Plan: | Oud Blaricumerweg 34 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0425.BP2011N002010-oh01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Waternet verricht taken in opdracht van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) haar drie hoofdtaken zorg voor veiligheid achter de dijken, zorg voor voldoende water en zorg voor schoon water. Daarnaast voert AGV in zijn beheersgebied taken uit die de waterschappen aanduiden als maatschappelijke neventaken. Voor AGV zijn dat vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische, landschappelijke, en architectonische waarden. De beleidsvoorbereidende, uitvoerende en administratieve taken heeft AGV opgedragen aan de stichting Waternet. Dit waterbeheerplan gaat over de waterschapstaken van AGV, waarbij AGV wel steeds het oog houdt op de samenhang van deze taken met het geheel van waterketen- en watersysteemtaken, ofwel de watercyclus. Tevens geeft dit waterbeheerplan aan de opgaven vanuit de KRW en vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel).
In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratie gebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het Handboek Hemelwater van toepassing.
Gemeentelijk beleid
De gemeenten Naarden, Bussum en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht hebben een Waterplan Naarden-Bussum 2002-2012 (2002) opgesteld, dat invulling geeft aan de gemeenschappelijke visie voor een meer integraal en duurzamer stedelijk waterbeheer. Water dient meer als ordent principe te worden toegepast in ruimtelijke plannen binnen het stedelijk gebied. Het streven is om knelpunten met betrekking tot zowel waterkwaliteit en waterkwantiteit (zoals riooloverstorten, slechte waterkwaliteit, grondwateroverlast en te weinig ecologische waarden) op een duurzame wijze op te lossen. Speerpunten in het stedelijk waterplan zijn:
Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2012
Het gemeentelijk rioleringsplan van Naarden geeft een verdere invulling aan de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater, die de gemeente door de Wet milieubeheer (Wm) wordt toebedeeld. De gemeente voldoet met dit Gemeentelijk rioleringsplan aan de opgelegde planverplichting (Wm, art. 4.22). In deze beleidnota staat het rioleringsbeleid van gemeente Naarden beschreven.
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen aan de zuidoostkant van Naarden en bestaat uit bebouwing, gazon en groenstroken. Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zand. Er is sprake van een infiltratiegebied. Er is geen oppervlaktewater aanwezig in het plangebied. Het plangebied is niet gelegen in de kern- of beschermingszone van een waterkering. Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolsysteem.
Toekomstige situatie
In het kader van de watertoets heeft op 22 januari 2009 vooroverleg plaatsgevonden met de waterbeheerder. De waterbeheerder heeft aangegeven dat de volgende aspecten relevant zijn voor het plan.
Riolering en infiltratie
Het schoonhemelwater zal moeten worden afgekoppeld en geïnfiltreerd in de bodem. Aandachtspunt daarbij is dat het verschil tussen het maaiveld en de grondwaterstand ongeveer 80cm is. Om problemen met tijdelijke grondwaterstand verhogingen als gevolg van infiltratie in de bodem te voorkomen moet er niet te dicht op het nieuwe bouwwerk worden geïnfiltreerd. Hiermee moet ook bouwkundig rekening mee worden gehouden. Gedacht kan worden aan een verhoogt vloerpeil, geen kruipruimte, etc.
Het vuilwater zal worden afgevoerd naar het bestaande rioolstelsel. Het gemeentelijke rioolstelsel strekt niet verder dan Oud Blaricumerweg nr. 32. Het bestaande rioolstelsel komt niet in het plangebied. De afstand die overbrugt moet worden om dit lozingspunt te bereiken is te groot om onder vrij verval te overbruggen. Het vuilwater zal op eigen terrein moeten worden verzameld in een pompput en vervolgens door middel van een persleidingen naar het lozingspunt voor de Oud Blaricumerweg 32 wordt getransporteerd. De initiatiefnemer zal voor deze voorziening moeten zorgen.
Materiaalgebruik
Bij de bouw zal geen gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. De initiatiefnemer zal bij het realiseren van de beoogde ontwikkeling rekening moeten houden met aansluiten van het plangebied op het bestaande rioolstelsel en infiltreren van schoonhemelwater in de bodem.