heeft momenteel een para-commerciële functie. De sportkantine is geopend tijdens trainingsavonden, wedstrijden en evenementen. Het assortiment betreft alcoholische en non-alcoholische dranken en eenvoudige etenswaren, zoals fast food en zoetwaren. In de sportkantine kunnen tegelijkertijd maximaal 125 mensen aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0009.jpg"

Figuur 3.3 De sportkantine in de sporthal (rood omlijnd)

3.2 Recreatiegebied Het Twiske

Het plangebied bevindt zich in het natuur- en recreatiegebied Het Twiske. Het Twiske vormt de oostelijke grens van de gemeente Oostzaan, maar ook de rand van de kern Oostzaan. Het Twiske is 650 hectare groot. Het noordelijk deel van het Twiske bestaat uit natuur- en agrarisch gebied en kent een aantal stiltegebieden met grote grazers. Het is een bijzonder eilandenrijk met ruigte, riet en bosschages. Het gehele gebied van Het Twiske is aangeduid als Natura 2000-gebied.

Het zuidelijk deel van Het Twiske is een gewaardeerd recreatiegebied voor zwemmers, duikers en surfers. Er zijn stranden, een avonturen- en waterspeelplaats, een duikplatform, een haven, een bezoekerscentrum, een boerderij en een windmolen (de Twiskemolen). Verder kent het gebied een evenemententerrein. De sporthal Oostzaan bevindt zich ook in het zuidelijk, recreatieve deel van het Twiske.

Hoofdstuk 4 Nieuwe situatie

4.1 Visie op het plangebied

De sporthal behoudt de huidige sportbezetting en zet de huidige sportactiviteiten en de sportevenementen voort. De wens van de gemeente Oostzaan is om de sporthal exploitabel te houden. Het streven hierbij is om de bezettingsgraad te verhogen. In de sporthal worden naast de reguliere sportactiviteiten en incidentele sportevenementen ook niet sportgerelateerde evenementen georganiseerd. Daarnaast wordt de sportkantine inpandig verbouwd tot sportcafé met als functie commerciële horeca en wordt er een bijbehorend terras gerealiseerd.

4.1.1 Evenementen

Naast de reguliere sportactiviteiten is er de wens om incidenteel evenementen te organiseren in de sporthal. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen sportevenementen en niet sportgerelateerde evenementen. Onder sportactiviteiten worden reguliere activiteiten verstaan die ten dienste staan van een sport, zoals het spelen van sportwedstrijden, het organiseren van toernooien en gymnastieklessen voor scholen. Sportevenementen vinden incidenteel plaats en hebben raakvlak met een sport. Hierbij kan gedacht worden aan de ronde van Noord-Holland, een meerdaags sportweekend of een spinningmarathon. Onder niet sportgerelateerde evenementen worden incidentele evenementen verstaan die geen raakvlak hebben met een sport. Hierbij kan gedacht worden aan dag- en avondfeesten, een concert en braderieën en markten.

Er worden meerdere evenementen per jaar georganiseerd. De evenementen vinden plaats gedurende de dag of in de avond. Het merendeel van de evenementen betreft ééndaagse evenementen, waarbij ca. één tot twee dagen voor de op- en afbouw wordt gerekend. Het aantal bezoekers per evenement varieert tot een maximum van 1375 mensen per evenement, zoals opgenomen in de huidige gebruiksvergunning. De georganiseerde (sport)evenementen houden rekening met het evenementenbeleid van de gemeente Oostzaan, opnieuw vastgesteld op 29 december 2016, en de geldende APV.

Het uitgangspunt van het evenementenbeleid is dat de gemeente het houden van evenementen stimuleert, mits aan de gestelde kaders en voorwaarden wordt voldaan. Middels voorliggend bestemmingsplan wordt een evenementenregeling opgenomen om de evenementen in de sporthal mogelijk te maken. Er is rekening gehouden met de gestelde kaders over de geluidsnormen, het effect op Natura 2000-gebied, de op- en afbouwmogelijkheden en de eindtijden van evenementen. Hier wordt verder op ingegaan in hoofdstuk 5. Om geluidoverlast te beperken zijn er specifieke gebruiksregels opgenomen omtrent het hanteren van geluidsnormen bij het ten gehore brengen van onversterkte, versterkte en live muziek gedurende een (sport)evenement. Deze normeringen zijn gebaseerd op het Activiteitenbesluit, de APV en het evenementenbeleid van de gemeente Oostzaan. Hier wordt verder op ingegaan in paragraaf 5.5.

Ondanks de evenementenregeling die in dit bestemmingsplan is opgenomen, dient voor elk evenement individueel een vergunning te worden aangevraagd dan wel een melding te worden gemaakt. Vervolgens wordt het evenement getoetst aan het vigerende beleid.

4.1.2 Sportcafé

De sportkantine wordt inpandig verbouwd tot sportcafé. Het sportcafé wordt een (eet)café behorende bij de sporthal met een commerciële horecafunctie die is gericht op het verstrekken en het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken. Het sportcafé wordt een plek waar men voor, na of tijdens de sport kan ontspannen en indien gewenst gebruik kan maken van het aangeboden assortiment. Ook buiten de sportactiviteiten is het sportcafé geopend. Het sportcafé is open conform de mogelijkheden binnen de APV.

Behorende bij het sportcafé wordt een terras van circa 50 m² gerealiseerd. Het terras wordt gerealiseerd ter plaatse van het trottoir en de weg van het bestaande parkeerterrein, voor het sportcafé en naast de ingang van de sporthal. Om het terras mogelijk te maken moeten twee parkeerplaatsen worden omgezet in voetgangersverblijfgebied in verband met de toegankelijkheid van het terras en benodigde vluchtwegen. Dranken en etenswaren worden geserveerd vanuit het sportcafé naar het terras.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0010.jpg"

Figuur 4.1 Situering terras voor het sportcafé van de sporthal

Hoofdstuk 5 Milieuaspecten

5.1 Water

In de toelichting van een bestemmingsplan dient volgens artikel 3.1.6, lid 1 onder b van het Besluit ruimtelijke ordening een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding.

5.1.1 Nationaal Waterplan

Het 2e Nationaal Waterplan (NWP2) beschrijft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de periode 2016-2021. Het Rijk streeft naar een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer en heeft de ambitie om de komende decennia te investeren in bescherming tegen overstromingen en in de zoetwatervoorziening. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.

5.1.2 Watervisie 2021 provincie Noord-Holland

In de Watervisie 2021 heeft de provincie Noord-Holland het regionale waterbeleid tot 2040 beschreven en de prioriteiten van de provincie op het gebied van waterveiligheid en schoon en voldoende (drink)water genoemd. In de visie staan de ecologische doelen voor niet natuurlijk oppervlaktewater, maatregelen om de kwaliteit van het grondwater in de bodem van Noord-Holland te verbeteren en de samenwerkingsopgaven met de waterschappen en andere partners om een duurzame en klimaatbestendige delta wil realiseren en behouden, waar het veilig en aangenaam wonen, werken en recreëren is.

5.1.3 Waterplan Oostzaan

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft samen met de gemeente Oostzaan het Waterplan Oostzaan opgesteld. Met dit plan wordt de gemeenschappelijke (korte en lange termijn) visie van betrokken partijen op een duurzame waterhuishouding in Oostzaan vastgelegd, als ook de onderlinge afspraken over de vertaling van deze visie in concrete maatregelen. Het waterplan is een integraal plan waarin alle zaken die met water te maken hebben: het watersysteem, de waterkwantiteit, de waterkwaliteit en de ecologie, waterrecreatie, waterbeleving- en inrichting, beheer en onderhoud, afvalwaterketen, grondwater en de oppervlaktewateren zijn uitgewerkt.

Het plangebied zelf is in gebruik als sporthal en in de huidige situatie volledig verhard. Ook in de nieuwe situatie blijft het plangebied verhard. Er is dan ook geen sprake van een veranderende waterhuishouding of een toenemend verhard oppervlak dat volgens het Hoogheemraadschap gecompenseerd dient te worden.

5.2 Bodem

Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond, dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is.

Bij bouwactiviteiten is ook in het kader van de omgevingsvergunning (Wabo) onderzoek naar de kwaliteit van de bodem nodig. In de praktijk worden deze onderzoeken vaak gecombineerd.

Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe bestemming mogelijk. De sporthal blijft de bestemming 'sport' behouden. De sporthal krijgt slechts een specifieke aanduiding voor het sportcafé en een evenementenregeling. De sportkantine wordt daarnaast alleen inpandig verbouwd tot sportcafé, waarbij er niet in de grond wordt geroerd. De legaal aanwezige functies zijn reeds positief bestemd. Een bodemonderzoek is niet benodigd.

5.3 Flora en Fauna

5.3.1 Wet natuurbescherming

Sinds 1 januari 2017 geldt de Wet Natuurbescherming. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. Daarmee zijn gebiedsbescherming en soortbescherming bij elkaar gebracht in één Nederlandse wet. Deze wet beschermt de van nature in Nederland in het wild voorkomende planten en dieren en hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen. De soortbeschermingsbepalingen uit de Europese richtlijnen Vogelrichtlijn (VR) en Habitatrichtlijn (HR) zijn in de Wet Natuurbescherming geïmplementeerd: soorten en vegetatietypen waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen worden beschermd onder de nieuwe Wet Natuurbescherming. Net als in de Flora- en faunawet is de Wet natuurbescherming een zorgplicht opgenomen, een algemeen geldende fatsoensnorm voor de omgang met flora en fauna. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben.

In het evenementenbeleid van Oostzaan staat opgenomen dat voor nieuwe activiteiten/evenementen de verantwoordelijkheid bij de ondernemer ligt om aan te tonen dat een activiteit geen negatief effect zal hebben op het gebied wat onder de Natura 2000 valt. Het is echter niet altijd nodig om een beoordeling uit te laten voeren. In het vooroverleg met het bevoegd gezag (in veruit de meeste gevallen de Provincie) wordt besproken of dit nodig is. Voor bestaand gebruik wordt, samen met Provincies, het beleid gevoerd om alleen in uitzonderingssituaties vergunningtrajecten te starten.

Het plangebied ligt binnen het Natura 2000-gebied "Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske", alsmede op korte afstand van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). De huidige sportacitivteiten en (sport)evenementen die plaatsvinden binnen de sporthal hebben geen negatief effect op het 'Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske'. De evenementen binnen de sporthal zullen toenemen, maar blijven van tijdelijke en kleinschalige aard. Daarnaast moet per evenement een aparte vergunning worden aangevraagd, waarbij een afweging wordt gemaakt of het evenement een negatieve invloed heeft op het Natura 2000-gebied.

Het plangebied is al jarenlang in gebruik als sporthal. Binnen de sporthal zullen geen beschermde soorten voorkomen. Er kan worden geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen negatieve invloed heeft op de beschermde soorten uit de Wet natuurbescherming.

5.4 Cultuurhistorie en Archeologie

5.4.1 Erfgoedwet

Op 1 juli 2016 is de Monumentenwet (1988) vervallen. Een deel van de wet is opgegaan in de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2021 in werking treedt. Tot die tijd valt dit deel binnen het overgangsrecht van de Erfgoedwet. Deze wet geeft het Rijk de mogelijkheid om objecten te wijzen als rijksmonument. De Erfgoedwet geeft aan gemeenten de vrijheid om zelf monumenten aan te wijzen en een monumentenlijst op te stellen op basis van een Erfgoedverordening.

Vanwege de Wet op Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) is het verplicht om bij alle ruimtelijke besluiten het archeologisch belang een volwaardige plaats toe te kennen.

5.4.2 Nota Archeologie Oostzaan

Het behouden van vindplaatsen bereikt de gemeente door op de verbeelding van het bestemmingsplan de gebieden aan te geven waar archeologische vindplaatsen te verwachten zijn. Deze gebieden zijn de zogenaamde 'archeologiegebieden' en hebben een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Wanneer voor bepaalde werkzaamheden in bovengenoemde archeologiegebieden omgevingsvergunning noodzakelijk is, kan de aanvrager van de vergunning door de gemeente worden verplicht maatregelen te treffen om een vindplaats te beschermen of op te graven. In de regels van het bestemmingsplan staan bepaalde oppervlakte- en dieptematen waarboven de bodem verstoord mag worden zonder de verplichting tot het treffen van maatregelen met betrekking tot archeologie.

In het buitengebied van Oostzaan zijn een groot aantal archeologisch waardevolle plaatsen. Op onderstaande figuur zijn deze weergegeven. Het plangebied is niet aangewezen als archeologisch waardevol gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0011.png"

Figuur 5.2 Archeologische waarderingskaart Oostzaan

5.5 Geluid

5.5.1 Wet geluidhinder

Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient bij nieuwe ruimtelijke plannen te worden beoordeeld of aan de normen uit de Wet geluidhinder kan worden voldaan en of binnen het plangebied sprake zal zijn van een aanvaardbaar akoestisch leefklimaat. De Wet geluidhinder heeft tot doel om geluidgevoelige objecten te beschermen tegen overmatige geluidsbelastingen en geluidbelastende objecten niet te beperken in hun geluidsbelasting.

Binnen de huidige planologische situatie betreft de sporthal een geluidproducerende inrichting, wegens de reguliere sportactiviteiten en de sportkantine. Het voorliggende bestemmingsplan maakt het mogelijk dat de bestaande sportkantine inpandig wordt verbouwd tot sportcafé met een bijbehorend terras. Daarnaast worden verschillende (sport)evenementen mogelijk gemaakt.

In de nabije omgeving van het plangebied zijn geen geluidgevoelige objecten aanwezig. De dichtstbijzijnde woning is gelegen op ca. 400 meter. Daarnaast is het plangebied niet gelegen in een stiltegebied. Het dichtstbijzijnde stiltegebied is gelegen op 2 km. De sporthal zal niet zorgen voor geluidbelasting van gevoelige objecten.

5.5.2 Activiteitenbesluit

Het Activiteitenbesluit geeft doelvoorschriften voor geluid. De voorschriften zijn doorgaans van toepassing op de inrichting als geheel en niet op afzonderlijke activiteiten. Het besluit en de ministeriële regeling schrijven geen specifieke geluidsmaatregelen voor.

Het Activiteitenbesluit biedt aan een aantal objecten bescherming. Het gaat om gevoelige gebouwen (waaronder woningen) en gevoelige terreinen. Het Activiteitenbesluit sluit hierbij aan bij het begrippenkader uit de Wet geluidhinder.

In algemene zin biedt het Activiteitenbesluit bescherming tegen het geluid veroorzaakt door de:

  • in de inrichting aanwezige installaties en toestellen
  • in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en
  • laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting.

Evenementen vallen voor het aspect geluid onder de festiviteitenregeling. Op basis hiervan kan ontheffing verleend worden van (de geluidwaarden in) het Activiteitenbesluit als de evenementen niet meer dan 12 keer per jaar voorkomen en deze zijn opgenomen in de gemeentelijke verordening (APV).

Het voorliggende bestemmingsplan houdt rekening met de regels uit het Activiteitenbesluit door een specifieke gebruiksregel op te nemen waarin staat vermeld dat er maximaal 12 evenementen per jaar met versterkte of live muziek zijn toegestaan, waarbij de geluidswaarden uit het Activiteitenbesluit worden overschreden.

5.5.3 Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Oostzaan 2017

Naast het activiteitenbesluit moeten de inrichtingen zich ook houden aan de geluidsnormen die zijn opgenomen in de geldende Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). In de APV staan de volgende geluidnormen opgesomd per dagdeel voor onversterkte muziek:

  7.00 – 19.00 uur   19.00 – 23.00 uur   23.00 – 7.00 uur  
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen   50 dB(A)   45 dB(A)   40 dB(A)  
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen   35 dB(A)   30 dB(A)   25 dB(A)  
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen   70 dB(A)   65 dB(A)   60 dB(A)  
Lamax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen   55 dB(A)   50 dB(A)   45 dB(A)  

De gemeente Oostzaan stelt dat het is toegestaan om maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de het Activiteitenbesluit en de APV niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

Om geluidoverlast te voorkomen is rekening gehouden met de gestelde geluidsnormering en ontheffingsmogelijkheid in de APV van de gemeente Oostzaan. In het bestemmingsplan is een specifieke gebruiksregel opgenomen waarin de geluidsnormen voor het ten gehore brengen van onversterkte muziek gedurende een evenement in de sporthal staan vermeld. Daarnaast is een specifieke gebruiksregel opgenomen waarin staat vermeld dat er maximaal 12 evenementen per jaar met versterkte of live muziek zijn toegestaan, waarbij de geluidsnormen uit de APV van de gemeente Oostzaan worden overschreden.

5.5.4 Evenementenbeleid gemeente Oostzaan

Voor evenementen is in het evenementenbeleid van de gemeente Oostzaan opgenomen welke geluidsnormen tijdens evenementen gelden. Het doel hiervan is om geluidsoverlast zoveel mogelijk te voorkomen. De geluidsnormen worden opgenomen in de vergunning en gemeten vanaf de dichtstbijzijnde woning. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen live muziek en mechanische muziek. Voor versterkte muziek en live muziek geldt volgens het evenementenbeleid een ontheffing. De aanvrager van de evenementenvergunning dient met opstelling van geluidsboxen rekening te houden met de omgeving. Onder de omgeving wordt verstaan: natuurgebieden, gevels van woningen en niet nader benoemde bestemmingen. Het geluidsniveau, afkomstig van het evenement, mag de volgende geluidswaarde niet overschrijden:

  • Live muziek 105 dB(A) als LAeq op 2 meter van de speaker;
  • Versterkte muziek 95 dB(A) als LAeq op 2 meter van de speaker.

Er is ook aangegeven dat afwijking van de norm mogelijk is, mits dit wordt onderbouwd door de aanvrager of de situatie ter plaatse vraagt om een andere normstelling. Hierbij sluit de gemeente aan bij de norm die wordt gehanteerd door de Omgevingsdienst IJmond. Ook is beschreven dat meldingsplichtige evenementen na 23.00 uur buiten geen muziek meer ten gehore mogen brengen. Voor evenementen in een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, geldt een eindtijd voor de muziek van 01.00 uur.

Dit bestemmingsplan houdt rekening met de gestelde geluidsnormen en afwijkingen uit het evenementenbeleid van de gemeente Oostzaan door bovengenoemde samen te vatten in specifieke gebruiksregels voor het houden van evenementen in de sporthal Oostzaan.

Voor alle evenementen moet daarnaast individueel een vergunning dan wel een melding worden gemaakt. Bij de vergunningaanvraag wordt rekening gehouden met de geluidsnormen zoals opgesteld in het Activiteitenbesluit, de APV en het evenementenbeleid van de gemeente Oostzaan. Door vast te houden aan de gestelde normeringen en ontheffingen vindt geen overmatige geluidbelasting plaats door de sporthal.

5.6 Luchtkwaliteit

5.6.1 Wet milieubeheer

Op basis van hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer is het nodig een planontwikkeling te toetsen aan luchtkwaliteitseisen. Op 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden, met als doel om alle overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen op te lossen. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (amvb) en ministeriële regelingen.

De belangrijkste zijn het “Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)” en de “Regeling niet in belangrijke mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)”. In deze laatste regeling zijn categorieën aangewezen waarvan op voorhand vaststaat dat zij niet in betekenende mate bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Tot aan de inwerkingtreding van het NSL gold voor die categorieën een grens van 1% van de betreffende grenswaarde, na de inwerkingtreding van het NSL op 1 augustus 2009 geldt een grens van 3% van de betreffende grenswaarde.

Het gewenste sportcafé en de evenementen die worden toegevoegd in de nieuwe planologische situatie zullen 'niet in betekende mate' bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het plan heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit.

5.7 Externe veiligheid

5.7.1 Besluit externe veiligheid (Bevi) en Richtlijn externe veiligheid inrichtingen (Revi)

Bij de externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van een risico-opleverende activiteit met gevaarlijke stoffen. Het kan daarbij gaan om industriële activiteiten, transportroutes of buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van 27 oktober 2004 en de hierin opgenomen Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), geeft aan welke activiteiten/bedrijven risicocontouren kennen, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het Bevi heeft tot doel de risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in bedrijven tot het aanvaarde maximum te beperken.

Om de veiligheidsrisico's te kunnen beoordelen is de provinciale risicokaart geraadpleegd. Uit de risicokaart (figuur 5.3) blijkt dat er geen risicovolle bedrijven in de directe omgeving van het plangebied bevinden. Ook vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen plaats op wegen nabij het plangebied. De drie dichtstbijzijnde risicovolle bedrijven zijn de benzineservicestations: Servicestation Coentunnel BV, Esso de Watering en Avia Tankstation en zitten op respectievelijk ca. 1,7, 1,8, en 1,8 km afstand. De benodigde Revi afstanden tot de benzineservicestations betreft 40 tot 45 meter voor het plaatsgebonden risico en 150 meter voor het groepsrisico. Aan alle afstanden wordt voldaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0431.BP2487290000-0301_0012.jpg"

Figuur 5.3 Uitsnede risicokaart

Gezien bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de gebruiksmogelijkheden die worden geboden in het bestemmingsplan.

5.8 Bedrijven en milieuzonering

5.8.1 Handreiking Bedrijven en Milieuzonering VNG

Om milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten te voorkomen worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van de bedrijfsactiviteiten. In de bestemmingsregels wordt bepaald welke bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de categorie-indeling op basis van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' uit 2009. In deze brochure worden richtafstanden gegeven van functies op o.a. gevoelige bestemmingen.

Dit bestemmingsplan staat de vestiging van nieuwe bedrijven niet toe. De huidige sporthal blijft bestaan. Het plangebied was reeds bestemd voor een sporthal en blijft deze bestemming behouden. Nabijgelegen gevoelige objecten (waaronder woningen) worden niet belemmerd, tevens worden geen bedrijven belemmerd in hun uitvoering.

5.9 Verkeer en parkeren

Om een goede ruimtelijke ordening te waarborgen dient een ruimtelijke ontwikkeling getoetst te worden op de (mogelijke) effecten die de ontwikkeling heeft op de verkeerintensiteit en de parkeerdruk in de nabije omgeving.

Het plangebied is goed ontsloten door de Twiskeweg. De Twiskeweg is ter hoogte van sportvelden heringericht volgens de herinrichtingsplannen uit het GVVP 2008. Dit is de bereikbaarheid van het plangebied ten goede gekomen.

De evenementen zorgen voor een toename is het aantal verkeersbewegingen van en naar de sporthal. Echter zullen de evenementen slechts incidenteel plaatsvinden, waardoor slechts op bepaalde momenten een hogere verkeersdrukte kan worden verwacht. De Twiskeweg kan deze tijdelijke verkeersdrukte, gezien de huidige intensiteit, goed opvangen. Dit blijkt ook uit de reeds georganiseerde sportactiviteiten en evenementen. Het sportcafé is van dusdanig kleinschalige aard dat dit niet zorgt voor een hogere verkeersdrukte.

Voor de sporthal ligt een groot parkeerterrein waar ca. 55 auto's kunnen worden geparkeerd tijdens de reguliere sportactiviteiten. Tijdens de incidentele evenementen kunnen ook de omliggende parkeerplaatsen van de sportvelden worden gebruikt als parkeerplaats.

In de regels van het voorliggende bestemmingsplan is daarnaast opgenomen dat er geen evenement in de sporthal mag worden gehouden als er een evenement in het Twiske wordt gehouden. Hierdoor wordt de druk op de verkeersafwikkeling en het parkeren bij de sporthal niet overbelast.

5.10 MER-beoordeling

Bij de beoordeling van een project dient te worden gekeken naar het Besluit milieueffectenrapportage (Besluit m.e.r.). In dit besluit zijn activiteiten aangewezen die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Op 16 mei 2017 is de Implementatiewet 'herziening m.e.r.-richtlijn' in werking getreden. Kon vroeger worden volstaan met de mededeling in het besluit dat de omvang van de activiteit onder de drempelwaarde lag en dus geen m.e.r. (beoordeling) noodzakelijk was, onder de nu geldende regeling moet een motivering worden gegeven. Deze motivering moet zijn gebaseerd op een toets die qua inhoud (dat wil zeggen: op basis van dezelfde criteria) aansluit bij m.e.r.-beoordeling, de diepgang kan echter anders zijn en er zijn geen vormvereisten.

In de vorige paragrafen is uitgebreid een analyse uitgevoerd naar het effect op verschillende milieuaspecten. Hieruit is gebleken dat er geen nadelige gevolgen zijn te verwachten voor het milieu. De vorige paragrafen betreffen alle omgevingsaspecten die in het kader van het Besluit m.e.r. ook aan bod dienen te komen. De vormvrije m.e.r. beoordeling is hiermee uitgevoerd.

 

Hoofdstuk 6 Juridische planopzet

6.1 Inleiding

Het bestemmingsplan 'Sporthal Oostzaan' is een postzegelbestemmingsplan, waarin een sportcafé en verschillende evenementen binnen een bestaande sporthal in het buitengebied van Oostzaan mogelijk worden gemaakt. De sporthal behoudt de bestaande bestemming 'Sport'. Het sportcafé is mogelijk gemaakt middels een specifieke functieaanduiding en de verschillende evenementen zijn globaal opgenomen in de bestemmingsregels. Het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' is, waar mogelijk, als leidraad gebruikt.

De regels en de verbeelding sluiten aan bij de systematiek van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012.

6.2 Bestemmingen

De hieronder beschreven bestemmingen zijn in het bestemmingsplan opgenomen:

Sport

Ter plaatse van de gehele sporthal geldt de bestemming 'Sport'. Binnen deze bestemming is een sporthal mogelijk met daarbij behorende reguliere sportactiviteiten en zijn incidentele sportevenementen en niet sport-gerelateerde evenementen met of zonder versterkte muziek mogelijk. In de gebruiksregels is het aantal maximale evenementen per kalenderjaar opgenomen en de sluitingstijden. De bouwregels zijn overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Oostzaan'.

Op de verbeelding heeft de sporthal een specifieke aanduiding, namelijk 'specifieke vorm van horeca - sportcafé'. Ter plaatse van deze aanduiding is een sportcafé, met een commerciële horecafunctie toegestaan die is gericht op het verstrekken en ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken. In de gebruiksregels staan de openingstijden van het sportcafé genoemd.

Verkeer - parkeren

De parkeerplaats voor de sporthal is bestemd als 'Verkeer - parkeren'. Deze bestemming is overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Oostzaan'. Ter plaatse van de functieaanduiding 'terras' is een terras toegestaan.

6.3 Algemene regels en overgangs- en slotregels

De algemene regels zijn overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Oostzaan'. In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 6 staan de algemene gebruiksregels. Hierin is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming en daarmee onder het gebruiksverbod van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening vallen.

Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Financiële uitvoerbaarheid

Met het bestemmingsplan wordt het gebruik van de sporthal gewijzigd en inpandig verbouwd. Hiermee is er geen sprake van een bouwplan als bedoeld in artikel 6:12 van de Wet ruimtelijke ordening artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Er hoeft geen exploitatieplan te worden opgesteld.

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.2.1 Wettelijk vooroverleg

Artikel 3.1.1 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat een bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan, daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Het postzegelbestemmingsplan is van geringe omvang en rijks- en provinciale belangen zijn niet in het geding. Tevens spelen er geen belangen vanuit betrokken gemeenten of waterschappen. Het Rijk, de provincie, waterschappen en gemeenten kunnen gedurende de zienswijzeprocedure reageren op het ontwerpbestemmingsplan.

Voor het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan is overlegd gevoerd met de Stichting Sporthal Oostzaan, de sportclubs in de directe omgeving van de sporthal en de horecaondernemers in het dorp. De opmerkingen die zij hebben gemaakt zijn zoveel als mogelijk verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.

7.2.2 Zienswijzeprocedure

Artikel 3:8 Wro bepaalt dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Deze afdeling bevat bepalingen rond de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure.

Het ontwerp van dit bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van...

PM