Spoorzone Naarden

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordeningsgebied:

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GMLbestand NL.IMRO.0425.BV2013N001001-va01 met bijbehorende bestanden.

1.2 bestaand bouwwerk of gebouw:

het legale bouwwerk of gebouw dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing op basis van de Wro, of een afwijkingsprocedure op basis van de Wabo.

1.3 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.4 gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Hoogte geluidscherm

De hoogte van de geluidschermen wordt gemeten en weergegeven ten opzichte van de bovenkant van de spoorstaaf.

2.2 Hoogte bouwwerken, geen geluidscherm zijnde

Vanaf NAP tot aan het hoogste punt van de constructie het bouwwerk.

Bij het bepalen van de hoogte van de kunstwerken blijven op het kunstwerk aangebrachte voorzieningen zoals geluidschermen, draagconstructies voor de bovenleiding, luchtkokers, antennes, hekwerken en daarmee vergelijkbare constructies buiten beschouwing.

Hoofdstuk 2 Verordeningsbepalingen (bouwen en gebruik)

Artikel 3 Besluitvlak Verkeer - Railverkeer

• a. Binnen het besluitvlak 'Verkeer - Railverkeer' zijn treinsporen en -wissels met bijbehorende voorzieningen toegestaan.
• b. Er zijn twee sporen toegestaan: één aan weerszijden van de op de verordeningskaart aangegeven figuur 'as van de spoorweg'.
• c. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'geluidscherm' zijn geluidschermen toegestaan met een maximale hoogte zoals aangegeven op de verordeningskaart.
• d. Ter plaatse van de besluitsubvlakken 'kunstwerken' zijn kunstwerken toegestaan met een minimale doorgangshoogte zoals aangegeven op de verordeningskaart.
• e. In het gehele besluitgebied zijn bouwwerken toegestaan met een oppervlakte van maximaal 25 m2 en een hoogte van maximaal 4 meter.
• f. In het gehele besluitgebied zijn bouwwerken ten behoeve van bovenleidingsystemen met een hoogte van maximaal 10 meter toegestaan.
• g. Bestaande gebouwen en bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.

Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen

Artikel 4 Flexibiliteitbepalingen

Van de figuur 'as van de spoorweg' aangegeven ligging van de sporen en wissels mag binnen de grenzen van het besluitgebied worden afgeweken voor zover dit niet tot negatieve effecten voor de omgeving leidt.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

Artikel 5 Citeertitel

Deze bepalingen worden aangehaald als:

Bepalingen van de verordening 'Spoorzone Naarden'.