Bangert en Oosterpolder

Artikel 20 Algemene wijzigingsbepalingen

 

Lid 1      Bevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten aanzien van:

a      het bepaalde in artikel 3 lid 6 voor een hoger percentage gestapelde woningen, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt en/of vanwege ontwikkelingen op de woningmarkt wenselijk is, met dien verstande dat het aandeel gestapelde woningen maximaal 20% mag bedragen;

b      de gronden binnen de bestemmingsvlakken Bedrijven, Agrarische Doeleinden, Tuincentrum en Groenvoorzieningen - G3, waarvan de bestemming mag worden gewijzigd in de bestemming 'Woondoeleinden', mits:

1     ten aanzien van de stedenbouwkundige inrichting wordt aangesloten bij de aangrenzende woonmilieus zoals beschreven in artikel 3 lid 2, en;

2     uit onderzoek is gebleken dat ten aanzien van de gronden, gelegen binnen op de plankaart aangegeven milieuhindercontouren, geen sprake meer is van planologisch relevante milieuhinder dan wel sprake is van een zodanig geringe planologisch relevante milieuhinder dat die voor woningbouw aanvaardbaar is;

c      de op de plankaart aangegeven aanduidingen 'milieuhindercontour', mits uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen sprake meer is van planologisch relevante milieuhinder dan wel sprake is van een geringere planologisch relevante milieuhinder die voor de aangrenzende functies aanvaardbaar is;

d      de onderlinge begrenzing tussen twee bestemmingen, met dien verstande dat de afwijking ten opzichte van de op de plankaart aangegeven begrenzing maximaal 15 m mag bedragen.

 

Lid 2      Procedurebepaling

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 1 wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.