direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Zomerkade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Naar aanleiding van de in december 2019 vastgestelde Integrale Kustvisie Huizen en de in januari 2020 vastgestelde prioritering werkt de gemeente Huizen aan een herinrichting van de Zomerkade (strandzone) en Wedekuil. Met de herinrichting wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het gebied.

De herinrichting bestaat onder meer uit aanpassingen in het openbaar gebied, het wijzigen van parkeervoorzieningen, extra ruimte voor terrassen ten behoeve van horeca, het verplaatsen van de bestaande EHBO post en de aanleg van een zwemsteiger. Enkele onderdelen zijn niet mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Het gaat om de herinrichting van de terrassen, de aanleg van een zwemsteiger en het verplaatsen van een kunstwerk en de EHBO post en de uitbreiding daarvan met daghoreca. Om de herinrichting mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan te worden herzien. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet hierin.

1.2 Plangebied

Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit het gebied Zomerkade en Wedekuil te Huizen (Noord-Holland). De exacte ligging van de aanpassingen die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt is weergegeven op figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0001.png"

Figuur 1.1 Plangebied (bron: google earth)

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied is het bestemmingsplan Huizermaat Noord Oost.

Hierin heeft het plangebied de bestemmingen: 'Recreatie - Strand', 'Verkeer - Erffunctie' en 'Water'.

De uitsnede van het vigerende bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied is weergegeven op figuur 1.2.

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is rood omkaderd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0002.png"

Figuur 1.2 uitsnede vigerend bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl).

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting bevat de volgende hoofdstukken. Na deze inleiding (hoofdstuk 1) wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:

  • een beschrijving van de huidige situatie en de uitgangspunten van het bestemmingsplan (hoofdstuk 2);
  • het Rijksbeleid, provinciale en gemeentelijke beleid als kader voor dit bestemmingsplan (hoofdstuk 3);
  • de randvoorwaarden vanuit de milieu- en omgevingsaspecten (hoofdstuk 4);
  • de juridische toelichting (hoofdstuk 5);
  • een toelichting op de uitvoerbaarheid van het plan (hoofdstuk 6).

Hoofdstuk 2 Beschrijving herziening

2.1 Huidige situatie

In de huidige situatie bestaat het plangebied uit een recreatiestrand met kustverdedigingswerken en verharding.

2.2 Gewenste situatie

De herinrichting bestaat onder meer uit aanpassingen in het openbaar gebied, het wijzigen van parkeervoorzieningen, extra ruimte voor terrassen ten behoeve van horeca, de aanleg van een zwemsteiger en het verplaatsen van de bestaande EHBO post en de verplaatsing van een kunstwerk. De uitbreiding van de terrassen, het aanleggen van de zwemsteiger, en het verplaatsen van het kunstwerk en de EHBO post passen niet in het vigerende bestemmingsplan. Hiertoe is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0003.png"

Figuur 2.2 Gedeelte van de DO Kustvisie Huizen

EHBO Post met ondergeschikte horeca

Omdat de exacte locatie voor de EHBO post nog niet vastligt, wordt er op dit deel van het strand één post mogelijk gemaakt met een bouwhoogte van 3,5 meter en een oppervlakte van 75 m², met een uitkijkpost van maximaal 7 meter. Naast de functie als EHBO post wordt in het gebouw de verkoop van ijs, koffie/thee en blikjes drinken mogelijk gemaakt. Het gaat hierbij om ondergeschikte horeca, ook zijn er in dit gebouw sanitaire voorzieningen wenselijk. De plattegrond van het bouwwerk is weergegeven op figuur 2.3, op figuur 2.4 is een impressie weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0004.jpg"

Figuur 2.3 plattegrond EHBO Post met ondergeschikte horeca

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0005.jpg"

Figuur 2.4 impressie EHBO Post met ondergeschikte horeca

Zwemsteiger

Het gaat om 1 zwemsteiger met een lengte van ca. 80 meter in het water, de breedte is 2 tot 7,5 meter. Op figuur 2.5 is het ontwerp van de zwemsteiger weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0006.png"

Figuur 2.5 Beoogde zwemsteiger

Terrassen

Ter hoogte van de gemengde voorzieningen aan de Zomerkade is het wenselijk om meer terrassen toe te staan. Om ervoor te zorgen dat het verkeer over de Zomerkade geen overlast ondervindt van deze terrassen, zijn concrete gebieden aangewezen waarbinnen de terrassen mogelijk zijn. Hiervoor gelden de gebruikelijke voorwaarden zoals opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening.

Kunstwerk De Elementen

Het kunstwerk 'De Elementen' staat nu op het bastion. Door de herinrichting verdwijnt het bastion en moet het kunstwerk worden verplaatst. In overleg met de maker is een locatie op het strand gevonden. Dit bestemmingsplan maakt het planologisch mogelijk het kunstwerk te verplaatsen naar een locatie op het strand.

Hoofdstuk 3 Relevant beleid

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nationale Omgevingsvisie en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld.

In wat voor Nederland willen we graag leven in 2050

Als alle wensen naast elkaar worden gelegd, ontstaat het volgende beeld. Het kabinet wil een land:

  • a. dat gezond en klimaatbestendig is, met schone lucht, schoon water en een schone bodem en veel ruimte voor groen en water;
  • b. met een uitstekend functionerende economie, die duurzaam en circulair is. Nauw verbonden met onze buurlanden en de rest van de wereld, als onderdeel van de internationale gemeenschap;
  • c. waar het goed wonen en werken is. Met aangename en vitale steden en dorpen, en een productief en aantrekkelijk platteland;
  • d. met uitstekende bereikbaarheid, waar iedereen snel en gemakkelijk van A naar B komt, met zo min mogelijk schadelijke uitstoot en overlast;
  • e. waar we voldoende ruimte hebben om te kunnen bewegen, ontspannen en tot onszelf te komen; zowel in de stad als daarbuiten;
  • f. dat veilig is en ons beschermt tegen overstromingen en andere gevaren;
  • g. waar een goede balans is tussen gebouwde omgeving en open landschap, tussen natuur en cultuur, tussen land en water;
  • h. dat openstaat voor verandering, en waar de kracht van zijn traditie, cultuur en identiteit wordt weerspiegeld in de inrichting van de leefomgeving.

Nationale belangen

Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Dit zijn de 'nationale belangen'. Het Rijk heeft voor alle nationale belangen een zogenaamde systeem-verantwoordelijkheid. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de meede overheden.

De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen, en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen.

Barro

Voor de doorwerking van de Rijksbelangen in plannen van lagere overheden, is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) opgesteld. Het Barro omvat alle ruimtelijke Rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van ruimtelijke plannen.

Toetsing beoogde ontwikkeling

De ontwikkelingen die met voorliggend bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt hebben geen raakvlakken met de NOVI en zijn niet strijdig met h Barro.

3.1.2 Ladder voor duurzame

In artikel 3.1.6, lid 2 Bro is voorgeschreven dat indien een bestemmingsplan 'een nieuwe stedelijke ontwikkeling' mogelijk maakt, in de toelichting een verantwoording daarvan moet plaatsvinden volgens de systematiek van de ladder voor duurzame verstedelijking. In dat geval is een beschrijving van de behoefte noodzakelijk.

Gelet op de beperkte verruiming van reeds bestaande functies is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 3.1.6, lid 2 Bro.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie NH2050 - Balans tussen economische groei en leefbaarheid

De provincie wil balans tussen economische groei en leefbaarheid. Dit betekent dat in heel Noord-Holland een basiskwaliteit van de leefomgeving wordt gegarandeerd. Er zijn randvoorwaarden geformuleerd hoe om te gaan met klimaatverandering. De provincie ontwikkelt zoveel mogelijk natuur inclusief en met behoud van (karakteristieke) landschappen, clustert ruimtelijke economische ontwikkelingen rond infrastructuur en houdt rekening met de ondergrond.

In de visie zijn 5 bewegingen met ontwikkelprincipes beschreven voor de ontwikkeling van de leefomgeving.

  • 1. Dynamisch schiereiland. Hierin is het benutten van de unieke ligging van Noord-Holland, te midden van water, leidend.
  • 2. Metropool in ontwikkeling. Hierin wordt beschreven hoe de Metropoolregio Amsterdam steeds meer als één stad functioneert.
  • 3. Sterke kernen, sterke regio’s, gaat over de ontwikkeling van centrumgemeenten die de gehele regio waarin ze liggen vitaal houden.
  • 4. Nieuwe energie, benut de economische kansen van de energietransitie.
  • 5. Natuurlijk en vitaal landelijke omgeving, staan het ontwikkelen van natuurwaarden en een economisch duurzame agrarische sector centraal.

Voor het voorliggende bestemmingsplan is met name punt 3 van belang. De beweging 'Sterke kernen, sterke regio's' beoogt handvatten te geven om de werkgelegenheid, het voorzieningenniveau en de bereikbaarheid op peil te houden. En om dorpen, steden en regio's de krachtige identiteit die ze zo kenmerkt te laten behouden of te ontwikkelen. In het regionale netwerk zijn de verschillende typen kernen complementair aan elkaar. Daarbij zijn krachtige centrumsteden van cruciale betekenis voor de leefbaarheid van de hele regio vanwege de regionale voorzieningen en de stedelijke woon- en werkmilieus die er te vinden zijn. Zij kunnen jonge mensen en bedrijven aantrekken, wat leidt tot dynamiek en gezonde regio's. Door de centrumsteden te versterken, verbetert het vestigingsklimaat en worden deze steden nog interessanter voor woonconsumenten en bedrijven die zich in een stedelijke omgeving willen vestigen.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in beperkte ontwikkelingen die bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en leefbaarheid van het kustgebied van Huizen.

3.2.1.1 Omgevingsverordening NH2020

In de Omgevingsverordening NH2020 zijn regels samengevoegd op het gebied van natuur, milieu, mobiliteit, erfgoed, ruimte en water. Hierdoor is het makkelijker geworden om te zien welke regels waar gelden.

Toetsing

De provincie stelt geen regels ten aanzien van de beperkte uitbreiding van mogelijkheden die dit bestemmingsplan mogelijk maakt.

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Integrale Kustvisie Huizen

Naar aanleiding van de in december 2019 vastgestelde Integrale Kustvisie Huizen en de in januari 2020 vastgestelde prioritering is de gemeente bezig met de herinrichting van het gebied Zomerkade en Wedekuil. Met de herinrichting wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het gebied.

Het voorliggende bestemmingsplan is een concrete(re) vertaling van dit beleidsdocument om de gewenste ontwikkelingen juridisch planologisch mogelijk te maken.

3.3.2 Algemene plaatselijke verordening

De regels ten aanzien van geluid(soverlast), sluitingstijden, stand periode e.d. van de terrassen wordt niet geregeld in voorliggend bestemmingsplan. Deze regels maken conform de algemene plaatselijke verordening deel uit van de vergunning. De APV van de gemeente Huizen is te raadplegen via: https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Huizen/34458/3445 8_4.html.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

4.1 Inleiding

Gelet op de zeer beperkte gevolgen voor het milieu die door dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt, wordt in dit bestemmingsplan enkel ingegaan op de milieuaspecten die beïnvloed worden door de ontwikkelingen zoals omschreven in paragraaf 2. De overige milieuaspecten zijn niet relevant voor de ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt.

4.2 Bedrijven en milieuzonering

Beleidskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • a. ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd
  • b. rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

Toetsing

Er zijn geen bedrijfsbestemmingen in en in de directe omgeving van het plangebied.

Binnen de milieuzonering wordt gewerkt met richtafstanden die bepaald zijn in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Bij een 'gemengd gebied' mag met 1 afstandsstap afgeweken worden van de richtafstanden.

Onderzoek en conclusie

Horeca (terrassen)

De EHBO-post met ondergeschikte horeca krijgt een horecafunctie van categorie D van de Staat van Horeca-activiteiten De richtafstand voor horeca 1 bedraagt 10 meter voor geluid, de afstand tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt minimaal (afhankelijk van de daadwerkelijke plaatsing) x meter.

Voor de terrassen geldt dat zij behorende bij de inrichting en de daar bij behorende richtafstand.

4.3 Verkeer en parkeren

Zowel de reddingspost met ondergeschikte horeca activiteiten als de terrassen kennen een verkeersgeneratie en een parkeerbehoefte. Echter zullen deze functies niet leiden tot extra bewegingen maar zullen bezoekers ook gebruikmaken van deze functies.

Onderzoek

Uit het verkeer- en parkeeronderzoek van Goudappel, dat in opdracht van de gemeente is uitgevoerd, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting, die ten behoeve van de kustvisie zijn uitgevoerd, is gebleken dat de parkeerdruk in en om het plangebied voldoende ruimte biedt. Daarnaast worden enkele aanbevelingen gedaan om op drukke dagen de verkeerssituatie te bevorderen.

Conclusie

Bij de huidige parkeercapaciteit voldoet het beschikbare aantal parkeerplaatsen dus net om aan de berekende vraag te voldoen. Het kleine positieve saldo van 19 parkeerplaatsen betekent dat op drukke dagen wel duidelijk moet zijn welke parkeermogelijkheden vol bezet zijn en waar nog vrije parkeerplaatsen zijn.

Naast dit bestemmingsplan loop nog een traject om binnen de planologische kaders in meer- en beter toegankelijke parkeergelegenheid te voorzien.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan gaat over het mogelijk maken van een extra voorziening bestaande uit een EHBO post met ondergeschikte horecafunctie en het toestaan van terrassen op vastgelegde locaties. Dit is aanvullend op het geldende bestemmingsplan. Er wordt voorzien in enige flexibiliteit, daar waar ruimtelijk verantwoord is. Om de gebruiksmogelijkheden van de gronden niet onnodig te beperken, worden de huidige bestemmingsplanmogelijkheden behouden en een verruiming geboden waar het gaat om de nieuwe beoogde functie.

5.2 Planregels

5.2.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen die in de planregels worden gebruikt gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de betekenis die in dit artikel aan de betreffende begrippen wordt toegekend.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die men bij het bouwen in acht moet nemen, moeten worden gemeten. Ondergeschikte bouwdelen worden daarbij niet meegerekend.

5.2.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Strand

De regels in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit het bestemmingsplan 'Huizermaat Noord Oost', naast de vigerende regeling is het mogelijk gemaakt om één reddingspost met ondergeschikte horeca tot categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten mogelijk te maken. Het gebouw mag binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd en mag maximaal een oppervlakte van 75 m² met een bouwhoogte van 3,5 meter hebben. Daarnaast is het toegestaan een kunstwerk van maximaal 9 meter hoog te plaatsen.

Artikel 4 Verkeer - Erffunctie

De regels in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit het bestemmingsplan 'Huizermaat Noord Oost', naast de vigerende regeling is het mogelijk gemaakt om op de gronden met de aanduiding 'terras' terrassen behorende bij de aangrenzende gemengdefuncties toe te staan.

Artikel 5 Water

De bestemming 'Water' is opgenomen voor het water in het plangebied, hier zijn naast water, ook groen en water gerelateerde functies toegestaan zoals kustbeschermingswerken, bruggen en duikers en kustwerken. In dit bestemmingsplan worden hier tevens een zwemsteiger en water gerelateerde speeltoestellen aan toegevoegd.

5.2.3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat, indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan zijn algemene afwijkingsregels opgenomen. De regeling die hier is opgenomen voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

Het overgangsrecht voor bouwen is neergelegd in artikel 21 lid 1 Wro. Voor gebouwen die afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet blijven er enkele bouwmogelijkheden in afwijking van de regels bestaan.

Bestaande afwijkingen mogen niet worden vergroot. Uitbreiding is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning voor het afwijken.

Lid 2 gaat over de overgangsregels voor het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het gebruik is slechts toegestaan wanneer de afwijking hierdoor niet wordt vergroot.

Artikel 9 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de slotregel van het bestemmingsplan bestemmingsplan Zomerkade.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. de ontwikkelaar.

De kosten die worden gemaakt voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan worden gefinancierd uit de gemeentelijke middelen.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Participatie

In het kader van de Integrale Kustvisie is reeds uitvoerig geparticipeerd met alle belanghebbenden in het plangebied. Omdat het voorliggende bestemmingsplan uitvoering geeft aan deze visie wordt het participatietraject in het kader van het voorliggende bestemmingsplan niet overgedaan.

6.2.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het concept-ontwerpbestemmingsplan is toegezonden aan de overlegpartners in het kader van het wettelijk overleg op grond van artikel 3.1.1 Bro. De reacties zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan

6.2.3 Zienswijzen

De formele bestemmingsplanprocedure start met het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Belanghebbenden hebben binnen deze periode een zienswijze in kunnen dienen. De gemeenteraad heeft geen zienswijze mogen ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan. Wel zijn er enkele ambtshalve ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd, het overzicht hier van is opgenomen in bijlage 2.