Plan: | Oud Blaricumerweg 34 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0425.BP2011N002010-oh01 |
De initiatiefnemer is voornemens om de huidige vrijstaande woning op het perceel Oud Blaricumerweg 34 te slopen en op deze locatie een nieuw appartementengebouw met 6 wooneenheden te realiseren. In figuur 3.3 is de indeling op het perceel van het beoogde appartementencomplex weergegeven. Het beoogde gebouw wordt grotendeels op dezelfde plek gebouwd als waar in de huidige situatie de woning is gesitueerd. Op deze wijze kan ook een geluidwerend effect worden gegenereerd voor het tuingebied van de omliggende woningen.
Het gebouw bestaat uit drie bouwlagen. Elke bouwlaag bestaat uit 2 appartementen. De oppervlakte van beoogde ontwikkeling bedraagt circa 430 m² (afmeting 22 x 23 m). De 3e bouwlaag wordt afgedekt met een plat dak. De bovenste lagen vormen een duidelijke verbijzondering, zoals is opgenomen in figuur 3.2. Dit is vormgegeven doordat de kap een lichte kromming heeft. De bouwhoogte van het gebouw bedraagt 10 m. Dit is iets hoger dan het huidige pand. Gezien de afstanden en de bijzondere architectuur, is dit alleszins acceptabel in de omgeving.
In figuur 3.2 is een impressie van het gebouw weergegeven. Het gebouw heeft in de basis een rechthoekige grondvorm, waarbij een aantal toevoegingen is opgenomen. De uitstraling is passend binnen de omgeving, door het gebruik van donker metselwerk in de zijgevel, een rieten kap en wit gekeimd metselwerk bij de voor- en achtergevels en de schoorstenen. Bij het ontwerp is aangesloten bij de welstandsnota van de gemeente Naarden. Mede op basis van het advies van de welstandscommissie is in de bovenste laag sprake van een verbijzondering van het ontwerp. Hierdoor wordt voorkomen dat sprake is van een monolithisch blok.
Het beoogde woongebouw is gesitueerd in een bosrijke omgeving waardoor de aantasting van privacy en/of uitzicht, ook voor de omgeving, uiterst gering is. Aangezien sprake is van een ruime kavel en een positionering van het gebouw achter op de kavel, is een groter volume dan in de omgeving stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Figuur 3.2: Impressie van de beoogde ontwikkeling
Op het terrein is voldoende ruimte aanwezig om in de eigen parkeerbehoefte te kunnen voorzien. De parkeervoorzieningen zullen in het noorden van het plangebied worden aangelegd. De ontsluiting hiervan vindt plaats aan de oostzijde van het terrein. Richting het zuiden wordt een calamiteitenontsluiting en een ontsluiting voor voetgangers en fietsers aangelegd.
Het parkeren wordt opgevangen op eigen terrein achter het woongebouw, waarbij de parkeerplaatsen tussen hagen worden gesitueerd. Op deze wijze wordt de ruimtelijke impact van het parkeren op de omgeving geminimaliseerd.
Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het initiatief ruimtelijk-visueel en landschappelijk goed in de omgeving kan worden ingepast en geen verslechtering geeft op het huidige ruimtelijke beeld. Het initiatief zal geen onevenredige schade toebrengen aan belangen van de in de omgeving aanwezige functies en waarden. De uitvoering van het initiatief zal derhalve geen onaanvaardbare ruimtelijke effecten met zich meebrengen.
Figuur 3.3: Plattegrond beoogde ontwikkeling