Plan: | Grote Waal 2005 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001 |
A. Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
1. de lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
2. de diepte van een erker:
tussen de gevel van het hoofdgebouw en de buitenzijde van de gevel van de erker;
3. hoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwwerken, zoals bijvoorbeeld, liftkokers, zonnepanelen en kleine schoorstenen niet meegerekend;
4. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot de snijlijn van de gevel met het dak; indien zich op enige zijde van het gebouw één of meerdere dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 70% van de gevelbreedte, wordt de goot van de dakkapel c.q. de dakopbouw als goothoogte aangemerkt;
5. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
6. afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens;
7. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen (de buitenste verticale projectie van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
8. inhoud van een bouwwerk:
boven peil tussen de onderkant van de funderingsvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken, met inbegrip van erkers en dakkapellen.
B. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.