direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Gestapeld
Plan: Laren-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0417.L002BPLarenNoord-2102

Artikel 20 Wonen - Gestapeld

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep- of bedrijf;

met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  • b. parkeervoorzieningen, waaronder een ondergrondse parkeergarage;
  • c. erven, tuinen, water, ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

20.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

20.2.1 Hoofdbebouwing

Binnen deze bestemming mogen als hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming uitsluitend woningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. als woningtypen zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
  • c. een hoofdgebouw bestaat uit ten hoogste 3 woningen;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 1.65 worden alle zijden van een hoofdgebouw als voorgevel aangemerkt;
  • e. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag niet worden overschreden;
  • f. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag niet worden overschreden;
  • g. de inhoud van een hoofdgebouw mag ten hoogste 2.000 m3 bedragen;
  • h. de dakhelling van hoofdgebouwen dient ten minste 45 graden en ten hoogste 60 graden te bedragen;
  • i. binnen het bestemmingsvlak is een ondergrondse parkeergarage toegestaan, met een ondergrondse diepte van ten hoogste 4 meter onder peil. Hierbij zijn de bepalingen zoals opgenomen in lid 29.4 Ondergronds bouwen niet van toepassing.
20.2.2 Bijgebouwen en aanbouwen

Binnen deze bestemming mogen geen bijgebouwen en aanbouwen bij hoofdgebouwen worden gebouwd.

20.2.3 Uitbouwen en balkons

Binnen deze bestemming zijn uitbouwen en balkons toegestaan, uitsluitend binnen het bouwvlak en slechts indien meeontworpen bij het oorspronkelijke hoofdgebouw, waarbij de inhoud van een uitbouw geacht wordt onderdeel te zijn van de maximale inhoud van het hoofdgebouw, zoals bepaald in lid 20.2.1 sub g.

20.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen mag ten hoogste 0,7 meter bedragen;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 8 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen..

20.3 Nadere eisen
20.3.1 Ruimtelijke kwaliteit

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing en haar omgeving nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de aanwezige natuurwaarden.
20.3.2 Beeldkwaliteitplan

Meer specifieke kwaliteitseisen zijn vastgelegd in het afzonderlijk vastgestelde 'Beeldkwaliteitsplan Bremanpark'. Bij toetsing aan het aspect 'ruimtelijke kwaliteit' als bedoeld in lid 20.3.1 wordt dit Beeldkwaliteitplan als leidraad gebruikt.

20.4 Specifieke gebruiksregels

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de betreffende woning tot een maximum van 40 m2;
  • b. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie 1 van de van deze regels deeluitmakende Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist;
  • c. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • d. het aan-huis-verbonden beroep wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw.