Plan: | Bestemmingsplan Den Ilp 14-16 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0415.DenIlp1416-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Den Ilp 14-16 met identificatienummer NL.IMRO.0415.DenIlp1416-0401 van de gemeente Landsmeer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
meer dan twee woningen waarvan ten minste 1 gevel van de hoofdgebouwen aaneen zijn gebouwd.
een in bijlage 1 genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de beroepsuitoefening aan huis gebonden medewerker en dat is gericht op het verlenen van diensten;
erf, achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
Een afwijking als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een voor bewoning bestemd onderdeel van een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijke hoofdgebouw;
het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is dan wel kan worden gebouwd, krachtens een bouwvergunning (vóór 1 oktober 2010)/omgevingsvergunning voor het bouwen (ná 1 oktober 2010);
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het veranderen of het vernieuwen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het slotenpatroon, of de architectuur, en met inbegrip van archeologische waarden;
hoogste punt van een schuin dak;
laagste punt van een schuin dak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatie en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festivals, wedstrijden, bijeenkomsten en dergelijke, met uitzondering van de in artikel 2.24 1a tot en met f van de Algemene Plaatselijke Verordening genoemde activiteiten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
in het kader van het samenwonen van meer generaties onder één dak, zodat de zorgtaken in familieverband met elkaar kunnen worden gedeeld, wordt onder deze generaties verstaan: ouders, kinderen, kleinkinderen, grootouders en overgrootouders;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is;
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten onder elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van de huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet, óf met ten hoogste twee wanden is omsloten;
het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Landsmeer, terwijl deze perso(o)n(en) niet aannemelijk kan/kunnen maken elders over een hoofdverblijf te beschikken, met uitzondering van mantelzorg;
de grens van een bouwperceel;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een woning waarvan het hoofdgebouw niet direct is verbonden met het hoofdgebouw van een andere woning.
Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, zoals deze wet luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
het gehuisvest zijn in een woning;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de breedte van bouwwerken wordt bepaald door het meten van de afstand in meters tussen de buitenwerkse gevelvlakken (indien geen sprake is van een rechthoekig gebouw: de gemiddelde breedte van het bouwwerk);
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bebouwing.
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en/of overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing.
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van beroeps- of bedrijfsuitoefening aan huis gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, waaronder botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1, ten behoeve van de omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen, ten gevolge waarvan de lichtbelasting op de grens van de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling' meer bedraagt dan 1 lux, dan wel bestaand, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
en het beperken van lichtuitstraling op grens van de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling',nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing en de dakhelling van hoofdgebouwen.
Onder een met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan, mits in overeenstemming met de gemeente, worden afgeweken van het bepaalde in 6.5.1 en toegestaan worden dat in plaats van de bedoelde inrichtingsmaatregelen andere inrichtingsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat de inrichtingsmaatregelen een minimaal gelijkwaardige licht afschermende werking moet hebben op gronden met de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling'.
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het samenwonen van meer generaties gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, waaronder botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1, ten behoeve van de omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen, ten gevolge waarvan de lichtbelasting op de grens van de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling' meer bedraagt dan 1 lux, dan wel bestaand, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
en het beperken van lichtuitstraling op grens van de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling', nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing en de dakhelling van hoofdgebouwen.
Onder een met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan, mits in overeenstemming met de gemeente, worden afgeweken van het bepaalde in 6.5.1 en toegestaan worden dat in plaats van de bedoelde inrichtingsmaatregelen andere inrichtingsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat de inrichtingsmaatregelen een minimaal gelijkwaardige licht afschermende werking moet hebben op gronden met de aanduiding 'overige zone - lichtuitstraling'.
De voor ‘Waarde - Archeologie 1’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mede bestemd voor behoud en/of herstel van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische/cultuurhistorische waarde(n).
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven basisbestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Wanneer een bestaand gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde:
heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan mag:
Onder een met de bestemmingen strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.1 sub a voor de aanleg van een paardenbak als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van een geringe overschrijding van de bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van de bestemming of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bestemmingsplan Den Ilp 14-16 van de gemeente Landsmeer.