direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: De Warrekam/Schering en Inslag
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0417.L001BPWSI-2121

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheek;
  • b. praktijkruimten gezondheidszorg;
  • c. jeugdopvang;
  • d. onderwijs en naschoolse opvang;
  • e. sportonderwijs;
  • f. verenigingsleven;
  • g. welzijnsinstelling;

met de daarbij behorende:

  • h. wegen en paden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. tuinen, erven en terreinen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.1.2

Met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "(h=1)" een horecabedrijf categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten in bijlage 1 is toegestaan van maximaal 80 m² b.v.o.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "(bw)" een bedrijfswoning is toegestaan met een vloeroppervlak van maximaal 100 m² per woning.

4.2 Dubbelbestemmingen
4.2.1

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" zijn deze gronden primair bestemd voor de bescherming van archeologische waarden en is het bepaalde in Artikel 6 van toepassing.

4.2.2

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie" zijn deze gronden primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de hier voorkomende cultuurhistorische waarden en is het bepaalde in Artikel 7 van toepassing.

4.3 Bouwregels
4.3.1

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen.

4.3.2

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. indien de gebouwen en de overkappingen niet in de erfscheiding worden gebouwd dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1,00 meter te bedragen;
  • c. de maximum oppervlakte van bijgebouwen bedraagt 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf tot een maximum oppervlakte van 50 m2; dan wel bij een zij- en achtererf groter dan 100 m2 meer dan 50% van het zij- en achtererf tot een maximum van 75 m2;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter.

4.3.3

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,00 meter;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4,50 meter.

4.4 Gebruiksregels
4.4.1

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • b. het opslaan van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • c. het opslaan, of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. seksinrichtingen.


4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1', het plan wijzigen ten behoeve van kantoren, met inachtneming van het volgende:

  • a. de kantoren binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd met een maximum bouwhoogte van 9 meter;
  • b. de nieuwe functie de verkeersafwikkeling en de parkeercapaciteit niet onevenredig belast;
  • c. de nieuwe functie geen afbreuk doet aan de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden met betrekking tot Beschermd Dorpsgezicht;
  • d. nieuwbouw in de vorm van kantoren alleen mag plaatsvinden indien voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied aan beeldkwaliteitscriteria wordt getoetst.