direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Archeologie
Plan: De Warrekam/Schering en Inslag
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0417.L001BPWSI-2121

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1

De voor "Waarde - Archeologie", aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende (potentiële) archeologische waarden.

6.1.2

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de dubbelbestemmingen "Waarde - Cultuurhistorie" zijn deze gronden primair bestemd voor Beschermd Dorpsgezicht.

6.1.3

Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met Waarde - Archeologie aangewezen gronden is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het verenigbaar is met het archeologisch belang.

6.2 Bouwregels
6.2.1

Alvorens in het als (potentieel) archeologisch waardevol gebied een bouwvergunning wordt verleend, dient de aanvrager van de bouwvergunning een rapport van archeologisch onderzoek te overleggen waaruit, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat het archeologisch belang in het gebied van het (bouw)plan niet wordt geschaad, dan wel op welke wijze dit belang kan worden gewaarborgd bij de uitvoering van het bouwplan.
Het overleggen van een rapport van archeologisch onderzoek is echter niet vereist:

  • a. indien er naar het oordeel van burgemeester en wethouders al voldoende onderzoeksresultaat beschikbaar is;
  • b. indien met de bouw geen bodemingreep gepaard gaat;
  • c. indien de met de bouw (eventueel) gepaard gaande bodemingrepen in totaal een oppervlak van niet meer dan 50 m² beslaan;
  • d. indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut.

6.2.2

In verband hiermee kunnen voorts nadere eisen of ontheffingen dan wel wijzigingen als bedoeld in de uit te werken bestemming of bij de uitwerking daarvan worden toegepast.

6.3 Nadere eisen
6.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken.

6.4 Aanlegvergunning
6.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de onder 6.1 genoemde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het bewerken van en graven, boren of roeren in de bodem dieper dan 0,35 m;
  • b. het verlagen van de bodem en afgraven van de gronden dieper dan 0,35 m.

6.4.2

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien is gebleken dat de daar genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.

6.4.3 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden zoals:

  • a. behorend bij het slaan van heipalen en het graven van kabelsleuven;
  • b. werken of werkzaamheden, behorend bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • c. werken of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning.

6.4.4 Voorwaarden

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de in lid 6.1genoemde doeleinden;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de archeologisch adviseur.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de bestemming Waarde - Archeologie (geheel of gedeeltelijk) vervalt, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een advies verkregen te zijn van de archeologisch adviseur.