direct naar inhoud van Artikel 3 Bos
Plan: Drafnalaantje
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0425.BP2010N003005-OH01

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden van het bosgebied;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
  • c. infrastructurele- en parkeervoorzieningen;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen, sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5,00 meter.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 3.2.1, waarbij niet voor bewoning bedoelde gebouwen ten behoeve van de bosbouw, het natuur- en landschapsbeheer en/of het recreatieve of educatief medegebruik worden gebouwd, mits:

  • a. niet meer dan één gebouw per aaneengesloten bosareaal met een minimale omvang van 10 hectare wordt gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;
  • c. de hoogte van een gebouw ten hoogste 3,50 meter bedraagt.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verboden uitvoering van werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van wegen en paden;
  • c. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief en/of educatief medegebruik;
  • d. het ontgronden, afgraven, ophogen en/of egaliseren van de gronden;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

3.4.2 Uitzondering

Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3.4.3 Weigeringsgrond

De in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend voor zover de cultuurhistorische-, bos-, natuur- en landschappelijke waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.